Titel

De vertrapte haarclip

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 3 May, 2016)

Samenvatting

Een nabij-de-doodervaring met paranormale waarneming, gemeld door de Duitse 'Freifrau' Andrea von Wilmowsky.


Tekst


De vertrapte haarclip

De Duitse barones (Freifrau) Andrea von Wilmowsky uit Pöcking was meer dan 25 jaar werkzaam als verpleegkundige op het gebied van de anesthesie en intensive care en heeft zelfs enkele intensive care-afdelingen geleid. Zij deelde de volgende BDE met ons (hier in de vrije vertaling van Titus Rivas):

“Op een dag werd een vrouw met een zwaar hartinfarct op onze afdeling opgenomen om gereanimeerd te worden. Men had onderweg naar het ziekenhuis al een tijdlang geprobeerd om haar te reanimeren en het zag er niet naar uit dat ze het nog zou kunnen overleven. Ze was eigenlijk al klinisch dood. We wisten aanvankelijk niet goed of we door moesten gaan met de reanimatie maar deden dat uiteindelijk toch. Het werd de meest chaotische reanimatie die ik ooit heb meegemaakt . Mensen trapten steeds weer op elkaars voeten en belemmerden elkaar bij wat ze aan het doen waren. Een infuusfles werd temidden van deze chaos van de tafel geveegd en viel daarbij aan diggelen.

Destijds was ik nog maar net getrouwd. Mijn man had met een zaag van triplex een haarclip voor me gemaakt, in de vorm van een roos. Deze haarclip droeg ik die bewuste dag in mijn haar. Het ding moet op de een of andere manier uit mijn lange haar gegleden en op de grond gevallen zijn. Eenmaal op de vloer werd ze door iemand kapotgetrapt. Ik merkte pas dat ik de haarclip miste toen de reanimatie al geslaagd was.
Onze patiënte had het overleefd, maar niemand had kunnen vermoeden dat ze ook op langere termijn nog in leven zou kunnen blijven. Ze was nog steeds volledig bewusteloos, toen ik na afloop van die dienst drie weken op vakantie ging.

Toen ik na de vakantie weer voor het eerst op mijn werk kwam, zag ik de patiënte terug. Het ging nog steeds niet goed met haar, maar ze was wel bij bewustzijn en af en toe konden we zelfs met elkaar praten. Op een gegeven moment vroeg ze me terloops: 'Waar is uw mooie rozen-haarclip nou gebleven?' Ik antwoordde dat de haarclip jammer genoeg kort daarvoor stuk gegaan was.

Iets aan die vraag riep een gevoel van wantrouwen bij me op. Er was iets vreemds met die vraag aan de hand. Maar ik had altijd heel veel te doen en daarom dacht ik niet meer over die vraag na. Mijn onderbewustzijn moet dat echter wel gedaan hebben, want ongeveer drie dagen later realiseerde ik me, toen ik met de motor naar huis reed, midden op een landweg: “Die haarclip kan ze toch helemaal niet gezien hebben“.

Ik was zo geschrokken, dat ik met piepende remmen onmiddellijk moest stoppen. Dat was me even een shock! Ik kon het tot mijn volgende dienst bijna niet van me afzetten en vroeg haar meteen nadat de dienst begonnen was waar zij mijn haarclip eigenlijk van kende. Daarop vertelde ze me het volgende: Tijdens de reanimatie had ze een buitenlichamelijke ervaring gehad waarbij ze in een hoek van de kamer bij het plafond zweefde. Ze wist dat ze eigenlijk beneden in bed lag en dat wij met haar bezig waren. Maar daar zat ze niet mee. Ze sloeg alles gade. Ze zag ook, wie op mijn haarclip was gaan staan en was in staat de 'boosdoener' voor me te beschrijven. Het was een arts en dat wist ik op dat moment nog niet eens. Ze had ook gezien hoe de glazen fles kapot viel op de vloer.
Haar verhaal maakte me sprakeloos. En ze vertelde nog meer. In deze hoogst merkwaardige toestand heeft ze een bijzonder helder licht gezien en een buitengewoon geluksgevoel ondergaan. Een gevoel dat ze tot dan toe nooit eerder had beleefd! Alle vragen, die ze toen had, waren direct beantwoord. Ze voelde zich volmaakt gelukkig en één met de wereld en precies op dat moment haalden wij haar in haar lichaam terug, terwijl dat lichaam verging van de pijn! Ze was ons daar niet dankbaar voor.
Jaren later beseft ik: Deze patiënte heeft me over een bijna-doodervaring verteld en dat midden in de jaren 80 in het Oosten van Duitsland.”

Dit artikel werd gepubliceerd in Terugkeer 23(4) , winter 2012, blz. 8.

Contact: titusrivas@hotmail.com