Nahtoderfahrungen van Günter Ewald
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 8 May, 2011)
Samenvatting
Recensie van Nahtoderfahrungen van Günter Ewald door Titus Rivas.
Boekbespreking
Günter Ewald. Nahtoderfahrungen: Hinweise auf ein Leben nach dem Tod? Kevelaer: Verlagsgemeinschaft Topos Plus, 2009. ISBN 978-3-8387-0591-2.
Nahtoderfahrungen van de Duitse wiskundige Günter Ewald is een bewerking van een eerder boek uit 2001. De auteur beschrijft dertig BDE's en aanverwante ervaringen in Duitsland en staat vervolgens stil bij theorievorming en implicaties.
Er komen enkele casussen in het boek voor van geverifieerde buitenzintuiglijke waarneming tijdens een uittreding. Bijvoorbeeld van de beroepsmilitair Alois Serwaty die tijdens zijn BDE een specifiek typeplaatje op een medisch apparaat waarnam. Nadat hij bijgekomen was vertelde hij zijn arts dat hij het plaatje had gezien, maar die reageerde daar niet op. Later bevestigde een verpleegkundige dat Serwaty het plaatje correct had waargenomen en dat hij het tijdens zijn bijna-doodervaringen onmogelijk op een normale manier had kunnen zien. Ewald brengt dergelijke waarnemingen in verband met het bewijsmateriaal voor helderziendheid en beschouwt ze als aanwijzingen voor echte buitenlichamelijke ervaringen.
In het algemeen blijkt Günter Ewald goed op de hoogte van de literatuur over BDE's en hij vermeldt onder meer de casus van Pam Reynolds en het onderzoek van Sam Parnia.
Algemener vraagt Ewald zich af of christelijke theologen de onsterfelijke ziel misschien te snel hebben afgeschaft. Terwijl theologen vaak niet meer in een hiernamaals geloven (hoogstens nog in een verrijzenis van de 'hele' mens), doen artsen en geleerden steeds meer ontdekkingen die op een geestelijk voortbestaan wijzen. Zo schrijft hij onder meer: “We glimlachen graag over voorstellingen van de ziel uit vroegere eeuwen of van andere culturen, die net zoiets uitdrukken in de vorm van mythen, maar we zijn met [ons] plat materialisme misschien verder verwijderd van de ware kern van de ziel dan religieuze omschrijvingen.” (blz. 96). Op dit thema gaat Ewald nader in onder het kopje Bijna-doodervaringen en religie. Hij staat stil bij overeenkomsten tussen BDE's en mystieke ervaringen. Ik vind vooral wat hij zegt over het 'Amitabha-boeddhisme van het zuivere land' oftewel 'amidisme' bijzonder interessant. Anders dan bij de meeste andere boeddhistische stromingen is er sprake van een grote nadruk op een soort hemels domein. Het zogeheten 'zuivere land' waar je door je vertrouwen in Amitabha (in het Japans: Amida), de boedda van het oneindige licht, in terecht kunt komen. Volgens Ewald is het amidisme waarschijnlijk gebaseerd op bijna-doodervaringen. Onder andere op de BDE van een Noord-Chinees, T'an-luan, uit 530 n. Chr. die tijdens een ernstige ziekte plotseling een gouden poort voor zich zag.
Op één punt stelt Nahtoderfahrungen erg teleur, namelijk wat betreft de manier waarop Ewald het onderwerp reïncarnatie behandelt. Hij beweert bijvoorbeeld ten onrechte dat alle gevallen van Ian Stevenson van jonge kinderen met herinneringen aan vorige levens net zo goed verklaard kunnen worden door telepathie en helderziendheid. Bovendien stelt hij dat er in BDE's nooit aanwijzingen voor reïncarnatie voorkomen, wat gewoon onjuist is. Ewald blijkt reïncarnatie niet te kunnen verzoenen met de notie van een persoonlijk voortbestaan.
Hoe dan ook is het boek een aanwinst voor de literatuur over bijna-doodervaringen.
Titus Rivas
Deze recensie was gepubliceerd in Terugkeer, 21(1), voorjaar 2010, blz. 27.
Contact: titusrivas@hotmail.com