Spirituele verwantschap tussen mens en dier
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 17 October, 2008)
Samenvatting
Dat er overeenkomsten én verschillen bestaan tussen de mens en andere diersoorten is duidelijk. Maar in hoeverre is er specifiek sprake van een spirituele verwantschap?
Spirituele verwantschap tussen mens en dier
door Titus Rivas
Mensen zijn een speciaal soort dieren, dat staat buiten kijf. Net als andere dieren hebben we een fysiek lichaam met zintuigen en een bewegingsapparaat. Toch zijn we binnen het dierenrijk in diverse opzichten echt uniek. De menselijke taal maakt bijvoorbeeld een abstracte vorm van communicatie mogelijk. Door de uitvinding van het schrift zijn we bovendien in staat onze gedachten fysiek vast te leggen.
Dat er overeenkomsten én verschillen bestaan tussen de mens en andere diersoorten is duidelijk. Maar in hoeverre is er specifiek sprake van een spirituele verwantschap? Verschillen we wat dat betreft compleet van andere dieren?
Het dier als redeloos wezen
Binnen de christelijke traditie zijn dieren veelal opgevat als wezens met een redeloze ziel. Ze hebben een bezield lichaam zodat ze kunnen waarnemen en voelen. Alleen zijn ze niet in staat om na te denken over hun ervaringen. Ze bezitten geen 'rede' en zijn daarmee feitelijk ook geen geestelijke wezens. Dieren kun je daarmee nog niet gelijk stellen aan een soort bewegende planten. Maar hun ziel is volkomen gebonden aan hun lichaam en daarmee ook volledig sterfelijk.
Deze visie heeft negatieve gevolgen gehad voor de gangbare christelijke verhouding tot het dierenrijk. Je zou denken dat dieren extra goed behandeld worden als hun na de dood slechts vernietiging wacht. Maar niets blijkt minder waar als je stilstaat bij de westerse geschiedenis. Doordat dieren van een - spiritueel gezien - lagere orde zijn dan de mens horen ze ons onvoorwaardelijk te dienen. Dat is zo'n beetje hun enige reden van bestaan. Mensen mogen vrijelijk over dieren beschikken, zolang we er maar voor zorgen dat de bestaande soorten niet verdwijnen.
Niet alle vooraanstaande christenen kunnen zich hier in vinden. Een katholieke heilige als Franciscus van Assisi beschouwde dieren bijvoorbeeld als zijn spirituele broeders en zusters. Hij ging met hen in 'gesprek' en spoorde hen zelfs aan tot religieus gedrag. Ook de christelijk georiënteerde Albert Schweitzer zag in dieren meer dan slechts nederige slaven van de mens.
Groepsziel versus individuele ziel?
Zoals gezegd kan de ziel van een wezen volgens de oude kerkelijke leer pas echt van belang zijn als er sprake is van een denkvermogen. Zolang dat niet het geval is, functioneert een dier zonder gedachten, als een soort voelende machine. Volgens sommigen is zijn ziel in dat geval slechts een sterfelijke manifestatie van een ziel van de diersoort als geheel. Deze groepsziel van dieren zou schijnbaar intelligent gedrag kunnen verklaren zonder dat je individuele dieren zelf ook intelligentie hoeft toe te schrijven. Bijvoorbeeld bij de bouw van een ingewikkeld nest dat de betrokken dieren boven de pet lijkt te gaan.
De Britse bioloog Rupert Sheldrake stelt dat alle leden van een soort met elkaar verbonden zijn door zogeheten morfogenetische velden. Ze wisselen informatie uit en versterken gemeenschappelijk bepaalde gedragspatronen. Naarmate dieren specifieke gedragingen herhalen wordt het (via de velden) gemakkelijker voor soortgenoten om diezelfde handelingen uit te voeren. Dit zou mede uiterst complexe instincten kunnen verklaren.
Toch stelt Sheldrake niet dat dieren alleen collectief een soort ziel hebben. Sterker nog, de bioloog gaat uit van het bestaan een individueel dierlijk bewustzijn en telepathische banden tussen dieren. Een concept van een 'groepsziel' in de zin van zijn veldtheorie is dus prima verenigbaar met het idee van een individuele ziel.
Cognitieve dieren
In de dierpsychologie zijn inmiddels veel aanwijzingen gevonden voor een dierlijk denkvermogen. Cognitie, geestelijke verwerking van informatie, blijkt zich in allerlei gradaties voor te doen in de dierenwereld. Men heeft bijvoorbeeld aangetoond dat leden van diverse soorten zichzelf kunnen herkennen in een spiegel. Ze weten dat hun spiegelbeeld niet verwijst naar een ander dier maar hun eigen gelaat laat zien. Dit vermogen van mensapen, dolfijnen en olifanten impliceert een hoogontwikkelde vorm van zelfbewustzijn. Een ander voorbeeld: Papegaaien blijken in staat menselijke woorden te herkennen en ze kunnen die zelf ook zinvol leren gebruiken. Dit is alleen mogelijk als ze beschikken over een uitgebreid begrippenkader. Zo zijn er inmiddels talloze onderzoeken gedaan waaruit blijkt dat veel dieren een rijk geestelijk leven bezitten.
Overigens zijn er ook tegenwoordig geleerden die ontkennen dat dieren kunnen denken. Dat gebeurt in een enkel geval nog vanwege een traditioneel christelijk dierbeeld. Meestal is er echter een verband met de 17e eeuwse Franse filosoof René Descartes. Deze beroemde denker stelde dat dieren niet zozeer een sterfelijke ziel hebben, maar helemaal geen ziel. Dieren waren een soort natuurlijke robotten voor Descartes. Natuurlijk wisten we in de middeleeuwen al dat ze gedachteloos zijn, maar de filosoof 'ontdekte' dat ze ook nog eens geen gevoel hebben. Ze voelen niets en ze nemen niets waar. Ze ondergaan geen enkele subjectieve ervaring. Zijn volgelingen zagen niet alleen dieren zelf als volstrekt 'irrationeel'. Ze keken op dezelfde manier aan tegen iedereen die bleef geloven in een dierlijke ziel. Dat was voortaan alleen nog iets voor vrouwen, kinderen en andere 'sentimentele' lieden.
Deze cartesiaanse traditie heeft funeste gevolgen had voor het westerse beeld van dieren. Alsof de christelijke onderwerping niet al ver genoeg ging, mocht je nu opeens alles met dieren doen. Wanneer je een dier zonder verdoving opensneed, moest je jezelf voorhouden dat zijn gegil gewoon maar een zuiver lichamelijke reactie was.
Alleen als je een reductionist of traditionele cartesiaan bent, kun je het bewijsmateriaal voor denkprocessen bij dieren negeren. Onbevooroordeeld wetenschappelijk onderzoek toont aan dat dieren ook wat denkprocessen betreft bezield zijn. Er is slechts een gradueel verschil tussen mens en dier qua denkvermogens. Er is geen essentiële cognitieve kloof. Het is zelfs mogelijk dat sommige diersoorten ons mensen op bepaalde punten geestelijk overtreffen.
Dieren met paranormale ervaringen
Tegenwoordig weten we dat dieren over het algemeen actieve, bewuste wezens zijn die hun waarnemingen ordenen door middel van denkprocessen. Ze beïnvloeden hun omgeving doelgericht en kunnen daarbij blijk geven van inzicht en planning.
Zo'n (voor de wetenschap) verrassende conclusie is ook aan de orde bij dierlijke emoties. Dieren blijken meer dan eens in staat tot langdurige affectieve relaties. Sommige beesten kennen waarschijnlijk esthetische gevoelens. Ze kunnen ook urenlang bezig blijven met spelen en tonen soms gevoel voor humor. Er bestaan zelfs goede aanwijzingen voor oprecht mededogen, zowel bij dieren onderling als van dieren jegens mensen.
In al deze opzichten zijn er kennelijk dieren die geestelijk nauw verwant zijn aan de mens.
Toch houdt het hier voor de meeste auteurs op. Dieren lijken geestelijk veel meer op mensen dan gedacht werd. Maar we mogen ze toch niet teveel gaan zien als spirituele wezens. Tenminste niet als je daarmee bedoelt dat ze een bewustzijn bezitten dat de fysieke beperkingen van hun lichaam kan overstijgen.
Wat dit betreft zitten we waarschijnlijk met een typisch westerse erfenis. In de sjamanistische tradities of het hindoeïsme en boeddhisme ligt het bijvoorbeeld heel anders. Daar zie je een continuïteit tussen menselijke zielen en dierlijke zielen. Dieren kunnen bijvoorbeeld mens worden in een volgend leven of mensen bijstaan op hun spirituele pad.
Pioniers zoals Sheldrake en zijn collega Aimée Morgana zijn de vooroordelen ook op dit punt aan het ondergraven. Ze doen onderzoek naar telepathie bij allerlei huisdieren, zoals honden en Morgana's papegaai N'kisi. Hieruit blijkt ondubbelzinnig dat het vermogen om rechtstreeks af te stemmen op andermans geest ook voorkomt bij dieren. Huisdieren zijn bijvoorbeeld in staat om zonder normale aanwijzingen aan te voelen wanneer hun baasje onverwachts thuiskomt. Ze kunnen ook heel heftig reageren als hun baas op grote afstand iets naars overkomt.
Zelfs rond een leven na de dood zijn er inmiddels mooie casussen verzameld. Onder meer door Kim Sheridan die er het boek Animals and the Afterlife aan heeft gewijd. Talloze spontane ervaringen rond overleden huisdieren lijken sterk op ervaringen met overleden mensen. Het gaat bijvoorbeeld om verschijningen met paranormale informatie over de locatie van het lijk van een vermist dier. Maar ook om waarschuwingen voor gevaarlijke situaties. Rond het stervensuur treden er soms ervaringen op die lijken op sterfbedvisioenen bij mensen. Er is zelfs een aantal interessante aanwijzingen voor reïncarnatie van individuele dieren gedocumenteerd.
De spirituele verwantschap gaat naar alle waarschijnlijkheid dus werkelijk heel ver. Een prachtige, troostrijke gedachte en een inzicht dat ons zou moeten inspireren veel beter met dieren om te springen!
Literatuur
– Bekoff, M. (2003). Minding Animals: Awareness, Emotions and Heart. Oxford University Press.
– Kowalski, G.A. (1999). The Souls of Animals. Novato: New World Library.
– Moussaieff Masson, J., & McCarthy, S. (1997). Wanneer olifanten huilen: Het gevoelsleven van dieren. Amsterdam: Vassalucci.
– Rivas. T. (1998). Bestaat er een dierlijke ziel? Gezond Idee!, 42, 24-25.
– Rivas, T. (2003). Hebben dieren veel te vertellen? Prana, 139, 59-68.
– Rivas, T. (2004). Onrechtvaardig diergebruik.Delft: Koopman & Kraaijenbrink.
– Sheldrake, R. (1999). Honden weten wanneer hun baas thuiskomt: een onderzoek naar de mysterieuze vermogens van dieren. Kosmos Z&K.
– Sheldrake, R., & Morgan, A. (2003).Testing a Language-Using Parrot for Telepathy. Journal of Scientific Exploration, 17, 601-615.
– Sheridan, K. (2004). Animals and the Afterlife. Escondido: EnLight House Publishing.
Zie ook: De dierenziel volgens esoterische en oosterse stromingen
Contact: titusrivas@hotmail.com