Titel

Het doden van dieren (boekbespreking)

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 1 July, 2009)

Samenvatting

Recensie door Titus Rivas van het Doden van dieren: Maatschappelijke en ethische aspecten.


Tekst


Boekbespreking

HET DODEN VAN DIEREN: MAATSCHAPPELIJKE EN ETHISCHE ASPECTEN
PA. Koolmees, J.M. Swabe, & L.J.E. Rutgers (redactie) Wageningen Academic Publishers, 2003 ISBN 9076998191

door Titus Rivas

De laatste jaren is de maatschappelijke discussie rond het doden van dieren geïntensiveerd. Naar aanleiding daarvan organiseerde men op 18 juni 2002 te Garderen een symposium rond dit thema, waar deze bundel het tastbare resultaat van is. Auteurs met zeer verschillende achtergronden, zoals een etholoog, een ethicus, een jurist en een socioloog, buigen zich over allerlei aspecten van deze discussie.
Opvallend is ten eerste de brede consensus onder de deelne­mers aan het symposium dat het doden van dieren voor de consumptie moreel gerechtvaardigd is. Weliswaar erkent men dat dit standpunt niet vanzelfsprekend is, maar vegetarisme en veganisme lijken voor de meesten toch iets van een andere wereld, waar ze niet bij horen en (zeker openlijk) niet bij willen horen. Op zichzelf is dit gezien de tijdgeest misschien niet verwonderlijk, maar prof. dr. P. Schnabel, de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, maakt het wel erg bont door vegetarisme en vooral ook veganisme neer te zetten als "ontkenning van het 'dierlijke' in de mens, die een alleseter en allesgebruiker is" (blz. 29). Hij beweert dat het in feite gaat om een mensvriendelijke i.p.v. diervriendelijke leefwijze in de zin van "eten zonder schaamte of schuld". Uit de veronderstelde aanvaardbaarheid van het zonder strikte noodzaak doden van dieren voor consumptie en om economische redenen, volgt automatisch dat veel in deze bundel draait om de omstandigheden waaronder het doden van dieren geschiedt en de wijze waarop dit gebeurt.
Verrassend is hoezeer deelnemers erkennen dat het afmaken van proefdieren na bewezen 'diensten' - in plaats van de pensionering van deze dieren - wordt ingegeven door zuiver economische motieven. Dit geldt eveneens voor het euthanaseren van 'overtollige' dierentuindieren of het toepassen van extra pijnlijke, in plaats van 'humanere' dodingsmethoden bij de bestrijding van 'ongedierte'. Ook al stemmen deze geluiden nou niet direct vrolijk, het is toch belangrijk dat direct betrokkenen kennelijk zelf over het algemeen wel van deze misstanden doordrongen zijn! Het is dan ook hoopgevend dat één van de deelnemers, prof. mr. D. Boon (hoogleraar Dier en Recht te Utrecht), de gelegenheid heeft gekregen om fel van leer te trekken tegen de manier waarop mensen doorgaans met dieren omgaan. In veel gevallen blijkt dat er geen regelgeving bestaat, of "wat bedenkelijker is, dat voor veel van deze onderwerpen wel regelgeving bestaat, maar dat deze in de praktijk niet ten uitvoer wordt gebracht en wordt gehandhaafd" (blz. 50). Er moet volgens Boon een einde worden gemaakt aan de stuitende gedoogcultuur op dit gebied. Vergelijkbaar opwekkend is de Epiloog 'Respect voor dieren' van dr. F.W.A. Brom, die in zijn slotzin (tevens de laatste zin van het boek) stelt: "het zou mij niet verbazen als in die discussie [over het doden van dieren] de aanvaardbaarheid van het doden van dieren voor vleesconsumptie een issue zou worden" (blz. 128).

Gepubliceerd in Gezond idee!, nr. 60, lente 2004, blz. 30.

Contact: titusrivas@hotmail.com