Astronauten in de oudheid
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 28 June, 2008)
Samenvatting
Zijn er aanwijzingen voor de theorie dat de mensheid in de oudheid of prehistorie contact heeft gehad met buitenaardse wezens?
Astronauten in de oudheid
door Titus Rivas
Liefhebbers van Star Trek zijn vertrouwd met het thema 'contact met buitenaardse beschavingen'. Dat idee staat overigens centraal in het hele science fiction-genre. Het weerspiegelt het menselijke oerverlangen niet alleen te zijn in het fysieke heelal. Een hunkering die nog niet voldoende bevredigd is. Er zijn weliswaar levensvatbare planeten buiten ons zonnestelsel ontdekt. Maar een officiële bevestiging van buitenaards leven blijft vooralsnog uit. Ondanks expedities naar Mars en het SETI-project, gericht op het ontdekken van radiosignalen van intelligente aliens. Het is begrijpelijk als mensen ook buiten de reguliere wetenschap zoeken naar aanwijzingen voor verre beschavingen.
Drie soorten bewijsmateriaal laat ik hier buiten beschouwing, namelijk ufo-waarnemingen, graancirkels en contact via channeling (zoals boodschappen van de Plejaden etc.) In dit artikel richt ik me enkel op het onderzoeksgebied van de zogehetenAncient Astronauts. Dit is de hypothese dat de mensheid in het verre verleden bezocht is door wezens uit de ruimte. Zij staat ook wel bekend als de paleocontact-theorie. Deze hypothese is vooral bekend geworden door het werk van de Zwitser Erich von Däniken. Andere invloedrijke auteurs zijn bijvoorbeeld Zecharia Sitchin, Robert K.G. Temple en Robert Charroux.
Daarbij kunnen concrete theorieën over interacties tussen onze voorouders en goden uit de ruimte sterk uiteenlopen. In de gematigdste vorm is er slechts een kortstondig contact geweest waar mensen van geprofiteerd hebben. Bijvoorbeeld op bouwkundig, astronomisch, mathematisch of agrarisch vlak. Een stuk radicaler is de stelling dat er vermenging plaatsgevonden heeft tussen oermensen en buitenaardsen. En helemaal gewaagd wordt het als er sprake is van doelbewuste genetische manipulatie. Waarbij de goden uit aapmensen de homo sapiens zouden hebben gecreëerd. Met name deze uitwerking kan gepaard gaan met bedenkelijke ideeën over menselijke superioriteit en minachting voor dieren. Ook kan zij uitmonden in speculaties over de mate waarin verschillende mensenrassen verwant zijn aan de 'goden'. In de meeste gevallen bestaat er echter geen verband met zulke onsmakelijke hersenspinsels.
Wetenschappelijke problemen met de paleocontacttheorie
Reguliere wetenschappers verwerpen de hypothese dat de vroege mens bezocht is door ruimtewezens doorgaans resoluut. Voor een groot deel heeft dit te maken met sceptische geslotenheid, waar we hier niet bij stil hoeven te staan.
Maar men voert ook aan dat er bij verre ruimtereizen grote technische problemen zouden optreden. De afstanden tussen bewoonde werelden zouden zo enorm zijn dat het vele jaren zou vergen om ze te overbruggen. Tenzij de kosmonauten gebruik maakten van nog onbekende technieken, lijkt het praktisch onmogelijk dat ze de aarde bereikten. Dit bezwaar is reëel, maar niet onoverkomelijk als je bedenkt dat allerlei uitvindingen die tegenwoordig gemeengoed zijn vroeger nog onvoorstelbaar waren. Misschien hebben buitenaardse beschavingen wel methoden ontwikkeld om duizenden lichtjaren op een volledig nieuwe manier te overbruggen. Natuurlijk is dit erg speculatief, maar aanwijzingen voor contact dienen wel echt een kans te krijgen.
Zulk bewijsmateriaal vormt voor mij dan ook het eigenlijke brandpunt van de discussie. Serieuze tegenstanders van de Ancient Astronauts-hypothese brengen naar voren dat de aanwijzingen steeds weer ondeugdelijk blijken. Ze hebben zeker gelijk dat veel concrete argumenten slecht onderbouwd zijn of zelfs berusten op onkunde. Von Däniken lijkt het bijvoorbeeld niet zo belangrijk te vinden wat de reguliere wetenschap zoal beweert over archeologische voorwerpen of gebouwen. Die nonchalance blijkt meer dan eens tot grote fouten te leiden. De Zwitserse auteur interpreteert een afbeelding op een sarcofaag (de zogeheten Sarcofaag van Palenque) bijvoorbeeld als een astronaut in een ruimteschip. Terwijl de begeleidende tekst op de doodskist zelf volgens deskundigen uitwijst dat het gaat om een Maya-heerser of vorst naast een mythische 'wereldboom'!
Nog erger wordt het uiteraard wanneer aanhangers van Ancient Astronauts bepaalde feiten doelbewust verdraaien. Robert Temple lijkt bijvoorbeeld cruciale informatie uit een antropologische bron verkeerd weer te geven. Daarmee is de kern van zijn betoog, namelijk dat het Afrikaanse volk van de Dogon onverklaarbare kennis bezit van het Sirius-stelsel, nogal onbetrouwbaar geworden.
De centrale vraag luidt nu of al het aangevoerde bewijsmateriaal berust op misinterpretatie en bedrog. Zelf vind ik vooral twee soorten aanwijzingen nog steeds interessant. Ze verdienen volgens mij meer welwillende aandacht.
Een harde kern?
Natuurvolkeren hebben mythen overgeleverd over contacten tussen inboorlingen en goden die van de sterren kwamen. Die verhalen passen in het schema van de zogeheten culture heroe, een magische held die de mensen allerlei kennis en know-how bijbrengt. De mythe die Von Däniken in dit verband steeds weer noemt betreft een overlevering van de Kayapó-indianen uit het Amazone-regenwoud. Zij beweren dat er op een dag donder te horen was. Meteen daarop daalde er een wonderlijk wezen uit de hemel neer, dat de indianen Bep Kororoti noemen Hij beschikte over afschuwelijke wapens waarmee hij bomen en stenen in as kon veranderen. Ook droeg hij een soort pak dat hem van top tot teen bedekte. (De Kayapó maken dit kledingstuk nog steeds na voor speciale rituelen.) Na allerlei verwikkelingen steeg Bep Kororoti weer op naar de hemel, onder begeleiding van vurige wolken, rook en donder. Zie ook: Bep Kororoti: Visitor from the Stars van Gisela Ermel.
Nu kan deze weergave nog beïnvloed zijn door de vooroordelen van de auteur. Maar ik heb vergelijkbare verhalen aangetroffen in onverdachte etnografische bronnen. Hoe ouder dit soort mythen zijn, hoe groter de kans dat ze eventueel wijzen op een (pre)historische ontmoeting met E.T.'s.
Voorts zijn er volgens diverse auteurs gedetailleerde beschrijvingen bewaard gebleven van de voertuigen van de goden. We hebben het dan voornamelijk over de zogeheten vimana's uit de Indiase traditie. Dit zouden echte machines zijn geweest die vlogen op verschillende soorten brandstof. Helaas is er wel weer een reden om deze vérgaande bewering enigszins te wantrouwen. Sceptici stellen namelijk dat de oude bronnen die hierover worden aangehaald niet authentiek zijn of tenminste verkeerd vertaald. Toch lijkt er vooralsnog ook in dit geval echt meer aan de hand.
Daarnaast wijzen auteurs over het onderwerp nog vaak op technologische hoogstandjes uit de oudheid. Maar die kunnen net zo goed het werk zijn van vergeten menselijke genieën. De cognitieve uitrusting van de mens is volgens evolutiebiologen namelijk sinds de prehistorie niet wezenlijk veranderd. Hoogstens kan dit soort bewijsmateriaal nog te maken hebben met een oeroudeaardse technologische beschaving.
De boodschap van de goden
Stel dat Von Däniken en andere auteurs op dit gebied gelijk hebben met hun grondstelling dat er ooit contact is geweest met een buitenaardse beschaving. Wat voor een implicaties zou dat dan hebben voor ons wereldbeeld? Dat ligt mede aan de levensbeschouwelijke achtergrond die je daarvoor al had. Wanneer je een uiterst materialistisch wereldbeeld hebt dan kun je bezoek van ruimtewezens opvatten als een bevestiging daarvan. Je zou het dan zien als een teken dat leven overal in het heelal spontaan kan ontstaan en vroeg of laat leidt tot samenlevingen van intelligente wezens. Indien je een materialistisch wereldbeeld juist afwijst, dan kun je het contact opvatten als een teken dat er een plan achter de fysieke werkelijkheid schuilgaat. Kennelijk ontstaan er overal in het universum niet slechts primitieve vormen van leven, maar ook bezielde dieren met een hoge intelligentie. Dat zou betekenen dat er buiten de aarde ook andere fysieke werelden zijn waar ieder van ons ooit zou kunnen incarneren. Een schepper van leven zou zich bovendien niet hebben laten beperken tot alleen onze planeet.
In beide gevallen zouden we zeker kunnen zijn dat we als leden van een hoogontwikkelde technologische soort niet alleen staan. Daarmee zou het heelal er nog veel fascinerender en levendiger uit komen te zien. Wie weet zou het ook een positieve impuls kunnen geven voor een wareStar Trek. Vaak wordt het belang van zo'n onderneming betwist. De mens maakt er in het contact met soortgenoten een potje van. En hij heeft nauwelijks benul van andere intelligente dieren op de eigen thuisbasis. Zolang dat niet in orde is, heeft het weinig zin om te willen communiceren met andere beschavingen. Nu is het zeker waar dat onze aardse civilisatie in tal van opzichten nog in de kinderschoenen staat. Maar aanwijzingen dat er intelligent leven buiten ons stelsel voorkomt zullen ongetwijfeld tot bezinning leiden.
Literatuur
- Charroux, R. (1992).Vergeten werelden. Deventer: Ankh-Hermes.
- Däniken, E. von (1968).Erinnerungen an die Zukunft. München: Econ Verlag.
- Däniken, E. (1969).Waren de goden kosmonauten? Deventer: Ankh-Hermes.
- Däniken, E. (1977).Beweise: Lokaltermin in fünf Kontinenten.München: Econ Verlag.
- Däniken, E. (1990). Zurück zu den Sternen. Lübbe.
- Mukunda, H.S.; Deshpande, S.M., Nagendra, H.R., Prabhu, A. and Govindraju, S.P. (1974). A critical study of the work "Vyamanika Shastra. Scientific Opinion: 5-12 .
- Sitchin, Z. (1976).The 12th Planet (Earth Chronicles, No. 1), New York: Harper.
- Sitchin, Z. (1980).The Stairway to Heaven (Earth Chronicles, No. 2) New York: Harper.
- Story, Ronald. (1976).The Space-gods Revealed: a Close Look at the Theories of Erich von Däniken. New York: Barnes & Noble.
- Temple, R.K.G. (1978).Het mysterie Sirius: Dogon-cultuur in Afrika, mogelijke resten van buitenaardse beschaving. Haarlem: Gottmer.
Zie ook: Ancient Aliens debunked.
Dit artikel werd in juni 2008 gepubliceerd in Koörddanser, editie 253, blz. 10.
Contact: titusrivas@hotmail.com