Titel

Verwarrende 'theory of everything' voor bijna-doodervaringen van David Lawton

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 1 July, 2009)

Samenvatting

Kritische beschouwing van de metafysische theorie voor bijna-doodervaringen van David Lawton door Titus Rivas


Tekst


Verwarrende 'theory of everything' voor bijna-doodervaringen van David Lawton

Als filosoof heb ik persoonlijk niets tegen wijsgerige stelligheid. Ik beschouw haar zelfs als een deugd, hoewel het natuurlijk wel heel belangrijk is dat stelligheid gepaard gaat met openheid en tolerantie voor andersdenkenden. Veel skeptici zijn bijvoorbeeld wel stellig, maar volstrekt respectloos tegenover hun opponenten en ze staan niet direct open voor nieuwe feiten. Maar dit wil nog niet zeggen dat stelligheid zelf fout is. Sterker nog, stelligheid is een voorwaarde voor een eerlijke intellectuele strijd die ook voor derden inzichtelijk is.
In die zin kon ik een opdracht die ik pas geleden van onze eindredacteur Rudolf H. Smit kreeg echt waarderen. Hij vroeg me een stuk te lezen van een relatief onbekende filosoof, David Lawton, verbonden aan de Universiteit van Manchester. Met zijn stelligheid zat het in elk goed. Hij beweert in zijn artikel The Metaphysics of Near-Death Experience een metafysische theorie te presenteren die alle bijna-doodervaringen in alle opzichten kan verklaren, d.w.z. alle aspecten van de BDE's, uiteenlopend van waarnemingen van de fysieke realiteit tot mystieke ervaringen. Hij noemt zijn alomvattende theorie 'transcendentaal vitalisme' en ziet haar met name als een verbeterde versie van de filosofie van Schopenhauer en in mindere mate Kant. De wil die in het denken van Schopenhauer centraal staat wordt door Lawton vervangen door het idee van het Tao, ontleend aan het taoïsme. Ook heeft hij de Newtoniaanse kijk op de wereld der verschijnselen uit de tijd van Schopenhauer vervangen door de nieuwe fysica. Maar wat er achter de (fenomenale) wereld der verschijnselen ligt (het noumenale) is in beide gevallen één enkele realiteit. Als je dood gaat is het gedaan met de fenomenale wereld, en ik vat dat zo op dat hij bedoelt dat je dan geen individueel bewustzijn meer hebt. De fenomenale wereld zelf wordt volgens Lawton ook niet bepaald door het bewustzijn of het 'ik' maar door het leven zelf. Op zich is dit merkwaardig omdat het Tao in het taoïsme zelf doorgaans veel ruimer wordt opgevat, voor zover ik weet. Taoïsme is niet zomaar een chinees synoniem voor vitalisme. Lawton maakt hier wat mij betreft een veel te grote sprong.

Moeilijk te volgen
Helaas moet ik constateren het hier niet bij blijft. Zo begint hij zijn artikel met de bewering dat hij alle aspecten van BDE's kan verklaren met zijn theorie, maar een pagina verder blijkt hij opeens niet in te gaan op aspecten zoals zelfbewustzijn, omdat dat te moeilijk zou worden voor de lezer! Verder stelt hij zonder nadere uitleg dat de fenomenale wereld (de wereld der verschijnselen zoals die door ons ervaren wordt) niet bestaat voor een subject (ervaarder), maar voor het leven. Dat zal dan in elk geval bewust leven moet zijn, lijkt mij, want zonder bewustzijn valt er weinig te beleven. Het is niet duidelijk waarin bewust leven verschilt van een bewust subject.
Ook lijkt Lawton ronduit incoherent wanneer hij het ene moment zegt dat de dood het einde van iemands fenomenale wereld en zelf betekent, en een daarvoor nog levend organisme gereduceerd wordt een fysiek object in de fenomenale wereld van iemand anders. En even verderop stelt hij dat een fenomenaal zelf tijdens een uittreding bij een bijna-doodervaring waarneemt hoe het een fysiek object wordt binnen de fenomenale wereld. Hoe kan iemand nu een bewusteloos object worden en zijn eigen lichaam bewust van buitenaf waarnemen? Lawton roept hierbij een duister begrippenapparaat te hulp van de taoïstische principes Yin en Yang die zijn theorie alleen nog maar moeilijker te begrijpen maakt voor mij. Zo stelt hij op blz. 7 “De levenden verschijnen nooit aan iemand, de yang-gepolariseerde fenomenale wereld van het licht is bevolkt door hen die zo'n fenomenale wereld kunnen bewonen.” Op diezelfde bladzijde komt opeens ook het Indiase begrip atman voor, zonder aankondiging of nadere uitleg.
De auteur doet verder ook nog een paar dubieuze uitspraken, zoals dat de snelheid tijdens een uittreding langzaam toeneemt wanneer iemand verder van het fysieke lichaam vandaan raakt. Of dat liefde gepaard moet gaan met een overstijgen van het principe van individuatie. Ik was met oprechte interesse aan het artikel begonnen, maar ik blijf in verwarring achter nu ik het uit heb.

David Lawton (2008). The Metaphysics of Near-Death Experience. Network Review, zomernummer, 3-7.

Reacties: titusrivas@hotmail.com

Dit artikel werd gepubliceerd in Terugkeer, 19, herfst 2008, nr. 3, blz. 21