Titel

The Case for Polytheism van Steve Dillon (Recensie)

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 30 April, 2016)

Samenvatting

Boekbespreking door Titus Rivas van "The Case for Polytheism" van Steve Dillon.


Tekst


Boekbespreking
Steve Dillon. The Case for Polytheism. Winchester/Washington: iff-books, 2015. ISB 978-1-78279-735-7.

Er bestaat binnen de filosofie van de religie een interessante theïstische traditie die 'natuurlijke theologie' wordt genoemd. Zij probeert op basis van rationele argumentatie – in plaats van geopenbaarde heilige geschriften – vast te stellen wat men zoal kan weten over een mogelijke godheid. Normaliter vinden dergelijke filosofische analyses plaats binnen een monotheïstisch paradigma. Daarbij kan er slechts één god bestaan, die meteen ook de (enige) schepper is. De Amerikaanse denker Steve Dillon besloot de methode van de natuurlijke theologie echter ook eens toe te passen op de gedachte dat er een veelvoud aan goden bestaat. Dit maakt zijn boek The Case for Polytheism uniek en uitgesproken origineel. In het Westen bestaan er weliswaar zogeheten neopaganistische stromingen die een polytheïstisch wereldbeeld aanhangen. Maar binnen de hedendaagse analytische filosofie is hier voor zover ik weet nooit eerder een serieus pleidooi voor gehouden. Dillon blijkt trouwens een tijdlang voor RK-priester te hebben gestudeerd maar inmiddels een overtuigd polytheïst te zijn.
Het is natuurlijk de vraag of hij ook geslaagd is in zijn opzet. De eerste paar hoofdstukken, waarin hij een lans breekt voor het theïsme in het algemeen, blijken nog weinig problemen op te leveren. Zijn argumentatie is beknopt, maar komt in essentie overeen met het betoog van veel monotheïstische denkers. Het boek wordt pas echt interessant wanneer hij specifiek ingaat op argumenten voor het polytheïsme. De auteur noemt met name subjectieve ervaringen die op het bestaan van een godheid wijzen, zoals BDE's waarin men een goddelijk licht of transcendente aanwezigheid waarneemt. Hij vermeldt concreet de ervaring van Eben Alexander met een godheid, die deze arts zelf als 'Aum' aanduidt. Daarbij verwerpt Dillon het bekende tegenargument dat zulke ervaringen in kwestie voortkomen uit religieuze overtuigingen. Sommige waarnemers waren namelijk uitgesproken atheïstisch georiënteerd voordat ze hun ervaring kregen. Dit geldt bijvoorbeeld voor Eben Alexander.
Minder overtuigend vind ik de manier waarop de auteur omgaat met de tegenstrijdigheden binnen de waarneming van diverse godheden. Polytheïstische systemen kunnen weliswaar overeenkomsten hebben, waardoor bijvoorbeeld de Romeinen allerlei inheemse goden en godinnen in verband konden brengen met hun eigen pantheon. Maar er zijn wel degelijk ook belangrijke verschillen. De goden van de Azteken lijken bijvoorbeeld ver af te staan van de (meeste) hindoeïstische goden. Dillon probeert dit punt van kritiek om te draaien: volgens hem pleiten tegenstrijdigheden niet tegen echte ervaringen met goden, maar tegen concrete mythologische overleveringen. De ervaringen zouden met andere woorden aangeven welke godheden er zoal bestaan, ook als dit onverenigbaar lijkt met bestaande polytheïstische religies. Waar nodig pleit Dillon zelfs voor een wereldbeeld waarbinnen elke regio of cultuur daadwerkelijk zijn eigen goden heeft!
In de laatste twee hoofdstukken tracht Dillon een eigen systeem te ontwikkelen en gaat daarbij onder meer in op het vraagstuk van het kwaad in de fysieke werkelijkheid.

Titus Rivas

Deze recensie werd geplaatst op Terugkeer 26(2), zomer 2015, blz. 31.

Contact: titusrivas@hotmail.com