Titel

Hoofdstuk 4 over Paranormaal Genezen

Geplaatst door

Parapsychologische Encyclopedie   (publicatiedatum: 4 October, 2006)

Samenvatting

Hoofdstuk 4 van de Encyclopedie van de Parapsychologie over Paranormaal Genezen en het onderzoek dat hiernaar is verricht


Tekst

 

Hoofdstuk 4. Paranormaal genezen

Intrasomatische psychokinese kan zoals we in het vorige hoofdstuk hebben gezien, worden ingezet ten behoeve de eigen lichamelijke gezondheid. Door middel van bijvoorbeeld biofeedback, geleide meditaties of suggestie kan men een ziekteproces stuiten of zelfs omkeren. Toch worden dergelijke processen normaal gesproken niet opgevat als vormen van paranormaal genezen, want daaronder verstaat men eigenlijk uitsluitend een heilzame (extrasomatische) invloed op de gezondheid van anderen.

Paranormaal genezen is sinds 1993 erkend als een legitieme alternatieve geneeswijze, dat wil zeggen als een aanvullende vorm van geneeskunde op de reguliere medische wetenschap die deze niet kan vervangen. Het is zeker kwalijk als patiënten van alternatieve genezers de gewone geneeskunde afwijzen en het is zelfs nog kwalijker als de genezers dat zelf doen. Een recent berucht voorbeeld op dit gebied is de dood van de bekende Nederlander Sylvia Millecam, die zich niet liet opereren aan levensbedreigende kanker en in plaats daarvan haar heil zocht bij het genezend medium Jomanda. Genezers horen van hun patiënten te eisen dat ze altijd contact houden met reguliere artsen en hun adviezen nooit zomaar naast zich neerleggen.

Van de patiënten die een alternatieve genezer bezoeken gaat 20% naar een paranormaal genezer, wat aangeeft dat paranormaal genezen maatschappelijk echt van belang is. Paranormale genezers dragen daardoor een bijzonder grote verantwoordelijkheid en horen zonder uitzondering nauw samen te werken met huisartsen en specialisten.

De oorspronkelijke wortels van het paranormaal genezen zijn waarschijnlijk niet meer te achterhalen maar vermoedelijk kwam er al bij natuurvolkeren een vorm van deze geneeskunst voor. Een onder Nederlanders zeer populaire hedendaagse parallel van het westerse paranormale genezen is de zogeheten Reiki. De grote overeenkomsten tussen dergelijke geneeswijzen zijn zo onmiskenbaar, dat men zich afvraagt waarom deze niet nog meer op de voorgrond treden. Volgens skeptici zou het echter gaan om toevallige parallellen, wat niet verwonderlijk is, omdat de veronderstelde processen bij dergelijke geneeswijzen volgens hen immers geen van alle zouden bestaan.

In het westen is vooral de theorie van Mesmer over het zogeheten dierlijke magnetisme, die voortbouwde op theorieën van voorgangers als Paracelsus, van groot belang geweest voor de ontwikkeling van deze geneeswijze. Dit werkt nu nog door in de terminologie en concrete handelingen van veel genezers. Een behandeling voltrekt zich ook nu nog vaak in twee fasen die doen denken aan de praktijken van het mesmerisme. Eerst plaatst de genezer zijn hand of vingertoppen op het te behandelen lichaamsdeel, het zogeheten instralen. Vervolgens is er de fase van het zogeheten passen, waarbij de genezer over en boven de zieke lichaamsstreek strijkt, waardoor levenskracht zou worden overgedragen vanuit het fijnstoffelijk lichaam of fluïdum van de genezer. Een paranormaal genezer kan patiënten echter ook op afstand behandelen, bijvoorbeeld door zich te concentreren op een foto van de betreffende persoon. Bij behandeling op afstand lijkt soms sprake te zijn van een parallel van de inductor bij ESP, doordat men net als bij psychometrie een persoonlijk voorwerp gebruikt om contact te maken met de persoon die men wil behandelen.

De genezeres Jomanda heeft in Nederland nog een derde methode gepopulariseerd, namelijk het instralen van levenloze voorwerpen zoals water, kaartjes of medaillons. Deze praktijk lijkt sterk op zegeningen binnen de rooms-katholieke traditie. De magnetische levenskracht van de genezer zou zich hechten aan de voorwerpen en daardoor ook werkzaam blijven als hij of zij zelf niet aanwezig is.

Enkele genezers zouden in staat zijn tot het stellen van paranormale diagnoses die soms gebruikt zouden worden door reguliere artsen.

Onderzoek

Net als bij andere alternatieve geneeswijzen kun je allereerst onderzoeken of paranormaal genezen tot verbetering leidt van de conditie van de patiënt. Dit is de algemeen medische benadering, waarbij geen onderscheid gemaakt wordt tussen intrasomatische en extrasomatische effecten. Bekend is wat dit betreft het onderzoek van Attevelt die vaststelden dat patiënten van paranormale genezers zich in 85% in elk geval subjectief beter voelden. Ze hadden meer energie, minder pijn en ze functioneerden in het algemeen bevredigender. Ze vertoonden ook een toename van spieractiviteit en angstige of hyperactieve patiënten voelden zich kalmer. Patiënten kunnen de directe inwerking van de behandeling bijvoorbeeld ervaren als warmte, koude, trillingen, gevoelens van vermoeidheid, en dergelijke.

De specifiek parapsychologische benadering van paranormale genezing richt zich echter op de extrasomatisch psychokinetische invloeden die van de genezer zouden kunnen uitgaan. Over dit vraagstuk bestaat helaas nog minder duidelijkheid. Spectaculairdere claims worden door skeptici maar al te graag afgekraakt zodat niet alleen naïeve patiënten maar ook serieuze huisartsen en specialisten afgeschrikt worden om over hun ervaringen te publiceren.Genezers kunnen anderzijds hun wapenfeiten overdrijven door ijdelheid of onkunde.

Algemener is er wel experimenteel parapsychologisch onderzoek gedaan naar paranormaal genezen zodat we in elk geval weten dat er werkelijk extrasomatische invloeden van een genezer uit kunnen gaan. Zo bestudeerde Robert Miller de paranormale invloed die de genezeres Olga Worrall kon uitoefenen op de groei van planten. In Frankrijk onderzocht Dr. Jean Barry of proefpersonen de groei konden afremmen van een ziekteverwekkende schimmel die gecultiveerd werd in petri-schaaltjes. Daarbij werden de omstandigheden nauwkeurig onder controle gehouden. Dit experiment leverde een significant resultaat op, net als een vergelijkbaar onderzoek aan de Universiteit van Tennessee. Een ander experiment, onder leiding van dr. William Braud, draaide om de vraag of een genezer rode bloedcellen kon beschermen tegen de destructieve invloeden van een giftige omgeving in de vorm van een zoutoplossing. Matthew Manning slaagde erin om de snelheid waarin de cellen werden afgebroken significant te vertragen, zowel in dezelfde ruimte als op afstand. William Braud deed ook nog geslaagde proeven waarin proefpersonen het gedrag van elektrische vissen moesten beïnvloeden. Een andere, ethisch gezien al weer dubieuzere opstelling betrof het paranormaal wekken van verdoofde muizen. Ook dit lukte in een significante mate, ongeacht of de genezers zich in dezelfde ruimte bevonden of niet. Bernard Grad overschreed duidelijk een morele grens toen hij 300 muizen kleine wonden toebracht. Een groep muizen werd behandeld door de Hongaarse genezer Oskar Estebany. Een tweede groep werd behandeld door skeptische medische studenten. Een derde groep muizen werd helemaal niet behandeld. De muizen waarop Estebany zich had geconcentreerd genazen sneller dan de andere muizen, terwijl de tweede groep muizen er het slechtst aan toe was. In andere experimenten ging men zelfs nog verder door dieren met kankercellen in te spuiten. Het is een schande voor de parapsychologie dat uitgerekend een deelgebied als paranormaal genezen hierdoor gelieerd is geraakt aan dierenleed. Estebany werd gelukkig ook nog ingezet bij succesvolle onschuldige proeven waarin hij de plantgroei moest beïnvloeden, en dergelijke.

Meta-analyses van onderzoek naar de psychokinetische beïnvloeding van levende systemen tonen aan dat er hoe dan ook een significant effect bestaat. Parapsychologisch onderzoek naar paranormaal genezen heeft dus zonder meer aangetoond dat sommige mensen in staat zijn de gezondheid van andere wezens merkbaar psychokinetisch te beïnvloeden. In die zin heeft paranormaal genezen dus een wetenschappelijke basis, hoewel dit net als bij paragnosten niet betekent dat iedereen die zichzelf als paranormaal genezer beschouwt daarmee ook echt over genezende gaven beschikt.

Genezers en Makro-PK

Net als in het geval van mensen die beweren over grote psychokinetische vermogens te beschikken, zijn skeptici er ook op gebrand om beweringen over vérgaande, ‘wonderbaarlijke’ genezingen effectief door te prikken. Zowel patiënten als genezers ervaren dit als respectloos en zijn daardoor niet bereid om eventuele bewijzen te leveren. Ook op dit gebied zou het klimaat dus verbeterd moeten worden, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het boek van Ewald Vervaet over mogelijke genezingen door Jomanda. Een bijzonder geval van eventuele wonderlijke paranormale genezingen wordt nog gevormd door zogeheten psychische chirurgie. Genezers beweren daarbij dat ze als instrument gebruikt worden door geestelijke wezens die vaak tijdens hun aardse leven chirurg zouden zijn geweest. Onder soms abominabele hygiënische omstandigheden zouden ze patiënten door middel van primitieve, bloederige operaties van de haard van diverse ziekten verlossen. Hoewel er zeker bedrog zal voorkomen bij dergelijke ‘ingrepen’, kan alleen een open, respectvolle houding leiden tot het in kaart brengen van mogelijke echte paranormale psychische operaties. Dit geldt eveneens voor wonderlijke genezingen die gemeld worden van heiligen of in bedevaartsoorden. Van het dorpje Lourdes in Frankrijk wordt bijvoorbeeld gezegd dat er een kleine, maar harde kern van echt wonderbaarlijke gevallen zou zijn gedocumenteerd. Zoals bijvoorbeeld het geval van John Traynor, een slachtoffer van de Eerste Wereldoorlog uit Liverpool, die leed aan verlammingen, epilepsie, beschadigde zenuwen in zijn rechterarm en andere ernstige verwondingen. Traynor genas van al deze klachten ten gevolge van bezoeken aan de heilige bron van Lourdes en het medisch bureau ter plaatse verklaarde dan ook officieel dat "deze buitengewone genezing volledig de krachten van de natuur overstijgt en te boven gaat". Alleen de juiste parapsychologische houding zal het ooit mogelijk maken de mogelijke goudklompjes op dit gebied eruit te vissen.

Nederlandse organisaties

Lang niet alle paranormale genezers in Nederland zijn aangesloten bij beroepsverenigingen, maar de voornaamste daarvan zijn de Nederlandse Federatie van Paranormale en Natuurgenezers (NFPN), de Nederlandse Vereniging van Geestelijke Genezers (NVGN) en het Johan Borgman College. De NFPN stelt de maatschappelijke en wettelijke erkenning van het beroep paranormaal genezer ten doel.De NFPN stelt daarom hoge eisen aan haar leden of zij die het willen worden. Dit gebeurt onder meer aan de hand van 20 gecontroleerde verklaringen van patiënten die genezen zijn. De NFPN kent verder een verplichte beroepsopleiding, een klachtenprocedure en een tuchtrecht. Ze eist van haar leden ook dat ze nauw samenwerken met reguliere artsen en geen al te hoog honorarium van hun cliënten verlangen. De NVGN is een afsplitsing van de NFPN die een meer religieuze interpretatie van het paranormaal genezen voorstaat. Het Johan Borgman College biedt een opleiding voor genezers. Daarnaast zijn er in Nederland nog talloze Reiki-opleidingen die in veel opzichten overeenkomen met opleidingen tot paranormaal genezers.

 

Literatuur

Bol, A. (1988). Het placebo-effect en de paranormale geneeswijze. Utrecht: Parapsychologisch Instituut.

Busch, M., Blank, J., e.a. (1993). Paranormale therapie: een inventariserend onderzoek in drie praktijken. Utrecht: Parapsychologisch Instituut.

Dijk, P. van (1993). Geneeswijzen in Nederland. Deventer: Ankh-Hermes.

Heinis, C., Heinis, F., Hogervorst, E., & Honigh, F. (1982). Paranormale geneeswijze en de gezondheidszorg in Nederland. Amsterdam: NFPN.

Inglis, B., & West, R. (1983). Handboek alternatieve geneeskunde. Utrecht/Antwerpen: Het Spectrum.

Jomanda. (1999). Jomanda’s wonderbaarlijke genezingen. Naarden: Strengholt.

Prana 84, Themanummer over Paranormale Therapie. Deventer, augustus 1994.

Snel, F.W.J.J., & Sijde, P.C. van der (1991). Paranormale geneeswijze. Overzicht van onderzoeken naar de subjectieve en objectieve effecten van behandelingen door paranormale genezers bij patiënten. Nederlands Tijdschrift voor Integrale Therapie, 7, 9/10, 385-393.

Tenhaeff, W.H.C. (1980). Magnetiseurs, somnambules en gebedsgenezers. Den Haag: Leopold.

Vervaet, E. (1997). Het verschijnsel Jomanda. Amsterdam: Babylon-De Geus.


Drs. Titus Rivas is verbonden aan Stichting Athanasia en is medewerker van o.a. het blad Terugkeer van Stichting Merkawah, ParaVisie, Paraview en Prana.

Rivas is altijd geïnteresseerd in nieuwe ontwikkelingen op parapsychologisch gebied en nodigt u uit uw eigen paranormale ervaringen met hem te delen: titusrivas@hotmail.com

Stichting Athanasia verzorgt bovendien parapsychologische consulten tegen tarieven gekoppeld zijn aan iemands uitkering. (Athanasia is een ideele stichting en de consulten komen uitsluitend ten goede aan haar activiteiten).