Misleidende Skepsis over Bijna-Dood Ervaringen
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 19 September, 2011)
Samenvatting
Skeptische fabeltjes over Bijna-Dood Ervaringen van Rob Nanninga, aan de kaak gesteld door Titus Rivas.
Misleidende Skepsis over Bijna-Dood Ervaringen
Skeptische fabeltjes over Bijna-Dood Ervaringen
Als je echt iets over parapsychologisch onderzoek te weten wil
komen, kun je boeken en artikelen van skeptici het beste mijden. Vooral
de pennevruchten van schijnbaar rationele, echt betogende skeptici
zoals Rob Nanninga kunnen je gemakkelijk op het verkeerde been zetten.
Dat geldt ook voor
Twee voorbeelden:
Rob Nanninga beschrijft het geval van ene Frank:
'Frank werd in 1982 op ruim veertigjarige leeftijd volledig blind
en heeft daarna verscheidene BLE's ondergaan. Rond 1992 zou een
vriendin hem naar de wake bij een overleden vriend brengen. Frank
meende dat hij geen passende das had voor deze gelegenheid en vroeg de
vriendin om er die ochtend een voor hem te kopen. Ze kwam later langs
met de das, maar vertrok meteen weer omdat ze zich nog moest omkleden.
Frank knoopte de das voor en ging even op de divan liggen toen hij een
uittredingservaring kreeg. Tijdens deze ervaring kon hij zien dat de
das rood was en dat er twee grijze cirkels opstonden.
Toen de vriendin terugkwam, was ze verbaasd dat hij dit wist, want
ze had het hem nog niet verteld. Sharon Cooper, de collega van Ring,
sprak een paar jaar later met de vriendin van Frank om het verhaal te
verifiëren. De vrouw kon zich echter niet meer herinneren dat Frank de
das had beschreven en ze wist ook niet meer hoe het ding eruit zag.'
Mijn commentaar: Dit is zonder meer een misleidende voorstelling
van zaken. De auteurs schrijven zelf: 'Ze [de vriendin van Frank]
voegde eraan toe dat Frank een nuchtere man is, die naar haar ervaring
de dingen niet mooier voorstelt dan ze zijn. En ofschoon ze niet in
staat was zijn verslag te staven, was ze van mening dat zijn opsomming
van details waarschijnlijk getrouw de waarheid was. Hoewel deze getuige
de verlangde cruciale bevestiging niet kon leveren, is dit toch een
zeer geschikt voorbeeld van een man wiens herinnering in essentie
vermoedelijk correct is.' (blz. 98)
Een ander voorbeeld is dat van Nancy:
'Het laatste voorbeeld is volgens de auteurs buitengewoon
bewijskrachtig. Het speelde zich af in een ziekenhuis, waar de
41-jarige Nancy in 1991 werd opgenomen voor een biopsie. Tijdens de
operatie raakte de chirurg per ongeluk de vena cava superior, althans
volgens het verhaal van Nancy (de vena cava superior voert het
aderlijke bloed uit het hoofd en bovenlichaam aan het hart toe). In
paniek hechtte de arts deze ader dicht, een ernstige medische fout.
Toen Nancy later in de uitslaapkamer bijkwam, merkte ze dat ze niet
meer kon zien. Haar hoofd en bovenlichaam waren enorm opgezwollen
doordat de bloedafvoer werd belemmerd. Ze riep tegen het verplegend
personeel dat ze blind was en werd met grote spoed op een brancard naar
een lift gereden. Op het moment dat de brancard met een klap tegen de
liftdeuren botste, kreeg ze een uittredingservaring. Ze zag haar
minnaar (Leon) en haar ex-man (Dick) een eind verderop in de gang als
aan de grond genageld staan. Daarna werd ze overspoeld door een helder
licht. Artsen herstelden de fout door het aanbrengen van een grote
bypass, maar konden het gezichtsverlies niet meer ongedaan maken.
Leon vertelde in 1995 aan Sharon Cooper dat hij Nancy naar het
ziekenhuis had gebracht en behoorlijk ongerust was geworden omdat de
operatie zo lang duurde. Hij was toevallig in de hal toen ze op een
brancard voorbij kwam. Hij herkende haar bijna niet, want ze zag er
verschrikkelijk uit. Hij riep 'Nancy, Nancy', maar ze reageerde niet.
Leon liep achter de brancard aan, een hoek om, en hij zag hoe Nancy een
lift werd binnengereden. De botsing merkte hij niet op. Leon meende
zich te herinneren dat een verpleegster hem vertelde dat Nancy naar
beneden werd gebracht voor een angiogram (een röntgenfoto van de
bloedvaten). Volgens hem was Dick ook bij dit gesprek aanwezig, al weet
hij dat niet meer zeker.'
Mijn commentaar: er staat nergens dat hij dat niet zeker weet. Er
staat slechts dat Dick volgens hem bij het gesprek aanwezig was. Mensen
weten heel weinig dingen zeker, iets wat dogmatische skeptici maar al
te graag over het hoofd zien.
Nanninga zegt over Dick nog:
'Desgevraagd kon Dick zich niet meer goed herinneren hoe het was gegaan.'
Mijn commentaar is wederom dat dat er echt niet staat. In plaats
daarvan schrijven Ring en Cooper: 'Het relaas van Dick, de vader van
het kind van Nancy, stemt in algemene zin eveneens met de ervaring van
zowel Nancy als Leon overeen, hoewel hij tijdens het interview
verscheidene keren opmerkte dat zijn herinneringen vaag waren en hij
niet voor alle details kon instaan.' (blz. 107).
In beide gevallen blijkt het dus weliswaar niet 100% zeker, maar
wel zeer aannemelijk dat de personen in kwestie een paranormale
ervaring hebben gehad. Het staat Nanninga vanzelfsprekend vrij om daar
zelf ondanks die aannemelijkheid toch niet in te geloven. Het staat hem
ook vrij om dat -desnoods zonder onderbouwing- te verkondigen. Maar het
staat hem niet vrij om een en ander zo onnauwkeurig weer te geven.
Nanninga zal gehoopt hebben dat bijna-dood ervaringen op een dergelijke
misleidende manier bezworen kunnen worden, maar helaas voor hem lezen
niet alleen skeptici boeken over bijna-dood ervaringen. (Het is
overigens tekenend voor Nanninga dat hij het artikel over
Rob Nanninga is volgens mij een voorbeeld van iemand die zichzelf
in de weg zit. Hij heeft de verstandelijke vermogens en de eloquentie
om zich echt te verdiepen in parapsychologische literatuur en daar ook
nog in grote lijnen correct en helder over te rapporteren. Maar hij
bezit ook een merkwaardige, irrationele neiging om dingen juist wanneer
ze ingaan tegen zijn wereldbeeld opeens (erg) vertekend weer te geven.
Zonder die neiging had hij wellicht kunnen uitgroeien tot een echte
wetenschapper op dit gebied.
Titus Rivas, oktober 2002
Toevoeging van 1 november 2002: Rob Nanninga heeft inmiddels gereageerd op dit stukje.
Mijn reactie daarop luidt: Om te voorkomen dat we in herhalingen
vervallen, laat ik het het liefst aan de lezer over om te bepalen wie
er aan het langste eind moet trekken. Volgens mij zou dat nu al
duidelijk moeten zijn.
Toevoeging van 21 juni 2004: Inmiddels heeft er bij het Belgische SKEPP
een discussie plaatsgevonden over bijnadoodervaringen naar aanleiding
van het onderzoek van Dr. Pim van Lommel. Aan deze discussie heb ik in
mei en juni 2004 ook deelgenomen.
Contact: titusrivas@hotmail.com