Titel

Nu is het te laat

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 15 November, 2006)

Samenvatting

Drs. Titus Rivas verloor een goede vriend, Wim D., aan zelfdoding. In dit artikel biedt Rivas als gastauteur een terugblik voor het blad van de Cliëntenbond van psychiatrische patiënten.


Tekst


NU IS HET TE LAAT

Rivas: "Wim werd, zoals ik het nu overzie door bijna niemand serieus genomen"

door drs. Titus Rivas

Op 28 september 1996 stierf mijn goede vriend Wim D., 28 jaar oud. Kort voor zijn zelfdoding, want daar ging het om, had hij met mij gebroken vanwege een onbelangrijk meningsverschil.
Wim had in 1996, maar ook al daarvoor, reeds meermalen getracht zichzelf van het leven te beroven. In feite ging zijn doodswens heel ver terug, tot het begin van zijn puberteit. Als je voor het eerst met Wim praatte, merkte je niet direct dat hij zo fanatiek uit het leven wilde stappen. Hij zag er altijd verzorgd uit, had zichzelf sociaal goed onder controle en hield er over een heleboel dingen een - meestal sterk geëngageerde - eigen opvatting op na. Wim had zelfs een tijdje voor maatschappelijk werker gestudeerd en was begaan met allerlei soorten mensen zoals drugsverslaafden en daklozen. Hij ging er ook prat op dat zijn doodswens niet voortkwam uit een ziekelijk soort depressieve stemming. Zijn verlangen was voor hem zelf eigenlijk alleen maar logisch. Dit wist hij - voor wie echt naar hem wilde luisteren - heel helder en zelfs overtuigend uiteen te zetten. Daarbij speelde zijn epilepsie, die nota bene niet door iedereen werd onderkend, of zijn beroerde financiële situatie niet eens zo'n belangrijke rol. Dit waren weliswaar flinke ongemakken, maar toch nog dingen waar zelfs voor Wim mee te leven viel. Nee, zijn doodswens was voornamelijk terug te voeren tot een tekort aan liefde in zijn jeugd en tot twee verkrachtingen. Dit alles was nooit goed door Wim verwerkt, en wat erger was: niemand bood hem binnen de GGZ de gelegenheid om tot verwerking te komen!

Steeds weer kreeg Wim te horen dat de epilepsie een psychotherapie in de weg zou staan. Enerzijds omdat hij epileptische aanvallen zou kunnen krijgen bij een herbeleving van zijn emotionele ervaringen. Alsof die aanvallen erger zouden kunnen zijn dan zijn chronische levensmoeheid. En anderzijds omdat epilepsie een neurologische aandoening is en daarmee bewezen mocht worden geacht dat Wim "dus" niet geholpen kon worden door psychologische methoden. In feite twee hele beroerde, gemakzuchtige smoesjes die volgens mij Wim bevestigd hebben in zijn wanhoop en in zijn overtuiging dat zelfs de beste psychiater of psychotherapeut hem nog niet zou kunnen helpen. Tot overmaat van ramp werd Wim ook nog eens gediagnosticeerd als "borderliner" zodat zijn "lastige", kritische houding jegens de hulpverlening kon worden weggewuifd als symptoom van zijn conditie.

Wim werd zoals ik het nu overzie door bijna niemand serieus genomen, zelfs niet door de mensen van wie hij dacht dat ze dat wèl deden. Zijn ex-minnaar Michael, een drugsverslaafde die hij uit de goot en in een afkickcentrum had geholpen, zei (toen Wim vrijblijvend contact met hem zocht) botweg dat hij hem met rust moest laten. Zijn huisarts, die Wim als een soort biechtvader beschouwde, had hem feitelijk volledig afgeschreven. Uit zelfbescherming konden ook zijn ouders zich niet genoeg voor Wim openstellen. Zijn moeder heb ik tweemaal ontmoet; ze kwam eigenlijk heel aardig op mij over, maar wel heel bang om Wims naakte waarheid onder ogen te zien. Veel vrienden tenslotte beschouwden Wims herhaaldelijke zelfmoordpogingen als niets meer dan een morbide, zielige manier om aandacht te trekken. Ook de politie nam Wims doodswens weinig serieus. Na zijn dood bekenden agenten tegenover mij misschien nog eerder aan moord te denken dan aan zelfdoding.
Ondanks zijn negativistische inslag, was Wim een heel bewuste jongen die alles wat hij deed heel erg goed overdacht. Dat kon tot beslissingen leiden die voor de buitenwereld heel vreemd leken maar toch een innerlijke logica hadden.
Hij besloot bij een escortservice te gaan werken om zijn verkrachtingen te verwerken, geen unieke keuze overigens. Ook de manier waarop Wim gestalte wou geven aan zijn doodswens was goed doordacht. Omdat Wim heel erg bang was voor het stervensproces en de pijn die daarbij kon optreden, koos hij ervoor om - als het enigszins kon - via een huisarts aan voldoende medicijnen te komen om dood te gaan. Maar dan was het wel nodig voor - de zoals gezegd sterk sociaal bewogen - Wim dat de huisarts hiervoor niet vervolgd zou worden. Daarom bedacht hij een ingenieuze constructie. Hij schakelde een advocaat in die het recht op medische hulp bij zelfdoding bij ernstig psychisch lijden moest bepleiten. Tegelijkertijd voerden hij en ik gesprekken met elkaar die de basis moesten vormen voor zijn autobiografie. Ik was daar eigenlijk alleen bij betrokken omdat ik hoopte dat Wim zo weer een doel in zijn leven zou krijgen; maar hij zelf had een andere doelstelling. Het boek moest wat hem betreft, net als de voorgenomen rechtszaak, een pleidooi vormen voor de legalisering van medische hulp bij zelfdoding op psychische gronden.
Ondertussen ging hij op momenten van diepe wanhoop toch over tot suïcidepogingen zonder medische bijstand, hoe bang hij daar eigenlijk ook voor was.

Zijn verloren liefde (Michael), de beslissende rechtszaak en bovenal de dood stonden tijdens de laatste jaren van het moeilijke leven van Wim volledig centraal. Niets kon hem daar vanaf helpen. Helemaal niets? Er waren misschien toch nog twee uitwegen. Ten eerste een nieuwe relatie, maar omdat Michael als de grote liefde werd beschouwd was dat uiterst onwaarschijnlijk. Ten tweede een diepgaande, individuele psychotherapie die hem zou helpen dingen te verwerken en innerlijke krachtbronnen aan te spreken om zijn leven toch opnieuw zin te geven. Die mogelijkheid sloot Wim theoretisch helemaal niet uit, maar in de huidige GGZ bleek het er toch niet in te zitten, en geld voor vrijgevestigde therapeuten had hij niet. Een paar vrienden van Wim, waaronder ook ikzelf, hebben de betrokken reguliere hulpverleners aan hun verstand proberen te brengen dat alleen psychotherapie hem nieuwe levensmoed zou kunnen bieden, maar zonder resultaat. Het was dan ook uiterst voorspelbaar dat Wim op een kwade dag zou slagen in zijn streven. In zijn afscheidsbrief gericht aan Michael, schreef Wim onder meer: "Mijn leven werd te zwaar voor mij [...] Nu is het te laat."

Inmiddels, al meer dan een jaar na zijn overlijden, heb ik zijn incomplete autobiografie aangevuld met relevante correspondentie en dit als manuscript aangeboden aan een uitgeverij, waar het momenteel beoordeeld wordt [Het is afgewezen, omdat het commercieel niet interessant genoeg zou zijn.] Met een deel van de opbrengst van dit boekje wil ik een stichting oprichten, die naar hem vernoemd zal worden. De "Wim D."-Stichting zal wat mij betreft niet gericht zijn op de genoemde legalisering waar hijzelf op uit was, maar op de uitbreiding van betaalbare psychotherapie voor uitkeringstrekkers met chronisch psychisch lijden die onvoldoende hulp vinden in het reguliere circuit.
Ik denk, of ik weet eigenlijk wel zeker, dat Wim geen problemen gehad zou hebben met deze doelstelling. Hij was in de kern een hele humane persoon met hoge morele maatstaven. Hij geloofde bovendien net als ik, in een leven na de dood. Hij dacht dat hem aan gene zijde een soort psychotherapie, een "healing" zou worden geboden die hem hier op aarde onthouden bleef.

Deze overtuiging ging overigens zover dat hij sterk geïnteresseerd was in ervaringen van mensen die met het hiernamaals te maken hebben, zoals natuurlijk zogeheten bijna-dood ervaringen. Ik vertelde hem dat ik gelezen had dat uitgerekend onder mensen die zelfdoding wilden plegen de minst positieve, duisterste varianten van bijna-dood ervaringen zouden voorkomen. Wim nam dit wel degelijk ter kennisgeving aan, maar toch kon zelfs dit inzicht hem niet aan het aardse leven binden. Zo sterk was zijn verlangen.

Ik geloof zelf dat Wim er nog is, als is het dan zonder stoffelijk lichaam.

Misschien dat een Wim D.-Stichting kan meehelpen dat dit soort tragedies in bepaalde gevallen worden voorkomen, zodat het voor anderen niet te laat is.


Ingezonden (licht aangepast) artikel van gastauteur Drs. Titus Rivas, gepubliceerd in het Bulletin van de Cliëntenbond van psychiatrische patiënten, december 1997, 22-23.

- Geen goed leven, geen goede dood: herinneringen aan Wim

 



Contact: titusrivas@hotmail.com
.