Titel

Does it matter? van Graham Dunstan Martin

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 17 August, 2009)

Samenvatting

Boekbespreking door Titus Rivas van Does it Matter? van Graham Dunstan Martin.


Tekst

Boekbespreking

Graham Dunstan Martin. Does it matter?: The unsustainable world of the materialists. Edinburgh: Floris Books, 2005. ISBN: 9-780863-155338.

De laatste jaren lijken er steeds meer gedegen boeken te verschijnen die kritiek leveren op het heersende materialisme binnen de wetenschap. Soms gaan deze boeken primair uit van wetenschappelijke oftewel empirische anomalieën, zoals op het gebied van de bijna-doodervaring en natuurlijk de parapsychologie, soms ligt het accent meer op filosofische oftewel analytische argumenten. Maar in de meeste gevallen komen beide gebieden aan bod. Het werk Does it matter? van schrijver en docent Graham Dunstan Martin behoort vooral tot de tweede categorie, hoewel hij zelf toegeeft dat hij geen formele filosofische opleiding heeft gevolgd. De auteur legt eerst uit waarom veel skeptici zo hechten aan de materialistische ideologie, namelijk omdat zij een niet-materialistische benadering associëren met bijgeloof en intolerantie. Hij wijst er echter op dat het materialisme niets kan beginnen met het bewustzijn en stelt dat de huidige generatie alleen maar meer (in plaats van minder) reden heeft om in een ziel te geloven dan onze grootouders. Bizar genoeg vinden skeptici dit gegeven erg verontrustend, want zij associëren uitgaan van de realiteit van een ziel met een overgave aan de vijanden van rationaliteit en wetenschap.
Er is echter geen ontkomen aan: bewustzijn heeft kwalitatieve en subjectieve aspecten die niet weergegeven kunnen worden als fysieke eigenschappen, en bovendien kent bewustzijn een subjectieve eenheid die geen parallel kent in het brein, zodat het reductieve materialisme geen kans maakt een juist beeld te geven van de werkelijkheid. Zo verwerpt Graham Dunstan Martin ook de theorie dat bewustzijn herleidbaar is tot taalgebruik in plaats van andersom. Hetzelfde geldt voor wiskundige formules: kwalitatieve dimensies van het leven zijn niet te vangen in getallen. Een computer met bewustzijn is dan ook geen reële mogelijkheid. Overigens kunnen radicale materialisten zoals Dennett geen gelijk hebben met hun stelling dat bewustzijn een illusie is, want een illusie is per definitie zelf een uiting van bewustzijn! (blz. 53)
De bekende skeptica Susan Blackmore stelt terecht dat er geen plek in de hersenen bestaat die overeenkomt met het 'zelf' (de bewuste ervaarder die ieder van ons is als we iets ervaren), maar ze concludeert daaruit ten onrechte dat het zelf helemaal niet bestaat. De juiste conclusie is juist dat het zelf niet in de hersenen wortelt en van een andere orde is dan het brein (blz. 83).
Natuurlijk komt ook de achterhaalde, onhoudbare theorie aan bod dat bewustzijn en het geheugen producten van de hersenen moet zijn omdat hersenprocessen invloed kunnen hebben op de geest. Hierbij zet de auteur onder meer de bekende televisie-metafoor in. Hij wijst er voorts op dat we de fysieke wereld alleen kunnen kennen via ons bewustzijn. Daarom kan een idealistisch wereldbeeld waarbij de fysieke wereld alleen in de geest zelf bestaat in principe echt waar zijn. Overigens lijkt de auteur zelf de voorkeur te geven aan idealisme en panpsychisme boven een interactionistisch dualisme.
Hoofdstukken 8 en 9 behandelen het verband tussen quantumfysica en bewustzijn en de theorieën van Jean-Emile Charon die in Nederland onder andere weerklank lijken te vinden bij Jim van der Heijden. De auteur slaagt er vooral in om aan te geven dat er nog allerlei mysteries rond bewustzijn bestaan. Tot slot gaat hij nog in op grote vraagstukken als de rol van een of meer bewuste ontwerpers binnen het proces van het ontstaan van soorten. Bovenal komt Graham Dunstan Martin tot de conclusie dat je bewustzijn niet alleen moet erkennen binnen je wereldbeeld, maar dat het daarbij zelfs het een centrale, grote rol dient te spelen.
Al met al heeft de auteur een boeiend en rijk boek geschreven dat je aan het denken zet. Filosofisch gezien laat hij mijns inziens af en toe een paar steekjes vallen, zoals dat hij bewustzijn en 'zelf' (degene die het bewustzijn ondergaat) aan elkaar gelijk stelt, en dat hij Advaita-achtige concepten verwart en vermengt met andere, meer personalistische opvattingen tussen zelf en een godheid. Maar dat mag niemand ervan afhouden om dit boek te lezen. Materialisme is werkelijk allang geen serieuze filosofische positie meer, en hoe meer mensen daar van doordrongen worden, hoe beter.

Titus Rivas Deze recensie werd gepubliceerd in Terugkeer, 20(2), zomer 2009, blz. 29-30.

Contact: titusrivas@hotmail.com