Dispirited van David Webster (bespreking)
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 14 April, 2013)
Samenvatting
Bespreking door Titus van het boek 'Dispirited: How contemporary spirituality makes us stupid, selfish and unhappy' van David Webster.
Boekbespreking
David Webster. Dispirited: How contemporary spirituality makes us stupid, selfish and unhappy. Winchester/Washington: Zero Books, 2012. ISBN 978-1-84694-702-5.
Recensie: Titus Rivas
Het curieuze boekje Dispirited is geschreven door David Webster, een verstokte atheïst die eeen grote hekel heeft aan vrijzinnige, nieuwe vormen van spiritualiteit welke hij samenvat onder de noemers “Mind, Body and Spirit” en New Age. Webster erkent dat een liberale spiritualiteit op het eerste gezicht aantrekkelijker lijkt dan de aloude dogmatische religieuze stelsels. Volgens de auteur is dit maar schijn. Zoals de ondertitel al aangeeft is hij ervan overtuigd dat nieuwe spiritualiteit leidt tot domheid, egoïsme en een verminderd welzijn. Hij doet me hierin denken aan de bekende skepticus Gerald Woerlee. Vanuit zijn eigen filosofie is de bewering dat spiritualiteit mensen dommer maakt nog het meest begrijpelijk. De auteur gaat namelijk uit van een materialistisch wereldbeeld waarin spirituele theorieën per definitie onverenigbaar zijn met kritisch denken. Ze zijn bij voorbaat onzinnig en kunnen alleen overeind blijven als men elke rationaliteit voortaan vaarwel zegt. Dit is nog daaraan toe, maar de claim dat vrijzinnige spiritualiteit aanhangers steevast egoïstischer maakt is wel erg kort door de bocht.
Webster legt een link tussen de aandacht voor het eigen innerlijk en een egocentrische levenshouding waarbij men elke betrokkenheid bij anderen verliest. Kennelijk kan hij zich niet voorstellen dat iemand aandacht voor zichzelf met engagement kan combineren en dat zo'n combinatie zelfs kan leiden tot meer evenwicht en daadkracht. Het verband tussen een verminderd welzijn en vrije spiritualiteit tot slot ziet hij als volgt: aanhangers verkondigen doorgaans een voortbestaan na de dood en dit leidt tot vervreemding van de ware aard van het menselijke leven en daarmee van het eigen mens-zijn. Het leven is volgens Webster nu eenmaal eindig en bijna niemand gelooft werkelijk (aldus de auteur) dat er daarna nog iets zou kunnen zijn. We kunnen pas zinvol en menslievend in het leven staan door onze sterfelijkheid te erkennen en in het aangezicht van een in essentie absurde werkelijkheid te kiezen voor het eindige aardse leven. Hij noemt deze levenshouding 'neo-existentieel post-spiritueel' en het zou daarbij bijvoorbeeld gaan om een moedig besluit alle goden, geesten en het hiernamaals definitief achter ons te laten. Hij noemt de Franse existentialistische schrijver Albert Camus als voorbeeld voor deze houding. Overigens flirt hij ook even met een expliciet 'on-spirituele' interpretatie van Zen boeddhisme, net zoals bijvoorbeeld de Britse skeptica Susan Blackmore.
Het is duidelijk dat Webster echt walgt van vrijzinnige vormen van spiritualiteit. Hij roept zijn mede-atheïsten zelfs op minder energie te steken in de strijd tegen dogmatische religies en prioriteit te schenken aan de bestrijding van Mind, Body and Spirit. Bij die strijd kunnen aanhangers van traditionele godsdiensten zelfs als bondgenoten fungeren. Zij hebben in ieder geval een ding gemeenschappelijk met humanistische materialisten als Webster, namelijk een maatschappijkritisch engagement, ook al kunnen de concrete idealen uiteraard verschillen.
Het hele betoog van Webster is afhankelijk van zijn materialistische mens- en wereldbeeld. Als BDE's bijvoorbeeld uitwijzen dat er meer is dan deze fysieke wereld, is zijn vanzelfsprekende aanname dat de dood het einde betekent niet langer vanzelfsprekend. Daarnaast zijn de analyses die de auteur ons voorschotelt vooral erg karikaturaal. Natuurlijk zijn er inderdaad aanhangers van nieuwe spiritualiteit die de rede afwijzen en elk serieus rationeel debat voortaan irrelevant verklaren ten gunste van een kritiekloze 'eenheid'. Ook zijn er eenzijdige navelstaarders die zich niets gelegen laten liggen aan het lot van anderen. Maar er is wel degelijk ook een bereidheid tot vrije intellectuele uitwisseling, pluralisme (in plaats van relativisme) en een warm engagement te bespeuren. Sterker nog, Bert Stoop en ik hebben mede daarover het boek Spiritualiteit, Vrijheid en Engagement samengesteld.
Titus Rivas
Deze recensie werd geplaatst in Terugkeer 23(3), herfst 2012, blz. 25.
Contact:titusrivas@hotmail.com