Hoofdstuk 6 Uittredingen
Geplaatst door
Parapsychologische Encyclopedie (publicatiedatum: 4 October, 2006)
Samenvatting
Hoofdstuk 6 van de Encyclopedie van de Parapsychologie over Uittredingen oftewel Buitenlichamelijke Ervaringen, en het onderzoek naar dit onderwerp.
Hoofdstuk 6. Uittredingen
Veel natuurvolkeren geloven dat hun sjamanen, medicijnmannen of –vrouwen of witchdoctors in staat zijn om geestelijk hun lichaam te verlaten en een zielenreis of astrale projectie te ondernemen naar de wereld van de geesten. Ze zouden daar in contact kunnen treden met bovenmenselijke wezens, zoals totemdieren, goden, engelen of zielen van overledenen. Er blijken zelfs meer culturen te zijn die in dergelijke zielenreizen of psychische excursies geloven dan culturen die daar niet van uitgaan.
De parapsychologie heeft in elk geval vastgesteld dat talloze mensen ervaringen hebben die lijken aan te geven dat ze uit hun lichaam treden. Dit zou zelfs een betrekkelijk gewoon verschijnsel zijn, aangezien volgens sommige schattingen zo’n 10% van alle mensen minstens een keer een spontane uittreding zou meemaken. Meestal gebeurt dat als ze uitrusten of ziek zijn, maar soms ook in crisis- of stresssituaties of tijdens intense activiteiten zoals motorrijden of een toestand van klinische dood. Parapsychologen spreken overigens meestal niet meer van astrale projectie maar gebruiken neutralere termen zoals Buitenlichamelijke Ervaring (BLE) en Out of the Body Experience (OBE of OOBE).
Allerlei parapsychologen hebben in de loop der tijd onderzoek gedaan naar uittredingen, waaronder F.W.H. Myers, Tyrell, Mrs. Sigdwick, Robert Crookall en Celia Green. Een parapsychologe die bekend staat om haar skeptische, zuiver psychologische verklaring van buitenlichamelijke ervaringen is Susan Blackmore. Veel BLEs geven overigens zelf aanleiding tot een psychologische verklaring doordat ze sterk persoonlijk gekleurd lijken en vooral ook doordat ze vaak waarnemingen van de fysieke werkelijkheid bevatten die onjuist zijn. Blackmore denkt dat het gaat om een onbewuste projectie van voorstellingen of wensdroom over een andere werkelijkheid, bijvoorbeeld om zichzelf gerust te stellen dat er űberhaupt zo’n andere realiteit bestaat. In elk geval is dit psychologische model minder absurd dan andere theorieën. Zoals dat uittredingen varianten van autoscopie zijn, een psychologisch verschijnsel waarbij men beelden van het eigen lichaam ziet maar dan zonder dat men het gevoel heeft uitgetreden te zijn. Of de freudiaanse theorie dat de ervaring van vliegen tijdens een BLE een symbool is voor de extase tijdens een orgasme.
Toch zijn er ook uittredingen bekend, onder meer tijdens zogeheten Bijna-dood Ervaringen (zie hoofdstuk 7) die veridieke, paranormale elementen blijken te bevatten. Het is niet zonneklaar of dergelijke BLEs radicaal verschillen van andere uittredingen of dat de paranormale waarnemingen tijdens buitenlichamelijke ervaringen net als tijdens dromen primair bepaald wordt door eigen onbewuste processen. In het eerste geval zouden er naast echte uittredingen van de ziel ook pseudo-BLEs bestaan die verwant zijn aan zogeheten lucide dromen. Dit zijn dromen waarin de persoon in kwestie beseft dat hij droomt en in staat is het verloop van zijn droom te sturen. Sommige onderzoekers, zoals Celia Green, combineren hun studies van buitenlichamelijke ervaringen om die reden ook met onderzoek naar lucide dromen. Een bekende Nederlandse onderzoeker naar lucide dromen was Frederik van Eeden en tegenwoordig houdt zijn landgenoot Frans Maissan zich er al jaren mee bezig.
Hoe dan ook komt er bij veel spontane BLEs een aantal gemeenschappelijke kenmerken voor zoals: een gevoel van energie, merkwaardige trillingen en geluiden voorafgaand aan de uittreding, een gevoel van vrijheid en de mogelijkheid om enkel met je wil ergens heen te reizen, het vermogen om door muren heen te kijken en dwars door muren heen te gaan, het waarnemen van een mysterieuze verlichting van de omgeving, realistisch overkomende beelden en geluiden van de fysieke wereld en een fijnstoffelijk lichaam, dat soms aan het fysieke lichaam bevestigd lijkt te zijn middels een fijnstoffelijk ‘zilveren koord’.
Verslagen van uittredingen
Een aantal mensen die meermalen BLEs hebben ondergaan schrijft hier boeken over. Vaak beginnen uittredingen spontaan en ongepland waarna de persoon in kwestie probeert zijn ervaringen onder controle te brengen en voortaan bewust BLEs op te wekken. Er zijn hiertoe allerlei technieken ontwikkeld, van magische rituelen en visualisatieoefeningen tot het gebruik van psychedelische drugs of hypnotische trance. Eén van de bekendste recente verslagen van uittredingen is geschreven door Robert Monroe die verschillende buitenlichamelijke locaties (locales) beschrijft. Er bestaat een naar hem vernoemd Monroe Institute dat na zijn dood nog steeds onderzoek doet op dit gebied. Sommige lezers van boeken als dat van Monroe denken een ware gids in handen te hebben voor een geestelijke wereld, vergelijkbaar met het Tibetaanse dodenboek. Het is echter maar zeer de vraag of de beschreven locaties werkelijk bestaan of slechts neerkomen op een soort onbewuste droomprojecties van de uittreders zelf.
Nog interessanter dan ervaringen van volwassenen zijn de BLEs van kinderen. Joanne Klink schrijft hierover dat er kinderen zijn die vertellen over een ‘zich zwevend voortbewegen’ en beweren ‘dat je spiralend uit en weer in het lichaam komt en dat je zien kunt dat je via het zilveren koord met het aardse lichaam verbonden bent.’ Van met name jonge kinderen mag men in veel gevallen aannemen dat ze nooit iets over uittredingen gehoord of gelezen hebben als ze vertellen over hun eigen BLEs.
Paranormale aspecten van spontane uittredingen
Parapsychologen hebben vastgesteld dat uittredingen gepaard kunnen gaan met veridieke waarnemingen van de fysieke wereld, vergelijkbaar met helderziendheid (travelling clairvoyance) zoals die bijvoorbeeld bij remote-viewing experimenten kan voorkomen.
Ook zijn er enkele gevallen bekend waarin er sprake leek van een beïnvloeding van de fysieke wereld. Zo ervoer een vrouw bestudeerd door Celia Green dat ze tijdens een uittreding een blauwe anemoon uit een vaas in een aangrenzende kamer haalde. Later constateerde zij dat de anemoon in kwestie werkelijk op de grond lag.
Het overtuigendste soort paranormale fenomenen tijdens BLEs wordt gevormd door de zogeheten reciprocal cases (reciprocal = wederkerig). Hierbij wordt de uittredende persoon waargenomen door iemand die hij zelf tijdens zijn BLE observeert.
Een voorbeeld werd vastgelegd door Gardner Murphy. Mr. Lawrence S. Apsey uit New York City besloot op 13 november 1938 dat hij zou proberen om te verschijnen aan zijn moeder zonder enige waarschuwing vooraf en zonder dat ze het zou verwachten. Apsey zag tijdens een uittreding vervolgens zijn moeder in een vleeskleurige japon op haar bed zitten. Hierbij viel hem op dat de nachtpon gescheurd was of zo uitzonderlijk laag in de rug was uitgesneden dat de huid van zijn moeder bijna vanaf haar middel te zien was. Hij maakte aantekeningen van de uittreding en vertelde de volgende morgen alles aan zijn vader. Die ochtend vertelde de moeder van Apsey zijn vrouw dat ze de afgelopen nacht om half één gewekt was door een verschijning. Ze bleek werkelijk een vleeskleurige japon te hebben gedragen die ze cadeau had gekregen en die haar niet zo goed paste, omdat hij erg laag was uitgesneden in de rug zodat hij naar beneden hing en haar huid liet zien vanaf haar middel. Ze werd gewekt doordat iemand zich over haar heen boog en zijn gezicht dicht bij het hare hield. De vrouw vertelde dat het leek op een blonde jongeman die overigens niet op haar zoon leek. Ze schreeuwde en opende haar ogen, waarna de verschijning nog enkele seconden aanhield en vervolgens vervaagde.
Bij bilocatie zou iemand (meestal een ‘heilige’ of yogi) op twee plaatsen tegelijk worden waargenomen, wat volgens sommigen te maken zou hebben met een verschijning van het uitgetreden fijnstoffelijke lichaam. Karlis Osis en Erlendur Haraldsson hebben verhalen verzameld over bilocaties van Indiase swami’s waarin de lichamen van die swami’s volgens talrijke afzonderlijke getuigen tot dezelfde soort dingen in staat waren als normale fysieke lichamen, waaronder zelfs thee drinken, eten en roken. Osis pleit voor meer onderzoek naar dergelijke opmerkelijke beweringen.
Experimenteel onderzoek naar BLEs
Reeds in 1860 probeerden parapsychologische onderzoekers aan te tonen dat er bij helderziendheid een geestelijk element is dat het lichaam verlaat. De aanhangers van Mesmer hadden een eeuw daarvoor al iets dergelijks gedaan. Bij proeven met zogeheten travelling clairvoyance magnetiseerde men een sensitieve proefpersoon. Vervolgens moest deze zijn of haar lichaam verlaten en naar andere plaatsen reizen om daar specifieke indrukken op te doen. Het is duidelijk dat deze proeven veel lijken op de moderne experimenten met remote viewing. Toch was er bij één van de geslaagde experimenten van de Zweed Backmann met zijn proefpersoon Alma L. sprake van een verschijning van deze vrouw aan een vriend van de onderzoeker. Begin 20e eeuw werden dergelijke proeven herhaald met het bekende medium Eileen A. Garrett.
In de jaren ’60 deed Charles Tart onderzoek naar de psychofysiologische kenmerken van BLEs, zoals de EEG die bij een uittreding zou optreden, maar hij bereikte geen eenduidige resultaten.
Karlis Osis en Janet Mitchell probeerden om ESP (in de vorm van remote viewing) te scheiden van eventuele echte uittredingen. Volgens Osis zou de waarneming bij een echte uittreding moeten verschillen van helderziendheid doordat het anders dan ESP veel zou lijken op normale waarneming. Om die reden ontwikkelde hij een proefopstelling fly-in genaamd waarbij een voorwerp vervormd te zien is door toedoen van bepaalde optische apparaten, als men het vanuit een bepaald punt waarneemt. Twee ster-uittreders, Alex Tanous en Ingo Swann, moesten proberen om het voorwerp precies vanaf dat punt te bekijken. Hoewel zijn verwachtingen volgens Osis grotendeels bevestigd werden, wil dat nog niet zeggen dat daarmee waarneming tijdens een BLE ook werkelijk verschilt van ESP. D. Scott Rogo stelt wat dat betreft dat de geest wellicht onbewust gebruik maakt van zijn ervaring met normale waarneming als model om paranormale informatie te ordenen.
De derde ster-uittreder uit deze periode heet Stewart ‘Blue’ Harary. Hij deed onder andere mee aan proeven waarbij andere zintuigen dan het gezicht tijdens een uittreding werden getest, en toonde aan dat mensen gedurende een BLE ook correcte auditieve indrukken kunnen krijgen.
Robert Morris deed voorts nog erg interessante experimenten met Stewart ‘Blue’ Harary waarin hij uittestte of mensen of dieren hem op de een of andere manier konden waarnemen terwijl uittrad. Hoewel knaagdieren niet op Blue’s BLEs reageerden, gold dit wel voor zijn eigen kat Spirit, die steeds rustig werd op het onvoorspelbare moment dat Blue uitgetreden was. Ook mensen blijken soms te reageren op de mogelijke aanwezigheid van een proefpersoon tijdens een experimentele uittreding.
Zelfs voor psychokinetische effecten tijdens buitenlichamelijke ervaringen bestaat experimenteel bewijsmateriaal. Pat Price scoorde hoog in een onderzoek waarbij men een gesloten elektrisch geïsoleerde ruimte gebruikte waarin een object aan een dun draadje hing. Het ging om een erg gevoelig instrument dat de kleinste bewegingen registreerde. Natuurlijk is het hierbij niet goed mogelijk om gewone, niet aan de uittreding zelf gerelateerde PK van Price uit te sluiten.
De Braziliaan Waldo Vieira is de voornaamste onderzoeker naar BLEs buiten de Engelstalige wereld. Hij duidt zijn onderzoek aan met de term projeciologia, die naar het oude woord ‘astrale projectie’ verwijst. Vieira schreef een encyclopedie over het vakgebied en verzon allerlei nieuwe termen om aspecten ervan aan te duiden.
ESP of fijnstoffelijkheid?
Er zitten hoe dan ook psychologische aspecten aan uittredingen, omdat de waarneming bij veel buitenlichamelijke ervaringen niet overeenkomt met de fysieke werkelijkheid. Tegelijkertijd zijn er betrouwbare paranormale ervaringen gedocumenteerd die optreden tijdens een BLE. Men kan theoretisch gezien in principe twee kanten op met deze gegevens rond de buitenlichamelijke ervaring.
Of er is sprake van een psychologische projectie waarbij ook reële paranormale ervaringen optreden. Bij lucide dromen zijn trouwens ook zeldzame gevallen bekend waarin twee dromers elkaar ontmoeten in een droomwereld, en daarbij bewust een gedeelde ervaring creëren.
Of het gaat juist om een reële uittreding van een fijnstoffelijk voertuig van de ziel die echter gekleurd wordt door beelden uit het onbewuste van de persoon in kwestie. Misschien is er ook niet sprake van één fenomeen, maar van een tweetal fenomenen die alleen subjectief veel op elkaar lijken. Aan de ene kant zou er een soort lucide dromen kunnen bestaan die veel lijken op een uittreding maar toch door de persoon zelf veroorzaakt worden. Daarbij zouden soms paranormale ervaringen kunnen optreden. Aan de andere kant zouden er echte BLEs kunnen zijn, met name in het geval van bijna-dood ervaringen of in gevallen waarin de uitgetreden persoon wordt waargenomen door derden.
Volgens Celia Green zijn er overigens veel voorkomende verschillen tussen lucide dromen en echte uittredingen. Zo begint een uittreding meestal wanneer iemand wakker is en lijkt de waarneming tijdens een BLE normaler dan tijdens een lucide droom. Ook bevatten lucide dromen vaker symbolische en fantastische elementen en voelt iemand zich tijdens een BLE vrijer dan tijdens een lucide droom waarbij hij het gevoel kan hebben helemaal geen lichaam te bezitten. Tijdens een uittreding beseft men in elk geval terecht dat de geest niet samenvalt met de hersenen of het lichaam als geheel.
Literatuur
Blackmore, S. (1982). Beyond the body: An investigation of Out-of-the-body Experiences. Londen: Heinemann.
Crookall, R. (1968). The mechanisms of astral projection: denouement after seventy years. Moradabad: Darshana International.
Dongen, H. van, & Gerding, H. (1993). Het voertuig van de ziel: het fijnstoffelijk lichaam: beleving, geschiedenis, onderzoek. Deventer: Ankh-Hermes.
Green, C. (1970). Lucide dromen. Meppel: Boom.
LaBerge, S. (1986). Creatief dromen. Rijswijk: Elmar.
Mitchell, J.L. (1986). Uittredingservaringen. Naarden: Strengholt.
Monroe, R.A. (1977). Uittredingen: experimenten buiten het lichaam. Deventer: Ankh-Hermes.
Neiman, C., & Goldman, E. Leven na de dood: een complete gids voor het hiernamaals. Rijswijk: Elmar.
Rogo, D.S. (1978). Mind beyond the body: the mystery of ESP projection. Harmondsworth: Penguin Books.
Vieira, W. (1986). Projeciologia. Rio de Janeiro.
Drs. Titus Rivas is verbonden aan Stichting Athanasia en is medewerker van o.a. het blad Terugkeer van Stichting Merkawah, ParaVisie, Paraview en Prana.
Rivas is altijd geïnteresseerd in nieuwe ontwikkelingen op parapsychologisch gebied en nodigt u uit uw eigen paranormale ervaringen met hem te delen: titusrivas@hotmail.com
Stichting Athanasia verzorgt bovendien parapsychologische consulten tegen tarieven gekoppeld zijn aan iemands uitkering. (Athanasia is een ideele stichting en de consulten komen uitsluitend ten goede aan haar activiteiten).