Titel

The Soul Fallacy van Julien Musolino (Recensie)

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 7 May, 2016)

Samenvatting

Boekbespreking door Titus Rivas van het boek "The Soul Fallacy: What science shows we gain from letting go of our soul beliefs" van Julien Musolino.


Tekst


Boekbespreking
Julien Musolino. The Soul Fallacy: What science shows we gain from letting go of our soul beliefs. New York: Prometheus Books, 2015. ISBN 979-1-61614-962-8.

Het boek The Soul Fallacy van de Frans-Amerikaanse cognitiewetenschapper Julien Musolino zou nog wel eens erg populair kunnen worden onder skeptici en andere materialisten. Musolino stelt dat we in het Westen nog steeds veel te vaak uitgaan van een onstoffelijke ziel, terwijl de wetenschap volgens hem allang aangetoond heeft dat er geen ziel bestaat. In dit boek meent hij overtuigend aan te tonen dat er geen enkel bewijsmateriaal bestaat voor een een onreduceerbare psyche.
De manier waarop dit gebeurt is voorspelbaar. De auteur blijkt een overtuigd reductionist die de geest opvat als niets meer dan 'hersenactiviteit'. Hij noemt wel even het bekende 'hard problem' van het bestaan van bewustzijn, maar hij sluit niet uit dat dit niets meer dan een schijnprobleem is. Geen spoor van een gedegen filosofische scholing op dit punt. Zijn kennis van wijsgerige vraagstukken beperkt zich tot 'grootheden' als Daniel Dennett en Gilbert Ryle.
Daarbij aansluitend stelt de auteur dat onze introspectieve toegang tot ons eigen bewustzijn ons helemaal niets leert over de aard van de psyche. Hij beschouwt alles wat we over onszelf denken te weten op grond van ons bewustzijn zelfs als een soort illusie, die gecorrigeerd moet worden door de neurowetenschappen en experimentele psychologie.
Van hieruit ziet Musolino alle paranormale verschijnselen als onbestaanbaar. Er zou letterlijk geen enkel deugdelijk bewijsmateriaal voor zijn. In dit verband noemt hij met name het werk van psycholoog Daryl Bem rond precognitie. Het feit dat dit vrij algemeen door de gevestigde wetenschap verworpen wordt, is voor de auteur een regelrecht bewijs dat het niets voorstelt. In feite een rare cirkelredenering, want zo komt onwelgevallig bewijsmateriaal er dus helemaal nooit door.
Voor Musolino is echte wetenschap per definitie materialistische wetenschap. Bewijsmateriaal dat daar niet in past, is daarom bij voorbaat ook geen wetenschappelijk bewijsmateriaal. Uiteraard geldt dit ook voor alle niet materialistisch te duiden bevindingen rond bijna-doodervaringen. De auteur noemt bijvoorbeeld Eben Alexander en Jeffrey Long als mensen die je totaal niet serieus zou mogen nemen. Dit zou ook daaruit blijken dat veel 'nieuwe dualisten' zich voornamelijk tot het grote publiek richten, omdat ze maar weinig voet aan de grond krijgen onder serieuze geleerden.
Het reductionistische materialisme dat Musolino aanhangt wordt door hem zelfverzekerd onderbouwd door allerlei bewijsmateriaal waaruit blijkt dat het brein invloed heeft op de geest. Hier maakt hij zonder enige aarzeling van dat de geest dus volledig bepaald wordt door de hersenen. Er is immers geen ziel en we zijn volkomen materiƫle wezens, dus is dit volgens Musolino de enige rationele conclusie. Vergelijkbare denkfouten zien we in de werken van Gerald Woerlee.
Alsof het dogmatisch materialisme dat Musolino verkondigt niet al erg genoeg is, wil de auteur ook nog dat zijn lezers inzien dat een wereld zonder ziel er positiever uitziet dan een bezielde werkelijkheid. Zelfs van een voortbestaan na de dood stelt hij dat we helemaal niets verliezen, nu we volgens hem weten dat dit een soort sprookje is. Hij staat daarmee in de traditie van andere luidruchtige materialisten, ook al gunt hij vooral oudere mensen wel de illusie van een hiernamaals. Hij hoop alleen dat nieuwe generaties zich niet meer laten betoveren door de achterhaalde notie van een ziel. Dat dit alleen maar goed zou zijn, blijkt volgens de auteur uit cijfers met betrekking tot overwegend 'gelukkige' Scandinavische landen, waarin men voor het grootste deel een materialistisch wereldbeeld aanhangt. Overigens levert hij en passant kritiek op aanhangers van een ziel die alleen van toepassing blijkt op conservatieve christenen.
Een van de weinige dingen uit dit boek waar ik het wel mee eens ben, is dat Musolino de hypothese van een actieve, onsterfelijke ziel een empirische, wetenschappelijke hypothese noemt. Voor hem bestaat er geen enkel bewijsmateriaal ten gunste van die hypothese en dat zie ik toch wel even anders... Zoals zoveel materialisten heeft hij het over de Nieuwe kleren van de keizer, die net als de ziel gewoon helemaal niet bestaan. Dat geldt in mijn ogen nu juist voor de onvolprezen rationaliteit van het materialisme. Die is er gewoon niet.

Titus Rivas

Deze recensie werd gepubliceerd in Terugkeer 26(3), herfst 2015, blz. 31 en Levenslicht 44, herfst 2015, blz. 20-21.

Contact: titusrivas@hotmail.com