Titel

Bijna-doodervaringen en levensbeschouwing

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 24 November, 2013)

Samenvatting

Titus Rivas staat stil bij de vraag wat voor levensbeschouwelijke consequenties bijna-doodervaringen hebben.


Tekst


Bijna-doodervaringen en levensbeschouwing

door Titus Rivas

De afgelopen decennia zijn er zeker tientallen boeken verschenen van mensen die een bijna-doodervaring hebben beleefd. In de meeste gevallen beperkt de auteur van zo'n boek zich niet tot een beschrijving van zijn of haar ervaring. Doorgaans wordt de lezer ook getrakteerd op de ruimere levensbeschouwelijke conclusies die de BDE-er uit die ervaring heeft getrokken. Bijvoorbeeld over de manier waarop de fysieke werkelijkheid is opgebouwd, over hogere wezens, over tijd, of over de aard van het hiernamaals. De inzichten zijn, als het goed is, gebaseerd op de eigen BDE en dus niet zomaar bij elkaar verzonnen.

Tegenstrijdige wereldbeelden
Er is in de meeste gevallen geen goede reden om te twijfelen aan de eerlijkheid van de BDE-er. Toch kunnen bijna-doodervaringen juist in dit opzicht sterk uiteenlopen. Zo zijn er BDE's van diverse soorten orthodoxe gelovigen die inhoudelijk overeenkomen met hun respectievelijke religieuze doctrines. Ze kunnen bijvoorbeeld een ontmoeting hebben gehad met een wezen dat ze herkenden als Jezus Christus of beelden hebben gezien van een soort hel vol kermende zondaars. Betekent dit nu dat de leer van hun godsdienst geloofwaardiger wordt door de inhoud van hun bijna-doodervaring? Nou nee, want de BDE's van gelovigen kunnen inhoudelijk volledig haaks op elkaar staan.
Zoiets geldt eveneens voor concrete vraagstukken zoals reïncarnatie. De ene BDE-er kan te zien krijgen dat er geen reïncarnatie bestaat en een tweede dat schijnbare herinneringen aan vroegere incarnaties in feite te maken hebben met 'parallelle levens', terwijl een derde juist inzage krijgt in incarnaties die hij of zij wel degelijk zelf geleefd zou hebben.

Qua levensbeschouwelijke boodschap kunnen niet alle BDE's even waar zijn, omdat ze elkaar wat dit betreft nu eenmaal tezeer tegenspreken. Op zich is dit niet zo verwonderlijk als men, zoals ik, uitgaat van een model waarbinnen BDE's een soort mix vormen van (a) droombeelden, afkomstig uit de onbewuste geest van de BDE-er en bijvoorbeeld ook beïnvloed door culturele voorstellingen, (b) paranormale ervaringen, zoals helderziende waarnemingen en contact met overledenen, en waarschijnlijk ook nog (c) visioenen van een intersubjectief, rijk geschakeerd hiernamaals dat zich qua manifestatie sterk kan aanpassen aan individuele overtuigingen (Rivas, 2007). Binnen dit model is het inderdaad mogelijk om tijdens de ervaring in contact te treden met andere klinisch dode patiënten, overledenen en eventuele hogere wezens, maar de concrete vorm die de ontmoeting daarbij aanneemt zal zich vaak aanpassen aan iemands persoonlijke voorstellingen.

Wat we van BDE's kunnen leren
Wat betekent dit nu voor de levensbeschouwelijke waarde van de boodschap van afzonderlijke BDE's? Ik denk dat we wat dit betreft onderscheid moeten maken tussen:

* de levensbeschouwelijke implicaties van de paranormale ervaringen rond BDE's,
* de veranderingen in waarden en normen die iemand aan de BDE overhoudt, en
* de individuele levensbeschouwelijke conclusies die de patiënt aan zijn of haar BDE verbindt.

Bijna-doodervaringen kunnen los van hun individuele boodschap zelf bijvoorbeeld wijzen op een voortbestaan na de dood - met name wanneer ze plaatsvinden tijdens een hartstilstand, hetgeen kan worden vastgesteld doordat de patiënt buiten zijn fysieke zintuigen om specifieke gebeurtenissen heeft waargenomen die plaatsvonden tijdens zijn klinische dood.
Ook zijn er veranderingen in het waardepatroon van BDE-ers vastgesteld die niet afhankelijk lijken te zijn van de specifieke inhoud van hun bijna-doodervaring. Men kan daarbij denken aan het afwijzen van een eenzijdig materialistische levensstijl, of het aanhangen van waarden zoals liefde en compassie, persoonlijke ontwikkeling, en het verwerven van kennis of wijsheid.

Particuliere versus universele levensbeschouwelijke conclusies
Binnen de individuele levensbeschouwelijke conclusies die de patiënt aan de BDE koppelt, kun je vervolgens nog onderscheid maken tussen particuliere conclusies die slechts door een beperkt aantal (groepen) BDE-ers worden gedeeld (zoals: “Jezus Christus zit aan gene zijde op de troon, hij draagt een rode mantel en je kunt hem herkennen aan zijn wondtekenen”) en universele conclusies (Rivas, 2010) die bijna algemeen worden getrokken (zoals: “We zijn hier op aarde om te leren, ons te ontwikkelen, te leren houden van onszelf, en iets te betekenen voor anderen”). Ik denk dat het weinig zin heeft om particuliere levensbeschouwelijke conclusies aan BDE's te verbinden. Als je nog geen islamitisch wereldbeeld hebt, is er bijvoorbeeld weinig voor te zeggen om vanwege iemands islamitisch gekleurde BDE zelf opeens moslim te worden. En als je van lineaire reïncarnatie uitgaat, is het nogal ongefundeerd deze overtuiging plotseling overboord te gooien omdat een BDE-er beweert dat er alleen parallelle levens bestaan.

Bijna-doodervaringen kunnen met andere woorden wel degelijk belangrijke inzichten opleveren, maar ze vormen geen goede reden om zomaar een specifiek levensbeschouwelijk systeem aan te gaan hangen, dat veel verder zou gaan dan algemene stellingen zoals: “er is een geestelijk voortbestaan” of “we zijn hier onder meer om onszelf te ontwikkelen”.
Verhalen over bijna-doodervaringen zijn dus zeker van groot belang voor onze levensbeschouwing, maar ze ontslaan ons niet van eigen (filosofisch) denkwerk, wetenschappelijk onderzoek of het voortzetten van onze persoonlijke zoektocht. Paradoxaal genoeg sluit dit mooi aan bij een universele waarde die men steeds weer in verslagen van BDE's aantreft: de dorst naar kennis!

Referenties
- Rivas, T. (2007). Hallucinaties of meer? Terugkeer, 18(1), 16.
- Rivas, T. (2010). Heeft het aardse leven zin? Terugkeer, 21(1), 12-14.

Dit artikel werd in 2013 gepubliceerd in Terugkeer 24 (3-4), jubileumnummer (25 jaar Merkawah), blz. 52-53.

Contact: titusrivas@hotmail.com