Lexikon der Geister van Annekatrin Puhle
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 22 August, 2007)
Samenvatting
Recensie door Titus Rivas van het boek Lexikon der Geister van Annekatrin Puhle.
Boekbespreking
Annekatrin Puhle. Lexikon der Geister: Über 1000 Stichwörter aus Mythologie, Volksweisheit, Religion und Wissenschaft.
München: Atmospharen Verlag, 2004. ISBN 3-86533-011-8.
Recensie: Titus Rivas
Dr. Annekatrin Puhle is een veelzijdige auteur en geleerde die afwisselend in Berlijn en Zweden woont en werkt. Ze studeerde antropologie, etnologie, en Indo-Europese taalkunde en promoveerde in de wijsbegeerte, en ze is werkzaam als hoogleraar filosofie en daarnaast ook nog als gezondheidsconsulent. Met deze rijke bagage verdiepte zij zich in alles wat met overleveringen en ervaringen rond geesten (Geister) te maken heeft. Ze is daarbij van mening dat de wetenschap slechts één van de begaanbare wegen tot de waarheid vormt en bepleit met name ook een intuïtieve benadering van het onderwerp. Dit treedt onder meer naar voren in de uitspraak dat de liefde 'voor een concrete, onvervangbare overledene als het ware een brug slaat tussen deze wereld en het hiernamaals' (blz. 329).
Vanuit deze uitgesproken houding schreef Puhle een gedegen lexicon met veel aandacht voor allerlei etnologische aspecten, zoals de mythologie en sprookjes rond aardgeesten en andere 'elementalen', wezens die bij een van de vier natuurlijke elementen horen. Veel behandelde woorden zijn daarbij typisch Duits zoals Kobold (een soort plaaggeest) en Gütchen (een huisgeest die geneigd is tot goede daden), en andere kunnen je op het verkeerde been zetten zoals Klabautermann (dat niet exact hetzelfde betekent als kabouter).
Toch kan men met Nederlands als moedertaal - zeker als er ook nog sprake is van enige basiskennis van het Duits - meestal prima uit de voeten met dit onderhoudende en rijk geïllustreerde woordenboek Van belang zijn ook haar bespreking van de interesse van Goethe in het thema en de manier waarop hij deze verwerkte in de Faust en andere geschriften, alsmede haar aandacht voor vroege rapportages van ervaringen met geestverschijningen en poltergeist. Heel opmerkelijk is bijvoorbeeld het gegeven dat de Griekse aartsvader van het westerse materialisme, Demokritos, in paranormale dromen geloofde.
Parapsychologisch gezien is het duidelijk dat de auteur instemt met geleerden die werkelijk aannemen dat er een geestelijk overleven na de dood is en dat sommige geesten dus ook echte overledenen zijn. Dit blijkt uit diverse lemma's, o.a. over verschijningen en bijna-doodervaringen, waarin Puhle op een evenwichtige manier voor bepaalde typen gevallen de argumenten voor concurrerende theorieën verwerpt. Zoals het hoort, heeft ze ook verwijzingen naar het werk van o.a. Pim van Lommel en Michael Sabom in haar overzicht opgenomen. In het algemeen blijkt ze trouwens goed op de hoogte van de Nederlandse parapsychologie van bijvoorbeeld W.H.C. Tenhaeff en de paragnost Gerard Croiset.
Wat betreft reïncarnatie is het Zweedse hypnosegeval Jesper Bood waar zij zelf bij betrokken is geweest, zeer het vermelden waard. Ook andere, bij velen wellicht minder bekende, recente gevallen die wijzen op een leven na de dood, zoals dat rond de moord op Jacqueline Poole, evenals een ruime aandacht voor verschijningen en telepathie bij dieren, maken dit werk echt bijzonder. Lexikon der Geister is dan ook geen overbodig boek, maar biedt bijvoorbeeld een mooie en nuttige aanvulling op mijn eigen Encyclopedie van de Parapsychologie.
Deze recensie verscheen eerder in Terugkeer.
Contact: titusrivas@hotmail.com