Titel

Marktwerking versus maatwerk in de psychiatrie

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 5 February, 2009)

Samenvatting

Overwegingen van drs. Titus Rivas bij de toestand van de Nederlandse Geestelijke Gezondheidszorg (GGz) de laatste jaren.


Tekst


Marktwerking versus maatwerk in de psychiatrie door Titus Rivas

De toestand van de Geestelijke Gezondheidszorg in Nederland stemt tot bezorgdheid. In het contact met cliënten staan hulpverleners onder zware druk om zo snel mogelijk tot een diagnose te komen. De psychiatrische behandeling is mede onder invloed van verzekeraars teveel gestandaardiseerd. Ook de nadruk op biologische factoren is hier debet aan. Ironisch genoeg betekent psychiatrie van oorsprong 'geneeskunde van de ziel', terwijl veel psychiaters niet eens in een ziel geloven.

Marktwerking
Verzekeraars verlangen van de GGz een vlotte aanpak van geestelijke problemen. Daarbij spelen ze in op de zogeheten medicalisering binnen de psychiatrie. Op basis van het handboek DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) probeert men klachten in verband te brengen met een specifiek ziektebeeld. Het gaat er vooral om iemands aandoening te achterhalen. Zelf heb ik hier een extreem voorbeeld van meegemaakt. Ik bezocht onlangs een instelling van de GGz om de psychologische problemen van een vriend toe te lichten. De hulpverlener die ik te spreken kreeg, leek een mislukte imitatie van de briljante TV-arts House. De humorloze man trachtte namelijk direct een diagnose te stellen van de toestand van mijn vriend. Daarbij baseerde hij zich nauwelijks op mijn informatie en des te meer op een digitaal dossier. Toen ik protesteerde dat het actuele persoonlijke verhaal veel belangrijker was, nam de hulpverlener een vaderlijke houding aan. Hij verzekerde me dat een goede behandeling pas mogelijk wordt nadat er een diagnose is gesteld. Dat moest dan ook zo snel mogelijk gebeuren. Natuurlijk kon dit proces op onervaren leken enigszins oppervlakkig overkomen, maar het was de enige verantwoorde methode. Hij had het volste vertrouwen in zijn eigen diagnostische kunnen. Opvallend hieraan was dat de hulpverlener mijn vriend op dat moment zelf nog nooit ontmoet had!
Overigens gaat het hier op zich niet om een nieuw verschijnsel. Dr. Saar Roelofs had het meer dan tien jaar geleden al over de zogeheten riagnose, een soort pseudo-diagnose gesteld door RIAGG-medewerkers. Verzekeraars versterken deze traditie van overhaast natte vingerwerk. Dit wordt gedragen door 'neo-liberale' waarden als efficiëntie en zakelijkheid en natuurlijk besparing van onnodige kosten. Het principe van 'scherp geprijste' hulpverlening betekent eveneens dat psychiatrische cliënten een standaard behandeling aangeboden krijgen. Vaak is het niet meer dan een combinatie van psychofarmaca en gesprekken met een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige of maatschappelijk werker. De gesprekken duren doorgaans niet lang en draaien vooral om de gestelde diagnose of open deuren (oppervlakkige praktische en sociale tips).
Daarbij komen GGz-medewerkers, net als hun collega's in andere branches binnen de zorg, chronisch tijd tekort. De kans dat er echt geluisterd wordt naar het persoonlijke verhaal van een cliënt lijkt dan ook bijna verwaarloosbaar.

Geen ziel
Dit kille gegeven is kort geleden nog wat tastbaarder geworden in de vorm van berichten over schokkende excessen in inrichtingen. Met name rond patiënten die zonder goede begeleiding aan hun lot overgelaten worden in een isoleercel en mede daardoor voortijdig overlijden. Ook in een ander opzicht is de Geestelijke Gezondheidszorg echt zielloos geworden. Veel psychiaters blijken niet alleen een voorstander van de medicalisering van psychische klachten. Ze gaan nog een stap verder. Alle geestelijke problemen worden volgens hen veroorzaakt door een gebrekkig functioneren van het brein. De psyche zelf is in deze visie een abstracte aanduiding voor neurologische processen. Of in het beste geval de machteloze, subjectieve dimensie van de objectieve hersenen. Soms wordt dit enigszins gecompenseerd door noties als cognitieve verwerkingsprocessen en sociale determinanten. Maar de invloed van de geest als niet-fysiologische factor blijft bijna volledig buiten beeld.
De reguliere benadering van psychiatrische klachten staat in schril contrast tot de benadering van de rebelse sociale psychiater Marius Romme. Zich toespitsend op stemmen en andere 'hallucinaties' pleit hij samen met Sandra Escher voor een menselijkere psychiatrie. Een psychiatrie die oog heeft voor de zuiver psychologische, sociale en spirituele bronnen van de menselijke ervaring. In hun model is zelfs plaats voor 'echte' parapsychologische verschijnselen, die in de reguliere GGz doorgaans worden opgevat als symptomen van een geestesziekte. In het algemeen wijst Romme de medicalisering van de psychiatrie, inclusief centrale concepten als 'schizofrenie', van de hand.

Levensgeschiedenis
Volgens psychiaters als Romme hebben geestelijke klachten meestal iets te maken met de individuele psychosociale ontwikkeling en geschiedenis van de cliënt. Een aangrijpend trauma kan bijvoorbeeld leiden tot dwanggedachten, nachtmerries of het horen van stemmen. Uitgaande van de realiteit van reïncarnatie, kunnen ook ervaringen in vorige levens van invloed zijn op het geestelijk welzijn. Ian Stevenson vermeldt bijvoorbeeld obsessieve wraakgevoelens en fobieën bij kinderen met herinneringen aan een gewelddadige dood. Het is zelfs te verwachten dat overledenen zonder lichaam kunnen lijden aan posttraumatische psychische klachten. Dit zou bijvoorbeeld een verklaring kunnen bieden voor bepaalde spookverschijnselen.
Ook de mate waarin men liefde heeft ontvangen (en gegeven) en zich geborgen voelt beïnvloedt uiteraard het psychische welzijn. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van een gezond zelfbewustzijn en eigenwaarde. Veel symptomen zouden zo opgevat kunnen worden als een manier waarop de cliënt ervaringen probeert te verwerken. Ze kunnen ook een boodschap bevatten over wat er op een onbewust niveau speelt. Cliënten kunnen hun eigen zieleroerselen beter leren begrijpen en er positiever mee om leren gaan. Dit alles is alleen mogelijk als de hulpverlener uitgaat van de persoonlijke achtergronden van een cliënt. In plaats van marktwerking is maatwerk hier het toverwoord.
Bepaalde klachten zouden best mede een neurologische oorzaak kunnen hebben. Ook kan medicatie bepaalde lastige symptomen indammen. Maar dat mag niet tot de conclusie leiden dat de biopsychiatrische visie correct is. In de psychiatrie dient de mens als psychisch, subjectief wezen centraal te staan. Met al zijn verdriet, verlangens, liefde, angsten, haat of hoop.
Een mooi voorbeeld van de relatie tussen iemands levensgeschiedenis en het verschijnsel 'stemmen horen' zie je in Gek Genoeg Gewoon. Dit boek is geschreven door Tilly Gerritsma en ik heb mogen fungeren als haar co-auteur. Tilly beschrijft diverse fasen in haar omgang met stemmen en de verrijkende innerlijke ontwikkeling die ze daarbij doormaakte. Overigens heeft Tilly geen psychiatrische achtergrond, maar ons boek beoogt o.a. wel een bijdrage te leveren aan veranderingen binnen de GGz.

Groei en zingeving
Het thema van het omgaan met geestelijke problemen als aanzet tot persoonlijke rijping zie je terug in diverse psychiatrische en psychologische tradities. Zoals de analytische psychologie van Carl Gustav Jung, de psychosynthese en de humanistische, existentiële en transpersoonlijke psychologie. Ook binnen het boeddhisme en hindoeïsme wordt besef van het (met name psychische) lijden opgevat als mogelijkheid voor geestelijke groei. In de logotherapie van Viktor E. Frankl gaat de cliënt zelfs expliciet op zoek naar de zin of betekenis (logos) van zijn leven.
Helaas heeft de reguliere GGz door zijn materialistische, onpersoonlijke en oppervlakkige karakter cliënten heel weinig verdieping te bieden. Sterker nog, cliënten kunnen door de kille benadering allerlei 'complicaties' ondervinden die hun welzijn alleen maar verder aantasten. Een voorbeeld hiervan zien we in de beknopte psychiatrische autobiografie van Huub Janssen (pseudoniem), Brokkenmakers in de GGz. Dit boekje zal waarschijnlijk volgend jaar verschijnen. Zo werd Huub meermalen opgesloten in een isoleercel, en verstoten door medepatiënten in een therapeutische gemeenschap zonder dat de leiding ingreep. Huub heeft de manier waarop hulpverleners hem bejegenden – ondanks een paar goede uitzonderingen - als stuitend ervaren. Hij werd gereduceerd tot een psychiatrisch 'geval' en men trok allerlei onjuiste conclusies over hem op basis van de gestelde diagnose. Het contact was bijna altijd oppervlakkig en vaak ook kwetsend of betuttelend. Inmiddels heeft Huub de reguliere GGz na 30 jaar definitief vaarwel gezegd. Hij ziet tegenwoordig veel meer in ondersteuning door goede vrienden, familieleden of partners. Persoonlijk en warm contact leidt tot het helen van psychische wonden. In dit verband benadrukt Huub tevens het belang van activiteitencentra voor ex-psychiatrische patiënten. Ze bieden een sociaal netwerk van lotgenoten, vergelijkbaar met zogeheten zelf-hulpgroepen. Net als organisaties zoals de Cliëntenbond in de GGz kunnen ze ook een emanciperende functie hebben.

Literatuur



Dit artikel werd in 2009 gepubliceerd in een tijdschrift en in 2013 op txtxs.nl gezet.

Contact: titusrivas@hotmail.com