Alles is bezield: de opkomst van het panpsychisme
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 8 May, 2011)
Samenvatting
Beknopte bespreking van het panpsychisme als alternatief voor het materialisme in de filosofie van de geest.
Alles is bezield: de opkomst van het panpsychisme
Volgens panpsychisten bezit alles binnen de werkelijkheid geestelijke aspecten. De filosofie neemt het panpsychisme serieus als een weliswaar moeilijk voorstelbaar, maar respectabel alternatief voor het materialisme.
door Titus Rivas
Een vast ingrediënt van sjamanistische natuurgodsdiensten is de gedachte dat alles een ziel heeft. Volgens dit zogeheten animisme zijn dus niet alleen mensen en dieren bezield. Maar evenzeer planten, rotsen, rivieren, de zon en de maan en zelfs gebruiksvoorwerpen, zoals Indonesische krissen. We zien deze gedachte onder meer terug in het populaire thema van de natuurgeesten, bijvoorbeeld in de vorm van elfen en feeën. (Denk aan The Lord of the Rings en recente tekenfilms over Tinkelbel.)
De animistische levensbeschouwing is wijdverbreid. Materialisten koppelen haar van oudsher aan een naïeve 'kindertijd' van de mensheid. Met enkele uitzonderingen, zoals shintoïsten, wiccans en heksen, weten moderne mensen over het algemeen dat het animisme inmiddels 'definitief achterhaald' is. Velen zijn nog wel 'blijven steken' in een religieus of metafysisch wereldbeeld, maar wie echt verstandig is, laat ook die fase snel achter zich. Hij of zij wordt vervolgens een overtuigd atheïstisch materialist of gelooft hoogstens nog in een onstoffelijk, maar volledig hersengebonden bewustzijn. Aldus de materialisten, wel te verstaan.
Panpsychisme en idealisme
Het animisme heeft in zijn oorspronkelijke vorm nauwelijks een rol gespeeld in de geschiedenis van de westerse filosofie. Maar men kent wel een traditie die er duidelijk aan verwant is, het panpsychisme. Het woord pan betekent in het Grieks alles, denk aan pantheon of pandemie. In het algemeen beweren panpsychisten dat alles binnen de werkelijkheid in een bepaalde mate geestelijke aspecten bezit. Je kunt dit wereldbeeld gemakkelijk verwarren met een vorm van idealisme, die stelt dat de fysieke realiteit opgebouwd is uit geest. Alles wat we zien, horen, proeven, et cetera, is in feite een soort droom binnen onze geest. Het woord idealisme is afgeleid van het Engelse idea, dat in dit verband alle mogelijke mentale inhouden aangeeft.
De achtiende-eeuwse bisschop en filosoof George Berkeley vatte zijn idealisme samen met de woorden Esse est percipi, Latijn voor: 'zijn is waargenomen worden'. Een (schijnbaar) fysiek voorwerp is er alleen zolang iemand het waarneemt. Het bestaat dus niet los van die perceptie. Er zijn geen materiële 'dingen' die geen enkele waarnemer nodig zouden hebben.
Idealisme in deze betekenis van het woord komt niet alleen in de westerse traditie voor, maar met name ook in de Indiase wijsbegeerte. De hele materiële realiteit is in feite een illusoire manifestatie van het bewustzijn.
Letterlijk opgevat stellen idealisten dus wel dat het geestelijke alles doordringt (alles is immers geestelijk), maar toch kun je idealisme en panpsychisme niet aan elkaar gelijkstellen. Er zijn wel panpsychisten met een ondubbelzinnig idealistisch wereldbeeld geweest, zoals Schopenhauer en de Amerikaanse filosoof Josiah Royce. Maar de meeste panpsychisten verwerpen zo'n wereldbeeld zelfs uitdrukkelijk. In het panpsychisme gaat men er doorgaans van uit dat er een 'objectieve' stoffelijke werkelijkheid bestaat die niet afhankelijk is van mentale waarneming. Alleen is alles in die materiële wereld wel van nature gekoppeld aan iets geestelijks.
Westers panpsychisme
David Skrbina publiceerde in 2005 een boek over westers panpsychisme. Daaruit blijkt dat de panpsychistische grondgedachte zich in allerlei vormen bij Europese en Engelstalige geleerden heeft voorgedaan. Bijvoorbeeld bij recente denkers zoals Gustav Fechner, Teilhard de Chardin, William James, Bertrand Russell en David Bohm. Maar ook bij grote filosofen van langer geleden zoals Plato, Aristoteles, Spinoza en Leibniz. Anno 2011 wordt de visie in Nederland onder meer uitgedragen in de bestseller Eindeloos Bewustzijn van Pim van Lommel.
Panpsychisme lijkt tegenwoordig meer dan ooit een belangrijke rol te spelen en dan met name binnen de analytische filosofie van de geest (philosophy of mind). Men neemt het serieus als een weliswaar moeilijk voorstelbaar, maar respectabel alternatief voor het materialisme. Aanhangers stellen bijvoorbeeld dat het bewustzijn van mensen en andere 'hogere' dieren voortgekomen moet zijn uit de eenvoudigere geest van 'lagere' diersoorten. Die simpelere psyche kan op haar beurt ook niet uit het niets zijn ontstaan. Men redeneert daarom dat ook eencelligen en zelfs de anorganische materie ten minste in aanleg een soort kiem van het geestelijke of bewustzijn moeten bevatten. In die zin is panpsychisme een alternatief voor de visie dat geesten vanuit een spiritueel domein in biologische lichamen kunnen (re)incarneren. Geesten zouden opgebouwd zijn uit de mentale aspecten van hun lichaamscellen en dus niet van 'buiten' komen.
Iemand die al jaren serieus met deze gedachten speelt is de invloedrijke Australische filosoof David Chalmers. Uitgaande van een panpsychistische visie hoef je de gangbare, 'moeilijke' vraag (hard problem) niet meer te beantwoorden hoe de hersenen bewustzijn produceren. Het brein brengt de bewuste geest niet uit het niets voort, maar het bewustzijn is van nature gekoppeld aan alle materie. De specifieke structuur van de hersenen gaat slechts gepaard met een concrete manifestatie van de geest, zonder die geest opeens, 'magisch' te voorschijn te toveren.
Sommige recente panpsychisten zoals Alfred North Whitehead en David Ray Griffin hebben hun algemene wereldbeeld verder uitgewerkt. Om daar recht aan te doen zijn er nieuwe termen bedacht zoals panexperientialism dat verwijst naar het begrip subjective experience (subjectieve ervaring).
Het voert in dit verband echter te ver om daar uitgebreid op in te gaan. Wel kunnen we constateren dat er inmiddels een rijke panpsychistische traditie met allerlei subtiele onderscheiden is ontstaan.
Voor en tegen
Volgens Skrbina biedt het panpsychisme verschillende voordelen als je het vergelijkt met andere theoretische systemen. Zo is het volgens hem een geloofwaardig alternatief voor het materialisme in de filosofie, maar ook voor de traditionele tegenstander daarvan, het lichaam-geest dualisme. Panpsychisme zet de werkelijkheid in een mooier, menswaardiger licht. Het heeft ook gevolgen voor onze algehele compassie jegens andere mensen en dieren. Filosofen kunnen zich bijvoorbeeld afvragen welke wezens begiftigd zijn met een vorm van geest of bewustzijn. Binnen het panpsychisme is deze vraag gemakkelijk te beantwoorden, want het geldt eenvoudigweg voor alle wezens, inclusief bijvoorbeeld planten. De stroming maakt ons in het verlengde daarvan ook bewuster van het belang van respect voor eco-systemen.
Skrbina erkent overigens wel dat er ook zwaarwegende argumenten tegen een panpsychistisch wereldbeeld geuit zijn. Het is daarbij nog niet eens zo relevant dat het panpsychisme niet strookt met onze intuïtie. We delen de werkelijkheid in de westerse cultuur doorgaans op in wezens met gevoel en dingen die geen gevoelens kennen. Weliswaar is er ook een neiging tot een soort animisme. Je ziet dat bijvoorbeeld bij kleuters die hun pluchen knuffelbeesten vaak spontaan een hele belevingswereld toedichten en ook de zon en maan als levende wezens ervaren. Dit is echter nog iets anders dan aannemen dat elk materieel deeltje gepaard gaat met een soort psychisch principe. Maar goed, we hebben ons wel vaker vergist, denk aan de zon die om onze planeet draait en aan de platte aarde. Dus wie zegt dat dat nu niet weer opnieuw het geval is? Dat we ons iets niet zo goed kunnen voorstellen, is meestal een zwak argument gebleken in de loop van de geschiedenis.
Bewijs
Zelf vind ik het volgende type tegenargumenten daarom belangrijker. Als alle materiële bouwstenen bezield zijn, dan is onze ziel kennelijk een soort psychische tegenhanger van ons lichaam. Een soort 'bundel' van alle psychische aspecten die gekoppeld zijn aan de fysieke onderdelen waaruit ons lijf is opgebouwd. Maar als dat waar is, dan lijkt het bijna onmogelijk dat onze ziel ons lichaam de dood overleeft. De cellen van ons lichaam vallen daarna immers vroeg of laat uiteen. Men zou dus aannemen dat dit ook moeten gelden voor de veronderstelde 'bestanddelen' van onze ziel. Nog onwaarschijnlijker zou het zijn dat een psyche reïncarneert in een nieuw lichaam. Die ziel zou dan moeten concurreren met de ziel die vanaf de conceptie gekoppeld is aan de materie van het lichaam zelf. (Overigens zijn er enkele panpsychisten die wel degelijk in een soort voortbestaan lijken te geloven, waaronder Geoffrey Read en David Ray Griffin.)
Bovendien is er vooralsnog geen enkel bewijsmateriaal voor het bestaan van een psychisch principe dat aan alle vormen van materie gekoppeld zou zijn. Die hypothese lijkt voor buitenstaanders daarom vooral een manier om het geloof in geesten die van buitenaf in een lichaam incarneren overbodig te maken.
Verder gaat panpsychisme meestal samen met parallellisme. Met die term bedoelt men dat de geestelijke aspecten van de werkelijkheid wel invloed hebben op elkaar maar niet op de fysieke aspecten. En vice versa; fysieke en mentale processen lopen parallel aan elkaar en 'raken' elkaar nooit. Parallellisten raken met zichzelf in tegenspraak wanneer ze stellen dat ze iets over het bewustzijn kunnen zeggen of schrijven. Als ze dat wel degelijk kunnen, heeft hun geest kennelijk invloed op fysieke organen zoals hun stembanden of handen. Andersom kunnen ze ook niets weten van de door hen gepostuleerde fysieke kant van de werkelijkheid, aangezien die geen invloed op hun geest kan hebben.
Persoonlijk vind ik dat dit soort bezwaren tegen niet-idealistische varianten van het panpsychisme te groot zijn om de stroming echt serieus te kunnen nemen. Ik ben dan ook geen panpsychist. Als het geestelijke werkelijk alles doordringt, dan denk ik zelf dat dit alleen in een idealistische zin goed denkbaar is. Dus zo dat het fysieke alleen 'in the mind' bestaat. Toch zit er ook voor mij een positief aspect aan de toegenomen belangstelling voor panpsychisme binnen de westerse filosofie. Het geeft in ieder geval aan dat het absurde en deprimerende materialisme terrein aan het verliezen is. Men is dus hoe dan ook wat wijzer aan het worden volgens mij.
Literatuur
- Berkeley, G. (1980). Philosophical works. Londen: Dent.
- Chalmers, D. (1996). The Conscious Mind. New York: Oxford University Press.
- Skrbina, D. (2005). Panpsychism in the West. Cambridge, Mss.: MIT Press.
- Strawson, G. (2006). Consciousness and its Place in Nature. Imprint Academic.
Dit artikel werd in 2011 gepubliceerd in een tijdschrift en in 2013 op txtxs.nl gezet.
Contact: titusrivas@hotmail.com