Titel

De bijna-doodervaring van Joop Boer

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 3 July, 2009)

Samenvatting

Beschrijving van de bijna-doodervaring van Joop Boer door Titus Rivas.


Tekst


De bijnadoodervaring van Joop Boer

door Titus Rivas

Mijn goede vriend psycholoog drs. Bert Stoop van de website Animal Freedom wees me onlangs op een artikel dat hij uit de NRC had overgenomen op zijn site. Het artikel is geschreven door Renate van der Zee en verscheen in de NRC-Handelsblad-bijlage. Er komt een BDE in het stuk voor, zodat ik contact opnam met de betrokkene, de 60-jarige Joop Boer. Deze gaf mij toestemming zijn verhaal over te nemen en beantwoordde nog enkele vragen.

Relevante passages uit het artikel van Renate van der Zee
"Het beslissende moment in mijn leven was een bijna-doodervaring. Ik was drieëntwintig jaar oud en ik stond in een boomgaard in Noord-Israël grapefruits te plukken op een aluminium ladder. Opeens gleed die ladder weg en raakte een elektrische leiding die niet was geïsoleerd. Ik kreeg een zware elektrische schok en viel bewusteloos op de grond. Tenminste, ik leek bewusteloos, maar in werkelijkheid heb ik mijn hele leven niet zo intensief geleefd als die twintig minuten. Ik herleefde alle ervaringen uit mijn leven die mij hadden gefrustreerd of die ik niet begreep. In een aanzwellende golf van opluchting na opluchting zag ik van al die zaken hoe het werkelijk zat. In een overweldigend besef van goedheid en geluk begreep ik opeens dat alle problemen in de wereld schijnproblemen zijn. Dat alles wat niet goed lijkt te zijn, slechts een kwestie is van misverstanden en onbegrip. Dat er geen mensen met slechte intenties bestaan, maar alleen onvoldoende inzicht. En dat wij mensen de aarde hebben gekregen als een kostbaar geschenk.

Toen ik bijkwam, was mijn eerste gedachte: jammer dat ik terug ben. Vervolgens dacht ik: nu ben ik vrij en er is niets om bang voor te zijn want doodgaan is prachtig. Omdat de ladder snel van de leiding was afgegleden, had de elektrische schok maar kort geduurd. Dat is mijn redding geweest. Lichamelijk was er niets met mij aan de hand: ik kon gewoon opstaan. Maar geestelijk zou ik nooit meer dezelfde zijn. Ik had ingezien hoe ongelofelijk mooi de wereld is en besloot voortaan mezelf en andere mensen altijd goed te behandelen en zo weinig mogelijk te doen om de aarde te schaden. Als mens krijg je elke dag gratis lucht, gratis schoonheid, de hele wereld, het hele heelal. Dat is zoveel! Waarom zou je dan als dank de boel verpesten? Ik heb mijn leven daarna zo ingericht dat ik zo zuinig mogelijk op de aarde ben.
[...]
Mijn huis is goed geïsoleerd en heeft zonnepanelen op het dak, die evenveel energie produceren als ik ’s winters aan gas verbruik. Mijn energieverbruik wordt verder nog verminderd doordat ik bijvoorbeeld geen televisie heb. [...]
Je zou denken dat ik daarna een gelukkiger mens was. Maar omdat ik streng gelovig was opgevoed met al dat schuld en boete-gedoe, eiste ik van mezelf dat ik nauwgezet volgens die ervaring ging leven. Toen dat niet lukte, voelde ik me schuldig. Pas jaren later zag ik in dat je wel een prachtige spirituele ervaring kunt hebben, maar dat je daarna gewoon terug komt in je oude lichaam en je oude hoofd. En dat zit al vol met gewoontes en opvattingen die je niet zomaar verandert.

Omdat mijn ouders nooit met mij hadden gepraat, kwam het niet in me op dat ik met anderen zou kunnen praten over mijn ervaring. Dat is doodzonde geweest, want daardoor bleef ik lang vast zitten in mijn schuldgevoelens. Ik leidde een extreem sober leven. Ik huurde in Rotterdam een kolenzolder voor twintig gulden per maand en deed avondschool gymnasium omdat ik filosofie of theologie wilde studeren. Mijn vader schrok vreselijk van mijn Spartaanse levensomstandigheden. Hij vond dat dat niet kon. Streng christelijke mensen zoals hij zien hun opvattingen niet als een mening maar als de waarheid. Dat maakte me boos. Maar ik had niet in de gaten dat mijn ideeën net zo radicaal waren.
In Rotterdam werd ik door een dominee met vooruitstrevende opvattingen bij een ruim denkende christelijke jongerenclub betrokken. Daar leerde ik dat je met andere mensen kunt praten over alle dingen die je bezig houden. Ik had altijd heel erg gestotterd, maar opeens hield dat op. Ik werd een spraakwaterval. Door te praten met anderen leerde ik mijn eigen mening te relativeren en werd ik minder extreem in mijn sobere levenswijze. Ik leerde dat je ook van het leven kunt genieten.

Uiteindelijk studeerde ik geen theologie of filosofie, maar biologie. Daarna ging ik bij een milieuorganisatie werken en ben jarenlang actief geweest in de strijd tegen kernenergie en wapens. Totdat ik op een dag wakker werd en dacht: ik wil niet meer tégen iets strijden maar vóór iets. Niet tegen kernenergie, maar voor zonne-energie. Toen ben ik een bedrijfje begonnen dat zonnepanelen plaatst.
[...]
Ik probeer zoveel mogelijk alles te hergebruiken. Tandenborstels zijn van plastic, daar kan ik niet om heen. Maar ik hergebruik ze weer om dingen schoon te maken waar je niet goed bij kunt. Wat de kosten ook drukt, is dat ik geen vlees eet. Ik heb het nooit lekker gevonden en toen ik tijdens mijn studie ontdekte dat mensen helemaal geen dierlijke eiwitten nodig hebben, was het voorgoed afgelopen. Toen ik in 1990 een fietstocht maakte door Oost-Nederland en de boeren overal aan het gieren waren, besloot ik ook de zuivel te schrappen. Ik stel mensenrechten en dierenrechten op één lijn. Met vlees en zuivel eten tast je de vrijheid van dieren aan, terwijl dat niet nodig is. Je moet niet denken dat ik minder lekker eet, hoor. ’

Tot zover de belangrijkste relevante passages. Het hele verhaal kan worden nagelezen op: http://www.animalfreedom.org/paginas/column/joopboer.html.

Aanvullende informatie
Joop Boer hoort bij het type BDE-ers dat naar eigen zeggen geen overtuigingen koestert over een leven na de dood. Hij noemt zichzelf agnost; “Ik zou het wel heel toevallig vinden dat wij nu net genoeg hersens en verstand zouden hebben om in staat te zijn om alles wat er bestaat waar te nemen, te kennen en te begrijpen. Wij hebben gewoon veel te veel beperkingen.”
Zijn agnosticisme is trouwens heel algemeen: “Bij de reguliere wetenschap kun je toch niet anders doen dan alles wat er op een bepaald moment bekend is, te relativeren als de stand van zaken van dat moment. Voortdurend vinden er voortgangen plaats, die de huidige paradigmata in twijfel trekken of die vervangen door nieuwe paradigmata die een al even beperkte geldigheid en levensduur hebben.
Daarom is het voor mij bevreemdend te merken dat veel wetenschappers geloven in wat ze nu weten, terwijl ze weten dat het vrijwel zeker is dat die kennis later achterhaald is en vervangen door nieuwe inzichten. Kijk naar de vroegere opvatting dat hersencellen niet konden delen en zo zijn er talloze voorbeelden. Alle kennis is voorlopig en beperkt geldig, lijkt mij. Kijk naar de wetenschap van 50 jaar geleden en naar die van nu. Hoeveel is er niet veranderd, toegevoegd of totaal nieuw? Zou dat over weer 50 jaar, enz. enz. niet het geval zijn?”
Verder stelt hij: "Ik denk nu dat dat zich allemaal in mijn hoofd afspeelde en dat ik niet zeker ben over een leven na de dood of dat er een god o.i.d. bestaat. Het lijkt me waarschijnlijker dat alles altijd heeft bestaan dan dat er eerst een god was (waar komt die dan vandaan - heeft die dan altijd bestaan? D.w.z. een aanname teveel), die daarna om een of nadere reden het heelal heeft geschapen of op gang gebracht. Ik heb er geen speciale reden voor om zo te denken, anders dan dat het weer een overbodige aanname is (Scheermes van Ockham)." Mijn tegenwerping dat er toch gevallen bestaan zoals Pam Reynolds en Al Sullivan die precies zo’n reden vormen, maakte geen indruk op hem.
Overigens denkt Joop dat iemands overtuiging over een leven na de dood niets uit zou maken voor zijn manier van leven, een mening die haaks staat op wat veel andere BDE-ers beweren. "Volgens mij zou het niks moeten uitmaken of er wel of niet een leven na de dood of reincarnatie bestaat, het zou geen verschil moeten uitmaken voor je denken en je gedrag. Net zoals je je niet anders zou moeten gedragen als er wel een god bestaat." Als ik hem schrijf dat ik in mijn eigen doen en laten (als niet-BDE-er) in elk geval wel degelijk beïnvloed wordt door mijn overtuigingen, stelt hij dat het maar de vraag is of dit zo gunstig is; "Kijk naar het hindoeïsme in India, waardoor de mensen daar de bestaande kasteverschillen accepteren."

We moeten dan ook constateren dat Joop Boer zeker beïnvloed is door zijn BDE, maar dan slechts wat betreft zijn visie op de schoonheid en waarde van deze wereld. Misschien ligt dit vooral daaraan dat zijn BDE zich ook beperkt tot de aardse werkelijkheid.

Dit artikel is verschenen in Terugkeer, 17(3), herfst 2006, blz. 8-9.

Het is opgenomen in de bundel Van en naar het Licht, van Titus Rivas en Anny Dirven.

Contact: titusrivas@hotmail.com