Titel

Recensie van European Cases of the Reincarnation Type

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 29 November, 2006)

Samenvatting

Titus Rivas bespreekt het boek European Cases of the Reincarnation Type van dr. Ian Stevenson.


Tekst


Boekbespreking

Ian Stevenson. European Cases of the Reincarnation Type.
Jefferson & Londen: McFarland & Company Inc. Publishers, 2003. ISBN 0-7864-1458-8.

De Amerikaanse psychiater dr. Ian Stevenson is vooral bekend vanwege zijn wereldwijde reïncarnatieonderzoek onder jonge kinderen. Twee van zijn boeken zijn ook in het Nederlands vertaald, onder de titels Reïncarnatie: Twintig vermoedelijke gevallen van wedergeboorte (Teleboek) en Bewijzen van reïncarnatie (Ankh-Hermes). De meeste publicaties van Stevenson hebben betrekking op niet-westerse kinderen, met name in Azië. Dit hangt samen met de frequentie waarin men herinneringen aan vorige levens bij dergelijke kinderen meldt. Maar ook met zijn doelgerichte speurtocht naar gevallen met moedervlekken en geboorte-afwijkingen die lijken te verwijzen naar de dood aan het einde van de vorige incarnatie. Om deze redenen heeft dr. Stevenson dit nieuwste boek gewijd Europese gevallen in de loop van maar liefst dertig jaar geschreven.
De onderzochte personen in dit boek komen uit Groot-Brittannië, Hongarije, IJsland, Finland, België, Italië, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Nederland. Naast jonge kinderen met spontane herinneringen komen ook repeteerdromen aan bod, evenals de merkwaardige gevallen van de volwassen Ruprecht Schulz, Edward Ryall, Peter Avery en de Nederlandse Henriëtte Roos. Deze laatste (het enige Nederlandse geval in het boek) leek te worden ‘overgenomen’ door de geest van Goya tijdens het maken van een soort automatische schilderijen. Een medium vertelde Henriëtte dat zij Goya in haar vorig leven opgevangen zou hebben tijdens zijn jarenlange verblijf in Frankrijk. Er bleek werkelijk zo’n vrouw te hebben bestaan en het verhaal lijkt tevens opmerkelijk veel licht te werpen op neigingen en talenten van de Nederlandse.
Opvallend zijn verder twee gevallen van mogelijke herinneringen aan de Holocaust, die doen denken aan de boeken van Rabbijn Gershom en de Nederlandse casus van S. uit Amsterdam.
Relatief veel gevallen hebben overigens te maken met reïncarnatie in dezelfde familie- of vriendenkring, maar zonder dat ze daarom zo maar waardeloos gevonden moeten worden. Het is duidelijk dat ze meestal dezelfde structuur vertonen als gevallen met herinneringen aan het leven van een overledene die niet tot de directe sociale omgeving behoorde.
De belangrijkste boodschap van dit boek is dat er ook in Europa klassieke gevallen van herinneringen aan vorige levens onder jonge kinderen voorkomen, zelfs bij ouders die van tevoren niet in reïncarnatie geloofden.
Deze conclusie sluit overigens mooi aan bij die van mijn eigen boek Parapsychologisch onderzoek naar reïncarnatie en leven na de dood. De cases hebben betrekking op dezelfde leeftijdscategorie en komen ook in andere opzichten overeen met niet-westerse gevallen. Zo herinneren Europeanen zich vaak een gewelddadige dood, net als kinderen in Azië en Brazilië of onder de Indianen van Noord-Amerika. Sommigen leven herinneringen aan hun vorige incarnatie uit door middel van speciale spelpatronen. Een aantal van hen lijdt aan fobieën en anderen hebben aangeboren afwijkingen die overeenkomen met de doodsoorzaak, of vaardigheden die ze nooit in dit leven hebben aangeleerd. Alle kinderen vertonen gedragingen die verband houden met het leven dat ze zich herinneren.
Ian Stevenson stelt dat de informatie die sommige kinderen over hun vorige leven verstrekken paranormaal is, omdat ze er niet op een normale manier aan gekomen kunnen zijn. Het indrukwekkendste voorbeeld hiervan is waarschijnlijk het Oostenrijkse geval Helmut Kraus die zich het leven van de generaal Werner Seehofer herinnerde en daarbij zelfs nog zijn adres in Wenen wist te noemen.
Algemener beschouwt hij ook het gedrag van de kinderen als paranormaal, omdat men er geen alledaagse ontwikkelingspsychologische verklaring voor kan geven en ze tegelijk verband houden met de uitspraken van het kind. De auteur beseft terdege dat de meeste Europese gevallen qua bewijsmateriaal niet zo sterk staan als veel niet-westerse gevallen, maar concludeert hoe dan ook dat de reïncarnatiehypothese voor sommige van deze cases de beste interpretatie is.
Al dan niet met opzet zijn enkele bekende bronnen over Europees reïncarnatieonderzoek door Stevenson onbesproken gebleven, zoals het werk van Peter en Mary Harrison (hoewel hun geval Carl Edon wel wordt behandeld in dit boek), Destiny van Martin Heald en de boeken van Jenny Cockell.
Dit boek moet men niet los zien van Stevensons overige werk. Het is daarmee ook minder geschikt als algemene inleiding op het reïncarnatieonderzoek. Gezien de toename van gemelde westerse (inclusief Nederlandse) gevallen, is European Cases of the Reincarnation Type echter onmisbaar voor iedereen die zich daarin wil verdiepen. Het is te hopen dat er deze eeuw een ware doorbraak zal komen in de bestudering van Europese herinneringen aan vorige levens en dat er zo nog veel boeken over dit onderwerp zullen volgen. Nestor Ian Stevenson heeft alvast een stevige fundering gelegd.

Titus Rivas

Deze recensie verscheen in Terugkeer van Stichting Merkawah.

Contact: titusrivas@hotmail.com