Titel

Ik wist dat Suriname mijn beloofde land was - het relaas van Jolanda Klaassen

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 19 June, 2008)

Samenvatting

De begaafde jonge Nederlandse vrouw Jolanda Klaassen heeft een zeer bewogen leven achter de rug. Naast allerlei ellendige en aangrijpende gebeurtenissen was er al vroeg sprake van paranormale ervaringen.


Tekst


Ik wist dat Suriname mijn beloofde land was - het relaas van Jolanda Klaassen

door Titus Rivas en Anny Dirven

Samenvatting
De begaafde jonge Nederlandse vrouw Jolanda Klaassen heeft een zeer bewogen leven achter de rug. Naast allerlei ellendige en aangrijpende gebeurtenissen was er al vroeg sprake van paranormale ervaringen. Bovendien gaf ze als kind al blijk van een mogelijk besef van een vroeger leven in Suriname, dat ze als haar 'beloofde land' beschouwde. Dit gaat gepaard met beelden van een erf, en wordt later nog aangevuld door aangeboren vaardigheden en neigingen, waaronder een aanzienlijk talent voor het Sranan Tongoe en het bereiden van Surinaamse gerechten, en een voorliefde voor Surinaamse kleding, geuren en muziek. Ook qua mentaliteit, normen en waarden lijkt Jolanda op een Surinaamse.
De auteurs concluderen dat er zeker redenen zijn om aan te nemen dat Jolanda Klaassen werkelijk een vorig leven als Creoolse vrouw heeft gehad en zich daarbij bezighield met Winti. Het verhaal van Jolanda wordt op belangrijke punten bevestigd door haar Surinaamse echtgenoot John en haar moeder Janny.
Dit verslag poogt een beeld te geven van de persoonlijkheid en instelling van Jolanda in samenhang met haar paranormale en reïncarnatie-ervaringen.

Inleiding
Jolanda Klaassen stuurde ons medio 2005 een aantal mails naar aanleiding van een gesprek op een Parabeurs. Enige tijd later bezocht één van ons, Titus Rivas, haar en haar moeder Janny van Holland in hun woonplaats Velp. Jolanda Klaassen vertelde ons zowel schriftelijk als mondeling over aanwijzingen die ze had voor een mogelijk vorig leven in Suriname. Daarbij benadrukte ze: "Voor het geval je daaraan twijfelt, ondanks alles ben ik zo nuchter als een kalf. Altijd het type geweest van eerst zien en dan geloven, ik probeer alles uit, ook het niet zichtbare." Ook schrijft ze: "Mijn motivatie om mee te werken is de volgende. Ik wil niets liever dan dat de gehele mensheid gaat beseffen dat het leven oneindig is, dat de kern, de ziel onveranderlijk is, dat men niets verliest van het Zelf wanneer men overgaat. Slechts het jasje. Zelfs wanneer een ander overgaat verliest men dus wezenlijk niets meer dan dat. Wanneer ik er, in de mate van het mogelijke, aan bij kan dragen deze bewustzijnsontwikkeling evenals toekomstige ascensieprocessen tot stand te brengen doe ik dat met alle liefde."
We zullen in dit artikel eerst aandacht besteden aan haar levensloop en vervolgens specifiek stilstaan bij paranormale ervaringen, inclusief natuurlijk de aanwijzingen voor een mogelijke vorige incarnatie.

Vroege jeugdjaren
Jolanda is naar eigen zeggen hoogbegaafd, waardoor ze tot haar negende verjaardag voornamelijk met oudere kinderen omging. Dat kwam overigens ook wel doordat er weinig leeftijdgenootjes in de buurt woonden. Pas daarna kreeg ze ook oppervlakkige contacten met twee kinderen van haar eigen leeftijd.
"Die kwamen er rond mijn negende en ik had een aantal jaren contact met ze. Zonder al te veel diepgang. Maar ook na mijn negende hield ik grotendeels contact met mensen ouder dan mij. Al mijn vriendjes waren duidelijk ouder, ik ging in de brugklas met tweede- en derdejaars om, op de SPW was ik de oudste van de klas, meer bevriend met de leraren die ik regelmatig verving wanneer ze te druk waren om hun les te geven en stond dan voor mijn eigen klas 'Omgangskunde' of 'Ethiek' te geven. Zelfs leraren beweerden van me te leren. Nou ging ik daar niet van naast mijn schoenen lopen al was ik dankbaar dat ik de kans kreeg mijn vaardigheden te oefenen, mijn klasgenoten waren er niet altijd gelukkig mee. Nu nog ga ik om met ouderen, John is 49, ik 34, mijn gemiddelde collega schrijver/dichter, kringleden in de spirituele sector, vrienden en kennissen zijn tussen de 40 en de 85, ik correspondeer met een ware vriendin van eind zeventig en niet over de kwaaltjes waar we aan lijden. Er is één uitzondering en dat is Pien, een oud studiegenote die een paar jaar jonger is, maar ze voelt dan soms ook als mijn dochter en noemt mij haar mentor."
Ook al was Jolanda niet gedoopt, ze werd toch naar het christelijk onderwijs gestuurd. Ze doorliep achtereenvolgens een christelijke lagere school, gymnasium en MBO-opleiding. Hoewel ze tegen de kerk als instituut is, voelt ze zich ook nu nog aangesproken door de christelijke gedachte van saamhorigheid - "We zijn allen één."
Helaas werd Jolanda in haar jeugd jarenlang mishandeld door haar schizofrene vader en dat riep bij haar de vraag op: "Waarom laat God dat toe, als Hij bestaat?" Haar vader was vreselijk jaloers op Jolanda, zo erg zelfs dat hij haar het liefst van kant wou maken toen ze erg jong was. Jolanda kwam als hooggevoelig kind ter wereld en pikte zijn negatieve energie op zodra ze in zijn energieveld kwam, dan zette ze het op een krijsen. Haar vader had zijn eigen vader verloren tijdens de oorlog en mede daardoor was hij waarschijnlijk verknipt geraakt. "Dit kwam ook door de opvoeding die hij na het overlijden van zijn eigen vader kreeg van zijn oom 'De IJzeren Generaal' genaamd, die hem in no time klaarstoomde voor een functie in de ondergrondse."
Ook zijn vrouw Janny mishandelde hij, maar deze bleef nog lang bij hem, in de hoop dat hij ooit nog zou veranderen. Ze had de neiging om zijn gedrag te vergoeilijken. Uiteindelijk zijn de ouders van Jolanda toch van elkaar gescheiden. In haar eigen woorden: "Mijn problematische jeugd resulteerde erin dat mijn moeder en ik op mijn dertiende mijn vader ontvluchtten en samen verder moesten. Dit terwijl mijn moeder compleet vast kwam te zitten in haar verdriet en lijden. Ik liep weg omdat ik het niet aankon om continu met haar in conflict te wezen. Ik voelde bovendien te veel aan waar niet over te praten viel. Ik bleef haar kind, en het was niet altijd eenvoudig om je ouders uit te leggen wat ze anders zouden kunnen doen teneinde gelukkiger, gezonder of bewuster te leven."
Volgens Jolanda had zij de mishandeling door haar vader achteraf gezien nodig om terug te keren bij zichzelf. Ze was namelijk altijd onderdanig en had een minderwaardigheidscomplex omdat ze dik was (ze woog op een bepaald moment 123 kilo) en aan acne leed. Ze had daarom 'harde ervaringen' nodig om tot zichzelf te komen."
In haar puberteit ontmoette ze nieuwe vrienden in Arnhem.
Ze schreef al in die tijd verhalen en gedichten. Later werden dit wel 120 verhalen; vanaf 2001 schreef Jolanda losse, korte autobiografische stukjes en daarnaast nog eens zo'n 300 tot 400 autobiografische gedichten, toen ze "herstellende was van een ernstige depressie, na jaren vol leed". Inmiddels is ze bijna klaar met een boekje over Khadija, een overleden Marokkaanse vriendin van haar. Khadija was opgenomen in het Psychiatrisch Centrum Nijmegen, maar sprong toen ze een keer naar de stad mocht voor een sneltrein. Jolanda voelt haar aanwezigheid nog wel bij tijd en wijlen, met name bij het schrijven. Over die tijd zegt ze zelf: "Een bekend fenomeen, je vlucht uit huis voor je gewelddadige vader en zoekt vrienden waar zelfs Pa nog voor terug zou deinzen. Ik was het groentje, de jongste, keurig netjes en beschermd opgevoed, zo naïef als wat. Opgegroeid in Dieren. Uiteindelijk gingen vrienden aan het experimenteren met drugs, ik ook dus.
Een kameraad (wat er voor moest doorgaan) dacht me te kunnen troosten door me coke voor te schotelen en me daarna te voorzien van lichamelijke troost. Vrouwen werden immers nogal hitsig van het spul dacht hij. Iedereen die aanwezig was, heeft het zien gebeuren, ik heb ruim 30 gram weggerookt en het enige dat met me gebeurde was dat ik in een trance raakte, doodstil zat en niets als visioenen en ideeën kreeg.
Je bent net een sjamaan, zeiden ze. Ongelooflijk wat je wegrookt en wat het met je doet. Niets bijna. De meesten werden na een gram of drie al paranoia, gingen kruimels zoeken of door de deurspion staan staren. De volgende dag ben ik opgestapt, heb iedereen vaarwel gezegd en ben weer aan het werk gegaan, gewoon in de banketbakkerij wel te verstaan. Het is me altijd bijgebleven en dat zal ook nooit meer anders worden. Ook ik stond versteld, net als zij.
In die tijd verlies ik in één jaar mijn twee beste vriendinnen. Eén van hen bij een roofoverval op haar werkplaats, een slijterij. De ander door zelfmoord, na te zijn doorgeflipt op LSD of XTC. Ik trok het emotioneel maar nauwelijks."
Op haar 15e leerde Jolanda een zwaar epileptische Turkse jongen van negentien kennen. Hij had het moeilijk thuis, omdat hij hard moest werken en zijn volledige salaris moest afstaan aan zijn ouders. Hij mocht geen contact hebben met vrouwen en mocht maximaal een uurtje per dag naar buiten. "Hij werd geleefd als een hond. 's Nachts sprong hij van het balkon en kwam bij ons, kreeg een heftige aanval en de volgende dag vroeg de doc of hij mocht blijven van mijn ma, voor zijn veiligheid en gezondheid."
Daarna hebben ze een maand of twee samengewoond bij een oudere broer van hem. Uiteindelijk is Jolanda echter gedumpt door haar vriend terwijl ze nota bene zwanger van hem was. Op een vrijdag de 13e kreeg ze een miskraam. Daarbij stuurde ze wel een boodschap naar 'boven', en sindsdien had ze het gevoel dat haar band met God hersteld was.
Rond haar twintigste trok Jolanda de stoute schoenen aan en vertelde haar moeder wat haar al die jaren dwars had gezeten; "Hoe zij haar verantwoordelijkheid was ontlopen en me niet op tijd bij mijn vader had weggehaald, slechts om zich de schande van de familie en maatschappij niet op de hals te halen zoals haar oudere zusters al hadden gedaan door te scheiden. Haar ouders waren 65 jaar gelukkig getrouwd geweest. Dat had zij ook willen volbrengen en bovendien was ze ervan uitgegaan dat Pa ziek was en beter zou worden. Alleen beschouwde hij zich nooit als ziek, zijn gedrag nimmer als afwijkend, dus beter werd het nooit. Na alles te hebben uitgepraat, in etappes natuurlijk, in de loop van jaren, zijn we dikker geworden dan je je voor kunt stellen. Ze is minstens twee dagen per week bij ons, logeert hier, helpt me met het huishouden sinds ik een aantal handicaps in nek en rug opliep na twee auto-ongevallen in '92 en '93 en de laatste op Goede Vrijdag jl. [2005] Inmiddels accepteert ze dat mijn IQ het hare overschrijdt en dat dat soms tot ongewone verhoudingen kan leiden. Lijden doet ze er alleen niet meer onder. Ik evenmin."

Huwelijk met een Ghanees
Op haar éénentwintigste trouwde Jolanda met een Ghanees. Voor zijn huwelijk behandelde hij haar als een prinses, maar slechts een dag na de ceremonie begint hij opeens te drinken. "Een week later volgde de eerste klap. Aangezien ik mijn moeder dertien jaar lang had gadegeslagen als underdog, die haar man telkens weer goed praatte onder het motto: 'Hij heeft het moeilijk, Hij is ziek', etc., heeft het me een tijd gekost voor ik het cirkeltje (h)erkende. Hij was afhankelijk van ons huwelijk. Zodra ik zou scheiden, kwam zijn verblijf ter lande in het geding. Hij isoleerde me compleet. Zelfs mijn moeder sprak ik nog maar nauwelijks."
Het huwelijk was niet meer te redden. Dit werd met name duidelijk toen Jolanda in drie maanden tijd twee auto-ongevallen meemaakte. "Ik kom met een dubbele hernia in totaal zo'n half jaar plat te liggen zo ongeveer. Mijn moeder is in die tijd in huis, het bekoelt wat. Maar na haar vertrek wordt het zo ernstig dat mijn ex al snel helder heeft dat ik dit niet lang meer pik. Hij voert de bedreigingen op, de mishandelingen nemen nog ernstigere vormen aan, dagelijks wordt er een voicerecorder verstopt om te voorkomen dat ik iemand bel tijdens zijn afwezigheid, in het bijzonder een advocaat. Erg ziekelijk gedrag dus waarvan ik graag direct was weggevlucht, ware het niet dat hij dreigde mijn moeder om te brengen zodra ik hem verliet of een advocaat inschakelde."
In deze benarde situatie krijgt ze een bijzondere ervaring:
"Ik mediteer op een dag. Ik ben zo eenzaam en vastgelopen, ik schreeuw inwendig om hulp. Uit verveling neem ik een vel papier en een potlood. Tot mijn schrik staat daar voor ik het weet een perfect getekend gelaat op van een indiaanse sjamaan. Ik weet intuïtief dat dit een gids is. Er valt een rust over me. Wat er ook komen mag, ik kom erdoor. Ik heb hulp."
Onder deze omstandigheden beleeft ze een tweede miskraam:
"Mijn ex mishandelde me op een nacht zo erg dat ik mijn vrucht verloor, ik was ruim vier maanden zwanger. Hij onthield me elke medische verzorging. Die nacht heb ik hem laten weten dat ik zijn Nederlandse paspoort af zou wachten, maar bij het verkrijgen ervan direct zou gaan scheiden. Hij sliep voortaan op de logeerkamer, het was over en uit, hij weigerde op te stappen tot hij zijn Nederlandse identiteit had. Ondernam ik alsnog stappen, kostte mijn moeder dat haar leven. Ik ben gebleven."
Ondanks al deze ellende, hield Jolanda wel veel van haar schoonfamilie:
"Erg arm, en twee invalide familieleden die niet in staat waren zichzelf te verzorgen. Een kind van vier dat nog nooit had gelopen of gesproken, geld om naar het honderd kilometer verderop gelegen ziekenhuis te gaan was er niet. Ze hebben me er ook nooit om gevraagd. Vandaar dat ik het ze met heel mijn hart heb gegeven. Ik werkte (tot mijn arbeidsongeschiktheid die uiteindelijk volgde op de auto-ongevallen) altijd in drieploegendienst en verdiende een aardig centje, ook mijn ex werkte. Dus er kon best wat af. Binnen een aantal maanden liep en sprak het kind. Ik kreeg een brief van de moeder die schetste dat ze erg dankbaar was aangezien ze altijd het kind op haar rug had moeten dragen tijdens het werken op het veld, waarmee ze voor haar en haar gehandicapte zuster de kost bijeen sprokkelde. Ze was coupeuse maar had geen naaimachine schreef ze, vandaar dat ze zich nu op de landbouw had gericht. Vier jaar lang een kind op je rug sjouwen doet de gezondheid geen goed natuurlijk, dus ik kocht een naaimachine voor haar. De vader van mijn ex was pastoor van de kerk daar, maar het stroomaggregaat was kapot, de waterpompen deden het niet meer, etc. Ik kocht ze hier, bouwde een scheepskist, vulde de gaatjes en zond het weg."
Bij het zien van een documentaire over het dorp Kromanti in Ghana werd Jolanda onlangs nog 'onverklaarbaar emotioneel'.
De familie van haar ex toonde zich dankbaar:
"Ik kreeg een brief van zijn vader. Dat ze me tot koningin van het dorp wilden kronen.
Het militaire aggregaat dat ik op de kop had getikt leverde niet alleen de kerk maar de halve gemeenschap voldoende stroom. De pompen zorgden voor water voor het hele dorp en mijn intelligentie en warme hart zouden een grote bijdrage kunnen leveren aan de gemeenschap aldaar. Ik zou koningin worden van Akim Oda. Nou nee dus. Geen mens staat boven me, dat was me na zo'n huwelijk duidelijk. Maar ook geen beneden me, geen mens veegt mijn kont af nadat ik het toilet heb bezocht, geen mens wast mijn voeten, tenzij mijn handicap me belet het zelf te doen. Ik houd niet van hoogdravendheid en vind bovendien dat je iets geeft om het geven en niet om wat je er eventueel voor terug krijgt. Ik bedankte hartelijk, legde zo goed mogelijk uit wat mijn motieven waren, beloofde dat ik ze ten alle tijden met raad en daad wilde bijstaan, maar dat ik daarvoor niet in het goud hoefde te baden.
Ik kreeg wederom een reactie. Of ik dan op zijn minst een feest in mijn naam wilde accepteren, te houden in de Bijlmer, met een groot deel van de Ghanese gemeenschap die aanwezig zou zijn. Waarom niet? Dat moest kunnen. Bovendien had ik al jaren geen feestgevoel meer gekend.
Vol verheuging arriveer ik er. Het is gezellig en druk, er wordt zogezegd de traditionele Ghanese feestsoep voor me gekookt, hoor ik op een gegeven moment. Ik wil gaan spieken, dat recept moet ik leren kennen als het zo traditioneel is. We hebben een jaar eerder een vereniging voor West-Afrikanen opgericht en organiseren regelmatig samenkomsten voor velerlei doel. Maar hoe ik mijn best ook doe, ik kom niet tot de keuken. Onderweg is er telkens weer iemand die me aan de praat houdt, me mee terug neemt naar een ander, weer een praatje start, etc, etc.
De soep is klaar voor ik het weet en wordt tegen alle gewoonten in, in een aparte schaal voor me opgediend. Ik eet vandaag niet met een ander samen wordt me gezegd, al wil ik dan geen toeters en bellen, ik blijf hun koningin en die eet altijd alleen uit een bord of schaal en niet met anderen. Ik lach, maar voel me niet blij. Waarom weet ik niet, er bekruipt me een vreemd gevoel.
Ik neem een hap en voel direct dat er iets uit me wegtrekt. Ik kan het niet anders omschrijven. Ik laat de rest staan, ondanks alle protest.
Vanaf die dag droom ik niet meer, loop als een schaduw naast mezelf, voel het één en doe het ander, heb geen grip op mijn emoties, vertoon geen of nauwelijks nog verweer aan de hele toestand. Mijn ex verkracht me meerdere malen in de maanden die erop volgen. Hij slaapt als hij niet dronken is netjes volgens afspraak op de logeerkamer maar als hij dronken is vergrijpt hij zich aan me, zet een mes op mijn strot als ik het waag me te verweren."
Jolanda kan het niet meer aan: "Op een dinsdagavond heb ik God gesmeekt om me in te laten slapen. Ik wilde niet meer wakker worden. Maar ik word wakker. Zo gaat het zeven dagen achtereen. De achtste dag besluit ik er zelf uit te stappen. Ik besluit alleen mijn moeder en mijn eerste vriendje nogmaals te willen zien. Ik zal ze niets laten weten, maar gewoon nog eens bij ze zijn. Het is dinsdag, er is markt, ik loop langs de sokkenkraam en koop een paar zwarte sokken. Als je gaat, doe het dan fatsoenlijk."

John
Er lijkt echter te worden ingegrepen van hogerhand:
"Mijn vriend woont in Malburgen-west, ik op Elderveld. Er gaat geen rechtstreekse bus, dus ik neem lijn negen naar de Nelson Mandela brug en stap daar uit. Wachtend op lijn vijf in tegengestelde richting om me naar Malburgen te brengen. Het is windstil maar plots raakt een koude windvlaag me dusdanig dat het kippenvel me op de benen staat. Ik constateer dat ik in alle commotie geen sokken aan heb getrokken en met blote voeten in mijn enkellaarsjes loop. Ik trek de nieuwe sokken uit mijn zak. Wel gênant om die langs de straatkant aan te trekken vind ik, dus ga ik met mijn rug naar de straat zitten achter het windscherm op het bankje. Met mijn rug naar de weg hoor ik plots een auto zo hard remmen dat ik denk: dat gaat mis, snel kijken of hij niet deze kant op schiet'.
Ik kijk over mijn linkerschouder, maar hij is al voorbij, ik kijk rechts en zie een lange neger uit een taxi springen en op me toe lopen: 'Esther?', roept hij vragend. Ik kijk hem verbaasd aan en zeg geen Esther te heten. Even is hij verdwaasd. Onze ogen ontmoeten elkaar en er gebeurt iets dat niet in woorden te vatten is. Ik weet dat ik bij hem hoor, dat ik mee kan gaan, zomaar met een vreemde, en dat op de dag dat ik afscheid van dit voor mij niet langer te dragen leven zou nemen. Verklaren kan ik het nog niet anders dan dat we bijeen zijn gebracht die dag, voor ons beiden op het cruciale moment."
Hij kwam als door God gezonden in haar leven. Ook voor John zelf pakte dit zo uit, want hij had haar liefde keihard nodig. "Een wonder, we zijn op exact het juiste moment bijeen gebracht. Leuk om te weten is dat ik voor geen meter op de Esther lijk die hij dacht te zien. De enige overeenkomst die ik met Esther had was lang donkerblond haar, het enige dat John van achteren kon aanschouwen. Hij dacht: Ze is niet goed geworden, ik moet haar helpen/thuisbrengen, vandaar de scherpe reactie van de chauffeur."
In deze situatie durft Jolanda te breken met haar echtgenoot: "Ik heb mijn scheiding aangevraagd nog voor het paspoort binnen was. Met John (mijn huidige partner) heb ik een jaar lang alleen maar gepraat. We hoorden bij elkaar, dat wisten we beiden, we hadden beiden God en een ieder aan gene zijde gesmeekt om datgene wat we ontbeerden en nu bij elkaar hadden gevonden. Maar we waren allebei dusdanig beschadigd dat we veel tijd namen voor elke nieuwe stap. Ik vertelde John over al wat er in mijn jeugd en in mijn huwelijk was gebeurd, hoe ik vroeger altijd had gedroomd zodra er iets speelde, dat ik voorgevoelens had, helderwetend was, herinneringen had die ik niet kon hebben, etc. Maar ook het voorval van de soep en hoe het daarna allemaal anders was. Hoe ik naast mezelf leek te lopen."
John besloot de effecten van de Ghanese soep te doorbreken:
"Hij is opgegroeid met een vader die erg bedreven was in magie. Maar zijn vader was reeds overleden. Een neef zou me wel kunnen helpen zei hij me. Ik wist nog altijd niet waar hij op doelde en hij legde me uit dat er hoogstwaarschijnlijk voodoo op me was gepleegd. Koeienmaag (die in de soep zat) werd vaker geprepareerd, zo wist hij. Maar één twee drie naar Su [Suriname] zat er niet in. Maak je niet druk, hield hij me voor, het komt goed, je bent sterk.
Maar op een avond voel ik dat het mis gaat, de eerste avond dat John bij me in trok. Alsof een negatieve energie al het leven uit me wegzoog. Dat zei ik tegen John, ik huilde dat ik dood zou gaan. Hij raakte spontaan in trance, nam een fles Mariënburg en goot de hele liter pure rum in mijn keel, dit nadat hij een snuif genomen had ervan en een slok die hij over me uitspoog. Ik wist niet wat me overkwam, kreeg het ook maar gedeeltelijk mee. Hij heeft me naar het toilet gebracht op het moment dat ik begon te kokhalzen. Ik heb anderhalf uur aaneen staan kokhalzen, spoog zwart, schuim, van allerlei rotzooi. Binnen een dag was ik redelijk opgeknapt. Voelde me een stuk beter, maar nog altijd niet mijn Zelf. De rest komt in Su hield hij me voor. Dat kan hier niet."

Begaafd
Jolanda was als kind al een 'aparte vogel'. Ze hield er andere ideeën op na dan andere kinderen. Bovendien was ze zoals gezegd hoogbegaafd en voorlijk in haar ontwikkeling. Toen ze op haar vierde naar de kleuterschool ging, kende ze het ABC al en kon ze reeds tot tien tellen. Haar Molukse onderwijzeres vertelde haar moeder dat ze nog nooit een kind had meegemaakt dat op haar leeftijd al zo'n goede zinsbouw had. Toen ze ongeveer anderhalf jaar oud was kon ze al vertellen wie ze was en waar ze woonde; 'Nana Kaasse. Meese Albessestraat 2 Dieren.'
Jolanda werd geboren in Dieren in een 'nuchter' gezin. De ouders van haar moeder Janny waren echte 'rode rakkers' (socialisten). Wel had haar familie al eerder te maken gehad met 'het paranormale'. Zo was Jolanda's oma van moeders kant zelf paranormaal begaafd. Ze voelde bijvoorbeeld aan wie er langs zou komen. De vader van haar moeder, Jan Willem van Holland, kwam al op 11-jarige leeftijd in aanraking met een soort genezeres, toen hij ernstig ziek was. "Hij werd ernstig ziek door toedoen van zwarte magie, iemand was bezig een krans te breien in zijn kussen, was hij dicht geweest dan was hij gestorven, ze waren er net op tijd bij." Deze opa is volgens Jolanda tegenwoordig haar persoonlijke gids. Verder is er nog een neef die healer is, Joop.
Als jong meisje van drie zag Jolanda praktisch elke avond 'gekleurde entiteiten', waar ze zich vredig en happy bij voelde. Ze had geen seconde angst of het gevoel dat er iets vreemds was. Haar hele kamer werd erdoor gevuld. Ze vertelde dit tegen haar moeder, die er de dagelijkse gewoonte van maakte om voordat ze haar bed instapte, onder het bed, achter de gordijnen en in de kleerkast te kijken. Vervolgens vertelde Janny Jolanda dat er geen spoken waren en dat ze niet zoveel fantaseren moest. "Nee, er is niets. Lekker gaan slapen." Daardoor is Jolanda dit soort dingen tot haar dertiende jaar meer voor zichzelf gaan houden.
Overigens wist haar moeder Janny in 2005 niet meer dat Jolanda het met haar over die gekleurde wezens had gehad. Ze weet nog wel dat Jolanda een keer een man in de kamer zag, en daar wel bang voor was geweest.
Enige tijd later kreeg Jolanda beelden van een huis van haar overgrootouders in de plaats Nol in 't Bosch. Ze wist precies te vertellen hoe het eruit had gezien, zonder dat ze er ooit iets over gehoord had: "De voorgevel van het huis, planten en vruchten in de tuin, een oude houten lange eettafel met krentenbrood dat zelf werd gesneden, etc. Niet meer samen te checken helaas, ik heb het een aantal jaar terug mijn oudste oom, inmiddels wijlen gevraagd. Hij zei dat het klopte, ik vroeg hem om me het te laten zien maar het huis bestaat niet meer. Het was bij Nol in 't Bosch, Wageningen. In het bos zelf. Het pad is zelfs dichtgegroeid. Zolang ik gezond was heb ik elke zaterdag in het bos gelopen, gemiddeld vijftien kilometer per zaterdag. Ik ben dol op het bos. Zowel in Su als hier. Mijn rug- en nekhandicap zowel als mijn ooms leeftijd en gezondheid destijds waren er de reden van niet verder te gaan op de onbegaanbare stukken. Maar ik kan er niet langs komen, als ik bijvoorbeeld onderweg naar het ziekenhuis in Ede ben, dan kijk ik en denk, oh wat zou ik graag willen."
In maart 1989 overleed de vader van Jolanda onverwachts terwijl ze al vier en half jaar totaal geen contact met elkaar hadden gehad. Jolanda was net gaan samenwonen met haar vriend in Presikhaaf. Zij werd die nacht om kwart over drie wakker en zag een soort film die zich in haar hoofd afspeelde, ter hoogte van haar derde oog. Ze wist meteen dat dit geen droom was. Ze zag: "alles van begin tot einde, tijdstip, details, gesprekken, glas water, alles. Nee, dan schrik je niet wou je zeggen? Nou ik wel hoor. Nu ben ik dankbaar voor mijn gave, maar toen wist ik niet of ik er zo blij mee moest zijn, best eng. Maar ook uniek, een soort afronding, enfin, van alles een beetje."
Overigens is het niet zo dat ze aan de lopende band dit soort ervaringen heeft. Ze is van huis uit erg nuchter en 'geaard' en heeft zich vroeger nooit volledig ingelezen in de 'paranormale materie, esoterie en wat niet meer zij.' Jolanda denkt echter wel dat ze mediamiek begaafd is. Ze vertoont een soort automatisch spreken: "Ik vang wel elke dag mediamieke info op, in diverse vormen. Ik kan worden gebeld door mijn vriendin Pien die in een crisis zit. Wanneer ik haar laat praten geef ik als het ware automatisch antwoord, ik kan het niet anders voor je uitleggen. Ik praat zonder nadenken, het komt uit mijn mond voor ik het in mijn hoofd heb geformuleerd. Ik voorvoel zaken. Soms zegt Pien dan wat en dan lach ik. Dan zegt ze: 'Joh, wat lach je nu weer? Oh, je wist het natuurlijk alweer?' Ja, ik voorvoel, voorspel kloppend (zij het alleen binnenshuis), kan me bewust op iemand 'intunen' en ook op een situatie. Het gaat niet altijd even goed, de emotionele lading doet er volgens mij ook wel toe, maar zoals ik al eerder zei, ook ik heb alle antwoorden nog niet gevonden, ook ik leer nog elke dag."
Een tijd later, in december 1990 wist Jolanda opeens dat er een oom plotseling was overleden: "Mijn oom overleed in Deventer, mijn moeder was daar, zonder dat ik het wist en ze belde me. Ik neem op, ze zegt: 'Ga even zitten!', met trillende stem, ik antwoord: 'Rustig maar lieverd, ik ben al onderweg.' Ik hang op, leg de hoorn er direct weer naast zodat niemand me kan storen en ga douchen en met een noodgang naar Deventer. Mezelf totaal niet bewust. Ik kom aan, ze opent de deur van mijn tante haar huis en zegt: 'Hoe wist je nou dat ik hier was? Hoe wist je het nu al?'
Antwoord geven kon ik eigenlijk niet, alleen zeggen dat ik het al wist. Het was geen overdacht weten, het was acuut op het moment dat ze belde. Niet eens zozeer in woorden, niet dat ik dacht, oh ma belt nu want oom Jaap is dood, ik zei gewoon: 'Ik kom eraan' en reed erheen met mijn ex."
Ook toen haar vriendin Khadija opgenomen in het Psychiatrisch Centrum Nijmegen zelfmoord pleegde, had ze een aangrijpende ervaring: "Het voelde aan als mijn laatste kans. Ik heb het uitgesproken tegen mijn ex. Gezegd dat ik haar niet meer zien zou in dit leven. Hij troostte me, zei dat ik niet zo bang moest zijn. We reden naar Groningen, vrijdag voel ik dat ik naar haar toe moet, maar ik mag alleen op zondag op bezoek. Ik besluit alvast het weekend in Velp door te brengen bij ma, da's een stuk dichterbij in geval dat. Er staat een file bij Zwolle, we hebben aardig vertraging, ik heb het gevoel te laat te komen, maar weet niet hoe dit kan. Het is nog lang geen zondag, maar er broeit iets op mijn maag. Ik heb hoofdpijn, ook zo'n voorteken bij onheil in mijn geval (of het moet uit mijn nek komen maar dat voel ik wel). Ik kom binnen bij ma en die zegt dat er net is gebeld vanuit Nijmegen. Of ik contact met haar mentor op wil nemen. Ik begin direct te huilen, weet het al, ze is er niet meer. Ik voel het in mijn hele lijf, het gemis, het verdriet, ik rijd naar Nijmegen zonder te bellen. Niet naar haar mentor, maar naar de plek waar ze opgebaard ligt, intuïtief. Eenmaal aangekomen ging mijn gevoel met mijn verstand aan de haal, ik heb de arts bijna zijn hersens ingeslagen met een bureaustoel omdat hij me niet toestond om haar te zien. Mijn ex sloeg me met een vlakke hand in mijn gezicht om mijn hysterie te doorbreken. Toen pas drong het tot me door wat het betekende dat ze op een stuk linkeronderkaak geïdentificeerd was. Ze was voor de trein gesprongen."
Ook rond een moord op een Creool kreeg ze paragnostische indrukken:
"Een vriend van me kwam om het leven. Ik krijg de toedracht te horen en voel dat het niet klopt. Hij zou op de zijkant van een heftruck zijn gesprongen die door een vriend werd gereden en de truck zou op hem zijn gevallen. Eenmaal alleen concentreer ik me en vraag aan 'boven', aan God, aan hem, hoe het werkelijk zit. Ik voel zijn energie, ruik zijn aftershave. Ik zie een lichaam zonder gebroken botten, geen schaafwonden, geen gesplashte hersenpan. Zie je wel, denk ik. Ik concentreer me weer. Ik zie een schotwond in zijn voorhoofd. Ik denk "Woh, freaky, wil ik dan wel meer weten?" Ik laat het los.
Vraag me niet hoe of waarom, maar een maand of wat later kom ik bij zijn zus Marian door de straat, exact op dat moment heeft ze de politiefoto's thuis gebracht die zijn vrijgegeven bij hoge uitzondering, (Creolen kunnen flinke aanhouders zijn en Marian is nog eens een schep erger.) Ze ziet me, begint enorm te huilen, vraagt me binnen en bekijkt met mij samen voor het eerst de foto's. Wat blijkt? Een kogelinslag net boven zijn wenkbrauw.
's Avonds is het net of hij me komt bedanken. Ik zie hem in de trui die hij ooit van me afnam omdat hij 'te mooi' voor mij was. Ja, het was me een figuur hoor."
In mei 2004 overleed een oom van Jolanda, een soort 'mentor' in geestelijke zaken, erg onverwachts. Hij kreeg een hersenbloeding en hartaanval op de rand van zijn bed, wat eerst kwam weet men niet. "Iedereen totaal overstuur, hij was erg geliefd en niemand gunde hem zo een eenzame dood en het feit dat hij na twee dagen gevonden is. Ik vroeg me af of hij het moeilijk had. Eenmaal thuis in stilte vraag ik het hem. Ik voel dat hij rustig is en bij mijn tante, die hem al jaren eerder voorging. Ik zie mijn tante in een blauwe bloemetjesjurk, exact het type waarvan ze hield en oom Wim aan haar zijde. Hij glimlacht naar me.
De dag van de begrafenis vraag ik hem bij het laatste afscheid of hij me een seintje geeft als hij goed is aangekomen en of hij soms nog eens langskomt de eerste tijd omdat het best even wennen zal worden zonder mentor, wat hij was. Knipper maar met het licht of zo, zei ik grappend (met respect mag je best grappen maken, toch?). Niet de koelkast laten wandelen hoor, want die krijg ik niet meer op zijn plek, grap ik verder.
Voor de lamp die ik na het leeghalen van mijn ooms huis van zijn kinderen kreeg, kocht ik 5 nieuwe peertjes, elke avond ging er één kapot. Bij de vijfde zei ik tegen hem, ietwat balend over het storende effect op mijn werk: 'Ja, nu is hij duidelijk, oom Wim.' Als ik nu nieuwe koop morgen mag je ze wel heel laten, want dit is ook niks, zo kan ik niet schrijven zonder licht." De nieuwe branden nog altijd.
"Een ander voorval was dat ik John sieraden voor mij zag kopen. Daarna herinner ik me nog wel een keer een droom te hebben gehad die net op een uittreding leek, of het er één was weet ik niet. Ik ging naar bed terwijl ik me zorgen maakte over hetgeen er op het erf bij Moengo [Suriname] gebeurde. In mijn slaap reed ik op een brommer het erf over en heb inderdaad toen de veranderingen die in de tussentijd [sinds haar bezoek aan die plaats] hadden plaatsgevonden opgemerkt."
Ze voegt hier eind 2006 aan toe: "In mei jl. heb ik me gewend tot Joop, mijn neef, die al ruim 20 jaar energiewerk verricht. Hij heeft me twee healings gegeven en me vervolgens vertelt dat hij van me houdt, maar geen werk voor me doet dat ik zelf kan verrichten. Ik keek hem vreemd aan. Ik magnetiseerde al wel, had mijn cursus afgerond en behandelde mijn ma wekelijks alswel als een vriendin op afstand die lijdt aan Lyme, met de meest nare neurologische gevolgen en dit beiden met succes. Maar hij doet aan handoplegging, ik vatte hem niet direct.
Hij had doorgekregen dat ik vanuit de sferen bedankt werd voor al het werk dat ik tot dan toe voor mezelf maar vooral ook voor anderen had verricht. En dat hij me op zou mogen leiden. Dat heeft hij gedaan. Ik kreeg een aantal mappen met leesvoer mee om te bestuderen, heb diverse workshops bij hem doorlopen evenals een aantal geleide meditaties. Tijdens deze meditaties ben ik in contact gekomen met mijn hoofdgids (aartsengel Michaël) en mijn persoonlijke gids. Ik channel nu, zij het als beginner nog enigszins onwennig en nog niet altijd met voldoende discipline om dagelijks te oefenen, maar het komt op gang. Ik heb een aantal gechannelde meditaties geschreven en gegeven voor een meditatie-/lichtwerkerskring in Ede. Tijdens deze avonden doen we ook ziekenrondes, Joop heeft een foto in handen, wij tunen in en ontvangen info. De mijne schijnt veelal accuraat te wezen. De ene keer voel ik het in mijn lijf, de andere keer zie ik dingen, weer een ander maal weet ik het gewoon. Ik ben geïnitieerd, heb in korte tijd een 'kostbare' hoeveelheid gereedschappen verzamelt, waaronder een aantal kristallen die in contact staan met engelen en andere lichtwezens/meesters, met enkelen heb ik contact gehad.
Een spontane ontmoeting die ik had met de groene drakenkracht staat beschreven op de site van een vriendin (www.apofyliet.nl) die ik net als een aantal anderen 'bij toeval, in enen leek te ontmoeten, via het web, op straat, op de braderie, etc. Allemaal mensen die me stuk voor stuk hebben verder geholpen bij mijn ascensie. Inmiddels vertaal ik tevens gechannelde berichten/artikelen voor www.starchildascension.com
Ook zag Joop tijdens een van de meditaties mijn tante (overgegaan in 1978) naast me zitten. Ik had haar niet opgemerkt, maar verklaar haar twee dagen later onder de douche dat ik blij ben dat ze bij me in de buurt was/is en dat ze zich best mag vertonen, dat ik niet bang zal zijn, bereid ben contact te leggen en eventuele boodschappen door te geven. Ze komt direct door en zegt: 'Zeg je moeder dat ik van haar hou en dat ik haar en de familie niets kwalijk neem', een boodschap die ik absoluut niet plaatsen kan. Ik roep mijn ma en zeg haar wat er is gebeurd, wat ik doorkreeg. Ze huilt direct, heeft vanaf '78 met een schuldgevoel rondgelopen omdat zij eerder had afgeweten van de ontrouw van mijn oom, maar ze had nooit iets gezegd, mede op verzoek van oma haar mond gehouden. Oma bad dat het over zou waaien en mijn tante er niet met 5 kinderen alleen voor zou komen te staan. Mijn tante ontdekt het enkele weken later alsnog en sterft acuut aan een hersenbloeding, mijn ma had zich dus al die tijd wijs gemaakt dat de dood van haar zus mede haar schuld was. God zij dank is ze daar nu van bevrijdt. Zalig om dat te mogen overbrengen! Niet in woorden te vatten gewoon, zo dankbaar als ik was en nog ben!
In Suriname heb ik gedurende de maand november heel veel meegemaakt. Zo zit ik in de auto bij mijn zwager die uit Saramacca komt. Hij draait een cd in het Saramaccaans en voor ik er erg in heb zing ik uit volle borst mee. Ik zie zijn blik in de achteruitkijkspiegel en vraag hem waarom hij zo naar me zit te kijken. Hij zegt dat hij sprakeloos is, respect voor me heeft, maar niets van me begrijpt. De cd kreeg ik direct cadeau van hem, ik ken hem grotendeels uit mijn hoofd na twee keer horen, toch vreemd voor iemand die het dialect niet spreekt zou je zeggen. Want 'te je ke mi mo, kong piki na mi fissie, de mi koela joe bakka mo, wakka ta doe soso' zegt jou waarschijnlijk niets.
Vrije vertaling: Als je niet meer van me houdt, zeg het me in mijn gezicht, dan antwoord ik je, blijf hetzelfde doen.' Waarbij soso poëtisch gezien ook als 'niets, het naakte, inhoudsloze' gelezen/gehoord kan worden.
Op bepaalde erven voelde ik de zwaarte van de grond (hebi gron) en heb ik diverse malen aardehealing toegepast, zaken opgepikt m.b.t. wisi's (vloeken/zwarte magie) en heb veel lichtwerk verricht, enkele mensen behandeld voor hoge bloeddruk, hoofdpijn, ontstekingen, etc.
Ik overweeg een oproep voor lichtwerkers die op afstand willen meewerken aan (aarde-)healing voor Su. Het is ontzettend nodig.
Op sommige momenten waren de zwarte krachten zo intens voelbaar dat ik me driedubbel af diende te sluiten en voldoende tijd in stilte moest doorbrengen tussen de werkzaamheden door om te voorkomen dat ik zelf leegliep.
Ik voelde haarfijn aan dat de plotselinge dood van twee van Henk zijn honden aldaar werd veroorzaakt door zwarte magie. Eén hond heb ik een aantal dagen nog in leven gehouden nadat hij plots schuim spoog, maar ze is toch overgegaan, acht dagen na de eerste. Da's een ander teken, een cruciaal getal in de winticultuur. Een dag of wat later kwam zijn broer langs, die erg ver is in de cultuur en erg gewaardeerd, en die zei het zelfde.
Ik kom in Moengo op het erf en vertel de man die er voor ons op past dat ik me er nu veel beter voel als de laatste keer, toen ik het idee had dat iemand iets had begraven op het erf, dat ons er van weg moest drijven. (John en ik hadden die vakantie continu ruzie als we daar waren, er gebeurden rare dingen, ik voelde me bang, terwijl ik nooit ergens zo thuis was geweest als daar altijd). De man antwoordt me dat hij en de basia (dorpsopziener/hulpkapitein) hetzelfde hadden ervaren, dat zijn kind ernstig ziek was geworden en dat ze koude entiteiten voelden, geluiden hoorden. De basia heeft vervolgens een aantal rituelen uitgevoerd om het erf te reinigen (helaas had hij ons niet van te voren op de hoogte kunnen brengen). Precies op de plaats waar ik dacht dat het iets 'een flesje' begraven was, was het begraven, de basia had de plek evenals onze kennis exact aangevoeld. We hebben hen natuurlijk uitvoerig bedankt. En zij hebben me uitgebreid duidelijk gemaakt dat ze me respecteren en als een van hen zien, ik kreeg direct weer een nieuw recept mee."
Nog een ervaring:
"Heb ik je trouwens ooit vertelt dat ik contact had met John zijn vader op de beurs waar we elkaar ontmoetten? Ik kom van Peter (pseudoniem) af, bij wie ik een sessie had. Hij zei me dat ik dit jaar [2005] nog aan het werk zou gaan met mijn spirituele gaven, dat mijn opa (van Holland) bij me is, dat ik uiteindelijk te sterk zal zijn voor 'slechts' 1 op 1 werk en groepswerk zal gaan doen, lezingen zal geven e.d. Bij mij zal je je opleiding beginnen zegt hij. Ik enthausiast neem direct de flyers van zijn workshops en cursus mee. Ik loop weg van de tafel en hoor John's vader tot me spreken (ik heb hem bij leven nooit gehoord, maar wist direct dat hij het was!). 'Kijk en vergelijk!' zei hij. 'En behoud het goede!'
Ik wist nog niet waar het op sloeg. Ging naar een boekenkraam en zie een prachtig bewerkt leren kaft, als boekengek direct verliefd pak ik het op en open het blind, wat ik vaker doe om te zien of het op dat moment bij me past. Ik zie direct een uitgebreid magieritueel beschreven staan waar de kriebels me van langs de rug lopen. Ik sla het boek dicht, bedank Pa voor de waarschuwing en vat dat ik zeer selectief zal moeten wezen en me alleen met de witte zijde dien bezig te houden, de zwarte magie kostte hem immers het leven. Ik ga een bakkie doen met mijn aanwezige buurvrouw en lees de flyers door van Peter en zie planchette, kruis en bord, glaasje draaien, etc.,etc. Dit was dus de waarschuwing waar het eigenlijk om ging en de reactie van mijn lijf maakte dat nog eens extra duidelijk. Mijn oren suisden direct, ik werd koud... Dus ik bedank Pa opnieuw en zeg hem dat ik me wel zorgen maak om John want dat ik nu wel weet dat ik selectief moet zijn maar dat ik betwijfel of John voldoende vertrouwen in me zal hebben om me mezelf te laten ontwikkelen in deze materie zonder de angst te hebben dat het me de kop ooit zal kosten. 'Dat is niet jouw zorg!', antwoordt hij me, 'Daar werk ik wel aan!'
John is op slag los gekomen van zijn angst, laat me groeien in eigen tempo, dat erg hoog lag de laatste maanden en vertrouwt mij en mijn wijsheid volledig nu."

Jolanda als healer
Jolanda benadrukt dat ze zo zuiver mogelijk met haar gaven om wil gaan: "Op de cursus magnetiseren merkte mijn leraar eens op dat ik een witte rand om mijn aura heb die aan geeft dat ik al wat ik doe met een zo zuiver mogelijke intentie doe, op de meest zuivere wijze."
Net als veel paranormale genezers stelt ze dat zelf niet geneest, maar dat ze gezien moet worden als een soort doorgeefluik: "Ik ben een doorgeefluik, het middel tot het doel, het medium, niets meer of minder. Het enige dat ik zelf doe is met de juiste intentie aan het werk gaan, me volledig bereid verklaren, me compleet openstellen en concentreren op hetgeen ik doorkrijg en dat uitdragen. Ik leg mijn handen op de juiste plekken en geef energieën, liefde en licht door. That's it. De rest wordt door boven verzorgd.
Ik heb wel een aantal bijzondere dingen mogen ervaren hiermee. Zo was [de hond] Zoë enorm ziek enkele weken geleden. Ik schrok enorm toen ik zag dat ze er als een zak zout bij lag, niet at, niet op of van de bank kon springen. Ik behandelde haar drie maal die eerste dag, maar het leek erger te worden (een bekend fenomeen waar ik in alle paniek even niet bij stil had gestaan). De volgende dag magnetiseerde ik bovendien haar drinkwater en vroeg het water om alle in haar lijf aanwezige metalen en stoffen die er niet in thuis hoorden wilde filteren of afdrijven. Het verhaal ging namelijk dat er gif in het dichtsbijzijnde parkje was gestrooid en er al minstens één hond ernstig ziek was geworden. Ik weigerde haar echter op te geven en bleef doorgaan met handopleggingen en magnetiseren. De vierde dag was ze weer springlevend, vol energie, rende weer achter de buurtkatten aan die zich in onze tuin wagen en at in één keer haar hele bak met vlees leeg. Mijn mooiste kerstcadeau dit jaar.
In Su had ik ook een hele bijzondere ervaring. Mijn moeder is twintig jaar geleden in haar huidige woonruimte getrokken en raakte al snel bevriend met de buurvrouw [Willy]. Twintig jaar lang deelden ze lief en leed en brachten minstens drie a vier avonden per week met elkaar door. Een zeer intens contact dus. Ook voor mij was ze een oprechte, zorgzame vriendin.
Maar nu werd Willy ziek; longkanker. Anderhalf jaar lang vocht ze, het mocht niet baten. Voor mijn vertrek naar Su ging ik langs. Ik voelde direct dat het de laatste maal zou zijn dat we elkaar hier op aarde zouden zien in dit leven. Het hele stel omstanders belette me echter te zeggen wat ik had willen zeggen. Met een rotgevoel in mijn maag gaf ik haar een dikke zoen en riep: "Ik zie je over vier weken weer, Wil". We keken elkaar aan wetend wat we eigenlijk hadden willen zeggen. We zeiden niets.
Het telefoonverkeer vanuit en naar Suriname was zo slecht dat we dikwijls geen contact konden leggen. Ik wist dus niet hoe het er met haar voorstond. Tot ik alleen in mijn kamer ging zitten, mijn wierook en een kaars aanstak en in meditatie ging. Ik tune in, zie haar liggen op bed, voel hoe zwak ze is, hoe bang ze is om los te laten. Ik ben direct met haar bezig gegaan. Heb haar allereerst alles gezegd wat ik nog had willen zeggen, haar bedankt voor al ze voor me betekend heeft. Vervolgens heb ik haar mogen begeleiden tot aan het Licht. Het ging spontaan, ik deed het gewoon, al was het mijn eerste keer. Toen ma me vervolgens te pakken kreeg hoorde ik dat ze exact op dat moment is gegaan, in vrede.
Los van elk stukje ego ben ik op zulke momenten alleen maar diep dankbaar.
Nog zo'n wondertje: ik word gegrepen door een op het net aangeboden tabulator/laserwandkristal. Ik bestel hem en ontvang hem elkele dagen later. De bijgevoegde reading op het kristal laat me weten dat het in verband staat met de Hathors, Meesters van klank. In alle rust reinig ik de steen en plaats hem op mijn dressoir. Vervolgens ga ik de keuken in om de lunchafwas te doen. Voor ik er erg in heb sta ik te chanten, prachtige tonen, steeds luider, steeds helderder, steeds hoger in toon. Ik merk het op, denk: Wat doe ik nu? Ik chant. Ik heb nog nooit gechant. Ik wist niet eens hoe het moest.
Maar ik deed het. Helaas is het me tot nog toe niet gelukt de melodie te hervinden. Maar het eerste contact was dus gelegd.
Zo heb ik met elk aangeschaft kristal mijn ervaringen opgedaan en gebruik ze nu veelvuldig als 'tool' bij het healen."
Na lezing van het manuscript van dit artikel schreef Jolanda ons tot slot nog het volgende:
"Ik heb onze mails nog eens doorgenomen en heb nog een aantal laatste overwegingen op papier gezet die denk ik toch van grote invloed zijn geweest bij de ontwikkeling van mijn spiritualiteit en wellicht niet in het geheel dienen te ontbreken. Men zou nu de gedachte kunnen hebben dat ik mezelf in 'no time' tot healer zou hebben ontwikkelt. Zo werkt het echter niet. Het in een proces geweest van jaren, waarbij ik veel aan zelfstudie heb gedaan. Ik heb zo veel gelezen! Van Baird T. Spalding tot Neale Donald Walsch en van Gaye Muir tot Robbert van de Broeke, ik heb alle apocriefe boeken gelezen, de Nag Hammadi geschriften, de Nederlandse versie van de Koran, Veda's, boeken van Sai Baba, talloze boeken over Gizeh, de farao's, boeken over leven na de dood, etc. etc. Ik beoefen al jaren ademmeditatie, pranayana, mediteer, visualiseer, registreer al mijn dromen, hun betekenissen en uitkomsten, studeer (al vanaf 2001) minstens een paar uur per week (bestudeer dan gnostische geschriften, natuurgeneeskunde, kristallenleer, culturele antropologie, esoterie, mystiek, psychologie, etc.). Het is dus echt niet allemaal komen aanwaaien, het is een kwestie van veel discipline en 'honger', een gedrevenheid die niet te stoppen is omdat je weet dat je 'je ding' doet. Dat wat je geacht wordt te doen, waartoe je bent uitgerust."

Mogelijke aanwijzingen voor een vorig leven
Jolanda geeft aan dat er meerdere aanwijzingen zijn dat zij in een vorig leven Surinaamse geweest is. Zo heeft ze een bijzondere affiniteit met de wereld van indianen en sjamanen: "Ik keek elke aflevering van Hiawatha, las elk deel van de Winnetou-serie en in latere jaren o.a. boeken van Lynn Andrews. Beluisterde ik indianenmuziek, dan kon ik geen seconde stilzitten.
Mijn moeder heeft dagelijks gevochten tegen het feit dat ik altijd maar op blote voeten wilde lopen. Alles werd uitgeprobeerd, straf, mopperen, verdrietig doen, angst aanpraten, het kopen van zogeheten sokpantoffels, etc. Zonder baat overigens.
Ik heb een grote voorliefde voor de natuur, voel een speciale verbondenheid met bepaalde diersoorten, etc.
Intuïtief vlecht ik altijd direct na thuiskomst, in elk geval voor het slapen gaan mijn haren in één lage vlecht achter op mijn hoofd, het liefst gebonden, zodat hij in het midden blijft. Zoals indiaanse vrouwen gewoon zijn."
Ook wist Jolanda als kind plotseling heel concreet dat Suriname haar 'beloofde land' was. Jolanda keek in die tijd niet naar programma's over Suriname op TV, dus daar kon het niet aan liggen. Hierover zegt ze: "Ik denk dat ik net vier was toen ik het 'plots wist'. Of ik het gedroomd heb, gehoord of gevoeld, het is me niet helder. Voor alle duidelijkheid; ik kende toen geen enkele Surinamer en had er bij mijn weten in dit leven nog nooit van gehoord. In elk geval niet bewust. Niets meer, niets minder. Ik weet nog dat ik het mijn moeder heb gezegd. Ze moet gedacht hebben dat ik niet spoorde, fantaseerde of ergens iets zomaar had gehoord. Er was een reactie: 'Ach, wat weet jij nou?'" Helaas weet haar moeder inmiddels niet meer of ze als kind over Suriname praatte.
Ze had hier ook beelden bij: "Beelden van een erf. Het lijkt verdraaid veel op het erf van John zijn ouders in het binnenland van Suriname. En ik zag vaak rode aarde, in Nederland niet voorkomend naar mijn weten."
Veel later, toen ze voor het eerst naar Bushmanhill ging, een afgraving bij het Surinaamse Moengo, was er sprake van veel herkenning. "Ik heb me er direct thuis gevoeld. Ik liep binnen een dag in een panje en werd door elke medicijnman anders behandeld dan anderen, wat je toch op gaat vallen op den duur en met name John ook. Een panje is een omslagdoek, zoals de sarongs zeg maar bij de Indonesiërs, maar dan van de negers. In het binnenland dragen de bosnegervrouwen ze op hun blote lijf (m.u.v. onderbroek en evt. een b.h.) en binden hem vanaf hun oksels of de oudere vrouwen diep in het binnenland vanaf hun heup (bloot bovenlijf), in sommige delen dragen ze er nog een aparte kleinere doek omheen, in de stad draagt men ze met een topje en veelal over een spijkerbroek of een pantalon, als omslagdoek om de heupen. Velen zijn versierd met borduursels, applicaties, franjes, etc. Wanneer iemand je bijvoorbeeld een panje cadeau doet, wil dit zeggen dat je als familie wordt gezien. Wanneer ze je een recept voor een kruidenbad geven is dit eveneens ongebruikelijk. Ik voelde me bevoordeeld, rijk. Het verkrijgen van een kruidenbad recept komt nog wel eens voor, opmerkelijker nog is dat ik ook recepten krijg voor het samenstellen van hobia's, wijsheden, witte magie-recepten. Daar verdienen ze veelal liever zelf geld aan of vertrouwen je de wijsheid niet toe. Ook deze laatste vakantie verzamelde ik er weer een aantal van diverse mensen verkregen (waaronder twee basia's oftewel basja's)."
In Nederland zeiden vrienden van Jolanda altijd dat ze zwart had moeten zijn; "De dingen waarvan ik houd, mijn muziekkeuze, kleding, parfums, voeding, noem maar op. Maar ook qua gedragingen, denkbeelden, normen, etc."
Rond haar dertiende jaar had Jolanda een vriendschap met Wouter (pseudoniem), een Nederlandse 'blanke rasta-jongen' die veel contacten onderhield met Surinamers. Ze hadden een sterke telepathische band met elkaar. Vrienden van hem deden aan Winti. Ze deden aan droomuitleg en hingen avontuurlijke, sensationele verhalen op. Wouter hield zich zelf niet bezig met Winti, hoewel hij wel dagelijks wierook brandde.
Zijn vader was een Zeeuw die in Amsterdam jaren als 'streetcorner worker' had gewerkt. Hij kende 'vele rassen' en sprak van veel talen een mondje mee, o.a. het Sranan Tongo(e). "Hij stond meer open voor het leven, de wereld en al wat er in om ging. Ook hetgeen hij niet kende. Ik vertelde hem over mijn ervaringen en hij zei me o.a. dat Surinaams een erg moeilijke taal is, vooral omdat je het heel anders schrijft dan dat je het uitspreekt. Hij leerde me één woord: fawakka. Wat zoiets als: 'Hoe gaat 't ?' betekent, maar wel straattaal is. Verder liet hij dit deel van het verhaal voor wat het was en vervolgde slechts met de mededeling dat ik een slimme meid was, met een sterke intuïtie en dat al wat me in het leven was overkomen of nog te wachten stond vanzelf wel op zijn plaats zou vallen, zolang ik maar aan die intuïtie vasthield."

Aangeboren vaardigheden?
De Creoolse partner van Jolanda, John, spreekt altijd Nederlands. Hij spreekt weliswaar Sranan Tongo, maar vindt dat het ordinair is voor een vrouw; "Meer een grove taal, vermengd met veel straattaal over het algemeen, tenminste hier in Nederland onder diegenen die we toen kenden." Jolanda vertelt: "Hij was net zo geïsoleerd als ik was, we hadden en hebben weinig vrienden, mensen over de vloer, e.d. Zijn familie woont grotendeels in het buitenland. Ik hoorde de taal dan ook niet of nauwelijks en besteedde er geen aandacht aan vanwege John zijn aversie. Toch trok het me ergens. In 1997 overleed John zijn moeder plotsklaps. Zo kwamen we in Suriname terecht. Ik stap uit het vliegtuig en voel me thuiskomen. Alsof ik alles al kende. Ik hoorde de taal nu hele dagen. Bij mijn aankomst spreek ik een woord of tien. Voor ik er erg in had verstond ik de gesprekken, sprak even makkelijk mee. Mensen schrikken, reageren hoogst verbaasd, zweren dat ze elke Nederlander eruit halen omdat ze zo'n raar accent hebben, maar ik heb dat volgens hen niet. Ik krijg vragen als: ben je echt geen boeroe (een in Suriname geboren burger van Nederlandse komaf), of ik uit Amerika kom, die hebben immers ook niet zo'n raar accent als die patata's (de Nederlanders). Bij het nemen van het afscheid en de begrafenis lijkt alles bekend, al wat voor Nederlanders absoluut ongekend is, alle rituelen, het eten, de liederen, alsof ik het allemaal al ken.
Na alle plichtplegingen is het tijd voor mijn heling. Ik word naar het binnenland gebracht. Naar een Creoolse dresieman, die werkt met een indiaanse trance (Winti). Ondanks zijn dialect - er is een specifieke vertaler aanwezig - versta ik hem (grotendeels).
Er worden een aantal indiaanse rituelen bij me uitgevoerd die allerminst vreemd voelen of lijken. Ik lijk terug te kruipen in mijn eigen huid. De man legt me uit dat er een Afrikaan is geweest die mijn derde oog heeft verschoven, er is voodoo met me gepleegd. Die nu is gereinigd. Ik ben erg sterk zegt hij, meestal overleeft men het niet.
Er zijn twee indiaanse Winti's bij me, legt hij me uit.
Men zegt dat ik een indiaanse Winti bij me heb, een 'Ingi-officier', die in wit gekleed is. Ik heb bepaalde sieraden moeten aanschaffen om hem zogezegd tevreden te stellen. Evenals een aantal andere zaken voor mijn 'watramama', een indiaanse zeemeermin. Ik ben een absolute waterrat by the way, wat typerend zou zijn voor mensen met een watramama, een watrapa of P.I. man en mijn haar hangt tot op mijn achterwerk. Probleem was alleen dat ik geen geld genoeg meer had hiervoor. Een jaar later moest John naar Su. Op het tijdstip dat hij ze aanschafte voelde ik het, zag ze en belde hem op het exacte moment dat hij terug uit de winkel kwam. Dit om het te verifiëren bij hem, raak natuurlijk. [Dit was dus het recente voorbeeld van helderziendheid, zie boven.]
Ik baad ook. Kruidenbaden wel te verstaan. Alsof ik nooit anders gedaan heb.
Er was met name één liedje dat tijdens de rituelen werd gezongen dat ik van a tot z meezong zonder er erg in te hebben, een zogeheten lied voor de P.I. man, een bepaalde Winti. 's Avonds droom ik weer de woorden: Suriname is je beloofde land. Vanaf die dag zijn er geen belemmeringen meer te bespeuren, ik droom weer, voel en weet weer helder, hoor weer helder, sta weer in contact met mezelf en gene zijde. In 'no time' spreek en schrijf ik de taal, het Sranang Tongoe, versta Aukaans en een deel van het Sarramacaans en andere dialecten. Iedereen staat versteld, inclusief ik zelf. Ik vlecht indiaanse matten waar anderen dagen op moeten oefenen om de slag te pakken te krijgen. Ik kijk een seconde en ga aan de slag. De indiaan die toekeek, zweert dat ik het nog beter doe dan zijn opa, die de vakman op dit gebied is in de regio. Zo zijn er vele voorvallen nog te noemen van zaken die als gekend aandoen.
Ik spreek zo vloeiend en diep Surinaams dat sommige Suri's me niet eens verstaan. Vreemde gewaarwording soms, moet ik zeggen."
Jolanda denkt dat zij in haar vorige leven waarschijnlijk een Creoolse Surinaamse is geweest. "Ik denk dat mijn band met indianen door mijn Winti's wordt 'veroorzaakt'. Ik heb echt veel met ze zonder dat het op andere wijze te verklaren is en geloof me, ik heb gespeurd. Van de indiaanse talen weet ik niet veel. Veel te weinig naar mijn zin. Ik heb er indiaanse familie (een schoonzusje is volbloed indiaanse) maar die zie ik te weinig, hooguit een dag of wat per twee a drie jaar. Met die taal is er ook niet de klik die ik met het Sranang Tongoe heb."
In Suriname drinkt ze verder liters Rode Fernandes, 'Cherry Bouquet'. Deze drank wordt veel door de indiaanse Winti's gedronken. "Ik drink sinds mijn eerste verblijf in Su in '97 gemiddeld twee liter per dag. Op Moengo word ik door menigeen op die reden Cherry' genoemd, als eerste door Hille, een aangetrouwd nichtje. Maar met die hitte kan je dan ook niet anders dan de hele dag met je PET-flesje lopen. En Cherry verveelt me dus nooit, het is echt een verslaving geworden, ik dronk tot die tijd ook veel sap, 7-up, sinas, cassis, maar dat smaakt allemaal een heel stuk minder de laatste jaren. Maf hè?"
Verder heeft ze zich inmiddels wel verdiept in het koken van Surinaamse roti en soepen, maar ze kan dit zo goed dat Surinamers haar er zelf nog om prijzen. "Ik heb me niet alleen verdiept in het maken van roti (wat hindoestaans is) maar vooral ook in de creoolse keuken, ik kook vrijwel alles, van grietbanasoepoe tot antroewa, van kouseband met zoutvlees tot bakkeljauw met heri-heri."
Dit gold trouwens ook al voor de Ghanese pindasaus die geliefd is onder alle Ghanesen die ze kent. Ze vindt het ook heel normaal als bezoekers meeëten, wat onder Nederlanders nog steeds niet zo gebruikelijk is.
Wat betreft geurtjes hield ze gedurende haar puberteit van de Patchouli-geur die veel door Surinamers wordt gebruikt. Later vooral van Floridawater en Pompeia die beiden bekend staan om hun gebruik in de traditionele creoolse wintirituelen en kruidenbaden. "Toen ik Pompeia voor het eerst bij John thuis rook was er herkenning, iets wat John toen ook niet plaatsen kon, omdat het om een 'medicijn' ging dat bekend staat als 'krien skien' en hier niet wordt geprepareerd."
Ze draagt graag een lange Afrikaanse jurk, alsof dat echt bij haar paste, maar John heeft daar een hekel aan. "Naast Afrikaanse jurken voel ik me thuis in een koto (wat niet veel blanke meiden van mijn leeftijd zullen beweren) en vooral ook in een panje." Een koto is klederdracht, een jackje met een enorme rok, zo één die Raymann draagt in zijn show wanneer hij Tante Es portreteert
In het algemeen is ze een echte mater familias, een big mamma, een moederfiguur.
Haar muzieksmaak is ook gericht op zwarte muziek, zoals Miriam Makeba, Zwarte Blues, oude Zwarte Jazz. Maar haar moeder Janny houdt ook van blues, dus daarin kan ze wel beïnvloed zijn door haar moeder. Jolanda voegt hier aan toe: "Ik houd naast blues en jazz enorm van negrospirituals, van Lilian Boutté bijvoorbeeld, van Osibisa, van Fela, van Suripop, van Kawina, Kaseko, Loketto, Bigi pokoe, Reggae, zwarte funk, etc."
Een recente ervaring: "John was jarig in november [2005] en vierde het bij mijn zwager thuis. Er waren zo'n dertig mensen en de sfeer zat er goed in. Ik doe natuurlijk ondanks alle heling van de laatste maanden nog voorzichtig met mijn rug, maar ging toch dansen toen ik het niet meer hield (een oude verslaving die blijft trekken). Ik dans en dans, en heb geen pijn (da's punt 1) maar wat nog opmerkelijker voor de aanwezigen was dat ik loketto, kawina, kaseko, bigi pokoe en wat al niet meer gedraaid werd danste zonder er ooit les in te hebben gehad. Voor mij voelde het 'gewoon', al kreeg ik er eerder energie van dan dat het me kracht kostte."

Reacties van kenners op mogelijke xenoglossie
Jolanda lijkt een vorm van xenoglossie te vertonen, d.w.z. het vermogen om een taal vloeiend te verstaan of spreken in hogere mate dan verklaarbaar is door wat iemand in dit leven van die taal heeft geleerd. Hoe reageren native speakers hier op?
"Mijn schoonzusje vind het wel opmerkelijk dat ik de taal zo snel beheerste. Maar volgens mij koppelt ze het meer aan mijn hoge intelligentie, ze vindt me 'knap'. Met de rest heb ik er nooit over gesproken, maar mijn taalvaardigheid wat betreft het Sranang Tongoe is voor een ieder opmerkelijk. Zelfs voor de buschauffeurs, taxichauffeurs, winkelbedienden, etc. Het feit dat ik het zo vrij en vrijwel zonder accent spreek is volgens velen uitzonderlijk. Dat hoor ik overal."
John schrijft ons: "Ik heb het haar niet geleerd; ze heeft geen les gehad ook. Sterker nog, ik vond het helemaal niet leuk in het begin, en heb het afgeremd. Tongo is grof, niet voor vrouwen vind ik. Mijn broertje vond hetzelfde en zei haar ook vaak om Nederlands te praten. Maar ze bleef het spreken en leerde steeds meer. Maar dan zonder te leren [les te nemen]; hooguit vroeg ze me af en toe eens een woord, maar zei dan 'Oh ja' en gebruikte het direct op de juiste wijze. Alsof ze het alleen even vergeten was.
Zo leest ze de krant voor me, zonder moeite leest ze een brief of schrijft ze een brief in het Surinaams. De eerste die ik van haar kreeg liet me schrikken. Veel mensen schrikken als ze haar horen praten en zweren dat ze een boeroe is [een Surinaamse nazaat van Nederlandstalige kolonisten]. Geloven niet dat ze uit Nederland komt en al helemaal niet dat ze geen cursus heeft gevolgd van meerdere jaren. Maar het is niet alleen de taal, ze verstaat veel meer. De gebruiken, de cultuur, de muziek, winti, ze geeft adviezen over medicijnen waar ze niet mee heeft gewerkt in dit leven. Mijn vader werkte met ze, dus ik herken wat ze zegt en doet. Weet alleen niet waar ze het vandaan haalt, ze leest er niet over, niemand heeft haar opgeleid. Ze praat beter dan de gemiddelde Surinamer, zeker die hier zijn. Meer weet ik er niet over te zeggen."
Later voegt Jolanda hier zelf nog aan toe: "John schrok vooral ook toen ik hem een aantal gedichten in het Tongoe voorlas op een dag, dat was nog opmerkelijker dan het niet struikelen over namen in een krantenartikel, etc."

Beschouwing

Dit artikel werd op 8 mei 2006 gepubliceerd in Spiritualiteit van Stichting Spirituele Ontwikkeling, een online tijdschrift dat in 2008 helaas wordt opgeheven.

Contact: titusrivas@hotmail.com