Titel

Herinneringen van Célina

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 19 June, 2008)

Samenvatting

Titus Rivas en Anny Dirven beschrijven het geval van Célina, een Nederlands meisje dat zich een vorig leven als haar eigen overgrootmoeder herinnert.


Tekst


Herinneringen van Célina


door Titus Rivas en Anny Dirven


In het artikel Bewijzen van reïncarnatie vragen Mary Remijnse en Bram Maljaars mensen mee te werken aan onderzoek als ze een kind hebben dat uitspraken doet over vorige levens. Hierop hebben enkele tientallen gezinnen gereageerd. Na een aantal eerste oriënterende vragen is hen gevraagd om mee te werken aan verder onderzoek. Dit wordt uitgevoerd door Titus Rivas, Nederlands reïncarnatieonderzoeker en zijn assistente Anny Stevens-Dirven.
Titus en Anny beschrijven hierna het geval van Célina, een Nederlands meisje dat zich een vorig leven als haar eigen overgrootmoeder herinnert.

Inleiding
Bij een bespreking van het parapsychologische bewijsmateriaal voor reïncarnatie wordt meestal geen aandacht besteed aan zogeheten 'same family-cases'. Dit zijn gevallen van kinderen die beweren dat ze in hun vorige leven een overleden familielid zijn geweest.
Bij dit type gevallen is het moeilijker uit te sluiten dat de uitspraken van het kind berusten op normale voorkennis van de ouders. Om die reden heeft de harde kern van het bewijsmateriaal alleen betrekking op overledenen die van tevoren onbekend waren in de naaste omgeving van het kind.
Toch betekent dit niet dat same family-gevallen zomaar waardeloos zijn voor het parapsychologische reïncarnatieonderzoek. Een aantal kenmerken blijkt namelijk steeds weer terug te komen bij paranormale kindergevallen, zoals de leeftijd waarop een kind over een vorig leven begint, zijn emotionele identificatie met dat leven, en opvallende overeenkomsten met de overledene in gedrag en persoonlijkheid. Dergelijke kenmerken treden ook op bij gevallen die onverifieerbaar1 zijn en tevens bij gevallen binnen dezelfde familie. Daarom krijgen parapsychologen de laatste jaren ook meer oog voor dergelijke gevallen. Ook al behoren ze niet tot de kern van het bewijsmateriaal, ze kunnen ons wellicht toch iets leren over reïncarnatie.
Same-family-gevallen worden volop behandeld in de boeken van Ian Stevenson, de belangrijkste westerse reïncarnatieonderzoeker, maar ook door Carol Bowman in haar werk Kinderen uit de Hemel. In de meeste gevallen doe Stevenson en zijn collega's hebben onderzocht, lijkt er geen duidelijke link te bestaan tussen de huidige familie en het vorige leven. Toch komen er in Stevensons boek Reincarnation and Biology zo'n 120 gevallen voor waarin er juist wel zo'n verband lijkt te zijn. In ongeveer 50 daarvan gaat het om een overledene die een ver familielid of kennis van de ouders of verzorgers van het kind was. In 15 gevallen gaat het om een broer of zus van een van de ouders, in 17 om een overleden zoon of dochter (meestal een ouder broertje of zusje van het kind zelf), in 21 gevallen om de vader, moeder, opa of oma van een van de ouders, en in 11 om een goede kennis, vriend of vriendin.
In dit artikel zullen we zoals gezegd ingaan op het Nederlandse geval van Célina die zich een vorig leven als haar eigen overgrootmoeder Jeanne lijkt te herinneren.

Methoden van onderzoek
Naar aanleiding van het boek Bewijzen van reïncarnatie van Ian Stevenson, besloten Mary Remijnse en Bram Maljaars van Stichting Spirituele Ontwikkeling een eigen vragenlijst te publiceren in hun digitale vakblad Spiritualiteit. De vragenlijst was gericht aan ouders met kinderen die zich een vorig leven konden herinneren. Na een interview met de schrijvers van dit artikel, besloten ze samen te gaan werken met onze Stichting Athanasia. Eventuele antwoorden zouden worden doorgestuurd naar Athanasia en waar mogelijk nader worden onderzocht. Op basis van de reacties uit 2003 schreven Stichting Spirituele Ontwikkeling en Stichting Athanasia samen het artikel Drie nieuwe gevallen van herinneringen aan vorige levens in Nederland dat uiteindelijk werd aangeboden aan Terugkeer.
Eén van de ouders die de online vragenlijst in 2004 invulde was Natascha. Ze deed aan de enquête mee omdat ze persoonlijk vindt dat iedereen die een bijdrage kan leveren aan een groter universeel inzicht in spirituele zaken, daar ook echt een bijdrage aan moet leveren.
Mary Remijnse stuurde ons haar e-mail door en naar aanleiding daarvan correspondeerden we enkele malen met Natascha over haar dochter Célina, geboren op 13 mei 2000. Op het moment dat we contact kregen met haar moeder, was Célina drie en een half jaar oud.
Uiteindelijk besloten we Natascha en haar gezin op 28 april 2004 bij hen thuis op te zoeken. We stelden daarbij aanvullende vragen aan Natascha, haar man René en aan Célina zelf. Na afloop stelden we telefonisch en via e-mail nog wat aanvullende vragen aan hen.

Algemene achtergronden
Célina is een Nederlands meisje met een zeer gevarieerde afkomst. Ze heeft in elk geval Nederlandse, Surinaamse, Indonesische, Spaanse en Roemeense voorouders. Natascha's opa van moeders kant komt uit Suriname en haar oma van moeders kant uit Indonesië. Vanuit die culturen heeft Natascha een geloof in engelen, een geestenwereld en reïncarnatie meegekregen. Als kind was ze hier al erg in geïnteresseerd. Moeder Natascha is zelf in Breda geboren en heeft enkele jaren in Suriname gewoond. Vader René's opa heeft een Roemeense zigeunerachtergrond. Natascha en René ontmoetten elkaar voor het eerst in Parijs tijdens een trip van een studentenvereniging uit Amersfoort. René heeft een Hogere Laboratorium-opleiding in Utrecht gevolgd. Sinds de geboorte van hun oudste dochter Célina is hij meer open gaan staan voor 'spirituele' zaken, inmiddels heeft hij een cursus Reiki en Qi-Gong gevolgd en leest hij nu boeken over zaken als meditatie en synchroniciteit. Natascha heeft Algemene Letteren gestudeerd aan de Universiteit Utrecht. Zij is altijd geïnteresseerd geweest in spiritualiteit en volgde een cursus Reiki en is in opleiding bij Mens en Intuïtie in Amersfoort waar zij de cursussen Intuïtieve Ontwikkeling en Healing afrondde, de cursussen Reading en Leading liggen nog in het verschiet. René heeft een katholieke opvoeding gehad, ging als kind 's zondags naar de kerk en kreeg van de kleuterschool tot aan zijn studie katholiek onderwijs. Natascha is ook katholiek opgevoed, maar ze was eigenlijk nooit echt praktiserend. Wel kende ze al op vierjarige leeftijd het Weesgegroet uit haar hoofd.

Herinneringen van Célina
Célina lijkt spontane herinneringen te hebben gehad aan een leven als de moeder van de vader van Natascha, oma Jeanne. Haar ouders begonnen zelf trouwens nooit over reïncarnatie tegenover Célina, hoewel Natascha daar zelf al wel in geloofde. René ging pas door de uitspraken van Célina echt openstaan voor het verschijnsel; daarvóór was het allemaal heel vaag voor hem. Wel hadden hij en Natascha van tevoren een keer tegen elkaar gezegd: "We kennen elkaar vast uit een vorig leven". Maar dat was slechts een gevoel.
De eerste keer dat Célina iets zei dat op herinneringen aan een vroeger leven kon wijzen, was toen ze anderhalf was. In Natascha's woorden: "Toen ze anderhalf was, reden we op een bepaald moment langs een rode Alfa Romeo 146. Op dat moment zei Célina 'auto papa'. Ik was verrast en vroeg 'Is dat de auto van papa?' 'Ja', zei ze toen. Twee jaar voordat zij geboren werd, reed René inderdaad in een rode Alfa Romeo, hetzelfde type. Eén jaar voor haar geboorte kreeg hij een donkerblauwe Citroen Xantia die ze ook 'auto papa' noemde."
Een volgende keer had te maken met het verhaal van het huwelijk van haar ouders. Natascha schrijft ons: "Sinds Célina ongeveer twee jaar oud is, vertel ik haar ons familie- liefdesverhaal. Ik vertel dan hoe René en ik elkaar ontmoet hebben, hoeveel we van elkaar houden, waarom, wanneer en hoe we getrouwd zijn en hoe graag we samen kinderen wilden krijgen. Toen ze ruim twee jaar was en op een avond weer naar mijn verhaal luisterde en ik haar vertelde over ons geweldige bruiloftsfeest zei ze: "Ik was daarbij". Ik vroeg haar toen "O ja?" Waarop ze zei: "Ja, ik was jouw oma." Die oma – oma Jeanne - overleed ruim een jaar voor haar geboorte. Mijn andere oma – mijn oma van moederskant – leeft nog altijd."
Tijdens ons bezoek lichtte Natascha nog toe dat ze over hun eigen bruiloft begonnen toen Willem Alexander en Maxima gingen trouwen in februari 2002. Naar aanleiding daarvan bekeken ze hun trouwfoto's en video. Célina luisterde graag naar verhaaltjes over die bruiloft, over "toen pappa en mamma gingen trouwen." Ze zei spontaan: "Ik was daar ook". Natascha vroeg Célina toen: "Oh ja, was jij daar ook? Toen was je nog in mamma's buik". (Daarmee bedoelde ze slechts dat haar kind toen nog niet geboren was.) Toen zei Célina: "Ik was jouw oma". René bevestigt dat Célina echt "Ik was jouw oma" heeft gezegd tegen Natascha, toen ze twee tot tweeënhalf jaar oud was.
Na ons bezoek heeft Célina nog een opmerking gemaakt over de bruiloft. Natascha schrijft hierover: "In huis heb ik witte plastic bloemen, calla's genaamd. Ik heb er drie en ze hebben geen prominente plek in huis. Laatst liep Célina met één van de bloemen. Ze zei: 'Deze is niet echt, maar toen je trouwde waren ze wel echt.' Op mijn vraag: 'Hoe weet je dat?,' antwoordde ze: 'Dat weet ik gewoon.' 'Maar hoe dan?', wilde ik weten. 'Ik was erbij,' was haar antwoord. 'Wie was je dan?' 'Célina.'"
De derde keer dat Célina over een vorig leven begon, had te maken met de vader van Natascha: "Célina is ruim twee en speelt met haar poppen. Op een bepaald moment vraagt ze 'Ik ben jouw kindje, hè mama'. Waarop ik liefdevol en bevestigend antwoord. Vervolgens zegt zij "Opa Henk is mijn kindje" en gaat weer verder met spelen. De moeder van Opa Henk is mijn oma Jeanne die een jaar voor haar geboorte is overleden." In ons gesprek met Natascha voegt deze eraan toe dat zij Célina had gevraagd of een pop haar kindje was. Zij had toen geantwoord: "Opa Henk is mijn kindje".
René bevestigt dat hij Célina heeft horen zeggen dat opa haar 'kindje' was. Opa Henk was daar op dat moment zelf niet bij.
Célina maakte haar opmerkingen allemaal op een neutrale toon, zonder dat ze speciale gevoelens vertoonde. Haar ouders namen wat ze zei altijd serieus, zoals ze "dat met iedereen doen".
Helaas wist Célina niet meer dat ze had gezegd dat ze de oma van haar moeder was geweest, toen wij haar dat vroegen. Dit antwoord had ze al eerder gegeven toen anderen haar hier vragen over stelden.
Over de uitspraken van Célina over een vorig leven zegt Natascha verder nog: "Alle uitspraken die ze heeft gedaan kan ze niet van ons weten. Hoe kunnen wij nu vooronderstellen dat zij mijn oma is? Hoe kan een kind van twee zeggen dat haar opa haar kind is? En hoe kon zij weten dat we ooit in een rode Alfa Romeo 146 hebben gereden?"
Specifieke gedragingen die mogelijk verband houden met de herinneringen
Naast de concrete uitspraken die Célina over een vorig leven deed, vertoonde ze ook nog een aantal gedragingen die volgens haar ouders verband kunnen houden met de herinneringen. Overigens tekent haar moeder hier bij aan dat Célina geen rollenspel opvoerde, maar gewoon zichzelf was.
Zo viel het Natascha op dat Célina zich meteen thuis voelde toen ze in 2003 bij een tante van haar moeder – een dochter van oma Jeanne - logeerde, terwijl ze daar nog maar één keer eerder was geweest, als baby van een jaar. Ze wist het toilet, de keuken, het trappenhuis en de slaapkamers direct te vinden. Natascha ziet een verband met het feit dat haar oma Jeanne daar ook altijd vaak en graag kwam.
Verder was het opvallend hoe Célina zich gedroeg toen het gezin de opa van Natascha – de man van oma Jeanne – in januari 2003 bezocht. "Van te voren zei ze al dat ze niet mee wilde naar oude opa Ger en ze weigerde het trapje naar het huis af te lopen. Vervolgens weigerde ze om een voet over de drempel te zetten. Ik heb haar opgetild en mee naar binnen genomen. Ze wilde opa niet zoenen, geen handje geven, ze bleef boos kijken, vermeed oogcontact met hem, wilde niet met hem op de foto, wilde alleen maar bij mij op schoot zitten en wilde zo snel mogelijk weer weg. Mijn opa en oma hadden een moeilijk huwelijk en mijn opa was een moeilijke man om mee samen te leven. Opa was psychisch ziek en regelmatig depressief. Hij heeft een periode veel gedronken, wat oma niet goed vond. Toen mijn oma al wist dat ze dood ging, heeft ze dan ook gezegd dat als ze in deze tijd zou zijn opgegroeid, ze allang van hem gescheiden zou zijn."
Het ging bij het merkwaardige gedrag van Célina niet om jaloezie jegens haar zusje Felicia, die wel bij opa op schoot wilde zitten. Haar moeder Natascha had overigens zelf wel een goede band met haar opa en hij vertelde haar ook altijd veel. Na het overlijden van haar oma kreeg Natascha wel steeds meer twijfels over haar opa. Ze was namelijk wel geschrokken van de verhalen over hem. Maar in haar beleving was hij gewoon ziek en hij bleef toch haar opa. Er zijn trouwens in de jaren daarvoor ook bezoeken geweest aan opa, voor zijn dood in maart 2003, waarbij Célina wel normaal positief op hem reageerde.
Tijdens de vakantie van 2004 proefde Célina ijs, dat ze naar koffie vond smaken. Er zat inderdaad enigszins een koffiesmaak aan, maar haar ouders hadden haar nog nooit eerder koffie laten proeven. Oma Jeanne had uiteraard wel koffie gedronken tijdens haar leven.

Andere overeenkomsten
Célina heeft net als haar overgrootmoeder bruine ogen en krullen. Ze heeft net als zij een sterk en gespierd lichaam. Ook heeft ze leiderschapskwaliteiten volgens haar ouders. Soms neemt ze graag de leiding en bepaalt graag wat anderen moeten doen, ook is ze zorgzaam en creatief. Verder houdt ze erg van snoepen en van soep. Dit alles zou ook haar overgrootmoeder hebben gekenmerkt.
In het algemeen doet Célina ook veel 'wijze uitspraken' die laten zien dat ze meer inzicht in mensen heeft dan je van een gemiddeld kind van haar leeftijd zou verwachten. Zo was haar vader een keer ontslagen en daarbij merkte ze op dat de ex-werkgever gewoon jaloers op hem was geweest, wat een goede interpretatie bleek te zijn. Célina is ook heel gevoelig en zit vaak te 'dromen'. Ze heeft een grote sociale intelligentie.
Célina heeft geen speciale band met Limburg of Maastricht. Er is alleen een tijd geweest dat een voorleesboekje in het Maastrichtse dialect haar favoriet was. Wel heeft Célina een speciale band met opa Henk, de vader van Natascha. In het begin kon ze alleen in slaap vallen als haar ouders of opa Henk bij haar waren. Er is wederzijds sprake van een speciaal gevoel.
Wat betreft het katholieke geloof van haar overgrootmoeder Jeanne, merken haar ouders op dat Célina bijna nog nooit naar de kerk is gegaan. Alleen met de Kerst, maar toen is ze wel de hele dienst stil gebleven. Ook vond ze een Heilig Hart-beeld dat sinds de dood van opa Ger in maart 2003 prominent in de huiskamer staat bij het gezin niet eng. Tot die tijd had datzelfde beeld altijd prominent in de huiskamer van haar inmiddels overleden overgrootouders gestaan. Ze is bijvoorbeeld wel bang voor bepaalde beelden en poppen in de Efteling en Plopsaland en voor de tijger uit Jungleboek.

Jeanne, de oma van Natascha
Oma Jeanne was een volbloeds Limburgse en erg katholiek. Ze werd geboren op 29 maart 1923 en stierf op 18 maart 1999. Jeanne zou Spaanse voorouders hebben gehad. Zij en haar man hadden zeven kinderen, een jongen en zes meisjes. Haar zoon Henk was de oudste en de enige jongen en Jeanne had een speciale band met hem. Toen hij tijdelijk in Suriname woonde met zijn gezin, zocht ze hem daar op, terwijl ze nooit eerder in het vliegtuig was gestapt en tot dan toe alleen maar in de directe omgeving op vakantie was geweest. Ook nam ze hem in vertrouwen als ze problemen had.
Natascha was de oudste van de veertien kleinkinderen van haar oma van vaders kant. Ze kreeg pas later in haar leven goed contact met haar Jeanne. In haar vroege jeugd in Suriname had Natascha weinig contact met haar, omdat er veel kinderen waren en Maastricht was natuurlijk niet naast de deur. Ze zegt hierover: "Als kind dacht ik altijd dat mijn oma mij niet lief vond, omdat ik nauwelijks aandacht van haar kreeg. Als tiener realiseerde ik me dat ze altijd kleren voor mij en de poppen maakte, en mij dus op haar eigen manier aandacht schonk. Ik logeerde in de zomer altijd een paar dagen bij haar en toen is onze band gegroeid. Ze vertelde verhalen over toen zij klein was en liet mij persoonlijke foto's en spullen zien. Pas na haar sterven kwam ik erachter dat ze mij dingen heeft verteld die haar kinderen niet eens van haar wisten. Sinds ik vanaf mijn 22e op mijzelf woonde heb ik een hele goede band met haar gehad. Ik belde haar regelmatig en als ik bij haar was, vertelde zij mij altijd veel en deelde ze veel met me. Ze was ook erg gesteld op René, en zei altijd dat wij zo'n fijn stel samen zijn. Ook over haar naderende dood heb ik nog goed met haar kunnen praten. Op het moment dat ze stierf, heeft ze 'persoonlijk' afscheid van me genomen. Daarna verscheen ze nog wel eens in mijn dromen, maar sinds de geboorte van Célina niet meer." Nadat we doorvragen over de manier waarop Jeanne afscheid genomen zou hebben van Natascha, schrijft deze: "In de periode dat mijn oma op sterven lag, was ik heel druk met mijn toenmalige werk. Ik werkte vaak tot een uur of zeven, half acht door op kantoor en was dus meestal laat thuis. De zondag vóór ze stierf ben ik nog met René, mijn broer en ouders bij haar geweest. Achteraf was ze toen al terminaal, maar dat wist ik toen nog niet. Ik wilde nog geen afscheid van haar nemen. Die woensdag daarna moest ik de hele dag aan haar denken. Ik ben eerder naar huis gegaan en kon mijn gedachten niet bij haar loslaten [sic]. Om half zeven voelde ik sterk de behoefte om in stilte te wandelen. Ik voelde me dicht bij haar. Toen ik die stilte vond, besefte ik dat ik oma zondag het laatst gezien had. Na de wandeling kon ik pas weer praten en zei ik tegen René dat ik dacht dat oma in haar laatste fase terecht was gekomen. De volgende dag hoorde ik dat ze die avond was gestorven en dat ze om half zeven was bediend. "
Niemand in de omgeving van Célina had voordat ze haar uitspraken deed fantasieën geuit over een mogelijke reïncarnatie van haar overgrootmoeder Jeanne. Wel was de plotselinge ziekte van haar oma (en haar daarop volgende dood) een keerpunt in Natascha's leven. Vanaf die tijd is zij zich nog meer bewust bezig gaan houden met de vragen: "Waar draait het leven nu eigenlijk om?" Bovendien voelde zij "als oudste kleinkind en enig getrouwd kleinkind met een schat van een man, op het moment van haar sterfte sterk de behoefte om de familielijn voort te zetten".
Natascha en René hadden Célina niet over hun eigen overtuigingen rond leven en dood verteld totdat de opa van Natascha overleed. "Toen heb ik met haar over de dood gepraat en dat oude opa nu op een plek is waar hij geen pijn heeft en dat hij ons misschien nog wel eens komt groeten. Soms zeg ik ook wel eens tegen haar dat ze vast al eens danseres en zangeres is geweest, omdat ze zo goed kan zingen."
De gedachte dat Célina in feite haar gereïncarneerde oma Jeanne is, geeft Natascha een prettig gevoel. "Pas toen ik ouder werd, merkte ik dat ik van mijn oma heel veel kon leren. Ik krijg nu de kans om dat alsnog te doen. Ik houd ontzettend veel van Célina, ze heeft mij en René al heel veel geleerd en nu is ze gewoon Célina, ongeacht of ze in een vorig leven wel of niet mijn oma was."

Reacties van de omgeving
Er zijn naast Natascha en René geen andere mensen die de uitspraken van Célina uit haar eigen mond hebben gehoord. Wel hebben haar ouders het verhaal aan wat vrienden en familieleden verteld. Ook met een leidster van de kinderopvang hebben ze hun ervaringen wel eens gedeeld. De vader van Natascha, opa Henk, was er geroerd door, hoewel hij verder niet goed weet wat hij ermee moet. De moeder van Natascha zei: "Het zou natuurlijk kunnen". Opa Henk heeft al vanaf Célina's geboorte een speciale band met haar. Niet alle familieleden staan echter open voor dit soort ervaringen. Natascha: "Mijn ouders en tantes met wie ik het gedeeld heb, praten er niet over. Die houden het in het 'midden' wat ze ervan vinden. Mijn opa is maart vorig jaar overleden en stond helemaal niet open voor dit soort zaken. Met hem heb ik dit nooit gedeeld."

Mogelijke andere paranormale ervaringen van Célina
Célina is zeker geen paranormaal begaafd kind dat aan de lopende band allerlei uitspraken doet. Wel lijkt er tenminste in één geval sprake te zijn geweest van telepathie met haar ouders. In het najaar van 2003 liet Célina zich plotseling als volgt uit: "Wanneer krijg ik nog een broertje of zusje? Ik krijg nog wel een zusje hoor. En ze heet Melissa". Op dat moment was Natascha nog niet zwanger van een derde kind. Merkwaardig genoeg was Melissa wel een van de drie namen die haar ouders tijdens de zwangerschappen van hun twee dochters in gedachten hadden, maar ze hadden die naam nooit genoemd tegenover Célina. Verder verzint Célina gemakkelijk exotisch aandoende namen voor haar poppen, zoals Alí, Milija en Shalinda. Op vakantie in Frankrijk zag Célina een keer een 'kindje' in het bos staan, naar wie ze zwaaide. Natascha zag niets maar moedigde haar dochter aan om het kind te groeten en te vragen hoe het heette. Célina antwoordde toen spontaan 'Raffi'.
Natascha voegde hier in augustus 2004 nog aan toe: "In mei zei Célina ineens tegen ons dat als ze een wondje heeft, of ergens pijn heeft, dat de zon dan naar haar toekomt en dat de pijn dan zo over gaat. Ook zei ze dat als ze zich moe voelt, dat ze dan hard gaat lopen en dat de zon dan zó via haar hart naar binnenstroomt en dat ze dan energie krijgt."

Interpretatie van het geval
Skeptici begrijpen doorgaans niet goed hoe ontwikkelde mensen überhaupt geïnteresseerd kunnen zijn in 'kinderverhalen' over vorige levens. Dit geldt des te meer als de overledene die het kind beweert te zijn geweest, van tevoren reeds bekend was aan de naaste omgeving van dat kind. Alle uitspraken die zo'n kind doet kunnen immers op het eerste gezicht gemakkelijk weg worden verklaard op basis van voorkennis bij de ouders. Toch is deze visie veel minder vanzelfsprekend als men bedenkt dat er paranormale gevallen bestaan waarvoor ze duidelijk ontoereikend is. Van daaruit mag je ook gevallen binnen dezelfde familie beschouwen als uitingen van hetzelfde natuurverschijnsel als waar we in die paranormale gevallen mee te maken hebben. In het geval van Célina zie je een drietal uitlatingen die in verband kunnen worden gebracht met een vorig leven als haar eigen overgrootmoeder Jeanne. Zeker twee daarvan kunnen niet zo maar worden afgedaan als fantasie. Bovendien vertoont ze gedragingen die op het eerste gezicht onverklaarbaar lijken, maar goed passen binnen de theorie dat ze werkelijk herinneringen aan een leven als Jeanne heeft gehad. Tot slot vertoont ze persoonlijkheidskenmerken die ook haar overgrootmoeder karakteriseerden. We zien dus dat er net als bij paranormale gevallen sprake is van relevante uitspraken, relevante gedragingen en relevante persoonlijkheidskenmerken. Bovendien doet ze de uitspraken ook nog rond een leeftijd die inmiddels als klassiek geldt in de reïncarnatieliteratuur. We mogen dan ook concluderen dat Célina waarschijnlijk echt haar eigen overgrootmoeder Jeanne is geweest en nu in deze vorm teruggekeerd is in haar eigen familie. Ze heeft er daarbij voor gekozen om geboren te worden bij haar kleindochter Natascha, waarschijnlijk vanwege de speciale band ze al voor haar dood met elkaar hadden.

Algemene implicaties
Ook in Nederland kan men kennelijk gevallen aantreffen van jonge kinderen die beweren in hun vorig leven een overleden familielid te zijn geweest. Samen met andere gevallen van dit type die overal ter wereld voorkomen, wijst het geval van Célina uit dat bijzondere persoonlijke banden tussen mensen ook nog doorwerken na hun dood en daarbij bepalend kunnen zijn voor een reïncarnatie. Als we dit gegeven serieus nemen, kunnen we niet uitsluiten dat het verschijnsel veel vaker voorkomt dan men vermoedt.
Literatuur
  • Bowman, C. (2001). Kinderen uit de hemel. Utrecht : Bruna.
  • Rivas, T. (2000). Parapsychologisch onderzoek naar reïncarnatie en leven na de dood. Deventer: Ankh-Hermes.
  • Rivas, T. (2003b). Uit het leven gegrepen: beschouwingen rond een leven na de dood. Delft: Koopman & Kraaijenbrink.
  • Rivas, T., & Dirven, A. (2004). Dankbaarheid bij overledenen: Twee mogelijke gevallen. Tijdschrift voor Parapsychologie, 2, 16-19.
  • Stevenson, I. (1987). Children who remember previous lives: A question of reincarnation. Charlottesville: University Press of Virginia.
  • Stevenson, I. (1997). Reincarnation and biology: a contribution to the etiology of birthmarks and birth defects. Londen/Westport: Praeger.
  • Stevenson, I. (2003). European Cases of the Reincarnation Type. Jefferson, etc.: McFarland & Co.
Reacties: stg_athanasia@hotmail.com
Dit artikel werd op 9 september 2004 gepubliceerd in het online tijdschrift Spiritualiteit van Stichting Spirituele Ontwikkeling, dat in 2008 helaas wordt verwijderd.