Titel

Irreducible Mind (recensie)

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 31 March, 2011)

Samenvatting

Boekbespreking van Irreducible Mind: Toward a Psychology for the 21st Century van Edward F. Kelly, Emily Williams Kellty, Adam Crabtree, Alan Gauld en Michael Grosso, door Titus Rivas.


Tekst

 Boekbespreking


Edward F. Kelly, Emily Williams Kelly, Adam Crabtree, Alan Gauld en Michael Grosso. Irreducible Mind: Toward a Psychology for the 21st Century. Lanham, etc. : Rowman & Littlefield, 2007. ISBN: 978-0-7425-4792-6.

Anno 2010 hangen veel, zo niet de meeste hedendaagse filosofen, neurologen en psychologen (officieel) het materialistische model van de relatie tussen hersenen en geest aan. Het materialisme is nog steeds erg dominant, terwijl er al sinds 19e eeuw een enorme hoeveelheid bewijsmateriaal tegen verzameld is. Een van de grootheden uit de begindagen van het wetenschappelijke onderzoek naar zogeheten paranormale verschijnselen of 'psychical research', was de Engelsman F.W.H. Myers (1843-1901), van oorsprong een classicus, dichter en filosoof. Hij schreef het monumentale werk Human Personality and its Survival of Bodily Death.
Daarin besprak hij veel casussen die aantonen dat de geest veel verder reikt dan het brein, zoals gevallen van telepathie, hypnose, meervoudige persoonlijkheid, automatisch schrijven, en aanwijzingen voor een leven na de dood. Bovendien ontwikkelde hij de theorie dat er behalve een waakbewustzijn ook een veel ruimer 'Subliminal Self' bestaat. Hoewel Myers zelf nooit een expliciete transmissietheorie van de relatie tussen hersenen en geest heeft ontwikkeld wordt hij ook gezien als een van de vroegste voorstanders van zo'n theorie.
Het lijvige Irreducible Mind uit 2007 bouwt voort op Human Personality en bevat achterin zelfs een CD-Rom met de tekst en recensies van dit boek. De auteurs zien zichzelf ook expliciet als erfgenamen van het levenswerk van Myers en een van de negen hoofdstukken, hoofdstuk 2, is zelfs uitsluitend aan hem gewijd. Dit heeft vooral te maken met het gegeven dat de auteurs zijn gedachtegoed opvatten als een veelbelovend theoretisch raamwerk voor een nieuwe, niet-reductionistische psychologie die recht doet aan de hele psyche in al haar aspecten.

Ik vind het zeker terecht dat F.W.H. Myers veel aandacht krijgt als een van de theoretische en empirische pioniers van de psychical research. Alleen had ik het nog mooier gevonden als andere belangrijke denkers en theorieën op een vergelijkbaar grondig manier waren behandeld. Maar dit boek heeft nu eenmaal een programmatische opzet en is zoals de ondertitel al aangeeft bedoeld als een aanzet tot een omwenteling in de psychologie. Wat mij daar persoonlijk minder van bevalt is bijvoorbeeld de afwijzing van het klassieke substantialistische dualisme en daarmee ook van een substantieel zelf. In plaats daarvan blijkt men meer op te hebben met proces-metafysische vormen van panpsychisme a la Whitehead en met een zogeheten 'individualiteit' achter de alledaagse persoonlijkheid.
Twee elementen die mij weer wel erg aanspreken zijn een verdediging van de wetenschappelijke waarde van casuïstiek tegen een eenzijdige experimentele benadering en natuurlijk de afwijzing van het gelijkstellen van psychofysiologische correlaties aan een totale afhankelijkheid van de geest ten opzichte van het brein. Er is geen enkele logische reden te bedenken waarom zulke correlaties materialistisch geïnterpreteerd zouden moeten worden.

Wat men verder ook van de specifieke theorievorming in dit boek moge denken, het empirische materiaal dat de revue passeert is zonder meer indrukwekkend te noemen. Keer op keer blijken allerlei goed gedocumenteerde feiten niet verklaard te kunnen worden binnen het materialistische model. Het blijft niet bij loze beweringen, maar de auteurs onderbouwen hun interpretatie van bewijsmateriaal telkens weer met een grondige argumentatie. Dit geldt voor bijna-doodervaringen (die uitgebreid behandeld worden in hoofdstuk 6), maar bijvoorbeeld ook voor de werking van het geheugen, mystieke ervaringen, reïncarnatieherinneringen en het placebo-effect. De auteurs stellen dan ook op blz. 605: 'We zijn van mening dat het empirische bewijsmateriaal dat we in dit boek op een rijtje hebben gezet voldoende is om alle vormen van biologisch naturalisme, de huidige fysicalistische consensus over de relatie tussen lichaam en geest, te weerleggen.'

Dit is zeker geen boek voor een breed lezerspubliek, maar het is wel waardevol voor mensen met een aanzienlijke voorkennis en grote interesse in het lichaam-geest probleem.

Titus Rivas


Deze boekbespreking werd gepubliceerd in Terugkeer, 21 (4), winter 2010, blz. 26.

Contact: titusrivas@hotmail.com