Titel

Bewustzijn en zelf

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 9 May, 2011)

Samenvatting

Titus Rivas vraagt zich af of bewustzijn wijst op een geestelijke essentie of 'zelf'. Een filosofische verkenning.


Tekst


Bewustzijn en zelf

Is er eigenlijk wel een persoonlijke ziel, een Zelf?

door Titus Rivas

Het bewustzijn (oftewel subjectieve beleving) staat sinds enkele jaren weer volledig op de kaart binnen de westerse filosofie. Er zijn natuurlijk nog wel materialisten die zich daartegen verzetten. Maar het bewustzijnsvraagstuk wordt lang niet meer zo vanzelfsprekend weggehoond als enkele decennia geleden nog gebeurde. Dit leidt ertoe dat sommige filosofen zich weer onbeschaamder afvragen of bewustzijn wijst op een geestelijke essentie of 'zelf'. We zijn kennelijk meer - of beter: iets anders - dan ons lichaam of hersenen. Zoiets impliceert in ieder geval dat de 'ouderwetse' notie van een ziel of zelf een eerlijke kans binnen de discussie moet krijgen. Des te beter, want de acceptatie ervan heeft vérgaande consequenties voor ons zelf- en wereldbeeld. Dat kun je alleen al zien aan de ijver waarmee materialisten deze 'achterlijke' ideeën onderuit willen halen.
Overigens wil het voorgaande absoluut niet zeggen dat alle spirituele stromingen uitgaan van een ziel of zelf. Een van de grote oosterse wijsgerige tradities, boeddhisme, wijst het bestaan van een geestelijke essentie zelfs resoluut af. Althans, de meeste boeddhistische stromingen hangen tegenwoordig de zogeheten anatta-doctrine aan. Het woord anatta is afgeleid van an-atman, dat letterlijk geen ziel of zelf betekent. Volgens het boeddhisme zijn mensen samengestelde, procesmatige verschijnselen zonder substantiële kern of essentie. We zijn opgebouwd uit lichamelijke en geestelijke processen die na de dood weer uiteen zullen vallen. Er bestaat dus ook geen persoonlijke reïncarnatie, maar alleen een onpersoonlijke wedergeboorte van geestelijke processen of daaraan gekoppeld karma.
Boeddhisten ontkennen het bestaan van bewustzijn zeker niet, maar wel van een substantieel zelf dat dat bewustzijn zou dragen. Er is geen ziel die de processen ondergaat terwijl ze tegelijkertijd zichzelf blijft.

Subjectieve ervaring
Ook in het westen kennen we een wijsgerige traditie die alleen een bewustzijnsstroom erkent en geen substantieel zelf. Die traditie vond haar oorsprong bij de 18e-eeuwse Schotse filosoof David Hume. Hij stelde dat we alleen zeker kunnen weten dat er subjectieve ervaringen zijn. Er is volgens Hume introspectief nog nooit een zelf waargenomen dat onze ervaringen ondergaat. Dus hebben we ook geen goede reden om van zo'n zelf uit te gaan. Deze redenering is overgenomen door latere, invloedrijke intellectuelen zoals de psycholoog en filosoof William James en de hedendaagse denker Thomas Metzinger.
Mij persoonlijk heeft de 'geen zelf'-theorie eerlijk gezegd nooit aangesproken. Intuïtief niet, maar ook op intellectueel niveau niet. De boeddhistische anatta-leer stelt dat er geen zelf bestaat, maar als dat waar was, zou er volgens mij automatisch ook helemaal geen bewustzijn kunnen bestaan. Bewuste of subjectieve ervaringen vóóronderstellen namelijk een bewuste ervaarder of subject. Zonder zo'n ervaarder wordt er nu eenmaal niets subjectief ervaren. Bovendien moet de ervaarder volgens mij wel degelijk één en dezelfde blijven tijdens de ervaringen die hij ondergaat. Anders gaat de eenheid van die ervaringen zelf namelijk bij voorbaat verloren. Het ene deel van de ervaring zou dan door de ene ervaarder ondergaan moeten worden en het andere deel door een andere ervaarder. Maar in feite moet zelfs de kortstondigste (deel)ervaring worden ondergaan door een ervaarder die daarbij zichzelf blijft. Anders kon hij niet eens die vluchtige ervaring ondergaan.
De Humeaanse argumentatie gaat al evenzeer voorbij aan het feit dat subjectieve ervaringen zonder subject niet kunnen bestaan. Zodra je zegt dat je iets (introspectief) waarneemt, geef je impliciet al toe dat jij het subject bent dat datgene waarneemt. Om dit in te zien hoeven we onszelf als ervaarder ook niet van buitenaf waar te kunnen nemen. Het is voldoende te beseffen dat er bewuste ervaringen bestaan en dat zoiets alleen mogelijk is als er ook een zelf bestaat.

Eén zelf
In het kader van spirituele eenheid zoeken sommige boeddhisten en aanhangers van de Advaita Vedanta toenadering tot elkaar. Voor een deel is dit zeker begrijpelijk, want er zijn ongetwijfeld raakvlakken tussen beide stromingen. Toch gaat het te ver om te stellen dat er geen grote verschillen van inzicht tussen de Advaita en het boeddhisme bestaan. Een opvallend verschil is dat de Advaita Vedanta-leer expliciet uitgaat van een substantieel zelf. Het erkent dat er een subject oftewel atman moet zijn dat alle bewuste ervaringen ondergaat.
Zoals de lezer zal begrijpen, voel ik me op dit punt filosofisch dus meer verwant aan de Advaita dan aan het boeddhisme. Alleen is daar meteen ook alles mee gezegd. De Advaita stelt namelijk niet alleen dat er een zelf bestaat, maar ook dat er maar één zelf bestaat. Het subject dat ik ben is met andere woorden hetzelfde subject als u, degene die deze tekst in Koorddanser leest. Dat ene, universele zelf zou gelijkstaan aan God (Brahma). God zou zich als subject als het ware manifesteren in talloze 'meervoudige persoonlijkheden'. Die persoonlijkheden lijken misschien niet bij elkaar te horen, maar ze zijn wel allemaal manifestaties van het ene goddelijke zelf. Als golfjes op één en dezelfde oceaan.
Eerlijk gezegd heb ik deze theorie vroeger zelf een tijdlang aangehangen totdat ik me iets ging afvragen. Als het werkelijk zo is dat ik als subject gelijk sta aan u als subject, hoe kan het dan dat we niet exact dezelfde subjectieve ervaringen hebben? Een zelf is namelijk 'iemand die ervaart' (of ten minste: iemand die kán ervaren). Om precies dát zelf te zijn te zijn en geen ander zelf, moeten zijn eigen ervaringen natuurlijk alles wat hij ervaart omvatten. Maar als God in feite al onze ervaringen ondergaat, dan moet dat ook gelden voor elk zelf waarin God zich manifesteert. Het moet met andere woorden twee kanten opgaan. En dat is gewoon niet het geval. Ik onderga op dit moment zeker niet alle subjectieve ervaringen van alle andere wezens. Dus mijn zelf (het zelf dat ik ben) kan niet gelijkstaan aan het zelf van al die talloze anderen.

Vele zelven
Ook het beeld van meervoudige persoonlijkheden biedt geen uitweg wat dit betreft. Stel dat iemand middels een secundaire persoonlijkheid bewuste ervaringen ondergaat. Dan is het zelf 'achter' de primaire en de secundaire persoonlijkheid inderdaad één en hetzelfde. Het is in zo'n geval niet nodig om meerdere substantiële zelven te veronderstellen. Alleen gaat de analogie verder niet op. Bij meervoudige persoonlijkheid kan het zelf namelijk maar via één persoonlijkheid tegelijk bewustzijn ervaren. Terwijl in het geval van de God van de Advaita, het zelf in al die verschillende persoonlijkheden ook verschillende dingen zou ervaren. Dat is volgens mij onmogelijk: een zelf kan weliswaar verschillende persoonlijkheden hebben waarin het afwisselend bewust is, maar toch niet verschillende soorten bewustzijnstoestanden en -inhouden tegelijkertijd. Dat zou hem namelijk niet tot een zelf met verschillende persoonlijkheden maken maar opsplitsen in verschillende substantiële zelven tegelijk.
Eenvoudiger geformuleerd: je kan niet tegelijkertijd iets helemaal bewust ondergaan en datzelfde helemaal niet bewust ondergaan. Als ik nu niet bewust deze tekst lees en u wel, dan kunnen ik en u niet hetzelfde subject zijn.
Dat voert mij tot mijn eigen overtuiging over zelven. Volgens mij is het duidelijk dat er, zoals de Advaita Vedanta aangeeft, een zelf moet zijn. Maar het is al even duidelijk dat er meer dan slechts één zelf moet zijn. Tenzij de hele wereld een solipsistische nachtmerrie van mij is, moeten er meerdere subjecten zijn met ieder hun eigen bewustzijn. Geen nieuwe gedachte, want dit idee wordt al sinds de oudheid in allerlei vormen aangehangen door westerse maar ook oosterse filosofen.
Het komt bijvoorbeeld voor in de Nyaya, Dvaita Vedanta en Visistadvaita Vedanta binnen de Indiase filosofie, evenals in het jaïnisme. Het speelt bijvoorbeeld ook een grote rol in het christendom.
Sommige tegenstanders van het idee van meerdere onherleidbare zelven beschouwen het als een bedreiging voor spirituele concepten. Zoals voor het concept van een diepere eenheid in de werkelijkheid. In mijn optiek is dat onnodig, omdat een veelheid aan zielen niet haaks staat op een onderlinge verbondenheid van die zielen. Er is veel parapsychologisch bewijsmateriaal voor telepathie en geestelijke banden en dat blijft zo als er meerdere zelven bestaan.
Je kunt het mijns inziens zelfs omdraaien: als er slechts één ultiem zelf bestond zou dat nogal een eenzame bedoening zijn. De zelven die God lief kan hebben in zo'n geval zouden slechts zijn/haar eigen persoonlijkheden zijn. Liefde voor jezelf is prima, dat zeker, maar het zou de enige manier zijn om waarachtig lief te hebben. Al het andere zou niet meer dan een illusie zijn.

Solipsisme: "Filosofie dat er maar een enkel bewustzijn bestaat: dat van de waarnemer. Het hele universum en alle andere personen waarmee gecommuniceerd wordt, bestaan slechts in de geest van de waarnemer." (Wikipedia)

Literatuur
- Foster, J. (2002). The Immaterial Self: A defence of the Cartesian dualist conception of the mind. Londen: Routledge.
- Radhakrishnan, S. (1977). Indian Philosophy. London: Allen and Unwin. - Rivas, T. (2003). Geesten met of zonder lichaam: pleidooi voor een personalistisch dualisme. Delft: Koopman & Kraaijenbrink.
- Rivas, T. (2005). Een personalistische visie op overleven na de dood en spirituele evolutie. Terugkeer, 16(3), 22-25.
- Tsongkapa. (1999). The principal teachings of Buddhism. Howell, NJ: Classics of Middle Asia.
- Valicella, W.F. (2002). No self? A look at a Buddhist argument. International Philosophical Quarterly, 24, 4, 168, 453-466.


Dit artikel werd in 2010 gepubliceerd in een tijdschrift en in 2013 op txtxs.nl gezet.

Contact: titusrivas@hotmail.com