Titel

There is Life After Death van Roy Abraham Varghese (recensie)

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 25 January, 2012)

Samenvatting

Boekbespreking door Titus Rivas van There is Life After Death: Compelling Reports From Those Who Have Glimpse the After-Life van Roy Abraham Varghese.


Tekst



Boekbespreking

Roy Abraham Varghese. There Is Life After Death: Compelling Reports From Those Who Have Glimpsed the After-Life. Franklin Lakes, NJ: New Page Books, 2010. ISBN 978-1-60163-095-7. Met een voor- en nawoord van Raymond Moody.

Roy Abraham Varghese stelt zich in There Is Life After Death zelf de vraag of we wel echt behoefte hebben aan nog weer een boek over een leven na de dood. Volgens de auteur is zijn benadering uniek vanwege een zorgvuldige selectie van bronnen over een hiernamaals. Hij betrekt hier namelijk niet alleen wetenschappelijk bewijsmateriaal bij, met name rond bijna-doodervaringen, maar ook veronderstelde universele voorstellingen van de mensheid en de 'goddelijke openbaring'. Zelf heb ik minder affiniteit met de laatste twee bronnen. De mensheid heeft zich al vaak genoeg vergist, en zomaar moeten erkennen dat bepaalde geschriften werkelijk geopenbaard zijn, vergt net iets teveel blind geloof van mij. Ik kende Varghese overigens al van zijn bijdrage aan een boek van de voormalige atheïstische filosoof Antony Flew over het bestaan van een scheppergod.
Helaas laat Varghese zich op diverse kernpunten leiden door christelijke dogma's en weigert hij alles wat daarmee onverenigbaar is echt serieus te nemen. Soms pakt dit bizar uit, bijvoorbeeld wanneer hij eerst stelt dat het 'ik' bestaat uit een aristotelische eenheid van lichaam en geest en even later dat er toch een (platoonse) onstoffelijke ziel is die de dood overleeft. In bepaalde gevallen maakt hij bovendien een karikatuur van de standpunten van zijn tegenstanders. Zo beschouwt hij reïncarnatie als een inherent onpersoonlijk concept dat niet te rijmen zou zijn met een persoonlijk voortbestaan. Weliswaar zijn er inderdaad invloedrijke stromingen die reïncarnatie of wedergeboorte op zo'n manier uitwerken. Maar er zijn ook uitgesproken personalistische theorieën. In het algemeen blijkt Varghese bijzonder gekant tegen wat hij de New Age-beweging en 'het paranormale' noemt.
Toch zitten er ook goede kanten aan dit boek. Zo is er een beknopte samenvatting van onderzoek naar BDE's die best aardig is, hoewel hij de rare theorie aanhangt dat bijna-doodervaringen altijd gepaard gaan met specifieke hersenactiviteit (alsof er geen casussen met een vlak EEG bestaan). Varghese noemt mensen die in het licht van dergelijk onderzoek nog vasthouden aan materialisme fundamaterialisten, ook al toont hij dus wel een blinde vlek voor zijn eigen – christelijke – dogma's, Hoofdstuk 6, Science and the Soul, is echt de moeite van het lezen waard, zelfs al blijft Varghese ook hierin vasthouden aan een hybride theorie over de verhouding tussen lichaam en ziel. Wat mij verder nog bevalt, is dat Varghese terecht benadrukt dat de term 'leven na de dood' slaat op het voortbestaan van een geestelijk zelf en uiteraard niet op leven in biologische, lichamelijke zin, en dat hij de fantasieloze notie van een 'saaie' onsterfelijkheid te licht bevindt.

Titus Rivas

Deze recensie werd geplaatst in Terugkeer 22(2), zomer 2011, blz. 27-28.