Titel

Wat walvisachtigen zoal weten

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 31 July, 2010)

Samenvatting

Artikel van Titus Rivas over de cognitieve vermogens van walvisachtigen en de ethische consequenties daarvan.


Tekst



Wat walvisachtigen zoal weten

door Titus Rivas

Naar het bewustzijn van walvisachtigen, waaronder dolfijnen, is relatief veel onderzoek gedaan.
Mensen zijn altijd onder de indruk geweest van verhalen over zeemonsters. Dat dit ook tegenwoordig nog zo is, blijkt bijvoorbeeld uit documentaires over gevaarlijke reuzehaaien of kraken (reuzeninktvissen). Toch is er natuurlijk wel iets veranderd aan onze fascinatie. Lang geleden bekommerde men zich niet zo gauw om de vraag of het bestaan van een dier biologisch wel aannemelijk was. Zo vonden zeelieden het geen probleem om te geloven in mensen met het onderlichaam van een vis. Zelfs zogeheten cryptozoölogen nemen tegenwoordig zelden meer aan dat er werkelijke zulke meerminnen bestaan. Ook is de interesse verschoven van sensatiezucht en gegriezel naar wetenschappelijk onderzoek. Vroeger vond men een walvis bijvoorbeeld vooral intrigerend vanwege zijn reusachtige omvang. Of om zijn (vermeende) vermogen mensen heelhuids in te slikken zodat ze zijn maag levend konden verlaten. Denk bijvoorbeeld aan het Bijbelse verhaal van Jonas of aan een van de avonturen van Pinokkio.
Hoe kleurrijk dergelijke fantasieën ook zijn, de wetenschappelijke vraagstukken rond walvissen en walvisachtigen zijn in feite nog veel interessanter. Zeker als we het hebben over dierpsychologische kwesties.

Roofdieren
Cetacea oftewel walvisachtigen omvatten naast de 'echte' walvis (Latijn: Cetus), ook de dolfijnen en bruinvissen. Ze vormen een van de groepen van de zogeheten zeezoogdieren. Gezien het beschikbare bewijsmateriaal stammen ze hoogstwaarschijnlijk van hoefdieren af. Eerlijk gezegd dacht ik vroeger altijd dat ze van een soort prehistorische roofdieren afstamden, maar dat is intussen kennelijk weerlegd, of die hoefdieren moeten roofdieren zijn geweest. Overigens is de bouw van de cetacea voor mij persoonlijk een van de redenen geweest om niet langer aan de realiteit van biologische evolutie te twijfelen. De dieren zijn namelijk qua bouw buitengewoon goed aangepast aan een leven in het water. Mede daardoor worden ze door velen van oudsher verward met echte vissen, ook al ziet hun staart er wel anders uit. Bovendien hebben ze rudimentaire achterpoten waaruit blijkt dat hun voorouders die poten ooit wel gebruikt moeten hebben terwijl ze liepen over vaste grond. Zoiets kun je niet verklaren door middel van micro-evolutie binnen de soort; het gaat echt om de overgang van de ene diersoort in een andere.
Er valt uiteraard nog van alles te zeggen over de biologie van de cetacea. Zoals dat men twee orden onderscheidt: de baleinwalvissen en de tandwalvissen, waar dolfijnen en bruinvissen, maar ook potvissen bij horen. Of dat er grote verschillen in bouw en leefwijze voorkomen. Maar ik wil het hier hebben over het bewustzijn van deze dieren.

Communicatie
Eén van de meest intrigerende aspecten van het gedrag van cetacea is ongetwijfeld hun vocale communicatie. Bijvoorbeeld in de vorm van klik- en fluitgeluiden van dolfijnen, maar ook de mysterieuze gezangen van bultrug-walvissen.
Het belang van auditieve signalen voor deze communicatie hangt hoe dan ook samen met de leefwijze van walvisachtigen. Geluid wordt beter doorgegeven door water dan visuele prikkels of geuren. Psychologisch gezien is de centrale vraag echter of cetacea een communicatiesysteem kennen dat zich kan meten met de menselijke taal. Veel dierlijke communicatie beperkt zich namelijk tot het weergeven van emoties of verlangens van een dier. We kennen dit ook van onze eigen non-verbale communicatie. Denk bijvoorbeeld aan het menselijke lachen, huilen, juichen of gillen. De verbale taal heeft echter nog een andere functie, namelijk het weergeven van iemands gedachten. Taal maakt het mogelijk om informatie uit te wisselen over wat er cognitief in je omgaat. Ook maakt taal het waarschijnlijk gemakkelijker om abstract te denken. De vraag is nu dus of de ingewikkelde vormen van communicatie van bijvoorbeeld dolfijnen of bultrug walvissen vergelijkbaar zijn met de menselijke taal. Kunnen zij bewust abstracte gedachten op elkaar overbrengen? Zo ja, dan zou dat vérgaande consequenties hebben. Er zou dan bijvoorbeeld sprake zijn van gesprekken tussen dieren die bewust met elkaar van gedachte willen wisselen. In theorie zouden ze zelfs kunnen beschikken over mondeling overgeleverde kronieken van lang vervlogen tijden. Of gaat het toch eerder om een vorm van communicatie die lijkt op het gefluit van zangvogels? Rijkgeschakeerd en muzikaal dus, dat wel, en eventueel van een diepe emotionele zeggingskracht. Gaat het om woorden of om woordloze liederen? Het een sluit het ander niet uit, want mensen kunnen immers ook zowel praten als zingen.
De discussie is zeker nog niet gesloten, maar van dolfijnen lijkt in ieder geval wel vast te staan dat sommige van hun geluiden een specifieke verwijzende functie hebben. Er zijn bijvoorbeeld fluitpatronen die uniek zijn voor een bepaald individu, waarmee het zich kenbaar kan maken, zogeheten whistle signatures. Recent onderzoek van de Australische deskundige dr. Liz Hawkins aan de Southern Cross University wijst algemener uit dat verschillende fluittonen gerelateerd zijn aan specifieke gedragingen. Hawkins stelt in het algemeen dat dolfijnentaal erg complex en contextueel is. Het is daarmee denkbaar dat dolfijnen allerlei geluiden gebruiken op een manier die nauw verwant is aan de gesproken taal van mensen.

Intelligente wezens
De mogelijke overeenkomsen tussen dolfijnentaal en mensentaal zouden ongetwijfeld duiden op een een hoog niveau van geestelijk functioneren bij deze cetacea. Nu is dit zeker niet de enige aanwijzing die we daarvoor hebben. Walvisachtigen hebben alleen al grote en complexe hersenen die in diverse opzichten lijken op die van andere hoogontwikkelde zoogdieren zoals mensapen. Ik heb zelfs gelezen dat de hersenomvang relatief gezien groter is dan die van de mens.
Bovendien vertonen cetacea allerlei gedragingen die je direct kunt relateren aan intelligentie. Ze kunnen van nature leven in ingewikkelde sociale netwerken. Ze zijn speels en gebruiken spontaan voorwerpen zoals schelpen als werktuigen. Volgens trainers in dolfinaria zijn dolfijnen over het algemeen leergierig en vlug van begrip.
Ook kunnen dolfijnen abstracte symbolen aanleren en leren begrijpen dat de volgorde waarin symbolen worden aangeboden van belang is voor hun betekenis. 'Gooi de hoepel om de bal' is bijvoorbeeld iets anders dan 'gooi de bal in de hoepel'. L.M. Herman van de Universiteit van Hawaii deed hier baanbrekend onderzoek naar.
Uit diverse experimenten blijkt voorts dat dolfijnen over een sterk ontwikkeld zelfbewustzijn beschikken en in staat zijn hun eigen spiegelbeeld te herkennen. Ze kunnen, net als bijvoorbeeld mensapen en kraaiachtigen, gebruik maken van een spiegel om hun lichaam te inspecteren. Dit is vooralsnog een vrij uniek vermogen binnen de dierenwereld.

Jacht
Zeker sceptische wetenschappers hebben de psyche van walvisachtigen jarenlang onderschat. Maar alles wijst erop dat ze hoe dan ook tot de meest intelligente dieren op aarde gerekend moeten worden. In bepaalde opzichten kan men zelfs stellen dat zeker dolfijnen beschouwd mogen worden als een soort 'mensen van de zee'. Dit sluit trouwens aan bij een oude legende dat dolfijnen gereïncarneerde verdronken zeelieden zijn. Niet dat daar ook maar enige aanwijzing voor zou zijn, maar het bewijst wel hoezeer men dolfijnen qua geestelijke vermogens als menselijk ervaart.
De interactie tussen mensen en dolfijnen kan voor beide partijen dan ook heel interessant en plezierig zijn. We herkennen dingen in elkaar, waaronder onze relatief hoogontwikkelde intelligentie.
Men heeft inmiddels bijvoorbeeld ook therapievormen ontwikkeld voor autisten waarbij contact met een dolfijn een heilzame rol speelt.
Overigens gaat het ook weer te ver om cetacea te idealiseren. Er komt wel degelijk ook agressie en geweld voor onder walvisachtigen, bijvoorbeeld tussen mannelijke dolfijnen. De meedogenloze jacht van bijvoorbeeld orka's op zeehonden roept niet direct warme gevoelens bij mij op. Sommige walvisachtigen worden wel 'engelen van de zee' genoemd maar om dit soort redenen vind ik 'mensen van de zee' toch echt toepasselijker.

Ethiek
Als je weet dat leden van een bepaalde diersoort door de bank genomen geestelijk hoogontwikkeld zijn, zal dat meespelen in de behandeling van die dieren. In dit verband kent men binnen de dierethiek het begrip 'speciësisme', dat wil zeggen: discriminatie op basis van diersoort. Uiteraard bedoelt men daarmee niet dat er geen verschillen tussen diersoorten bestaan. Maar het simpele feit dat een dier lid van een andere diersoort is, mag op zich nog geen reden vormen om het direct ook anders te behandelen. Het doet er in moreel opzicht bijvoorbeeld niet toe of een dolfijn of walvis biologisch gezien geen mens is. Het gaat om een zelfbewust wezen met een rijk gevoelsleven. Sommige ethici gaan zelfs zo ver dat ze een aparte 'persoon'-status willen invoeren voor individuele walvisachtigen, vanwege hun psychologische overeenkomsten met de mens.
Het is hoe dan ook tamelijk gemakkelijk in te zien dat je een wezen als een walvisachtige niet fundamenteel anders mag behandelen dan een medemens. Dit maakt de walvisvangst bijvoorbeeld tot een misdaad die je kunt vergelijken met het doden van mensen voor geldelijk gewin.
Sommige milieubeschermers hebben overigens alleen oog voor de vraag of een bepaalde diersoort bedreigd is of niet. Zodra dit niet meer het geval is, kunnen zij het geoorloofd vinden om de soort weer te gaan bejagen. Vanuit de anti-speciësistische dierethiek beschouwd, betekent dat in feite dat je onder bepaalde voorwaarden ook op mensen mag gaan jagen. Zolang er maar genoeg overblijven!
Wat dit betreft is de behandeling van individuele walvisachtigen ook een soort test case voor onze verantwoorde omgang met dieren. Zolang praktijken als de walvisvaart acceptabel worden gevonden, is het droevig gesteld met ons vermogen verder te kijken dan onze eigen soort.

Literatuur
- Bekoff, M. (2003). Minding Animals: Awareness, Emotions and Heart. Oxford University Press.
- Brown, C. (2007). Scientists unravel 'dolphinese' chatter. The Scotsman.
- Rivas, T. (1998). De taal van dolfijnen. Psychologie, maart.

Dit artikel werd eerst gepubliceerd in een tijdschrift en in 2010 op txtxs.nl gezet.

Contact: titusrivas@hotmail.com