Titel

#MeToo: over seks, macht en verandering (recensie)

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 21 May, 2018)

Samenvatting

Recensie van het boek "#MeToo: over seks, macht en verandering" van Jan den Boer en Caroline van Wijngaarden.


Tekst


Boekbespreking
Jan den Boer en Caroline van Wijngaarden. #MeToo: over seks, macht en verandering. London Books, 2018. ISBN 978-94-928-8306-3.

De MeToo-onthullingen hebben reële en soms schokkende misstanden aan het licht gebracht. Veel mensen maken zich echter ook zorgen over de hausse aan niet altijd even transparante berichten. Binnen een rechtsstaat is veiligheid een groot goed, maar dan wel in balans met vrijheid; we willen immers geen politiestaat. We willen ook geen verkrampte samenleving waarin seksualiteit en erotiek voortdurend met wantrouwen bejegend worden.
#MeToo heeft aangetoond dat met name vrouwen massaal het slachtoffer worden van grensoverschrijdend gedrag en dat dit te maken heeft met misbruik van machtsverhoudingen. Het heeft ook laten zien dat er zelfs in het Westen een fors taboe heeft bestaan op het uiten van nare ervaringen op dit vlak.
Een van de boeken over het vinden van een nieuwe balans is #MeToo van de therapeuten en trainers Jan den Boer en Caroline van Wijngaarden, een stel dat onder meer werkt met tantra. Ze benadrukken terecht dat ook mannen het slachtoffer kunnen worden van seksueel overschrijdend gedrag. Voorts traceren ze de MeToo-beweging tot de activiste Tarana Burke die de uitdrukking MeToo al in 2006 heeft bedacht om daarmee te verwijzen naar het wijdverbreide seksuele misbruik en geweld. Dat we #MeToo normaliter veel later in de tijd situeren, komt omdat de term pas in 2017 over de hele wereld bekend werd met de schandalen rond filmproducent Harvey Weinstein. Dit trok velen met vergelijkbare ervaringen over de streep om die ervaringen te delen.

De auteurs hebben diverse #MeToo-verhalen in hun boek opgenomen en tonen daarmee aan dat er ongetwijfeld veel misgaat op dit gebied en dat het zeker niet past om misstanden te bagatelliseren. In het geval van vrouwen speelt seksisme bovendien een grote rol, bijvoorbeeld in de neiging om vrouwen zelf altijd medeverantwoordelijk te achten voor misbruik. Een neiging die in sommige andere culturen zou kunnen uitmonden in het meedogenloos verstoten of vermoorden van het slachtoffer. Het seksisme blijkt ook uit absurde inkomensverschillen en verschillen in status op de werkvloer.
Er zijn overigens interviews met diverse ervaringsdeskundigen in het boek opgenomen, waardoor we bijvoorbeeld kunnen lezen over misstanden in de tantra-wereld, de bijzonder seksistische dubbele moraal rondom sexting of verkrachtingen binnen relaties. Ook de psychologische gevolgen van #MeToo-ervaringen blijven niet onderbelicht. Sommige constateringen lijken nogal voor de hand te liggen, zoals dat je rekening moet houden met je partner of dat een “genitale respons” op afgedwongen seksueel contact nog geen instemming betekent, maar zonder dat dit echt storend wordt.
Tegelijkertijd bieden de auteurs genoeg ruimte aan critici die waarschuwen voor een hetze-achtige sfeer, hoewel er wellicht wat meer voorbeelden hadden mogen worden genoemd van beschuldigingen die later duidelijk vals of aangedikt bleken te zijn. Dat verschijnsel komt namelijk wel degelijk voor en vrouwen kunnen verzonnen verhalen over seksueel geweld zelfs inzetten om een gehate ex-partner bij hun kinderen weg te houden, zoals we weten van de ervaringen van zogeheten “dwaze vaders”.
Den Boer en Van Wijngaarden benadrukken het belang van communicatie en dialoog, waarbij vrouwen ook beter leren grenzen aan te geven en zich bewuster worden van hun eigen beleving. Ze pleiten in het algemeen voor een liefdevollere samenleving.
Wat mij verder bevalt aan het boek is dat men expliciet een soort seksisme van vrouwen tegen mannen afwijst en oprecht gelijkwaardigheid nastreeft.

Puntjes van kritiek
Alleen gebeurt dit alles naar mijn smaak wel een beetje te sterk vanuit het nastreven van een eenduidige seksuele en relationele norm, geïnspireerd door de persoonlijke achtergronden van de auteurs. Zij zien de (monogame?) emotionele liefdesrelatie duidelijk als het enige natuurlijke milieu voor seksualiteit. Ze lijken bijvoorbeeld weinig op te hebben met losse, maar respectvolle seksuele contacten gericht op genot, moreel verantwoorde porno of vrijwillige prostitutie. Masturbatie wordt in #MeToo zelfs geproblematiseerd als iets wat inherent onbevredigend zou zijn. Men lijkt serieus te denken dat er geen misbruik zou plaatsvinden als masturbatie bevredigend zou zijn! Alsof mensen anderen misbruiken omdat ze geen goede liefdesrelatie hebben, en niet vanwege een gebrek aan empathie.
Het verband lijkt in werkelijkheid eerder andersom te liggen. Wanneer mensen zich in elk geval voldoende bevredigd voelen door zelfbevrediging wordt het gemakkelijker om rekening te houden met anderen. Dit wordt bijvoorbeeld gesuggereerd door een Tsjechisch onderzoek naar het verband tussen het legaliseren van bepaalde niet-gewelddadige beelden van kinderen en het optreden van kinderverkrachting. Er blijken, zoals ik het begrepen heb, minder kinderen te worden misbruikt wanneer mensen die zich aangetrokken voelen tot minderjarigen de beschikking hebben over legaal beeldmateriaal.
Bovendien is er, als het goed is, nog volop ruimte voor fijne masturbatie binnen goede relaties.
Overigens zijn er ook nog de voyeurs voor wie de seksuele bevrediging van nature bij uitstek neerkomt op masturbatie. Door te stellen dat zelfbevrediging per definitie onbevredigend is, insinueer je in feite dat voyeurs per definitie gefrustreerd moeten zijn en van daaruit geneigd tot seksueel overschrijdend gedrag. Het impliceert in feite dat voyeurisme (en exhibitionisme) hoe dan ook een psychiatrische stoornis moet zijn, of dit nu in de DSM staat of niet. Dat is nogal wat, vind ik, zeker als je bedenkt dat voyeurs zelf het zo ervaren dat ze helemaal geen fysiek seksueel contact nastreven. Er bestaat overigens wel specifiek voyeuristisch misbruik (denk aan de ongewenste “peeping Toms” e.d.) , maar dat is even weinig typerend voor voyeurs als fysiek seksueel misbruik voor anderen.
Bij seksuele vrijheid dient het te gaan om een norm van seksuele zelfbeschikking, en niet om deze of gene norm van “ideale” of “volwaardige” seksualiteit. Althans wel als men, zoals ik, nog steeds gelooft in de aloude gedachte van de seksuele hervorming.

Pornografie komt er al even bekaaid van af in het boek. Men stelt bijvoorbeeld dat porno een eenzijdig beeld geeft van vrouwen, alsof er wat dat betreft geen enorme variatie aan erotica bestaat. Alsof er bijvoorbeeld geen SM-porno is waarin vrouwen de sterke partij zijn als domina(trix), specifiek feministische porno, zachtaardige lesbische porno, of esthetische softporno van sterke, onafhankelijke vrouwen. Zelfs in een Playboy bladeren wordt nog geproblematiseerd door de auteurs, bijna alsof het boek #MeToo eigenlijk in de evangelische hoek thuishoort. Een beklemmend citaat: “Als je masturbeert met plaatjes vervreemd je van je gevoel en vervreemd je van waar het echt over gaat. Het is een vlucht uit de gevoeligheid en de levendigheid die we zijn. […] Ook daar ligt een bron van #MeToo” (blz. 48). Nou nee, het is eerder zo dat je wanneer je zelfs softe porno dermate problematiseert, ervoor zorgt dat mensen net als decennia geleden opnieuw niet zonder schuldgevoelens van zelfbevrediging kunnen genieten en daarmee eenzijdig afhankelijk worden van een relatie.
Er wordt ook even een rare sprong gemaakt van naar porno kijken naar seksverslaving. Dat is zoiets als iemand een eetverslaving toedichten die van lekker eten houdt.

Nog een punt van kritiek is dat beide therapeuten seksueel overschrijdend gedrag soms te veel lijken te koppelen aan formele ongelijkheid. Zo lijkt men het per definitie problematisch te vinden als een baas erotisch of amoureus toenadering zoekt tot een werknemer, of een therapeut tot een cliënt. Dit is merkwaardig, want wat seksueel overschrijdend gedrag overschrijdend maakt zit hem niet in macht, maar in het misbruiken daarvan. Het is dus pas een probleem als men de ongelijkheid ingezet heeft om (voor de ander ongewenst) aan het eigen gerief te komen. Natuurlijk kan er alleen in zulke situaties misbruik gemaakt worden van de macht in kwestie, maar dat impliceert allerminst dat relaties binnen zo'n context automatisch op misbruik moeten neerkomen. Ik heb zelf nooit begrepen waarom men in zo'n geval niet primair naar de beleving van de concrete betrokkenen kijkt, maar meteen met een negatief oordeel klaarstaat dat gebaseerd is op het feit dat de een meer macht heeft dan de ander. Zou het een soort luiheid zijn, bijvoorbeeld omdat men geen zin heeft zich in specifieke gevallen te verdiepen? Overigens wordt de opvatting van de auteurs hierover breed gedragen, maar dat maakt haar nog niet juist. Waarom  werkt men niet aan meer mogelijkheden om zo'n relatie discreet te laten monitoren door derden zonder haar meteen te verbieden? Dat zou alleen al veel creatiever en natuurlijk humaner zijn dan een soort algemeen verbod.

Eindoordeel
Samengevat is dit boek zeker informatief en boeiend, en hebben de auteurs voortdurend getracht genuanceerd en fair te blijven. Ideologisch sluit het te weinig aan bij mijn eigen aloude libertaire seksuele hervormingsopvattingen, maar ik ben zonder meer overtuigd van de oprechtheid van de auteurs. Ik kan me voorstellen dat geestverwanten van hen het fijn zullen vinden dat ze zich in #MeToo kunnen herkennen. Ze kunnen bijvoorbeeld ook iets hebben aan in het boek opgenomen tantra-oefeningen rond seksuele behoeften en het leren aanvoelen van grenzen.

Titus Rivas

Contact: titusrivas@hotmail.com

Een reactie van de auteurs
"Een aanvulling van onze kant: onze kritische houding naar onder meer pornografie gaat niet over het wat maar het hoe. Dat is ook onze visie op ethiek vanuit tantra. Kort samengevat vanuit ons boek: zie je iemand als object of als mens. En als je iemand als mens ziet, laat dat voor ons nog veel ruimte voor een libertaire seksuele hervormingsopvatting."

Voor meer informatie: www.traininginbalans.nl