Titel

Out-of-Body and Near-Death Experiences (Recensie)

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 30 April, 2016)

Samenvatting

Boekbespreking door Titus Rivas van "Out-of-Body and Near-Death Experiences: Brain-State Phenomena or Glimpses of Immortality?" door Michael N. Marsh


Tekst


Boekbespreking

Michael N. Marsh. Out-of-Body and Near-Death Experiences: Brain-State Phenomena or Glimpses of Immortality? Oxford University Press, 2010. ISBN 978-0-19-957150-5.

De meeste skeptici zijn materialisten. Deze combinatie komt zo vaak voor dat je zou vergeten dat er ook nog skeptici zijn met een religieuze of esoterische achtergrond. In Nederland kennen we wat dit betreft Hugo Verbrugh met zijn antroposofische wortels. De schrijver van het boek Out-of-Body and Near Death Experiences, Michael Marsh heeft een christelijke levensovertuiging. Net als Verbrugh lijkt hij een niet-materialistische verklaring van bijna-doodervaringen en uittredingen mede af te wijzen omdat zo'n verklaring te weinig aansluit bij zijn algemene wereldbeeld.
Marsh doet in dit boek, dat gebaseerd is op zijn proefschrift erg veel moeite om nog 'betere' neurofysiologische verklaringen te ontwikkelen voor BDE's dan wat er nu reeds gepubliceerd is op dit gebied. Hij wijst casussen die daar niet mee verenigbaar zijn in het algemeen af als niet meer dan onwetenschappelijke en onbetrouwbare anekdotes. Bovendien stelt hij dat de casus van Pam Reynolds aantoont dat correcte waarnemingen tijdens een BDE helemaal niet zo correct zijn, omdat ze zich vergiste in bepaalde details. De auteur veegt alle argumenten van tegenstanders op die manier resoluut en consequent van tafel. Eerst probeert hij de argumentatie te ontkrachten door aan te geven hoe verschillende aspecten van bijna-doodervaringen materialistisch verklaard kunnen worden. Alle aspecten berusten wat hem betreft op rare neurologische processen die vergelijkbaar zijn met de processen bij een psychose of dromen. Waar dat echt onmogelijk lijkt, stelt hij domweg dat het bewijsmateriaal onvoldoende is. Hij heeft het weliswaar over zeer strikt uitgevoerde prospectieve onderzoeken, maar de striktheid van zijn criteria geeft aan dat hij zelfs niet van plan is bewijsmateriaal uit die hoek serieus te nemen. In veel opzichten lijkt zijn boek dan ook op publicaties van materialistische collega-skeptici zoals Gerald Woerlee.
Een belangrijk verschil is uiteraard dat Marsh ook wil onderzoeken of BDE's aansluiten bij de christelijke theologie, althans stromingen die hij persoonlijk aanhangt. Zijn conclusie is dat dit niet of nauwelijks het geval is en dat het concept van een persoonlijk ziel die daadwerkelijk een hiernamaals binnengaat tot naïeve en zelfs banale voorstellingen leidt. Marsh gelooft uitdrukkelijk in een fysieke verrijzenis na de dood en de manier waarop hij zich dat voorstelt deed mij denken aan bepaalde afleveringen van de science fiction-serie Star Trek. Zijn weerstand tegen bewijsmateriaal van BDE's gaat gepaard met een volkomen dogmatisch christendom. Er is slechts één opzicht waarin BDE's volgens hem spiritueel relevant kunnen zijn, namelijk een positieve invloed die ze zouden kunnen hebben op iemands integriteit en spiritualiteit. Uiteindelijk beschouwt de auteur echter alleen de spiritualiteit van het christendom als echt waardevol en hij keert zich tegen een universalistische, vrijzinnige spiritualiteit zoals die door bijvoorbeeld Kenneth Ring wordt voorgestaan.
Out-of-Body and Near-Death Experiences is geen lichte kost en voegt wat mij betreft helemaal niets toe aan de serieuze theorievorming rond BDE's. Maar het boek is wel nuttig, omdat het ons ervan doordringt dat niet alle skeptici materialisten zijn.

Titus Rivas

Geplaatst op Terugkeer 26(2), zomer 2015, blz. 30.

Contact: titusrivas@hotmail.com