Is er een leven na de dood? van Ian Wilson (bespreking)
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 3 October, 2009)
Samenvatting
Boekbespreking van Is er een leven na de dood? van historicus en parapsycholoog Ian Wilson.
lan Wilson. Is er leven na de dood?: Het onderzoek/De bewijzen. Utrecht/Antwerpen: Kosmos-Z&K, 1998. ISBN 90-215-34323-1.
Recensie: Titus
Rivas
De Britse historicus lan Wilson heeft reeds zijn sporen
verdiend op grenswetenschappelijk gebied. Hij schreef boeken over
reincarnatieonderzoek, de lijkwade van Turijn en spiritistische mediums. In 1998
verscheen de Nederlandse vertaling van een algemener boek over leven na de dood
dat in feite niet los gezien kan worden van zijn vorige werk. Aangezien hij
eerder (ten onrechte) al het onderzoek naar reincarnatie als ondeugdelijk had
verworpen, is het niet verwonderlijk dat het concept reincarnatie in dit boek
geen rol speelt. Zo had hij zich eerder ook erg negatief uitgelaten over bekende
mediums, en hij gaat daar in dit boek op door.
Is er leven na de dood?
concentreert zich vooral op sterfbedvisioenen, verschijningen en
bijnadoodervaringen. Het meeste van wat lan Wilson hierover zegt, kenden we
overigens al van andere auteurs zoals Raymond Moody, Kenneth Ring of de
Fenwicks. Het boek is dus vooral op te vatten als een overzichtswerk. Toch komt
er wel informatie in voor die ik zelf nog niet eerder kende. Zo haalt Wilson een
Arabisch diplomaat uit 922 n.Chr. aan die getuige was van de begrafenis van
een Vikingleider en daarbij verslag deed van de woorden van een slavin die werd
geofferd om haar dode meester te vergezellen: "De eerste keer dat ze haar
optrokken, zei ze: 'Kijk! Ik zie mijn vader en moeder!' De tweede keer zei ze:
'Kijk, ik zie al mijn dode verwanten om me heen zitten.' De derde keer zei ze:
'Kijk, ik zie mijn meester in het paradijs zitten, en het paradijs is prachtig
en groen...'" (blz 115-116).
Ook staat Wilson stil bij een geval van een
stervende patiënte van dr. Josef Issels - stichter van de Ringberg
Kankerkliniek in Beieren - dat hij een uit biografie over deze arts heeft
gehaald. De patiënte vertelde hem dat ze haar lichaam kon verlaten en daar het
bewijs voor zou leveren. Ze zei dat ze in een andere kamer (kamer twaalf) een
vrouw een brief aan haar man had zien schrijven en dat deze net de eerste
bladzijde van de brief af had. Dr. Issels haastte zich naar kamer twaalf, aan
het einde van de gang en constateerde dat de situatie precies zo was als zijn
patiënte had beschreven. Toen hij terugging, bleek de vrouw te zijn
gestorven.
Nog een ander geval betreft ene Durdana Khan, de jongste dochter
van dr. A.G. Khan. Dit tweeëneenhalf-jarige kind was ongeveer een kwartier
schijndood ten gevolge van een hersentumor en beschreef na afloop een
bijnadoodervaring. Durdana moest geopereerd worden aan de tumor en tijdens het
herstel nam haar vader haar mee om een aantal familieleden te bezoeken.
Wilson haalt Khan hierbij aan: "Plotseling riep ze uit: 'Mamma, mamma!' En mijn
vrouw vloog naar haar toe. 'Mamma,' zei Durdana opgewonden, terwijl ze naar een
oude foto op een tafeltje wees, 'dat is de moeder van opa. Ik heb haar in de
sterren ontmoet. (...) Durdana had gelijk. Maar mijn grootmoeder stierf lang
voordat Durdana geboren werd; er bestaan maar twee foto's van haar, en die
zijn allebei in het bezit van deze oom van mij. Durdana kwam voor de eerste keer
in haar leven in zijn huis, en het is onmogelijk dat ze die foto ooit eerder had
gezien." (blz. 132).
Opmerkelijk aan dit boek zijn verder nog kritische
kanttekeningen bij het werk van Betty Eadie en Dannion Brinkley en Wilsons
verklaring van grote overeenkomsten in levensloop bij tweelingen door middel van
een telepathische band.
lan Wilson is niet meer weg te denken als publicist
over parapsychologische onderwerpen en met uitzondering van zijn standpunten
over reincarnatie blijkt hij ook in dit boek meestal zijn huiswerk naar behoren
te doen.
Gepubliceerd in Terugkeer 16(3), herfst 2005, 28
Contact: titusrivas@hotmail.com