Titel

Buitenlichamelijke ervaringen: meer dan bijzondere dromen

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 12 May, 2011)

Samenvatting

Artikel van Stichting Athanasia over het verschijnsel van de buitenlichamelijke ervaring oftewel uittredingen.


Tekst

 

Buitenlichamelijke ervaringen: meer dan bijzondere dromen

door Stichting Athanasia1

Er is tegenwoordig een grote belangstelling voor buitenlichamelijke ervaringen (BLE's). Waarschijnlijk heeft 10% van de bevolking wel eens een uittreding meegemaakt. De wetenschap erkent inmiddels dat BLE's bestaan en zoekt naar verklaringen. Zijn de taboes rond BLE's overwonnen?
De Nederlandse auteur en ervaringsdeskundige Sten Oomen heeft een aantal interessante boeken over uittredingen oftewel buitenlichamelijke ervaringen (BLE's) op haar naam staan. Zoals het woord al aangeeft, hebben mensen tijdens een buitenlichamelijke ervaring sterk het gevoel dat zij geestelijk hun lichaam verlaten. Daarbij lijkt het soms alsof ze omhuld zijn door een fijnstoffelijk of 'astraal' lichaam.
Oomen heeft ook een website, Door het raam, gewijd aan dit onderwerp. Een van de opvallendste verschijnselen die zij heeft verkend is de zogeheten astrale erotiek, een vorm van erotisch contact die zielen in uitgetreden toestand met elkaar zouden kunnen hebben. Ook heeft zij inmiddels een boek over uittredingen voor kinderen geschreven. Als je kijkt naar de grote belangstelling voor dappere initiatieven als die van Oomen, zou je denken dat de ergste taboes rond BLE's inmiddels wel overwonnen zijn.

Allemaal hersenspinsels?
Men trekt tegenwoordig inderdaad meestal niet meer in twijfel dat mensen echt buitenlichamelijke ervaringen kunnen krijgen. Sommige schattingen stellen zelfs dat 10% van de bevolking wel eens een uittreding heeft meegemaakt.
Het voornaamste twistpunt rond BLE's betreft tegenwoordig niet meer of ze echt voorkomen, maar hoe we ze moeten plaatsen. Gaat het om zuiver (neuro)psychologische verschijnselen of zijn er ook uittredingen die je alleen parapsychologisch kunt verklaren?
Op zich is deze vraag best gemakkelijk te beantwoorden. Als er nooit paranormale aspecten aan buitenlichamelijke ervaringen vastzitten, is er geen reden om ze als meer dan een bijzonder soort dromen te beschouwen. Volgens sommige onderzoekers zou het dan bijvoorbeeld kunnen gaan om een uiting van een neurologische eigenaardigheid waardoor mensen lijden aan een afwijkend slaap-waakritme. Ze zouden daardoor vaker dan gemiddeld in een soort overgangsfase tussen slapen en waken verkeren. Daarin kun je levendige, realistisch overkomende droombeelden te zien krijgen zonder dat je echt slaapt. Zulke beelden kun je vervolgens verkeerd opvatten als aanwijzingen voor een daadwerkelijke uittreding uit je lichaam.

Een meer psychologische verklaring voor uittredingen is dat ze berusten op een onbewuste projectie van voorstellingenof een wensdroom over een spirituele werkelijkheid.
Daarnaast worden uittredingen soms beschouwd als een speciaal soort 'lucide dromen'. Dit zijn dromen waarbij je door hebt dat je droomt en daardoor zelf kunt bepalen hoe de droom verder gaat. Het voornaamste verschil zou dan natuurlijk wel zijn dat mensen bij uittredingen nu juist niet doorhebben dat ze dromen. Ze beleven hun ervaring in de meeste gevallen als echte 'zielenreizen' buiten hun lichaam.

Uittredingen bij bijna-doodervaringen
Het is op zich heel begrijpelijk dat men binnen de reguliere wetenschap een neurologische of psychologische verklaring zoekt voor buitenlichamelijke ervaringen. Het is op zich al heel wat dat men überhaupt erkent dat uittredingen echt bestaan. Helaas schieten onderzoekers echter vaak door in hun verwoede pogingen om buitenlichamelijke ervaringen weg te verklaren. Zij ontkennen dan bij voorbaat de mogelijkheid dat sommige uittredingen echt gepaard gaan met paranormale verschijnselen. Keer op keer lezen we in de psychologische literatuur of zelfs algemene pers dat wetenschappers nu dan eindelijk een 'rationele verklaring' hebben gevonden voor BLE's. Daarbij valt op dat die verklaring bij voorbaat het bestaan van paranormale ervaringen tijdens een uittreding uitsluit.
Dit zien we met name bij uittredingen tijden bijna-doodervaringen, omdat die meer dan ooit in de belangstelling staan. Skeptische auteurs zoals Gerald Woerlee, Susan Blackmore en Kevin Nelson proberen allemaal om bijna-doodervaringen in het algemeen en uittredingen in het bijzonder weg te verklaren. Ze gaan daarbij consequent voorbij aan de paranormale aspecten. Bijvoorbeeld waar het gaat om een paranormale waarneming tijdens een bijna-doodervaring terwijl de patiënt een uittreding beleeft.

Het beroemdste geval op dit gebied is wel de casus van de “Man met het gebit” uit 1979. Dit was een Nederlandse patiënt die na een hartinfarct in uitgetreden toestand waarnam hoe men het bovengebit uit zijn mond nam. Hij zag bovendien hoe zijn gebit op een schapje van een wagentje werd gelegd waarop alle medicijnen en infuusvloeistoffen stonden die men nodig had voor de reanimatie Op het moment dat dit gebeurde had de man met zekerheid onvoldoende hersenactiviteit om zijn ervaring normaal te kunnen verklaren. De betrokken verpleegkundige bij deze casus verklaarde tegenover ons:

'Het moment van het uit de mond pakken van het gebit: op dat moment had hij geen circulatie en geen hartritme, dus op dat moment kan hij het niet gezien hebben. Toen moesten we de reanimatie gaan starten '


Skeptici proberen juist dit centrale gegeven onderuit te halen, maar ze zijn daar volgens ons tot dusverre duidelijk niet in geslaagd.
Minder bekend is dat de Britse onderzoekster dr. Penny Sartori in een boek uit 2008 ook meldt dat een aantal van de bijna-doodervaringen die zij heeft gedocumenteerd met zekerheid plaatsvonden terwijl de patiënt een hartstilstand had. Het is volgens het materialistische wereldbeeld niet mogelijk om bewustzijn te ervaen tijdens een hartstilstand, omdat er dan niet voldoende doorbloeding van de hersenen kan zijn.

Ook zijn er bijna-doodervaringen bekend waarin patiënten in uitgetreden toestand gebeurtenissen waarnamen die op grote afstand van het ziekenhuis plaatsvonden.
Barbara Rommer onderzocht bijvoorbeeld de ervaringen van Tony Meo die in 1993 een complexe open hart-operatie moest ondergaan in Milwaukee, op zo'n 2010 km afstand van zijn woonplaats. Bij de operatie bleef zijn hart 30 minuten stilstaan waarna Tony in een coma raakte die twee weken aanhield. Tijdens de bijnadoodervaring die de patiënt toen beleefde 'zweefde' hij terug naar zijn huis Hij vertelde zijn skeptische vrouw Pat Meo later dat hij tijdens zijn uittreding had gezien dat de persoon die op dat moment op hun huis paste in het gezelschap verkeerde van een onbekende vriendin. Daarbij beschreef hij het uiterlijk van de vrouw tot in detail. Pat Meo beschouwde de ervaringen van haar man eerst als niet meer dan een droom, maar de man die op het huis paste bevestigde de juistheid van zijn waarneming. Wat Pat echter pas goed overtuigde was de beschrijving die Tony had gegeven van een stapel post op hun eettafel. Hij had een Deense catalogus van kantoorbenodigdheden zien liggen, waar ze volgens Pat helemaal niet op geabonneerd waren. Tot haar grote verbazing bleken ze de bewuste catalogus inderdaad eenmalig te hebben ontvangen.

Sommige patiënten zien zelfs overledenen die ze op dat moment nog niet kenden en die ze later kunnen herkennen aan de hand van foto's. Een voorbeeld hiervan betreft een meisje van dertien, Lynn uit Michigan. Tijdens haar uittreding zag ze onder meer een onbekende man die haar zelf wel bleek te kennen. Hij was lang, had blond haar en droeg een Amerikaans marine-uniform. De man stelde zich voor als haar oom Franklin. Hij gaf haar een boodschap mee voor haar tante Dorothy. Onderzoekster PMH Atwater schrijft in dit verband:

'Op Thanksgiving Day vroeg ze daarom aan haar tante Dorothy of zij Franklin kende. Alle aanwezigen waren doodstil en keken haar met open mond aan. Oom George, de man van tante Dorothy, zei erg geëmotioneerd: “Lynn, als je mij pijn wil doen, dan is je dat prima gelukt.'
Er werd verder niet meer over gesproken. Enkele weken later vroeg tante Dorothy of Lynn haar wilde vertellen wat ze van Franklin wist. Zij vertelde haar wat zij tijdens de operatie meegemaakt had. Tante Dorothy nam haar mee naar de zolder en opende een kist (zij was nog nooit op die zolder geweest, laat staan dat zij van het bestaan van die kist wist). Op de foto’s die Dorothy uit de kist haalde herkende Lynn de man die zij tijdens haar BDE gezien had. In de Tweede Wereldoorlog was Dorothy, hoewel al verloofd met George, na een kortstondige relatie van 24 uur, met Franklin getrouwd. Na een gelukkige twee maanden moest Franklin overzee. Al snel bleek zij zwanger. Toen zij zeven maanden zwanger was, ontving zij het bericht dat hij bij de invasie van Italië gesneuveld was. Door dit grote verdriet kreeg zij een miskraam en verloor daarbij zoveel bloed dat zelfs haar baarmoeder verwijderd moest worden.
George trouwde een jaar later met haar en eiste dat er nooit meer over Franklin gesproken zou worden. Ook verscheurde hij alle foto’s van hem. De foto’s die Dorothy aan Lynn had laten zien waren de enig overgebleven foto’s van Franklin.'

Andere spontane uittredingen
Er zijn ook buiten de context van bijna-doodervaringen uittredingen met een paranormaal aspect vastgelegd.Een mooi voorbeeld hiervan hebben wij zelf mogen onderzoeken. Het gaat om de buitenlichamelijke ervaringen van de Nederlandse auteur Sylvia Lucia. Zij reisde spontaan 'astraal' (in uitgetreden toestand) naar het dorp van haar vriendin Ans (pseudoniem) en nam daarbij details waar die ze normaal gesproken nog niet kon weten. Bijvoorbeeld over Ans zelf, haar zoon, hun woning en de directe omgeving daarvan.
We hebben contact opgenomen met Ans en haar zoon. Ans verklaarde onder andere: “Ik vind het verhaal zeer bijzonder en indrukwekkend. Je kan een enkel ding gissen, en dan goed of fout zitten, maar een hele serie vind ik wel wat anders.” Haar zoon stelt: “Grondige research zou nodig zijn geweest om de details te kunnen benoemen (bijvoorbeeld bezoek aan vorige bewoners, want ik denk niet dat ons huis in een boek of op internet staat).
Verder zou ze de samenstelling van ons gezin moeten weten, en van mijn moeder en mij een korte inhoud over ons gedrag. Mocht zij ergens een dossier hebben waar dit alles in staat, dan ben ik bereid haar verhaal in twijfel te trekken. Tot die tijd, geloof ik haar op haar woord.”
Een uitgebreid verslag van deze uittreding werd gepubliceerd in het tijdschrift Terugkeer en ook opgenomen in onze bundel Van en naar het Licht.

Dit geldt ook voor een andere paranormale uittreding uit Nederland. Het gaat om een buitenlichamelijke ervaring van de paragnost en genezer Johan Kuijpers. Een patiënte had een dringend beroep op hem gedaan omdat ze verging van de pijn. Ze schrijft ons: “Op het afgesproken tijdstip lag ik op de bank. Ik wist eigenlijk niet wat ik kon verwachten. Toch merkte ik al snel dat er iemand bij me was. Ik kon diegene niet goed waarnemen, maar voelde hem wel, niet duidelijk, maar toch weer wel. Ik vertrouwde erop dat dit Johan was. Wat ik wel duidelijk merkte was een behaaglijke warmte op mijn buik ter hoogte van die pijnlijke plek. Vrijwel direct daarna voelde ik een snijdende pijn en heb ik het echt uitgegild. Daarna ebde het snijdende gevoel weg en begon het hier zachtjes te tintelen. Ik had hierna opvallend minder pijn en ik was in ieder geval weer een heel stuk tot rust gekomen. Daarnaast voelde ik me toen ook voor het eerst lekker moe, zonder dat de pijn overheerste. “

Deze ervaring kwam overeen met een uittreding van Johan Kuijpers. Hij verklaart zelf over zijn buitenlichamelijke ervaring: “Ik strekte als het ware mijn handen in de richting van haar buik (waar ze veel pijn had). Vanaf dat moment kon ik het niet meer sturen en gebeurde alles automatisch. Mijn handen gingen naar haar buik en een van mijn handen (rechts) verdween naar binnen wat ik ervaarde met een kleine schrik, temeer omdat deze hand veranderde in een soort van "adelaarsklauwtje".Zonder er wat tegen te kunnen doen ging dit "adelaarsklauwtje" dieper naar binnen en pakte een donkere knobbel/gezwel o.i.d. vast en begon te knijpen. Op dat moment hoorde ik letterlijk een verschrikkelijk gegil wat van R. v.d. V af moest zijn gekomen.
Vermoedelijk door de schrikreactie van mij werd de concentratie (zoals ik het zie) verbroken en was ik weer terug in mijn lichaam.”

Experimenteel onderzoek
Het is duidelijk dat er uittredingen bestaan die je niet kunt afdoen als rare hersenspinsels.
Overigens zijn er ook enkele experimenten met buitenlichamelijke ervaringen uitgevoerd.
In de jaren 20 deed de bekende Poolse paragnost Stefan Ossowiecki al informele proeven op dit gebied. Ossowiecki bezocht tijdens een uittreding onder andere de woning van iemand die daarover verklaarde: 'Hij beschreef in detail onze hele flat, de slaapkamer, het meubilair, de lamp en andere kleinere zaken, en ik moet benadrukken dat hij ons nog nooit eerder had bezocht. Ik bevestig de autenticiteit van deze onverklaarbare gebeurtenis met mijn handtekening.’

Het beroemdste experiment is echter dat van dr. Charles Tart met een proefpersoon in de twintig die hij Miss Z. noemt. Zij had reeds vanaf haar kindertijd regelmatig spontane uittredingen gehad toen zij aan het onderzoek deelnam. Miss Z. bleek in staat tijdens een buitenlichamelijke ervaring een willekeurig getal van vijf cijfers zien. Deze 'target' (doelgetal) was op een papiertje buiten haar normale gezichtsveld geplaatst en ze moest het getal proberen waar te nemen terwijl ze boven haar lichaam zweefde. Uiteraard hebben skeptici dit resultaat proberen te ontzenuwen. Ze gaan zelfs zo ver te stellen dat de proefpersoon waarschijnlijk bedrog gepleegd heeft. Helaas is het experiment met Miss Z. later niet meer herhaald.

Een andere proefpersoon, Stewart ‘Blue’ Harary, bleek bijvoorbeeld dingen correct te kunnen horen gedurende zijn uittreding. Sommige uittreders, zoals Pat Price, konden tijdens hun buitenlichamelijke ervaring zelfs fysieke objecten beïnvloeden.

Stichting Athanasia is op dit moment samen met Stichting Merkawah voorbereidingen aan het treffen voor een mogelijk experiment rond uittredingen waarbij de proefpersoon iets van grote afstand moet waarnemen. We hebben goede hoop hier interessante resultaten mee te zullen behalen.
Maar ook als dit niet zou lukken, kunnen we er volgens ons allang zeker van zijn dat uittredingen werkelijk veel meer zijn dan een merkwaardig soort dromen of hallucinaties.

Literatuur
- Blackmore, S. (1982). Beyond the body: An investigation of Out-of-the-body Experiences. Londen: Heinemann.
- Crookall, R. (1968). The mechanisms of astral projection: denouement after seventy years. Moradabad: Darshana International.
- Dongen, H. van, & Gerding, H. (1993). Het voertuig van de ziel: het fijnstoffelijk lichaam: beleving, geschiedenis, onderzoek. Deventer: Ankh-Hermes.
- Mitchell, J.L. (1986). Uittredingservaringen. Naarden: Strengholt.
- Monroe, R.A. (1977). Uittredingen: experimenten buiten het lichaam. Deventer: Ankh-Hermes.
- Neiman, C., & Goldman, E. Leven na de dood: een complete gids voor het hiernamaals. Rijswijk: Elmar.
- Oomen, S. (2004). Door het raam. Uitgeverij Schors, zie ook: http://www.doorhetraam.nl/
- Rivas, T., & Dirven, A. (2009). Van en naar het Licht. Leeuwarden: Elikser.
- Rogo, D.S. (1978). Mind beyond the body: the mystery of ESP projection. Harmondsworth: Penguin Books.
- Sylvia Lucia. (2008). Verlangen naar mijn tweelingziel. Leeuwarden: Elikser
- Tart, C. (1968). A psychophysiological study of out-of-the-body experiences in a selected subject. Journal of the American Society for Psychical Research, 62, 327.
- Vieira, W. (1986). Projeciologia. Rio de Janeiro.
- Woerlee, G.M. (2003). Mortal Minds: a biology of the soul and the dying experience. Utrecht: De Tijdstroom.

contact: titusrivas@hotmail.com

1Met dank aan Inge Manussen.


Dit artikel werd geplaatst in Paraview, jaargang 13, nummer 4, november 2009, blz. 18-21.