Titel

De bijna-doodervaring van Huriye Kacar

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 12 May, 2011)

Samenvatting

Een Canadese vrouw van Turkse afkomst kreeg een bijna-doodervaring tijdens een hartstilstand. Haar ervaringen komen overeen met de voorspelling van een overleden oma die aan haar zus verschenen was.


Tekst


De bijna-doodervaring van Huriye Kacar

door Titus Rivas en Anny Dirven

Samenvatting
Een Canadese vrouw van Turkse afkomst maakte enkele hartstilstanden door tijdens een ernstige medische crisis rond de bevalling van haar dochter. Daarbij kreeg zij een bijna-doodervaring. Ze nam in uitgetreden toestand details waar van de keizersnede die men bij haar verrichte en belandde uiteindelijk in een soort tunnel.
Haar ervaringen komen overeen met de voorspelling van een overleden oma die aan haar zus verschenen was. De grootmoeder, naar wie de BDE-er vernoemd was, had voorspeld dat de zwangere vrouw het erg moeilijk zou krijgen en dat haar ziel haar lichaam zou verlaten, maar dat ze er wel doorheen zou komen. Er was geen enkele normale reden om een medische crisis te verwachten.

Inleiding
In het zomernummer van Terugkeer zijn we ingegaan op de ervaringen van Emine Fougner uit de VS rond de medische crisis van haar zwangere jongere zus Huriye Kacar(*) in 2009 (Rivas & Dirven, 2010). Huriye woont net als haar ouders in Canada. De familie is van Turkse afkomst.

Begin augustus 2009 kreeg Emine Fougner een geestverschijning van haar overleden oma te zien, naar wie Huriye vernoemd was. Zij vertelde Emine dat haar zus (onverwachts) naar het ziekenhuis was gegaan om te bevallen. Huriye zou het volgens haar oma erg moeilijk krijgen. Haar ziel zou haar lichaam verlaten, maar ze zou uiteindelijk weer herstellen. De volgende morgen vertelde de moeder van beide zussen Emine dat Huriye inderdaad naar het ziekenhuis was gegaan. De moeder heeft tegenover ons bevestigd dat Emine haar over de verschijning van oma vertelde voordat de toestand van Huriye kritiek was geworden.

Huriye bleek uiteindelijk op de Intensive Care in het St. Joseph's Hospital te Hamilton (Ontario) te zijn beland. Ze maakte enkele keren een hartstilstand door. Uiteindelijk verwijderde een chirurg haar baarmoeder. Zoals voorspeld, herstelde Huriye na verloop van tijd weer, en ook de baby (een meisje) maakt het goed, ook als is ze met een keizersnede ter wereld gekomen. Toch blijft het voor de hele familie moeilijk om aan deze angstige periode terug te denken.
Nadat Huriye voldoende hersteld was, vroeg Emine haar of ze misschien iets gevoeld had toen ze geen hartslag had gehad. Huriye vertelde haar dat ze een bijna-doodervaring had gehad.

Zoals aangekondigd in ons vorige artikel hebben we ons best gedaan om aan een eerstehands verklaring van Huriye zelf te komen. Dit kostte nogal wat moeite omdat zij nog steeds heel veel weerstand voelt om aan deze periode terug te denken, en momenteel bovendien een extra drukke tijd doormaakt. Mede dankzij de herhaaldelijke inspanningen van Emine Fougner is het ons toch gelukt. Hieronder een samenvatting van wat Huriye ons verteld heeft.

De bijna-doodervaring
Huriye begint haar verhaal met een uitvoerige beschrijving van de medische omstandigheden waaronder zij meerdere malen een hartstilstand kreeg. Het voert te ver om die beschrijving hier integraal over te nemen. We kunnen volstaan met de constatering dat haar verklaring overeenkomt met die van haar zus Emine Fougner en tevens aansluit bij medische rapporten waar Emine de hand op legde voor ons. Haar vliezen waren enkele weken eerder dan verwacht gebroken en om de een of andere reden was ze daar zelf erg angstig onder. Ze voorvoelde dat er iets mis zou kunnen gaan. Uiteindelijk bleek dat voorgevoel zeer terecht te zijn. Ze moest drie operaties ondergaan en een hysterectomie vanwege bloedverlies en andere complicaties rond de bevalling. Het kind moest met een keizersnede gehaald worden. Later vertrouwde haar arts haar toe dat wat zij had doorgemaakt zeer extreem en zeldzaam was.

Huriye kreeg inderdaad een BDE en de correcte details van de gebeurtenissen die ze daarbij waarnam hadden te maken met de keizersnede. Ze was daarbij volledig buiten kennis. Van bovenaf (in uitgetreden toestand) nam ze waar hoe de arts zei: “Haar ogen zijn gesloten”. Haar verpleegkundige voegde daaraan toe: “Ze slaapt”.
De arts en de verpleegkundige legden een groen scherm onder haar borst. De arts opende haar buik met een scalpel en trok de baby, een meisje, aan haar hoofd uit haar baarmoeder. Het kind maakte op dat moment nog geen geluid.Toen de arts haar buik opensneed gilde Huriye (zonder dat iemand haar hoorde): “Hij snijdt me open!” Men knipte de navelstreng door en legde de baby even op haar borst en vervolgens werd de baby overhandigd aan verpleegkundige Melissa. Daarna zag Huriye even niets meer.

Vervolgens schijnt Huriye even bij te zijn gekomen. Ze herinnert zich dat ze het hoofd van haar man zag en het hoofdje van haar baby die aan zijn gezicht probeerde te zuigen. Hij zei: “Kijk eens naar onze dochter, ze is prachtig!” Hij hield zijn gezicht dichtbij het hare en Huriye moest erg huilen. Uiteindelijk verloor ze weer het bewustzijn.

Vanaf dat moment kreeg ze geen visuele indrukken van de intensive care meer. Er trad een tweede fase binnen haar BDE in, of zo men wil een tweede BDE.
Het leek eerst 'alsof ze niet meer bestond', maar daarna bevond ze zich in een tunnel. “Denk aan de kleur van 22-karaat goud of aan de lichte glinstering van de stoep na een regenbui. Zo zag de kleur van de tunnel eruit. Het leek alsof ik me in de lucht bevond en zweefde. Denk aan een heliumballon die vastgemaakt is aan een stoel en daarboven zweeft, maar zonder het gevoel dat je voortbeweegt, of anders aan een voorwerp dat vredig op het water drijft.” Huriye merkt dat op dat ze zich waarschijnlijk wel voortbewoog door de tunnel, maar dat alleen niet voelde.
Er waren geen negatieve gevoelens; “geen woede, geen angst, geen zorgen, alleen maar vrede.” Ik bleef daar al zwevend hangen in die tunnel. Ik voelde me op mijn gemak, gelukkig, zonder angst.” De tunnel zag eruit alsof hij ergens naar toe leidde en leek voor Huriye op een soort gebogen gang in een schelp. Er was geen licht aan het einde van de tunnel te zien. “Ik kon het einde ook niet zien, maar het was er ook niet donker.”
Het leek alsof ze er wachtte op wat er verder ging gebeuren. “De tunnel was niet erg breed, maar ook niet zo krap dat ik er last van zou hebben. Het voelde niet vreemd aan om er te zijn. Het voelde juist alsof ik was waar ik moest zijn; ik dacht dus niet: 'Wat doe ik hier?' Ik was ook niet bang dat ik tegen de bovenkant aan zou botsen of zo. Ik voelde helemaal geen angst. Alleen maar kalmte. Het leek alsof mijn voeten naar achteren staken en mijn hoofd gericht was naar de voorkant, waar ik uit zou kunnen komen. Het is mogelijk dat ik me in het midden van de tunnel bevond. Ik had zelfbewustzijn, maar verder niets.” Ze dacht bijvoorbeeld niet aan haar kinderen, echtgenoot of andere familieleden die ze achter zou laten als ze overleed.
Huriye voelde geen pijn in de tunnel. Ze had ook geen besef van haar aardse achtergronden. Ze voelde slechts dat ze er thuishoorde, in die tunnel. Wel voelde ze zich alleen. Er was verder niemand te zien in de tunnel en ze voelde ook geen aanwezigheid van anderen.Ze omschrijft haar gevoel als een combinatie van melancholie (door het gevoel alleen te zijn) met geluk en sereniteit. Ze merkte verder op dat het leek alsof haar kapsel er korter was dan haar fysieke kapsel en ze voelde zich er ook jonger. “Zorgeloos als een kind.”
Er was een soort gezoem of gemompel te horen die van het onzichtbare uiteinde van de tunnel leek te komen. Het leek op het geluid van een menigte mensen die met elkaar in gesprek zijn.

Huriye weet niet meer hoe ze weer uit die tunnel terugkeerde in haar lichaam. Ze kreeg later vaak flasbacks van hoe het er geweest was. Ze hoefde haar ogen maar te sluiten of de beelden van de tunnel kwamen direct weer terug. Daarom was ze er een hele tijd liever niet mee bezig.

Na de BDE
Eén van de vragen die ons bezighielden was of de pijn die Huriye had gevoeld in het ziekenhuis tijdens de uittreding zelf aanwezig was geweest. Dit blijkt niet het geval. Huriye vermeldt wel pijn, maar die had ze alleen gevoeld op de momenten dat ze nog bij bewustzijn of weer bijgekomen was en dus niet gedurende haar BDE.

Huriye deelde haar bijna-doodervaring met verpleegkundige Melissa. Deze bevestigde dat de beschrijving van de keizersnede overeenkwam met het verloop daarvan. Ze zei: “Ja, zo is het gegaan” en glimlachte tegen haar.
Later pas hoorde Huriye het verhaal van Emine over de verschijning van de oma naar wie ze vernoemd is. Ze had die oma echter zelf niet gezien tijdens haar bijna-doodervaring.

Huriye is inmiddels lichamelijk grotendeels hersteld, maar psychisch is ze zo erg getraumatiseerd door wat er medisch gezien allemaal misging, dat ze ziekenhuizen tegenwoordig zoveel mogelijk mijdt.

Tot slot
Het verhaal van Huriye Kacar bevestigt dat van haar zus Emine Fougner. Huriye heeft werkelijk een levensbedreigende crisis doorgemaakt en ze heeft daarbij een uittreding beleefd. Dit komt exact overeen met wat Emine van de geestverschijning van haar oma had vernomen.
Bovendien vinden wij het voldoende aannemelijk gemaakt dat Emine de boodschap van haar oma reeds voor de medische crisis van haar zus met haar moeder heeft gedeeld.
Het gaat ons inziens veel te ver om dit als stom toeval af te doen. Ook een verklaring op basis van normale voorkennis lijkt echt uitgesloten in dit geval. Er waren helemaal geen aanwijzingen dat er iets mis zou gaan met de bevalling, laat staan dat er een levensbedreigende situatie zou ontstaan.

We zullen nog proberen om verpleegkundige Melissa te traceren, in de hoop dat zij de veridieke waarneming tijdens de uittreding van Huriye kan bevestigen. Wanneer ons dat lukt, zullen we nog een laatste keer terugkomen op deze casus.

Referentie
- Rivas, T., & Dirven, A. (2010). Aankondiging van een bijna-doodervaring door een geestverschijning. Terugkeer, 21(2), 20-21.

* Door een misverstand hebben we deze naam in de gepubliceerde versie van dit artikel ten onrechte gespeld met een Umlaut, dus als Hüriye.


Dit artikel werd gepubliceerd in Terugkeer, 21(3), herfst 2010, blz. 6/7.

Contact: titusrivas@hotmail.com

Dit artikel werd gepubliceerd in Terugkeer 25(1), voorjaar 2014, blz. 11-12.