Mit Goethe durch die Welt der Geister van Annekatrin Puhle
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 12 June, 2008)
Samenvatting
Boekbespreking door Titus Rivas van het boek Mit Goethe durch die Welt der Geister van Annekatrin Puhle.
Boekbespreking
Annekatrin Puhle. Mit Goethe durch die Welt der Geister: Geisterbegegnungen aus vielen Jahrhunderten. St. Goar: Reichl Verlag - Der Leuchter, 2006. ISBN 978-3-87667-268-7.
Het geloof in geesten is van alle tijden. Dit zal zelfs een materialist nog toegeven. Het is minder algemeen aanvaard dat er goed parapsychologisch bewijsmateriaal bestaat voor de realiteit van de geesten van overledenen. Annekatrin Puhle biedt de lezer in haar prachtig verzorgde, rijk geïllustreerde Mit Goethe durch die Welt der Geister een overzicht van ontmoetingen met geesten door de eeuwen heen. Het boek is een vervolg op haar Lexikon der Geister uit 2004. De auteur zegt terecht dat het vraagstuk van geesten zonder stoffelijk lichaam direct verband houdt met de vraag naar ons wezen en het voortbestaan daarvan na de dood. Het gaat Puhle om meer dan spannende spookverhalen, want alle gevallen die ze in het boek heeft opgenomen zijn afkomstig uit betrouwbare bronnen.
Buiten het Duitse taalgebied besteedt de auteur ook ruim aandacht aan andere Europese landen, zoals Frankrijk, Ierland, delen van Groot-Brittannië, Denemarken en Zweden.
Annekatrin Puhle blijkt in het algemeen heel goed ingevoerd in de theorievorming rond waarnemingen van geesten. Ook staat ze niet alleen stil bij ervaringen met menselijke overledenen, maar bijvoorbeeld ook bij 'huisgeesten' en bij ontmoetingen met engelen, o.a. in verband met bijna-doodervaringen en sterfbedvisioenen.
De titel van haar werk laat zich verklaren door de grote openheid van de beroemde Duitse schrijver Johann Wolfgang von Goethe tegenover paranormale en spirituele verschijnselen. Uiteraard komen zijn eigen ervaringen ook aan bod in het boek. Zo zag Goethe in 1813, volgens ene Dr. August Klemm, in Weimar op straat een man, in kamerjas en met pantoffels aan, op zich af komen die hij leek te herkennen als zijn vriend Johann Friedrich Rochlitz. Klemm vond dit nogal schokkend want hij zag zelf helemaal niemand. Het visioen hield weer op en Goethe vroeg zich geschrokken af of zijn vriend wellicht overleden was. Toen zij echter samen bij Goethe thuis aankwamen troffen ze er de man in levende lijve aan, compleet met kamerjas en pantoffels. Hij bleek bij Goethe op bezoek te zijn gekomen en men had hem verteld dat de schrijver een eindje was gaan wandelen. Rochlitz ging echter niet op zoek naar Goethe, omdat het slecht weer was en hij zelf al doorweekt was. In plaats daarvan kreeg hij droge kleren van zijn vriend aan (vermoedelijk van bedienden) en stelde hij zich geestelijk voor hoe hij Goethe begeleidde op zijn wandeling. Daarbij was hij ingedommeld en hij droomde vervolgens heel levendig hoe hij op Goethe toe liep en hem kon zien op hetzelfde punt waar Goethe zijn visioen had gekregen (blz. 107-110).
Geen onderwerp dat maar enigszins verband houdt met geesten blijft volledig onbelicht. Zo heeft Puhle aandacht voor plantgeesten, natuurgeesten, spookkastelen, uittredingen en bijna-doodervaringen. Ook zijn er mooie voorbeelden van dierlijke geesten. Bijvoorbeeld in het geval van de teckel Phagen van Bill Schul. Phagen blafte hem op een nacht wakker en bleef daarna voortdurend doorblaffen. Toen Schul ging kijken wat er aan de hand was, vond hij het lijk van Phagen die al enkele uren dood moest zijn geweest. De nachten daarna hoorde hij Phagen echter weer rond dezelfde tijd tekeer gaan. De buurman, die niet wist dat de hond gestorven was, vroeg Schul of er misschien iets loos was met Phagen, omdat hij 's nachts zo lang geblaft had (blz. 161-162).
Het vermelden waard is ook nog een ervaring van ene mevrouw Räthin d.d. 19 februari 1832, opgetekend door Justinus Kerner. Zij zag een verschijning van een vrouwspersoon met een wit schort, halsdoek en mutsje die ze eerst voor een dienstmeid aanzag. De vrouw verdween voor haar ogen en acht dagen later ontving Räthin een brief dat de moeder van een jong familielid van haar overleden was. Op 19 februari, de dag voor haar dood, zo stond in de brief, had deze vrouw de wens geuit zich aan te kleden omdat ze mevrouw Räthin wou bezoeken. Degene die de brief had geschreven vroeg zich af of Räthin misschien een aankondiging van de dood van deze vrouw had beleefd (blz. 170).
Voor het geval dit nog niet duidelijk was: Mit Goethe durch die Welt der Geister biedt een goede kennismaking met deze rijke wereld.
Titus Rivas
Deze boekbespreking werd gepubliceerd in Terugkeer 19(1), voorjaar 2008, blz. 30-31.
Contact: titusrivas@hotmail.com