Karma: een ingewikkeld vraagstuk
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 14 October, 2009)
Samenvatting
Overzicht van vraagstukken rond het begrip karma in de filosofie en parapsychologie.
Karma: een ingewikkeld vraagstuk 1 Alternatief in de zin van afwijkend van populaire doorsnee opvattingen over karma.
door Titus Rivas en Anny Dirven namens Stichting Athanasia
De begrippen reïncarnatie en karma worden vaak in één adem genoemd. Als je in reïncarnatie gelooft, verwacht men automatisch dat je ook overtuigd bent van het bestaan van karma. Maar wat houdt het begrip karma eigenlijk in en wat voor een bewijsmateriaal bestaat ervoor?
Daden en hun gevolgen
Het van oorsprong hindoeïstische woord karma is afgeleid uit het Sanskriet en betekent eigenlijk: 'daad', 'handeling' of 'actie'. In het Pali, een taal waarin veel boeddhistische verhandelingen geschreven zijn, spreekt men van kamma (niet te verwarren met het 'kama', het lust-principe uit o.a. de Kama Soetra). Overigens wordt het gevolg van een handeling in het boeddhisme vipaka genoemd, zodat men spreekt van de wet van kamma-vipaka, d.w.z. daden en hun consequenties.
In het Nederlands bestaan er twee bijvoeglijke naamwoorden die 'van karma' betekenen, namelijk karmisch en het minder gebruikelijke karmatisch.
Karma wordt in de westerse literatuur meestal gebruikt in de betekenis van 'wetmatige gevolgen van iemands daden”. De wetten van het karma of karmische wetten maken dat je krijgt wat je op grond van je handelingen toekomt. Om deze reden heet karma ook wel 'de wet van oorzaak en gevolg'. Dit is overigens niet hetzelfde als de natuurkundige wetten die we kennen uit de reguliere westerse fysica. Daarbij gaat het slechts om mechanische natuurwetten die de fysieke wereld zouden regeren, zoals de zwaartekracht. De term 'wet van het karma' kan overigens wel worden gebruikt om zulke natuurkundige wetmatigheden aan te geven, als een van de uitingen daarvan. Maar op de eerste plaats gebruikt men met het toch om de gevolgen van daden van mensen en andere wezens aan te geven. Ook zouden er neutrale vormen van karma bestaan, bijvoorbeeld in de vorm van op zich neutrale omstandigheden (zoals een bepaald klimaat of type landschap) waar je aan gehecht raakt en die je daarom steeds weer aantrekt.
Oorzaak en gevolg
Dat handelingen gevolgen kunnen hebben voor degenen die ze uitvoert is duidelijk. In die zin bestaan er hoe dan ook 'karmische' gevolgen van daden. Stel bijvoorbeeld dat Jan iemand in het openbaar beledigt. Dan ligt het voor de hand dat Jan vroeg of laat lik op stuk krijgt. We kennen in het Nederlands wat dit betreft de uitdrukking “Wie kaatst, moet de bal verwachten”.
Maar het principe van karma zou veel verder gaan dan dit overduidelijke verband. Het zou ook werken wanneer de betrokkenen zelf de daden niet kunnen belonen of bestraffen. Bijvoorbeeld omdat dat fysiek of sociaal buiten hun vermogen ligt, of omdat ze niet eens weten wie degene is die hen goed of slecht behandeld heeft. Karma zou in feite altijd werken, als een automatisch proces vergelijkbaar met de zwaartekracht. Als een boemerang zou het karma bij je terugkeren en je met gelijke munt terugbetalen via je slechts schijnbaar toevallige lotgevallen.
Dat er een algemene karmische wet bestaat, is voor aanhangers van spirituele stromingen die oorspronkelijk uit India stammen vanzelfsprekend. Dit leidt tot een wereldbeeld waarbinnen het leven volstrekt rechtvaardig is. Alles wat je overkomt, heb je in feite zelf over je afgeroepen door je eigen daden. Natuurlijk zijn er wel mensen die onrecht begaan, maar elk onrecht dat jou wordt berokkend, is in feite toch echt verdiend. Dat geldt zelfs voor het begin van een aards leven. Waar en bij wie je terecht komt, wordt volledig bepaald door je karma. Je kunt je lot uiteindelijk alleen verbeteren door je eigen gedrag te verbeteren op basis van een (meer of minder) vrije keuze.
Zo stelt een website van het boeddhistische Maitreya-instituut:
“Alle gevolgen ontspringen uit oorzaken die in staat zijn hen voort te brengen. Als we appelzaadjes zaaien, zal er een appelboom groeien en geen Spaanse peper. Als we Spaanse peperzaadjes zaaien, zal er Spaanse peper groeien en geen appelboom. Als we positieve activiteiten verrichten, zal geluk volgen en als we negatieve activiteiten verrichten, zullen problemen het resultaat zijn. Alle geluk en voorspoed die we in ons leven ervaren, zijn dus veroorzaakt door onze eigen positieve activiteiten in het verleden. Evenzo zijn al problemen veroorzaakt door onze eigen destructieve activiteiten.”
Karma en engagement
Het van oorsprong oosterse concept karma wordt nogal eens in verband gebracht met het hindoeïstische kastensysteem. Volgens dit stelsel worden mensen precies geboren waar ze door hun karma thuishoren, namelijk binnen een kaste die op een bepaalde tree van de maatschappelijke ladder staat. Het kastensysteem brengt veel discriminatie en uitsluiting met zich mee, met als schokkendste voorbeeld de positie van de zogeheten onaanraakbaren of paria's, die zichzelf Dalit noemen. Officieel is het kastenstelsel al decennia geleden afgeschaft in India, maar in de praktijk werkt de invloed ervan helaas nog steeds door in de maatschappelijke verhoudingen. De bekende goeroe Osho alias Bhagwan Shree Rajneesh provoceerde zijn toehoorders graag door hun (al dan niet gemeend) voor te houden dat de armen in de omgeving van zijn ashram in Poona zelf verantwoordelijk waren voor hun ellende.
Toch is zo'n houdhing helemaal geen logisch gevolg van de overtuiging dat je lot altijd berust op je karma. Het kastensysteem wordt van oudsher verworpen door het boeddhisme en jaïnisme, terwijl deze stromingen allebei wel van karma uitgaan. Met andere woorden, aannemen dat iemand door zijn eigen schuld in de problemen is gekomen, wil nog niet zeggen dat je dat 'net goed' vindt.
In het mahayana boeddhisme staat bijvoorbeeld een actief mededogen centraal. Men helpt daarbij anderen om hun ellende te overwinnen. De zogeheten bodhisattva's stellen zelfs hun eigen verlossing uit om eerst anderen vooruit te helpen.
In de verte lijkt dit op het christelijke thema dat Jezus van Nazareth de zonden van de hele mensheid op zich zou hebben genomen. Daardoor zou hij de hemel weer geopend hebben voor al zijn volgelingen. Overigens heeft dit bij sommige stromingen binnen het christendom geleid tot de contra-intuïtieve opvatting dat het voor je zieleheil helemaal niet van belang is hoe je je gedraagt. Alleen het geloof in Christus zou ervoor kunnen zorgen dat je in de hemel belandt. Bizar genoeg betekent dit dat bijvoorbeeld een kille massamoordenaar die oprecht een christelijke geloofsbelijdenis doet gered wordt, terwijl warme, sociaal geëngageerde 'heidenen' voor eeuwig verdoemd worden. Het Indiase karma-concept lijkt op het eerste gezicht misschien onrechtvaardig, maar het is in elk geval minder absurd dan deze extreme voorstelling van zaken waarin iemands 'werken' eigenlijk niet van belang zijn.
Wanneer karma onwaarschijnlijk lijkt
Toch is ook karma zelf intuïef gezien lang niet altijd aannemelijk als verklaring voor iemands lot. Soms lijkt wat iemand overkomt eerder te berusten op willekeurig en mechanisch toeval dan op karmische rechtvaardigheid. Dat geldt bijvoorbeeld voor nare ziekten en handicaps en vooral ook voor afschuwelijke vormen van onrecht waarbij mensen op grote schaal gemarteld en gedood worden. Het is voor velen stuitend om zulke gruwelen zonder spoort van twijfel aan karma van de slachtoffers ervan toe te schrijven. Theosofe Katinka Hesselink stelt in dit verband terecht dat zo'n visie op karma ertoe leidt dat je de kant van de machthebbers kiest en de slachtoffers zelf de zwartepiet toeschuift. Het kan zelfs zo ver gaan dat men bijvoorbeeld het racisme van de daders onderschrijft. In een artikel in Trouw schrijft Lodewijk Dros over het Nederlandse medium Jozef Rulof: “Rulof doceert: Hitler heeft veel narigheid aangericht, maar hij liet de mensheid evolueren. Hebben de joden de zin van 'Gods pak slaag' begrepen? Welnee. Ze stichtten zelfs een staat en blijven maar zeuren over de holocaust, terwijl ze zouden moeten profiteren van de versnelde evolutie die Hitler hun bereidde.” en: “Maar Rulof voorspelde dat Hitler in het komende duizendjarige rijk een herkansing zal krijgen. ,,Dóór Adolf komt het! Door hem komt er bewustwording, niet door het gebed. Je kunt door te bidden geen evolutie beleven.'' 'Ontwaking' heet dat bij Jozef Rulof -het staat ook op zijn grafzerk, in verweerd koperen letters. Dus: ,,Adolf, gá verder en maak je taak af.''”
Zo'n houding ten gunste van de daders geldt overigens niet in alle gevallen, want opperrabbijn Ovadia Yosef kiest zeker geen partij voor de nazi's als hij stelt dat de joodse slachtoffers van de Holocaust reïncarnaties van grote zondaars waren. De rabbijn erkent dat veel van die slachtoffers in dit leven hoe dan ook deugdzaam en onschuldig waren, maar gaat er 'slechts' van uit dat dit niet geldt voor hun vorige levens.
Hoe het ook zij, zulke schokkende wandaden als genocide horen ons aan het denken te zetten over de juistheid van de theorie dat karma zorgdraagt voor een volmaakt rechtvaardige gang van zaken. We hebben het immers over een spirituele theorie die kritisch bejegend en bijgesteld mag worden en niet over een onomstotelijke waarheid.
Dit geldt nog sterker wanneer de slachoffers van onrecht geen mensen zijn, maar dieren. Bijvoorbeeld de slachtoffers van de bio-industrie of van bloedige spektakels zoals stierengevechten. De mate waarin dergelijke wezens moeten lijden kan alleen verklaard worden door karma als je aanneemt dat die dieren zelf gruwelijke misdaden hebben begaan in een vorig leven. Dat is echter alleen mogelijk wanneer al die miljarden dieren vroeger een menselijke incarnatie hebben gehad. Nog afgezien van de numerieke problemen (er zijn met zekerheid al veel meer dieren gekweld door mensen dan er ooit mensen op aarde hebben rondgelopen) is dit intuïtief volstrekt onaannemelijk. Het onnodige leed dat dieren overkomt is naar alle waarschijnlijkheid een onversneden, kwaadaardige vorm van onrecht. Het is bijna niet mogelijk om daaraan te twijfelen.
Dit betekent dat er ofwel helemaal geen karma bestaat, of anders op zijn minst dat de gangbare opvattingen over karma niet kloppen. Bijvoorbeeld omdat er naast een vorm van karma ook nog andere principes bestaan zoals een strijd tussen goed en kwaad waarin men partij dient te kiezen. Het is niet nodig om direct in het andere uiterste te vervallen door aan te nemen dat alles wat er gebeurt uitsluitend berust op zinloos en blind toeval, maar al te simpele opvattingen over karma kunnen we het beste loslaten.
Alternatieve visies
Een alternatieve opvatting1 luidt dat karma primair betrekking heeft op iets wat je je eigen moet maken. Het gaat daarbij om een ontwikkelingsproces over levens heen. Als het bijvoorbeeld de bedoeling is dat iemand leert om beter met anderen om te gaan, dan zal hij steeds weer in situaties belanden waaruit hij precies die lering kan trekken. Zolang de les nog niet geleerd is, blijft het karma (in de zin van een voorgenomen punt van ontwikkeling) bestaan en blijven er vergelijkbare situaties ontstaan, zowel in dit leven als in volgende levens. Dit sluit aan bij een visie op het aardse leven als een leerschool.
Binnen dit perspectief is karma dus niet (alleen) gericht op beloning en straf maar op persoonlijke groei. Het kan daarbij om alle mogelijke aspecten van ontplooiing gaan, variërend van bijvoorbeeld een toename in mededogen, tot het ontwikkelen van intellectuele vermogens, tot het leren bespelen van een muziekinstrument, etc.
Om het nog ingewikkelder te maken, denken sommige auteurs ook nog dat karma zowel persoonlijk kan zijn als collectief. Er kan naar hun mening bijvoorbeeld sprake van het karma van een zogeheten 'zielegroep'.
Individuele denkers kunnen in het algemeen bijzonder sterk uiteenlopen in hun visies over karma. En soms blijken hun ideeën ook nog in allerlei opzichten te zijn veranderd in de loop van hun leven. Een voorbeeld van iemand voor wie dit in hoge mate geldt is Rudolf Steiner. Het is daarom erg moeilijk samen te vatten wat Steiner zoal dacht over het onderwerp.
Hoe het ook gesteld moge zijn met karma, het is zonder meer een van de ingewikkeldste levensbeschouwelijkste vraagstukken waar je je mee bezig kunt houden.
Karma in de parapsychologie
Het voornaamste parapsychologische onderzoek naar karma is uiteraard het onderzoek naar reïncarnatie. Daarnaast kan het ook een rol spelen in onderzoek naar synchroniciteit en toeval, en verder nog bij onderzoek naar een spirituele preëxistentie en bijna-doodervaringen.
We zullen met dat laatste beginnen. Onderzoek naar een preëxistentie lijkt de alternatieve visie op karma als leerstuk te bevestigen. Er zijn kinderen die vertellen over een periode voor hun geboorte waarin ze vanuit een spirituele wereld keuzes moesten maken over hun volgende aardse leven. Het kan bijvoorbeeld gaan om een keuze tussen verschillende 'kandidaat-ouders'. Als ze een voorlopige keuze hadden gemaakt kregen ze soms nog beelden te zien van hoe die keuze zou uitpakken. Vervolgens vroeg een 'hoger wezen' of gids hun of ze bij hun keuze wilden blijven. Wanneer ze schrokken van de mogelijke consequenties werden ze gerustgesteld, bijvoorbeeld doordat men hun vertelde dat ze zouden worden geholpen als ze het moeilijk zouden krijgen. Dit komt overeen met een bekend thema uit de literatuur over bijna-doodervaringen, namelijk dat er redenen worden aangegeven om terug te keren naar het fysieke lichaam. Een van de voornaamste argumenten die men steeds weer noemt (naast uiteraard zorg om bijvoorbeeld kinderen, partners of andere geliefden) is dat het leven nog niet 'af' is en dat de gestelde doelen of missies nog niet bereikt zijn.
Bij onderzoek naar reïncarnatie onder jonge kinderen valt op dat er heel weinig bewijsmateriaal is gevonden voor de klassieke opvatting dat positieve daden automatisch leiden tot positieve omstandigheden in een volgend leven en negatieve daden tot negatieve omstandigheden. Dr. Ian Stevenson spreekt wat dit betreft ook wel van het gebrek aan bewijsmateriaal voor 'extern karma'.
Er is volgens onderzoeker Jim Tucker maar een echte uitzondering gevonden, namelijk dat mensen die mediteren na hun dood vaker een 'betere geboorte' lijken te krijgen dan anderen. Dat kun je echter ook opvatten als een bevestiging dat karma primair te maken heeft met keuzes en ontwikkeling. Mensen die mediteren hebben immers een betere controle over hun eigen geest dan gemiddeld en dus mogen we verwachten dat ze ook vaker in staat zijn tot het maken van heldere keuzes.
Overigens kan het voorbarig zijn om karma in de zin van beloning en straf voortaan gewoon als onzin te beschouwen. Zielen kunnen ook zichzelf belonen en bestraffen op grond van hun geweten en dat kan weer doorwerken in (al dan niet bewuste) keuzes die zij maken. Bovendien zou zulk karma een zeer subtiel principe kunnen zijn dat zich moeilijk laat onderzoeken. Dat is bijvoorbeeld de visie van dr. Jamuna Prasad, die overigens wel pleit voor grondig karma-onderzoek in verband met reïncarnatiegevallen onder jonge kinderen.
Voor 'intern karma' is volgens Stevenson echter zeer veel bewijsmateriaal gevonden. Dit begrip houdt in dat iemands persoonlijkheid in een leven voortbouwt op zijn persoonlijkheid in het leven daaraan voorafgaand. Het concept gaat in tegen de gedachte dat iemands levens grotendeels los van elkaar staan. In plaats daarvan is er duidelijk sprake van vérgaande continuïteit, van exact dezelfde soort als wanneer de persoonlijkheid die iemand als kind had allerlei aspecten gemeen heeft met de persoonlijkheid die hij of zij als volwassene heeft. Dit sluit opnieuw aan bij de gedachte van karma als ontwikkelingsproject.
De bekende auteur en regressietherapeut Hans ten Dam noemt allerlei vormen van intern karma oftewel psychologische continuïteit. Zoals het vasthouden van talenten op allerlei gebied maar ook van interessen, mentaliteit, emotionele attitudes en gevoelens van liefde. Ook kan er sprake zijn van het doorwerken van negatieve ervaringen uit een vorig leven, in de vorm van fobieën, obsessies, vooroordelen en psychosomatische verschijnselen.
Op het vlak van toeval en synchroniciteit zouden merkwaardige patronen kunnen wijzen op een invloed vanuit het interne karma (de innerlijke psychologische continuïteit dus) maar ook van een levensplan. In beide gevallen zou het gaan om vingerwijzingen rond patronen die van belang kunnen zijn voor iemands ontwikkeling.
Literatuur
Dit artikel werd in augustus 2009 gepubliceerd in Paraview, jaargang 13, nummer 3, 18-21.
Contact: titusrivas@hotmail.com