Stemmen horen: boodschappen buiten de normale zintuigen om
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 16 August, 2011)
Samenvatting
Prana-artikel van Titus Rivas en Tilly Gerritsma uit 2007.
Stemmen horen: boodschappen buiten de normale zintuigen om
door Titus Rivas en Tilly Gerritsma
Er was een tijd dat mensen het horen van stemmen vooral in verband brachten met bovennatuurlijke wezens, zoals engelen, demonen of God. Die tijd is grotendeels voorbij. Iemand die stemmen hoort of beelden ziet die voor anderen niet waarneembaar zijn wordt tegenwoordig bijna meteen als psychiatrische patiënt beschouwd. Uit een onderzoek van het Trimbos Instituut blijkt dat die associatie in elk geval misplaatst is. Zintuiglijke indrukken van dingen die voor een ander niet waarneembaar zijn, vormen een normaal onderdeel van het leven van veel mensen die er verder geen last van hebben
Hallucinaties?
Stemmen horen die voor andere onhoorbaar zijn, beelden zien of geuren ruiken die er fysiek beschouwd helemaal niet zijn, een aanraking voelen van een onzichtbare hand. Dit soort fenomenen staat te boek als 'hallucinaties' en ze worden nog steeds te vaak opgevat als symptoom van een stoornis, en dan met name van schizofrenie. Dit is ironisch omdat het concept schizofrenie binnen de psychiatrie zelf ter discussie staat. Volgens beoefenaars van de zogeheten sociale psychiatrie zoals Marius Romme is er zelfs geen deugdelijk bewijsmateriaal voor het bestaan van dit ziektebeeld.
Samen met Sandra Escher en anderen deed Romme veel onderzoek aan de vakgroep Sociale Psychiatrie van de Universiteit van Maastricht. Hij stelt dat de psychiatrie de gevangene is geworden van een starre 'medicalisering' van psychologische problemen. In hun eigen sociaal-psychiatrische benadering houden Romme en Escher rekening met alle mogelijke psychologische en neuropsychologische factoren bij het ontstaan van stemmen en vergelijkbare hallucinaties. Ze sluiten zelfs parapsychologische bronnen niet uit en pleiten ervoor dat mensen zelf een denkkader mogen ontwikkelen waarbinnen ze hun ervaringen kunnen plaatsen.
Romme en Escher bieden in hun publicaties een overzicht van een keur aan psychologische theorieën. Bijvoorbeeld dat het horen van stemmen iets te maken heeft met de taalontwikkeling waarbij men het hardop uitspreken van gedachten wel internaliseert maar de eigen gedachten toch meer dan gemiddeld blijft aanzien voor iets dat van buiten komt. In de psychodynamische en Jungiaanse theorievorming zijn hallucinaties een bron van informatie over de eigen emoties en onbewuste geest. Het bijzondere aan de benadering van Romme, Escher en hun collega's is nu dat ze in hun sociaal-psychiatrische model zowel een mogelijk organisch niveau, als een individueel, sociaal en maatschappelijk niveau onderscheiden. In hun systeemtheoretische sociaal-psychiatrische benadering worden al deze niveaus afzonderlijk bestudeerd en vormt hun onderlinge wisselwerking het brandpunt voor onderzoek en interventie. In het algemeen geven ze dus ook geen voorrang aan biopsychiatrische verklaringen. Psychologische factoren zoals psychotraumatische ervaringen en natuurlijk ook psychosociale factoren zijn veel belangrijker voor de sociaal-psychiatrische benadering dan neurologische factoren.
De consequenties van theorievorming rond hallucinaties zijn enorm. In zowel de klinische als biologische psychiatrie staat medicatie centraal. De sociale psychiatrie richt zich daarentegen op de eerste plaats op de psychologische ontwikkeling en op het leren omgaan met stemmen. Marius Romme en de zijnen zien het horen van stemmen in veel gevallen als een normale, menselijke reactie op een ingrijpende gebeurtenis in de persoonlijke levenssfeer.
De sociale psychiatrie richt zich onder meer op het verband tussen stemmen en psychologische problemen. Men is zowel gericht op coping (omgaan met stemmen) als met het doorgronden van de onderliggende problematiek. In de reguliere psychiatrie gaat men te weinig uit van de rol van de levensgeschiedenis en emotionele gebeurtenissen bij psychische problemen. Romme stelt hier een humanistische benadering tegenover die bovenal kijkt naar de individuele oorsprong van problemen, in plaats van steeds te blijven hameren op psychiatrische ziektebeelden. Hoewel sociaal psychiaters zo niet geheel afwijzend hoeven te staan tegenover het gebruik van medicatie zijn ze hier wel heel voorzichtig in. Ze waken ervoor dat er een onnodige afhankelijkheid van psychofarmaca ontstaat waardoor de stemmen en andere hallucinaties geen psychologische rol meer zouden kunnen vervullen. De boodschap daarvan wordt namelijk gewoon onderdrukt door de edicatie, in plaats van begrepen en gebruikt in het therapeutische proces.
Uit verscheidene onderzoeken is overigens naar voren gekomen dat ongeveer 70% van de mensen die stemmen horen aangeven dat de aanvang van het stemmen horen samenhangt met een of meer traumatische gebeurtenissen. Ook kunnen stemmen en visioenen bijvoorbeeld een onderdeel vormen van een rouwprocesi (voetnoot 1).
Het is van belang de indrukken te accepteren en te trachten de betekenis ervan te onderkennen. In plaats van symptoombestrijding door middel van medicijnen, is het zaak om mensen te leren anders met hun stemmen om te gaan. Dat wil ook zeggen dat ze de schaamte over hun stemmen leren overwinnen en erover kunnen praten. Er is bovendien sprake van dat stemmenhoorders hun ervaringen als iets van henzelf moeten leren beschouwen, weer eigen keuzes leren maken en zo wederom macht krijgen over hun leven. Dat betekent ook dat de stemmen, beelden, etc. geplaatst worden binnen een eigen levensbeschouwing. De naaste sociale omgeving van familie en vrienden, maar ook ‘lotgenoten’ of hulpverleners kunnen hun bij dit alles helpen.
Romme en Escher onderscheiden tenminste drie soorten relaties tussen stemmen en iemands levensgeschiedenis. Een historische relatie, zoals in het geval van traumatische ervaringen of sociaal-emotionele problemen, een psychodynamische relatie, waarbij de stemmen als een afweermechanisme functioneren om het eigenlijke probleem te kunnen verdringen, en een metaforische relatie, waarbij de stemmen zich op een manier manifesteren die de onderliggende problematiek weerspiegelt. In het algemeen stellen ze dat de stemmen de stemmenhoorders 'heel goed kennen' en dingen zeggen die relevant zijn voor de stemmenhoorders. Hulpverleners moeten beseffen dat de bron van de problemen, de sociale situatie, moet veranderen en rekening houden met afweerfuncties en beeldende uitdrukkingswijze van de stemmen.
Men heeft diverse gedragstherapeutische en cognitieve methoden ontwikkeld om de stemmenhoorder beter te leren omgaan met zijn of haar stemmen. De cognitieve psychologie stelt dat mensen processen in henzelf ten onrechte buiten zichzelf plaatsen, zodat er dus sprake is van een verkeerde interpretatie die rechtgezet moet worden. De psychoanalyse, analytische psychologie en humanistische psychologie leggen daarnaast een duidelijke link met emotionele gebeurtenissen uit de levensgeschiedenis. Dan is er ook nog de zogeheten Voice Dialogue methode waarbij men direct met de stemmen in gesprek treedt. Bovendien zijn er transpersoonlijke therapieën ontwikkeld waarbij men rekening houdt met paranormale informatie, communicatie met overledenen of hogere wezens zoals engelen en mystieke ervaringen.
Parapsychologie
Ook in de parapsychologie spelen ervaringen die geen zintuiglijke oorsprong hebben een belangrijke rol. Denk aan paranormale indrukken zoals we die kennen van paragnosten, helderzienden, mediums of channels.
De meeste parapsychologen twijfelen hier inmiddels allang niet meer aan en stellen dat het bestaan van buitenzintuiglijke waarneming voldoende aangetoond is, zowel aan de hand van casuïstiek van spontane gevallen als in de vorm van kwalitatief en kwantitatief parapsychologisch onderzoek, bijvoorbeeld met de zogeheten Ganzfeldmethodeii. Uit veel onderzoeken blijkt dat iedereen spontaan indrukken kan krijgen die later bewaarheid blijken te worden. Ironisch genoeg denken nogal wat mensen die zoiets overkomt dat ze 'gek aan het worden zijn', simpelweg omdat er in hun referentiekader geen plaats is voor paranormale informatie.
Ook het bestaan van mensen die heel regelmatig paranormale indrukken krijgen, oftewel helderzienden of met een mooi woord 'paragnosten' is inmiddels voldoende aangetoond. Dit werd onlangs weer duidelijk door de publicatie van het boek A World in a Grain of Sand van Mary Rose Barrington, Ian Stevenson en Zofia Weaver. Zij beschrijven de goed gedocumenteerde topprestaties van de Poolse helderziende Stefan Ossowiecki die niet afgedaan kunnen worden als het resultaat van een doorsnee zesde zintuig. Natuurlijk zijn er allerlei mensen die stemmen of beelden met een alledaagse psychologische oorsprong aanzien voor paranormale informatie. Maar er bestaan dus ook mensen die daadwerkelijk veel vaker dan gemiddeld zulke indrukken krijgen. Het is belangrijk dat die twee groepen goed van elkaar onderscheiden worden. Overigens kan zelfs de beste 'echte' paragnost er soms nog naast zitten en ook niet iedereen die sterk paranormaal begaafd is, wil daar beroepsmatig iets mee doen. Bij het geven van adviezen aan mensen met een paranormale begaafdheid is het daarom goed om de eigen wensen van de cliënt centraal te stellen en geen dingen in te gaan vullen wat betreft de manier waarop men met de eigen gave zou moeten omgaan.
Ook bestaan er spontane indrukken die naar alle waarschijnlijkheid afkomstig zijn van overledenen, bijvoorbeeld in de vorm van een geestverschijning of telepathische communicatie met gene zijde. Dit wordt door veel parapsychologen erkend. En sommige mensen hebben op dit terrein weer een speciale gave, zodat we bijvoorbeeld spreken van 'mediums' of 'channels'.
Eigenlijk zouden therapeuten in het algemeen een referentiekader moeten ontwikkelen waarbinnen het optreden van paranormale indrukken geen teken is van een psychologische problematiek. Dit is bijvoorbeeld ook erg belangrijk bij de omgang met ('nieuwetijds')kinderen met een bepaalde parapsychologische begaafdheid. Het is van belang deze kinderen als psychologisch gezond worden beschouwd. Wat ze horen of zien dient niet geproblematiseerd, maar juist erkend en geïntegreerd te worden, zodat ze zelf kunnen bepalen wat ze er eventueel mee willen doen.
'Hallucinaties' met een boodschap
Behalve als drager van paranormale indrukken, treden stemmen of beelden die iemand in zich op voelt komen vooral op als een soort boodschappen van de eigen onderbewuste geest. Ook voor hulpverleners die niet geloven in parapsychologische verschijnselen is dit een gegeven dat ze niet over het hoofd mogen zien. Het horen van stemmen en dergelijke komt zelden of nooit alleen maar neer op willekeurige 'hallucinaties' die 'getriggerd' worden door een hersenstoornis. Zelfs bij hallucinaties in het geval van dronkenschap of gebruik van hard drugs kan er nog sprake zijn van indrukken die iets zeggen over de gebruiker zelf.
Het horen van stemmen of zien van beelden is zoals gezegd op zichzelf niet problematisch. Het kan gaan om paranormale indrukken of om hanteerbare berichten uit het eigen onderbewustzijn. Therapeuten kunnen zulke boodschappen gebruiken om samen met de cliënt zelf op zoek te gaan naar de betekenis van de indrukken, naar hun betekenis.
Daarnaast is het van belang dat mensen zelf met hun stemmen e.d. leren omgaan. Dit vormt hoe dan ook een uitdaging en in sommige gevallen, met name bij negatieve stemmen, kan dit bij mensen veel problemen geven die ze zonder hulp niet zomaar kunnen leren hanteren.
Er kan een probleem ontstaan wanneer iemand het onderscheid niet meer kan maken tussen de innerlijke ervaringen en de buitenwereld, maar ook wanneer hij of zij er onkritisch mee omgaat, of er angstig of agressief door wordt. Mensen die stemmen horen ervaren die stemmen in eerste instantie als 'niet eigen', dus als iets van buiten hun eigen innerlijke ervaringen. Iemand die hier niet nuchter genoeg mee omgaat is niet bij machte kritisch te denken, doordat hij beheerst wordt door te negatieve gevoelens (boosheid, verdriet, angst, jaloezie, enz.) of juist door te positieve gevoelens (men voelt zich bijzonder, verheven, of is overweldigd door wat men hoort, ziet en/of ervaart). In dat geval kan het voorkomen dat mensen niet meer goed functioneren in het leven van alledag en bijvoorbeeld gaan lijden aan gebrek aan concentratie op het werk of slapeloosheid. Mensen met dit probleem kunnen verstrooid of afwezig overkomen, maar ook wantrouwend, doordat stemmen hun ingeven dat een gesprekspartner zit te liegen. Ook kunnen ze bijvoorbeeld in gezelschap lachen om grapjes die door de stemmen worden gemaakt, of boos worden om bepaalde opmerkingen of angstig voor straf als ze bepaalde dingen niet zouden doen. Stemmenhoorders die moeite hebben met de hallucinaties kunnen een vermoeide indruk maken en zozeer bevangen worden door angst dat ze zich afsluiten en daardoor emotieloos lijken. Hun stemmen kunnen negatief uit de hoek komen doordat ze dingen verbieden of de persoon veroordelen om bepaalde gedragingen of gevoelens. De veroordeling kan gepaard gaan met een vorm van bestraffing en zelfs met zelfbeschadiging (automutilatie). Mensen kunnen ook een gebrek aan zelfvertrouwen vertonen en overdreven hoge eisen gaan stellen aan zichzelf.
Het voornaamste verschil tussen 'patiënten' en 'niet-patiënten' met 'hallucinaties' lijkt te zijn dat de laatsten meer grip op hun leven hebben en zich niet zo machteloos gemaakt voelen, maar ook dat ze vaker positieve stemmen horen en positiever in het leven staan. Een ander verschil dat uit onderzoek is voortgekomen is nog dat ze niet bang zijn voor hun stemmen. Ze hebben ook meer vrienden en meer contacten dan patiënten. Het is dus niet nodig dat stemmen verdwijnen, maar wel dat mensen er positief mee om kunnen gaan.
In Nederland is er op dit gebied bijvoorbeeld Stichting Weerklank en internationaal Intervoice, een afkorting voor 'International Network for Training, Education and Research into voice hearing'. Het gaat oms een breed opgezette stichting voor en door mensen die stemmen horen, bijzondere psychische ervaringen hebben of een 'psychotische' beleving, of die geconfronteerd worden met buitenzintuiglijke waarnemingen.
Er zijn volgens Weerklank diverse triggers (uitlokkers) of 'verergeraars' van stemmen die per persoon kunnen verschillen, zoals:
- Gevoelens: vermoeidheid, stress, angst, eenzaamheid en boosheid.
- Omstandigheden: nare gebeurtenissen, boosheid of agressie van anderen, slecht slapen, proefwerk op school, lawaai of juist eentonige geluiden (douche, ventilator), bij conflictsituaties, het in een nieuwe onbekende situatie verkeren.
- Tijdstippen waar stemmen extra op kunnen reageren: als het donker is, in de vakantieperiode of juist op het werk of op school, op visite zijn.
Het verhaal van Tilly Gerritsma
Eén van ons, Tilly Gerritsma, is zelf ervaringsdeskundige op het gebied van stemmen horen. Dit jaar is bij Ankh-Hermes ons boek Gek Genoeg Gewoon verschenen dat, na een algemene inleiding op het gebied van drs. Titus Rivas, ingaat op haar persoonlijke ervaringen en de verschillende fasen die ze heeft doorgemaakt.
Het gaat in de woorden van Romme en Escher achtereenvolgens om een Fase van verwarring, die lang of heel kort kan duren. Dan is er een zogeheten Organisatiefase, waarin een relatie met de stemmen ontwikkeld wordt, door ernaar te luisteren en de boodschap ervan te achterhalen. Tijdens de organisatiefase leren mensen vaak ook beter omgaan met zaken als boosheid, verdriet en verlies. En tot slot is er een Stabilisatiefase, waarin men een evenwicht bereikt en de boodschap van de stemmen heeft geaccepteerd en het leven weer wat weer breder wordt gezien. Er is dan meer dan alleen de stemmen. Een stem kan vanuit de optiek van Tilly Gerritsma meerdere 'gevoelswaarden' vertegenwoordigen. Ze beschrijft dit proces en de manier waarop het samenhangt met haar levensloop. Ze leerde onder andere problemen aanvaarden, verwerken en loslaten.
Ze beschrijft dit proces onder meer als volgt: “Na de verwarringsfase, maar in wezen ook al in die fase, leerde ik met behulp van de positieve stem om te gaan met wat ik doorkreeg, zag, voelde, hoorde, kortom wat ik ervoer. En dit had grotendeels te maken met de aardse realiteit, met de problemen die er op dat moment in mijn emotionele gevoelswereld speelden. Ik ben een convenant aangegaan, een soort partnership waarin we beide wat te vertellen hebben. Ik beslis of ik iets doe met wat ik doorkrijg, hoor, zie of voel. Ik beslis of ik het de moeite waard vind, of ik er iets mee moet of wil doen, of dat ik ernaar luister en hier verder niets mee wil doen. Als je nooit naar iemand luistert houd hij vanzelf wel op met praten, dacht ik en bij mij werkte deze methode omdat ik de deur kon sluiten. Ik stelde me in op rust, op stilte, op niets, of op een omgeving waarbij ik me prettig voelde. Ik visualiseerde een muur (koepel, een ronde kring of iets dergelijks) om me heen die doordrenkt was van licht en liefde en waar geen mens, geen stem, meer doorheen kon gaan. Een andere mogelijkheid was dat alles wat ik hoorde, waar ik niets mee kon of waar ik niets mee had, door me heen liet stromen. Ik luister er even naar (als waarnemer, achter of in mijn eigen gecreëerde wereld: scherm, wolk, cocon en dergelijke) zonder er in mee te gaan. Ik loop er dus niet voor weg, maar ben wel bij machte om het aan me voorbij te laten gaan. In het begin wilde ik alles weten, maar ik merkte dat ik dit niet aankon en dat het uiteraard ook niet de bedoeling is van het spel wat leven heet.”
Ook zegt ze: “Voor mij heeft stemmen horen te maken met de allergrootste tegenstellingen in onze beleving: liefde en angst. Wordt men bezield vanuit de liefde, dan noemt men dat vaak inspiratie. Inspiratie kan echter ook van de onbewuste oftewel negatieve zijde komen en kent talloze gradaties. En zelfs van twee kanten tegelijk, waarbij de vraag rijst welk doel op dat moment het belangrijkst was. Voorbeeld: een man wordt bezield om een bepaald traject op te zetten dat ten goede komt aan de mensheid. Dit is een enorm succes. Tegelijkertijd lijdt zijn gezin onder zijn gedrag omdat hij dat op de tweede plaats stelt. Het escaleert thuis en hier vormen zich talloze problemen. Bezieling kan dus vanuit allerlei achtergronden bestaan en heeft te maken met het bewustzijnskader waarop de mens op dat moment is ingesteld. Of de bezieling door de persoon in kwestie en zijn omgeving wordt gezien als positief of negatief, heeft te maken met het referentiekader waaruit ieder mens reageert.”
Nog een derde citaat uit ons boek:
“Wat mezelf betreft kan ik zeggen dat ik het stemmen horen als verrijkend heb ervaren. Pas toen leerde ik dieper na te denken, met een andere blik naar mijn wereldbeeld te kijken. Ik leerde me in stilte af te stemmen op de stroom die gericht is op het universele aspect van het mens-zijn. Voorbij mijn emoties leerde ik dieper te voelen naar het hoe en waarom in mijn leven. Deze stroom zorgt ervoor dat ik emotioneel niet meer verongeluk, wat mijn grootste probleem was in mijn leven.
Anderzijds heb ik toch weer vaak mijn emoties nodig om me ergens sterk voor te maken, om ergens voor te willen gaan. Maar ik laat me niet meer zo meeslepen, overdonderen door dit geweld; deze enorme mentale kracht.”
Tilly Gerritsma heeft deelgenomen aan de expertgroep van stemmenhoorders, een onderzoek van het RIAGG Maastricht in samenwerking met Stichting Weerklank, onder leiding van Dirk Corstens, Sandra Escher en Marius Romme waarvan onlangs het eindverslag in boekvorm is verschenen. Ze heeft er van geleerd dat mensen met een psychiatrische achtergrond een vergelijkbare achtergrond kunnen hebben Wij hebben gekozen voor de titel Gek Genoeg Gewoon om aan te geven hoe dicht deze begrippen bij elkaar kunnen liggen. Tilly laat daarbij ook zien hoe ze geestelijk gegroeid is door haar proces en zij wil anderen duidelijk maken hoe dit kan gaan.
Gek Genoeg Gewoon: Een andere visie op stemmen horen en beelden zien
Deventer: Ankh Hermes, 2007.
Omvang 152 blz., pb.
ISBN 978 90 202 8464 5
Tilly Gerritsma (1953) is moeder van vier zonen. Ze is bestuurslid van Stichting Weerklank, counsellor en geeft lezingen en workshops over stemmen horen en buitenzintuiglijke ervaringen.
Zoet ook mee aan het onderzoek van UMC 'Verken uw geest' (www.verkenuwgeest.nl)
Drs. Titus Rivas (1964) is auteur, onderzoeker en docent. Hij is verbonden aan Stichting Athanasia te Nijmegen. Bij Ankh-Hermes verscheen eerder zijn Parapsychologisch onderzoek naar reïncarnatie en leven na de dood. Contact: titusrivas@hotmail.com
Dit artikel werd gepubliceerd in Prana, oktober/november 2007, nr. 163, blz. 46-52.
Contact: titusrivas@hotmail.com