TitelVerkracht
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 16 November, 2006)
Samenvatting
Autobiografie: Wim D. wordt verkracht en mishandeld door een caféhouder
Tekst
I. Onvoltooide Autobiografie: 4. Verkracht
Nadat ik bij mijn vader weggelopen was, kwam ik bij ene Paul W. terecht van Café De Blauwe Hand. Ik was toen een jaar of 16 en ik had 's ochtends een krantenwijk waardoor ik ook de krant bij dat café moest afleveren. Op die manier raakten we in gesprek met elkaar en het leek goed te klikken. Ik mocht zelfs van hem in die kroeg gaan werken als kelner. Dat heb ik van mijn zestiende tot mijn achttiende gedaan. Ik deed het werk op een grappige manier, een beetje bibberig. Klanten moeten zoiets natuurlijk wel pikken, anders kun je het werk niet goed doen. Maar de stamgasten van De Blauwe Hand accepteerden het van me, ze mochten mij gewoon. Dat was ontzettend leuk voor mij.
Toen ik op mijn achttiende wegliep, werd het al snel duidelijk dat er niet direct een geschikte opvang voor me zou zijn. Daarom trok ik de eerste tijd bij Paul in. Het werden uiteindelijk twee maanden. In die tijd heeft hij zich aan mij vergrepen en me mishandeld.
Ik trok dus bij hem in nadat ik weggelopen was van thuis. Mijn bed bevond zich in de meterkast. Er was een badkamer met twee deuren, namelijk naar zijn en mijn slaapkamer. Er zat geen muur tussen zijn slaapkamer en de huiskamer. Er was ook een open keuken.
Hij overmeesterde me in mijn slaap en kennelijk hield hij daarbij een sigaret in zijn handen. Ik voelde op een gegeven moment een gloeiend voorwerp op mijn rug. Toen vond de verkrachting plaats. Ik liep daarbij allerlei striemen en een blauw oog op. Uiteindelijk val je, hoe vreemd dat ook is, toch wel weer in slaap.
Ik kon weinig tegen Paul beginnen: hij was veel ouder, hij had een machtspositie (waar moest ik immers heen?), hij was zwaarder. Ik kan me mijn eigen reacties tijdens de verkrachting ook niet tot in detail herinneren. Ik weet nog wel dat ik stomverbaasd was. De volgende morgen zei ik wel iets tegen hem over mijn rug, die er niet uitzag. Ik vroeg hem: "Wat heb je gedaan met mijn rug?" Hij beweerde dat dat door het bed kwam, maar dat kon helemaal niet. Dit speelde zich af een paar dagen voor ik mijn boeken voor KMBO-handel moest gaan halen.
Daarbij zag ik mijn leerlingbegeleider en die vroeg me: "Heb je ruzie gehad?" Maar als dat het alleen maar was... Ik trok in een keer mijn bloes uit en liet hem mijn striemen zien.
De school heeft drie dagen nodig gehad om mij ergens onder te brengen. Als leerkracht is het verboden om leerlingen mee naar huis te nemen. Ik ben wel heel even (hooguit drie uur) bij mijn leerlingbegeleider thuis geweest.
Achteraf bleek het ook om een café te gaan waar veel homo's kwamen. Er werd ook voor hem geadverteerd. Hij bleek een soort zetbaas te zijn. Voordat Paul me verkrachtte, hadden we een soort flirtcontact gehad met elkaar. Die man had dus al duidelijk vermoedens aangaande mijn homoseksualiteit, waar ik me zelf toen nog niet echt van bewust was. Ik ervoer De Blauwe Hand ook helemaal niet als een café voor homo's. Hij wou ook niet dat ik me er allemaal bewust van werd. Paul liep al tegen de 50, en ik kreeg toen ik er werkte alles van hem gedaan.
Toch waren er voor de verkrachting geen duidelijke signalen geweest.
Wel had ik het merkwaardig gevonden dat hij eigenlijk meer een klant was van de bar dan de baas ervan. Hij dronk graag een borreltje, was in feite een alcoholist. Normaal gesproken drinken kroegeigenaren zelf juist nooit alcohol, omdat de zaak dan over de kop kan gaan. Als Paul dronk, trad er een soort verstandsverbijstering bij hem op. Zo had ik zelf een keer zijn autosleutels van hem afgepakt om te voorkomen dat hij dronken achter het stuur zou gaan zitten. En dan vroeg hij naderhand: "Heb jij de autosleutels ergens gezien?"
Wat mij het meest dwarszit, is dat hij toen ik hem eenmaal ging aanklagen wegens de verkrachting, zelfmoord bleek te hebben gepleegd. Ik vind namelijk dat hij had moeten boeten voor zijn gedrag. Ik denk nu nog: "Ja, maar jij laat mij wel met een deuk in mijn ziel achter." Ik heb ook nog geld los proberen los te krijgen van een fonds voor geweldsmisdrijven, maar dat is me niet gelukt.
Verkrachting is zo ingrijpend, het blijft je de rest van je leven bij.
Na drie dagen kwam ik in een opvangcentrum terecht. De handenarbeidjuffrouw had een heleboel telefoonnummers gedraaid, maar zonder succes. Ze zei daarna: "Ik ga je ontvoeren." "Hoezo dat dan?" vroeg ik. "Ik breng je naar een opvangcentrum in O.".
Daar woonde ze zelf ook. Ik heb er uiteindelijk zes weken of twee maanden gezeten. Ik kreeg er wel begeleiding, maar niet om alles te verwerken. In eerste instantie om tot rust te komen en daarna een oplossing te zoeken, zodat ik weer uit het centrum weg kon gaan. Ze hebben er niks gedaan aan het trauma.
We hebben er wel eens met elkaar over gepraat als mij iets dwarszat, maar de hulpverlening weet niet echt goed wat ze met zoiets aan moeten, omdat het gaat om verkrachting van een man. Ze namen het trouwens wèl serieus, zelfs zozeer dat ze van me eisten dat ik aangifte zou gaan doen. Ik deed dat niet, omdat ik bang was dat Paul me dan af zou maken.
Ik werd nog wel onderzocht door een dokter, om mijn verwondingen in kaart te brengen.
-
Omzwervingen-
Terug naar het begin Inhoudsopgave van Geen Goed Leven, Geen Goede Dood Contact:
titusrivas@hotmail.comArtikelen van Titus Rivas over sociale kwesties (inclusief columns)