Titel

Een hiernamaals voor mens en dier?

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 15 August, 2009)

Samenvatting

Titus Rivas betoogt in een artikel voor Vega! dat de specifieke argumenten tegen een leven na de dood voor dieren niet steekhoudend zijn. Als mensen de dood overleven, geldt dat ook voor dieren.


Tekst

 


Een hiernamaals voor mens en dier?

door Titus Rivas

Toen mijn hondje Takkie ongeveer twee jaar geleden door mijn dierenarts met een spuitje uit haar lijden werd verlost, vertelde ik hem ietwat beschroomd over mijn overtuiging dat zij er na haar dood geestelijk nog steeds zou zijn. Het kostte de man echter zichtbaar moeite om enige irritatie te onderdrukken.
Als mensen uitkomen voor de overtuiging dat hun gestorven huisdier voortleeft in een dierenhemel kunnen ze doorgaans rekenen op gegeneerde, geïrriteerde of lacherige reacties. Dit lijkt een typisch Westers verschijnsel. Let wel, niet het geloof in een dierenhemel, maar de associatie die veel westerlingen daarbij hebben met onrealistische sprookjes en fantasie. Een dierlijk hiernamaals zou alleen passen in het 'magische' denken van jonge kinderen. Wanneer iemand die overtuiging als volwassene nog steeds heeft, zou hij achtergebleven zijn in zijn verstandelijke ontwikkeling, of hij neemt tijdelijk gevoelsmatig zijn toevlucht tot geruststellende kinderfantasieën ten behoeve van een rouwproces.

Westerse traditie rond dierlijke ziel
Nu kan ik me zulke associaties nog voorstellen bij materialisten of boeddhistische filosofen die überhaupt niet geloven in een individueel voortbestaan na het sterven. Het zou immers op zijn minst merkwaardig zijn als alle andere dieren wel geestelijk voortleven na hun dood, terwijl er van mensen alleen een stoffelijk overschot overblijft.
Maar de afwijzing van een dierlijk hiernamaals komt ook voor onder westerlingen die niet twijfelen aan een mensenhemel. Zij gaan ervan uit dat dieren hoogstens een sterfelijke, lichaamsgebonden ziel bezitten en op dit punt essentieel verschillen van mensen. Daarom zou het bewustzijn van dieren na hun dood alleen maar kunnen uitdoven of oplossen in een soort collectieve ziel.
Soms maakt men daarbij nog wel een uitzondering voor huisdieren. De liefde van mensen zou deze speciale dieren een (quasi-)persoonlijke ziel meegeven waardoor zij hun baasjes na hun dood (in ieder geval enige tijd) kunnen vergezellen.
De westerse ontkenning van een voortbestaan van dieren heeft te maken met hun lage status binnen (hoofdstromen van) het christendom. Dieren lijken in dit perspectief zo ver van de mens af te staan dat ze nog eerder overeenkomen met planten dan met homo sapiens. Met uitzondering van geliefde huisdieren natuurlijk!

Dieren zonder ik?
Wrang genoeg benadrukken zelfs hedendaagse bestrijders van het materialisme het onderscheid tussen mensen en andere dieren. Zo schrijft Mario Beauregard in Het spirituele brein: “Als we werkelijk voor 98 procent chimpansees zijn, zijn geest, zelf, wil, ziel en spiritualiteit zonder twijfel niet meer dan menselijke vormen van een normale dierlijke hersenfunctie.”
De afwijzing van een geestelijk voortbestaan voor dieren berust vaak op de gedachte dat dieren geen individuele (of persoonlijke) ziel bezitten. Ze hebben geen 'ik' en kunnen daarom ook niet individueel de dood overleven. Nu kun je de woorden 'een ik hebben' in dit verband op drie verschillende manieren opvatten:
1. Een 'ik' hebben kan betekenen dat je een beeld hebt van jezelf, een zelfconcept. Hiervoor moet je eerst het besef hebben dat je bestaat: het zelfbewustzijn. Dierpsychologisch onderzoek wijst uit dat veel of zelfs de meeste dieren wel degelijk een onderscheid maken tussen zichzelf en anderen of de fysieke wereld om hen heen. Bovendien is bij leden van diverse diersoorten, zoals mensapen, olifanten en dolfijnachtigen, aangetoond dat zij een hoog ontwikkelde vorm van zelfbewustzijn bezitten en mede daardoor mentaal sterk op mensen lijken. Hieruit valt te concluderen dat de stelling dat dieren geen zelfconcept hebben, achterhaald is.
2. Een andere interpretatie van het woord 'ik' is '(een vermogen tot het ondergaan van) subjectieve ervaringen'. Iemand die een ik heeft volgens deze interpretatie, is een 'ervaarder'. Wanneer een dier geen ik heeft, zou het met andere woorden helemaal geen bewustzijn kennen, maar een soort automaat zijn. Het zou zich slechts gedragen als een wezen met gevoelens en gedachten, maar in feite niets meer zijn dan een zielloze robot. Sommigen lijken niet te beseffen dat als dieren echt geen subjecten zouden zijn, ze hoe dan ook geen enkele subjectieve ervaring zouden kunnen ondergaan en dus helemaal niets zouden ervaren.
3. Een derde betekenis van 'een ik hebben' kan zijn 'een persoonlijkheid bezitten'. Hiermee bedoelt men dat dieren van dezelfde species gedragsmatig misschien wel genetische variaties vertonen, maar toch allemaal bepaald worden door een onpersoonlijke 'geest' van de soort. Dieren zouden dus zoveel lijken op hun soortgenoten dat je niet mag verwachten dat ze een individuele ziel bezitten die de dood zou kunnen overleven. Ook deze visie is tegenwoordig niet meer plausibel. Jane Goodall heeft bijvoorbeeld gewezen op grote individuele verschillen tussen chimpansees, en iedereen die huisdieren heeft zal zo'n diversiteit direct beamen. Op zich is verschillen-van-anderen nogal een vreemd criterium voor leven na de dood. Elk van diezelfde dieren die niet wezenlijk van elkaar zouden verschillen, leidt hier namelijk op aarde toch zijn eigen leven.

Ondanks allerlei verschillen tussen mensen en andere dieren is het volkomen aannemelijk dat mensen en dieren na de dood iets vergelijkbaars te wachten staat. Simpel gezegd: of er is ook een voortbestaan voor dieren, of niemand overleeft de dood.

Bewijsmateriaal
Als je ervan uitgaat dat wij mensen onze dood geestelijk overleven, dan is een dierenhemel geen rare gedachte, maar juist heel rationeel en consequent. Maar waar kun je zo'n idee van een voortbestaan eigenlijk op funderen? In het algemeen biedt een spirituele levensbeschouwing een goede basis. Voorts zijn er rationele argumenten voor onsterfelijkheid geformuleerd door onder andere (neo)platonisten en ook klassieke Indiase filosofen. Eén ervan is dat het subjectieve bewustzijn niet opgevat kan worden als een fysiek verschijnsel, zodat het uiteenvallen van het lichaam niet leidt tot de vernietiging van de ziel.
Bekender zijn echter de empirische aanwijzingen uit de parapsychologie en geneeskunde, bijvoorbeeld in de vorm van bijna-doodervaringen tijdens een hartstilstand, geestverschijningen of verifieerbare herinneringen aan een vorig leven. Uit de beste casussen op dit soort gebieden lijkt te volgen dat er meer aan de hand is dan louter toeval, bedrog of zelfbedrog. Zo is er sprake van kennis van specifieke feiten die men waarschijnlijk niet op een normale manier verkregen kan hebben.
Ook voor een voortbestaan van dieren bestaan concrete aanwijzingen. Een van de meest uitgebreide boeken over het onderwerp is Animals and the Afterlife van de Amerikaanse veganiste en voorstander van dierenrechten Kim Sheridan.
De mogelijkheden om bewijsmateriaal rond dit thema te verzamelen, zijn beperkter dan wanneer het mensen betreft: dieren kunnen zelf niet tot in detail communiceren over hun eigen ervaringen. Daarom zijn we aangewezen op de ervaringen van mensen die betrokken zijn geweest bij overleden of stervende (huis)dieren. Kim Sheridan laat in haar boek zien dat er veel meer dingen gebeuren op dit gebied dan je door de heersende, typisch Westerse ideeën over dieren zou verwachten. Er zijn bijvoorbeeld veel mensen die na de dood van hun huisdier gecommuniceerd zouden hebben met dat dier. Hun ervaringen lijken sterk op vergelijkbare casussen over communicatie met overleden mensen. Zo had Dawn E. Hayman uit New York een Shetland pony, Bubbles, opgevangen op haar boerderij. Na enige tijd stierf Bubbles van ouderdom en ongeveer zes maanden later kreeg Dawn telepathisch de boodschap door dat de pony bij haar terug zou keren als ongeboren vrucht. Tevens wist ze wanneer dat dan zou gebeuren. Zij nam deze ingeving eerst niet serieus omdat ze een opvangcentrum runde en geen fokkerij. Uiteindelijk bleek er toch een zwangere merrie op de bewuste datum te worden binnengebracht. Een klein meisje dat Bubbles als baby gekend had, was bij de geboorte van het veulen aanwezig en zei daarbij: “Het is Bubbles, mamma, het is Bubbles”. Niemand had het meisje verteld dat Dawn genoemde ingeving had gekregen. De pony bleek overigens hetzelfde type persoonlijkheid te hebben als de overledene.
Dit soort ervaringen zijn zoals gezegd zowel over mensen als rond dieren gemeld. Hoe je ze ook verklaart, het is niet logisch te meten met twee maten, enkel om een antropocentrische ideologie veilig te stellen. Of het houdt voor ons allemaal op na de dood, of zowel mensen als dieren leven individueel voort.

Literatuur

 

 

 


Ik ben benieuwd naar bijzondere ervaringen van lezers rond overleden huisdieren.
Contact: titusrivas@hotmail.com


Dit artikel werd gepubliceerd in Vega!, nr. 80, lente 2009, blz. 24-25.