Titel

Is there an Afterlife? van David Fontana

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 3 October, 2009)

Samenvatting

Boekbespreking door Titus Rivas van Is there an Afterlife? van psycholoog en parapsycholoog David Fontana.


Tekst

Boekbespreking

David Fontana.Is there an afterlife? Deershot Lodge, Park Lane, Ropley, Hants: O Books, 2004. ISBN 1-903816-90-4.

Er zijn tegenwoordig ontelbare boeken te koop over een persoonlijk overleven na de dood. Slechts een klein deel daarvan heeft wetenschappelijke pretenties en kwaliteit. Het boek Is there an afterlife? van psycholoog David Fontana past zeker in deze categorie. Waarschijnlijk is het een van de dikste algemene overzichtsboeken over het onderwerp (496 pagina’s) die er ooit verschenen zijn sinds de publicatie van het standaardwerk Human personality and its survival of bodily death van F.W.H. Myers in 1903.
Door de overvloed aan feiten en posities die in het boek worden behandeld, vergt het lezen ervan veel concentratie en het is een illusie te denken dat men het in een ruk uit krijgt. Is there an afterlife? is dan ook voornamelijk geschikt voor mensen die meer dan gemiddeld belangstelling hebben voor wat er geestelijk na de dood gebeurt en daarom bereid zijn om dagen of zelfs weken lang intensief met hetzelfde boek bezig te zijn. Voor hen is het dan ook wel een zeer geschikte bron van informatie over alle aspecten van het zogeheten survival research en bijvoorbeeld een goede aanvulling op het inmiddels klassieke Mediumship and Survival van Dr. Alan Gauld. Het boek kan gelezen worden als algemene inleiding, maar ook als waardevol naslagwerk worden gebruikt.
Vanzelfsprekend heeft zo’n ijverige auteur als Fontana ook duidelijke standpunten over de kracht van het bewijsmateriaal op de diverse deelgebieden van onderzoek. Over het algemeen zegt hij terecht dat bepaalde paranormale ervaringen rond contact met overledenen alleen goed verklaarbaar lijken door de zogenoemde Super-ESP hypothese (alles zou via ESP, d.w.z. telepathie of helderziendheid voortkomen uit het onbewuste van levenden zelf) indien je de motivationele psychologie totaal negeert. In veel gevallen is de interpretatie dat een levende zelf onbewust via helderziendheid of telepathie op zoek is gegaan naar de feiten over een overledene zeer onaannemelijk of zelfs absurd. Bijvoorbeeld omdat hij helemaal niet wist dat die persoon overleden was, of omdat de overledene volledig onbekend was tot aan het moment waarop deze ‘doorkwam’ tijdens een spiritistische sessie (drop-in communicators). Toch schiet Fontana volgens mij door wanneer hij stelt dat ook alle paranormale fysieke verschijnselen tijdens seances bij voorbaat wijzen op ingrijpen door overledenen. Zijn redenering luidt dat er geen deugdelijk bewijsmateriaal voor dergelijke macropsychokinese onder levenden is, maar tegenstanders kunnen juist die mediamieke verschijnselen zelf aanvoeren als zulk bewijsmateriaal. Fontana is daarmee iemand die voor praktisch elke vorm van bewijsmateriaal op dit terrein aanneemt dat er overledenen achter zitten (vergelijkbaar met de positie van de eerste generatie spiritisten), inclusief voor de controlegeesten die vaak toch wel erg exotisch en ongeloofwaardig overkomen. Hij vertegenwoordigt daarmee een uiterste van het theoretische spectrum, recht tegenover het andere uiterste van diegenen die alle mogelijk fenomenen bevredigend door Super-ESP denken te kunnen verklaren.
Het boek bevat hoe dan ook veel interessante informatie over klassieke mediums uit het begin van de geschiedenis van de parapsychologie, over drop-in communicators, over de kruiscorrespondenties, maar ook over hedendaagse studies naar mediumschap en zogeheten instrumentele transcommunicatie (postuum contact via elektrische of elektronische apparatuur). Verschijningen, spookhuizen, bijnadoodervaringen, uittredingen en reïncarnatie blijven natuurlijk ook niet onbesproken. Wat BDEs betreft noemt hij o.a. het werk van Pim van Lommel, Peter Fenwick en Michael Sabom. Bewijsmateriaal voor reïncarnatie wordt naar mijn smaak trouwens relatief gezien te summier behandeld, misschien omdat hij zelf eerder voelt voor een verklaring van mogelijke herinneringen aan vorige levens door middel van een soort mediamieke beïnvloeding door een vreemde geest. Het boek eindigt met een boeiende algemene beschouwing, waarbij Fontana alle informatie bundelt tot een tamelijk samenhangend beeld van leven na de dood.

Titus Rivas

Deze recensie is verschenen in Terugkeer van Stichting Merkawah, 16(2), zomer 2005, blz. 28-29.


Contact: titusrivas@hotmail.com