TitelReïncarnatieherinneringen bij Nederlandse kinderen
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 2 May, 2011)
Samenvatting
Onderzoek naar spontane herinneringen aan vorige levens bij jonge Nederlandse kinderen.
Tekst
Reïncarnatieherinneringen bij Nederlandse kinderen
door Stichting Athanasia
Vorige levensNogal wat mensen denken bij het concept reïncarnatie of wedergeboorte uitsluitend aan een oosterse leerstelling of een rare, modieuze gedachte van de New Age-beweging. Dat er ook in de parapsychologie aandacht bestaat voor onderzoek naar reïncarnatie als reëel verschijnsel is helaas nog steeds veel minder bekend. Toch is het zelfs één van de succesvolste vormen van onderzoek naar leven na de dood.
Anders dan je in de media vaak kunt lezen over dit onderwerp, gebruiken parapsychologen trouwens meestal geen hypnose in hun reïncarnatieonderzoek. Ze richten zich vooral op jonge kinderen die hun ouders spontaan vertellen dat ze herinneringen hebben aan een vorig leven.
De belangrijkste westerse parapsycholoog die onderzoek naar dergelijke gevallen doet, is dr. lan Stevenson, verbonden aan de Universiteit van Virginia te Charlottesville. Bij Ankh-Hermes is onlangs zijn nieuwste boek uitgegeven onder de titel Bewijzen van reïncarnatie. Bekende andere onderzoekers zijn onder meer Erlendur Haraldsson, Satwant Pasricha, K.S. Rawat, H. Guimaraes Andrade en Jamuna Prasad.
Een typisch geval ziet er ongeveer als volgt uit: Een peuter of kleuter, tussen de 2 en de 4 jaar oud, praat spontaan over herinneringen aan een vorig leven. Het kind vertoont daarbij sterke emoties, zoals verlangen naar mensen uit dat leven, of een angst of fobie die verband houdt met de manier waarop hij of zij gestorven zou zijn. Vaak beschikt het kind over informatie over de overledene die het geweest zou zijn zonder dat hij die informatie op een normale manier verkregen kan hebben. In de belangrijkste gevallen was degene die het kind zou zijn geweest zelfs volledig onbekend bij de omgeving van dat kind. Er kan ook sprake zijn van specifieke vaardigheden die overeenkomen met die van de overledene in kwestie. Soms treden er zelfs moedervlekken of aangeboren lichamelijke afwijkingen op die verband lijken te houden met dodelijke verwondingen uit het vorige leven. De herinneringen kunnen vaak vager worden vanaf
het moment dat het kind naar school gaat, rond hun zesde of zevende jaar dus.
Een bekend voorbeeld betreft het Indiase meisje Shanti Devi d zich een leven als ene Lugdi, getrouwd met Kedar Nal Chaubey, herinnerde. Ze kon allerlei details noemen over het leven van deze bij haar familie volkomen onbekende vrouw. Het geval is door talloze wetenschappers onderzocht en de meeste van hen zijn het erover eens dat het geval hoe dan ook paranormaal is. Zo wist Shanti onder meer dat ze geboren was in 1902, dat ze bij de Chobar-kaste hoorde en dat haar echtgenoot een textielhandelaar was. Ook herinnerde ze zich correct dat ze kort na de geboorte van een zoon overleden was.
Marokkaans feest
Een flink aantal parapsychologen, waaronder Ian Stevenson zelf, vinden dat dergelijke gevallen het eenvoudigst verklaard kunnen worden door reële herinneringen aan vorige levens. Stichting Athanasia is het met deze interpretatie eens. We zij daarom al jaren op zoek naar vergelijkbare gevallen van kinderen die zich vorige levens kunnen herinneren in Nederland en België. Overigens zijn we niet de eersten die dat in Nederland doen. Voor de oprichting van Athanasia werden er ook al gevallen onderzocht door de Stichting voor Wetenschappelijk Reïncarnatieonderzoek en de theologe dr. Joanne Klink, die hier haar belangrijke boek
Vroeger toen ik groot was over schreef.
Een voorbeeld van een geval betreft een Nederlands meisje va twee en een half dat vertelde dat ze vroeger een donkere huid had en toen een heleboel armbanden droeg en vaak danste. Ze zorgde voor een heleboel kleine kinderen. Het leven was zonnig. Kort daarop bezocht het gezin van dit kind een Marokkaans feest. Toen ze weer naar huis gingen, was het meisje buiten zichzelf van vreugde. Ze beweerde alles te hebben herkend op dit feest.
Voorbeelden
Twee van de volgende voorbeelden komen uitgebreid voor in het boek van Titus Rivas
Parapsychologisch onderzoek naar reïncarnatie en leven na de dood (Deventer, Ankh-Hermes).
Mijn kindje ligt hier ergens begraven
Eind 2002 werden we op een Paraview-beurs te Nijmegen benaderd door mevrouw M. Ze vertelde ons onder meer dat haar dochter Jojanneke opmerkelijke uitspraken had gedaan. In haar
eigen woorden:
"Ik had een oom die bij mijn ouders inwoonde. Hij was vrijgezel en was 55 jaar toen hij leukemie kreeg, stierf, en werd begraven. En als ik dan met de kinderen het kerkhof bezocht, ging Jojanneke altijd bij de kindergraven kijken. Ze kon toen helemaal nog niet lezen of schrijven, zat zelfs nog niet op school. Ik denk dat ze 3 jaar was. Als ik dan aan haar vroeg wat ze daar ging doen kreeg ik altijd als antwoord: 'ik ben vroeger ook een moeder geweest en mijn kindje ligt hier ergens begraven'. Dit zei ze niet één keer maar meerdere keren als wij daar waren. Ik heb er nooit veel aandacht aan geschonken. Is zij nog een keer op die uitspraken teruggekomen? Ja, regelmatig, als we weer het graf van mijn oom bezochten."
De uitspraken van Jojanneke komen overeen met die van talloze andere peuters en kleuters die zich herinneren dat ze in hun vorige leven kinderen hebben gehad. Een aangrijpend voorbeeld van een westers geval waarin dat ook aan de orde is, betreft de Engelse Jenny Cockell die zich als kind een leven als Ierse moeder herinnerde en er uiteindelijk in slaagde haar nog levende kinderen te traceren.
Overvallen door een zandstorm
Myriam was een vrouw van 31 toen we haar ontmoetten op een parabeurs in 1996. Ze vertelde dat ze als kind van 3 of 4 spontaan had opgemerkt dat haar vorige moeder net zo'n bloemetjesjurk droeg als haar huidige moeder . Ze vroeg haar moeder om de jurk uit te trekken omdat deze haar deed denken aan een onprettig vorig leven in een woestijnachtige omgeving. Ze vertelde dat ze moest passen op broers en zusjes en eten moest zoeken in de woestijn. Op een kwade dag ging ze water halen bij een put en werd daarbij onderweg overvallen door een zandstorm. Myriams herinneringen waren behoorlijk uitgebreid. Ze wist bijvoorbeeld nog hoe haar ouders eruit zagen en had beelden van een houten huis met een veranda. Ook herinnerde ze zich nog hoeveel respect ze had gevoeld voor oudere mensen. Athanasia zocht contact met de moeder van Myriam die bevestigde dat haar dochter haar echt zo'n verhaal had verteld toen ze ongeveer 3 of 4 jaar oud was. Haar ouders hadden helemaal niet in reïncarnatie geloofd toen Myriam hen over een vorig leven vertelde.
En toen deed mijn hartje het weer!
In februari 1997 werd Athanasia op verzoek van dr. Joanne Klink benaderd door Mevr. Marja M.V. Ze schreef ons dat haar zoon Kees (pseudoniem) toen hij twee was, meermalen had gekraaid: "Mijn hartje klopte niet meer, toen ging ik groeien in de buik en toen klopte mijn hartje weer!" Hij straalde van vreugde en gooide zijn handen in de lucht om zijn verrukking uit te drukken. Dit ritueel herhaalde zich een paar maanden lang twee tot drie keer per week. Pas toen hij drie en een half tot vier jaar oud was legde hij uit wat hij met deze uitspraak bedoelde. Hij vertelde zijn moeder dat hij al eens eerder had geleefd. Hij had toen Armand geheten en had een vriendin gehad. Kees beschreef een slagveld waarop hij bedreigd werd door lange, sterke en angstaanjagende macho-mannen die reeds al zijn vrienden hadden gedood. Hij beschreef hoe hij geraakt werd door een kogel en hoeveel pijn en angst hij had doorstaan totdat hij uiteindelijk doodgeschoten werd. Kees vertoonde als kind jarenlang een fobie voor sterven die samenhing met deze nare herinneringen en het kostte zijn ouders veel moeite om hem ervan te overtuigen dat de meeste mensen grotendeels pijnloos in bed overlijden.
OnderzoekOok al zijn de meeste Nederlandse gevallen niet specifiek genoeg om precies vast te stellen wie een kind in een vorig leven geweest is, we kunnen toch concluderen dat ze hoe dan ook dezelfde grondstructuur laten zien als de gevallen van dr. Stevenson en diens collega's. Daarom beschouwen we ze wel degelijk als echte reïncarnatiegevallen. Mocht uw kind ook dergelijke uitspraken hebben gedaan, dan horen we dat heel graag van u. We zijn ons erg bewust van taboes op dit gebied, u en uw kind mogen hierbij volledig anoniem blijven. Als uw kind herinneringen aan een vorig leven heeft, is dat op zich trouwens heel positief. Toch kan een peuter of kleuter last hebben van nare herinneringen, zoals we boven zagen bij Kees, en is het zaak dat ouders het kind dan goed opvangen zonder de herinneringen weg te redeneren. Soms kan het daarbij nodig zijn een therapeut in te schakelen.
Hoe opener ouders zich opstellen tegenover hun kinderen, des te beter de herinneringen een positieve plaats kunnen krijgen. Kinderen met dergelijke herinneringen zijn zich er van bewust dat het leven doorgaat en na de dood en het huidige leven er slechts een is binnen een lange reeks van incarnaties.
Reacties?
titusrivas@hotmail.com
Dit artikel werd geplaatst in
Paraview,
Jaargang 7, nummer 2, april 2003, 16-17.