Titel

Een kritische vraag van een psychologiestudent

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 1 May, 2016)

Samenvatting

Tonen casussen van comapatiënten met bewustzijn aan dat BDE's tijdens een hartstilstand materialistisch te verklaren zijn?


Tekst


Een kritische vraag van een psychologiestudent

door Titus Rivas

Op dinsdag 13 mei 2014 gaf ik een lezing aan de Radboud Universiteit met de titel Bijna-doodervaringen: meer dan een geruststellende droom. De lezing vormde een onderdeel van het congres Circle of Life, georganiseerd door SPIN (Studievereniging Psychologie in Nijmegen). Aangezien er in een andere zaal een parallelle lezing werd gegeven over het thema hoogsensitiviteit, was het aantal bezoekers van mijn lezing bescheiden. Daar stond wel tegenover dat de aanwezige studenten blijk gaven van een oprechte belangstelling in het onderwerp door een aantal relevante vragen te stellen.
Mijn lezing met powerpoint-presentatie concentreerde zich na een algemene inleiding over bijna-doodervaringen op de paranormale aspecten van BDE's die niet in het materialistische mensbeeld passen. Samen met Anny Dirven en Rudolf Smit heb ik hier in 2013 een boek over samengesteld, getiteld Wat een stervend brein niet kan.
Eén van die paranormale verschijnselen betreft zoals bekend het optreden van bewuste ervaringen tijdens een hartstilstand. Bewustzijn tijdens een hartstilstand vormt een anomalie voor het materialisme, omdat er reeds binnen minder dan een halve minuut te weinig corticale hersenactiviteit overgebleven is om bewuste ervaringen mogelijk te maken. Ook al zou er in andere delen van het brein nog enige activiteit optreden, dit zou irrelevant zijn voor de verklaring van de BDE. Als er al (materialistisch beschouwd) bewustzijn mogelijk was met alleen minimale corticale activiteit, dan zou dit een sterk ingeperkte vorm van bewustzijn moeten zijn. Dit komt omdat de cortex algemeen verantwoordelijk geacht wordt voor de hogere cognitieve functies van de menselijke geest. Geen of een sterk gereduceerde corticale activiteit betekent dus dat er hoogstens wat gedachteloze, onsamenhangende indrukken beleefd kunnen worden. Zoals bekend komt dit niet overeen met de juist extra rijke en heldere bewuste beleving bij bijna-doodervaringen. Het is in dit opzicht voor mij nogal onbegrijpelijk waarom skeptici verwijzen naar (mogelijke) subcorticale activiteit als verklaring voor bewustzijn tijdens een hartstilstand.
Overigens heb ik als medische leek begrepen (bijvoorbeeld uit Eindeloos bewustzijn van dr. Pim van Lommel) dat bij een hartstilstand binnen een mum van tijd ook de neurologische activiteit ophoudt in structuren die alleen voldoende zouden zijn voor eenvoudige vormen van bewustzijn.

Vraag uit de zaal
Eén van de studenten stelde in dit verband een relevante vraag, namelijk: “Er wordt tegenwoordig steeds meer bekend over bewuste waarnemingen, gevoelens en gedachten bij bepaalde coma-patiënten. Vormt dit fenomeen ook een anomalie voor het materialisme of is het juist een bedreiging voor de stelling dat bewustzijn tijdens een hartstilstand materialistisch gezien volledig onverklaarbaar is?” Met 'coma' werd in dit verband uiteraard alleen een vegetatieve toestand bedoeld buiten een klinische dood, dat wil zeggen zonder dat er sprake is van een hartstilstand. Ik gaf direct toe dat ik onvoldoende op de hoogte was van de casussen van coma waarbij sprake is van een min of meer normale beleving terwijl dit van buitenaf beschouwd onmogelijk werd geacht. Gevallen van coma waarin er alleen subcorticale activiteit optrad toen de patiënt bewuste ervaringen onderging kunnen overigens alleen relevant zijn voor casussen van BDE's waarin er ten minste nog zulke subcorticale activiteit kan zijn. Voor zover ik weet, geldt dit in elk geval niet voor BDE's waarin het bewustzijn nog aanhoudt terwijl de hartstilstand reeds langer dan enkele tientallen seconden voortduurt. In dit opzicht is bewustzijn tijdens een coma (zoals hier gedefinieerd) met subcorticale activiteit dus niet relevant voor BDE's tijdens een hartstilstand. Het vormt dus zeker ook geen bedreiging voor een anti-materialistische verklaring van zulke casussen.
Toch blijft het een interessante vraag hoe men in de reguliere neuropsychologie de aanwezigheid van bewustzijn bij comapatiënten verdisconteert. Het zou op zijn minst merkwaardig zijn als men in dit verband complexe vormen van bewustzijn toeschrijft aan neurologische activiteit buiten de hersenschors.

Beschikbare informatie
De online bronnen die ik over dit onderwerp heb geraadpleegd, blijken niet te gaan over comapatiënten die (buiten een hartstilstand) bewuste ervaringen hebben ondergaan terwijl hun cortex er helemaal mee opgehouden was. Sterker nog, het blijkt over het algemeen moeilijk om exact te bepalen wat voor een activiteit er op specifieke momenten aanwezig geweest kan zijn. Dit hangt hier mee samen dat een coma in veel gevallen omkeerbaar kan zijn. Het is dan dus een tijdelijke fase waarin neurologisch beschouwd weer verandering kan komen.
De 'wonderlijke' casussen van comapatiënten met bewustzijn vormen dan ook slechts een oppervlakkige parallel met bijna-doodervaringen tijdens een hartstilstand. De overeenkomst is dat medici bij beide soorten gevallen verrast kunnen zijn dat de patiënt bewuste ervaringen heeft ondergaan. Het verschil is echter dat men bij de comapatiënten niet beweert dat er sprake is van een anomalie voor het heersende paradigma. Men stelt hoogstens dat schijn erg kan bedriegen en dat het bijzonder moeilijk kan zijn om relevante fysiologische signalen die samenhangen met bewustzijn op te merken. Bij BDE's tijdens een hartstilstand is er iets heel anders aan de hand. Daarbij weten artsen reeds wat de gevolgen van een hartstilstand voor het uitvallen van hersenactiviteit betekent. Het gaat dus niet om een methodisch meetprobleem, maar echt om een verschijnsel dat volstrekt onverenigbaar is met het dominante materialistische model.
Overigens heb ik de gangbare materialistische claim dat bewustzijn tijdens een coma veroorzaakt wordt door subcorticale activiteit niet teruggevonden. Het gaat in plaats daarvan om corticale restactiviteit of een opleving in de hersenschors zelf. Zo haalt auteur Edwin Oden neuroloog Albert Hijdra van het AMC aan:
“Het wakker worden uit coma is een geleidelijk proces dat enkele dagen kan duren. In die fase beginnen de hersengebieden her en der met opstarten. De droomachtige belevingen waar mensen het over hebben, treden waarschijnlijk dán op. Het is logisch dat ze zich heel veel belevingen herinneren, want je kunt al enorm veel meemaken in een droom van dertig seconde.”
Oden schrijft verder: “Dat vegetatieve patiënten nog wel basale functies hebben, zoals een slaap-waakritme en bepaalde reflexen, kan verwarrend zijn voor hun familie, weet neuroloog Hijdra. 'Zo'n patiënt lijkt wakker te zijn, om zich heen te kijken, en soms reageert hij op pijnprikkels met bewegingen of gezichtsuitdrukkingen. Je zou daardoor het idee kunnen krijgen dat hij bij kennis is. Maar daar is geen sprake van: als je hem aanspreekt volgt geen reactie, en er is evenmin oogcontact mogelijk. Voor een bewustzijn heb je echt een hersenschors nodig; een hersenstam alleen is daarvoor onvoldoende. “
Zelfs de Belgische onderzoeker Steven Laureys, bekend van zijn werk rond BDE's, blijkt het volgens dit artikel uitsluitend te hebben over activiteit in de hersenschors wanneer hij verwacht dat bepaalde comapatiënten een vorm van bewustzijn kunnen ervaren. Hij erkent overigens dat dit bewustzijn beperkter moet zijn naarmate er minder relevante activiteit in de hersenen optreedt.
De conclusie lijkt dan ook duidelijk: bewustzijn bij comapatiënten buiten de context van een hartstilstand vormt géén anomalie voor een materialistisch wereldbeeld zolang er daarbij nog sprake kan zijn van activiteit in de cortex. Zodra dat niet meer het geval is, komt de situatie feitelijk (in dit verband) functioneel overeen met die van een patiënt met een hartstilstand. Dat wil zeggen dat menselijk bewustzijn materialistisch beschouwd niet meer mogelijk zou moeten zijn. Vooralsnog zijn mij geen casussen van dit type bekend, buiten het BDE-onderzoek wel te verstaan.

Referenties
– Lommel, P. (2007). Eindeloos bewustzijn: een wetenschappelijke visie op de bijna-dood ervaring. Kampen: Ten Have, 2007.
– Oden, E. (2012). Het brein in coma. Psychologie Magazine, januarinummer.
– Rivas, T., & Dirven, A. (2010). Van en naar het Licht. Leeuwarden: Elikser.
- Rivas, T., Dirven, A., & Smit, R. (2013). Wat een stervend brein niet kan. Leeuwarden: Elikser.

Dit artikel werd geplaatst in Terugkeer 25(2), zomer 2014, blz. 20-21.

Contact: titusrivas@hotmail.com