Titel

Instrumentele transcommunicatie: moderne apparatuur als poort naar gene zijde?

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 29 December, 2008)

Samenvatting

Beknopt overzicht van parapsychologische vraagstukken rond instrumentele transcommunicatie.


Tekst


Instrumentele transcommunicatie: moderne apparatuur als poort naar gene zijde?

door Titus Rivas namens Stichting Athanasia

Het verlangen om contact te leggen met overledenen of voorouders is van alle tijden en alle culturen. Zelfs in de atheïstische Sovjet Unie bouwde men imposante mausolea om zo dicht mogelijk bij de gestorven leiders te blijven. De behoefte aan verbondenheid met gestorven mensen is kennelijk zo groot dat men haar niet zomaar kan uitroeien.

Sjamanen en mediums
hebben van oudsher de functie vervuld van doorgeefluik van signalen uit een andere wereld. Die functie zal waarschijnlijk ook niet verdwijnen. Tegenwoordig tracht men echter ook via moderne apparatuur in contact te treden met het hiernamaals. Met een moeilijk woord noemen we dat instrumentele transcommunicatie oftewel ITC. Je moet denken aan boodschappen die via radio's, cassetterecorders, televisietoestellen, videorecorders maar ook computers binnen zouden komen.
Deze ontwikkeling is begonnen met het Electronic Voice Phenomenon oftewel EVP dat in het Nederland beter bekend is geworden onder de naam bandstemmen. Internationale beroemdheden als Friedrich Jürgenson en Konstantin Raudive, maar ook Nederlanders al Branton de Geus, Hans Kennis, Anita Laverman en Remko Ehrhardt, beweren stemmen van overledenen te hebben opgenomen. Deze stemmen zouden niet verklaard kunnen worden door toevallige ruis of flarden van radio-programma's en bovendien vaak persoonlijke boodschappen bevatten. Op diverse websites zijn inmiddels talloze van zulke opnames te beluisteren.
Daarbij zouden ze nogal eens bestaan uit een vreemde mix van woorden uit verschillende talen, mede om daarmee aan te geven dat ze geen aardse oorsprong kunnen hebben. Ook de boodschap zelf zou nog wel eens heel cryptisch zijn.
Sindsdien zijn er ook filmbeelden en computerteksten gemeld die van gene zijde zouden stammen. Zelfs hele conversaties met overledenen zouden zijn vastgelegd. Er zijn artikelen en boeken over deze vérgaande beweringen verschenen van o.a. George W. Meek, Klaus Schreiber en Ernst Senkowski. Ook zijn er internationale organisaties opgericht op dit gebied.
In Nederland zijn vooral Hans Kennis en het team van 't WENT, verbonden aan een website gewijd aan ITC, actief bezig met deze veelzijdige fenomenen.

Paranormaal?
De eerste vraag die we parapsychologisch gezien natuurlijk dienen te stellen is of de verschijnselen die op dit terrein onderzocht worden misschien gewoon normaal verklaarbaar zijn. Gaat het bijvoorbeeld om het projecteren van zinvolle geluidspatronen op betekenisloze ruis? Zijn de boodschappen anders misschien weliswaar echt maar gewoon afkomstig van radio- en tv-zenders? Is er wellicht bedrog in het spel?
Vreemd genoeg worden deze vragen maar door relatief weinig parapsychologen gesteld. De meeste van hen lijken zich nauwelijks voor dit terrein te interesseren en mijden het volledig. Dat kan liggen aan desinteresse, maar ook aan het probleem dat het achteraf nog wel eens moeilijk vast te stellen kan zijn hoe een opname precies tot stand gekomen is. Zeker als de betrokkenen zelf weinig heil zien in kritische parapsychologie wordt het dan heel moeilijk om eenduidige conclusies te trekken.
Toch is er wel enig onderzoek naar ITC verricht door parapsychologen, en daar concluderen enkele onderzoekers uit dat er in elk geval bewijsmateriaal bestaat voor echte 'paranormale' stemmen en beelden. Dit zijn opnames waarvoor een normale verklaring heel onwaarschijnlijk wordt geacht.
Je kunt dan denken aan opnames die paranormale informatie bevatten of zinvolle fragmenten die met geen mogelijkheid afkomstig kunnen zijn van de normale mediakanalen. Alleen bedrog lijkt in zo'n geval nog een alternatief te bieden.
Overigens moet de mogelijkheid van bedrog juist bij de spectaculairdere claims wel degelijk heel grondig worden uitgesloten. Zo is er een bekend geval van onderzoeker George W. Meek die hierbij samenwerkte met William (Bill) O'Neill. Deze laatste zou volgens Meek via een speciaal apparaat, de zogeheten Spiricom, rechtstreeks gepraat hebben met een overleden NASA-geleerde, Dr. Mueller. Als de opnames authentiek zijn, dan vormen ze duizelingwekkend paranormaal materiaal. Het grote probleem is echter dat zelfs zeer ruimdenkende parapsychologen als D. Scott Rogo nog ernstige twijfels hebben gehad bij de echtheid van deze opnames. Een mogelijke alternatieve interpretatie is namelijk dat het gaat om een uitgebreide vorm van bedrog van (de inmiddels reeds zelf overleden) O'Neill. Er was namelijk niemand anders bij aanwezig toen hij de opnames van zijn gesprekken maakte.
In het licht van ander parapsychologisch bewijsmateriaal voor fysieke verschijnselen die te maken hebben met de inwerking van de geest op de materie oftewel psychokinese, ligt het trouwens wel voor de hand dat ten minste een deel van de gemelde fenomenen echt paranormaal is. Hoe dan ook is het zaak dat er veel meer serieus parapsychologisch onderzoek wordt gedaan naar instrumentele transcommunicatie. Natuurlijk moeten de mensen die zich persoonlijk met het fenomeen bezig houden dan wel bereid zijn om aan zulk onderzoek mee te werken en eerlijke parapsychologen niet meteen diskwalificeren als niet veel meer dan een bijzonder soort skeptici.

High tech contact?
Een volgende vraag is of paranormale manifestaties van instrumentele transcommunicatie berusten op daadwerkelijk contact met de zielen van overleden. Acceptatie van paranormale gevallen op dit gebied wil nog niet zeggen dat je ook direct aanvaardt dat ze allemaal van gene zijde afkomstig moeten zijn.
De voornaamste rivaliserende hypothese is dat de stemmen en beelden veroorzaakt worden door onbewuste psychokinese van de betrokken mensen zelf. Die zouden daarbij zo graag communiceren met bijvoorbeeld familieleden, vrienden of collega's, dat ze onbewust zelf invloed uitoefenen op banden of computerschijven en daarbij uiteindelijk ook zelf de paranormale boodschappen creëren.
Enthousiaste pioniers die zich met EVP of andere vormen van ITC bezighouden kunnen de indruk wekken dat ze deze verklaring door middel van psychokinese niet erg serieus nemen. Ze lijken te denken dat “paranormaal” direct ook gelijk moet staan aan “veroorzaakt door overledenen”.
Reeds in de 19e eeuw werd deze gedachte ter discussie gesteld in verband met seances met zogeheten fysische mediums. Beroemdheden als het bekende medium Daniel Dunglas Home lieten zeer indrukwekkende verschijnselen zien zoals tafeldansen en zwevende voorwerpen, zonder dat men daarbij goocheltrucs of andere vormen van bedrog heeft kunnen vaststellen. Reeds in die beginperiode namen parapsychologen de mogelijkheid serieus dat mediums een en ander zelf teweeg brachten, d.w.z. met behulp van hun eigen geesteskracht. Nu wordt dit vaak nog wel met zoveel woorden erkend, bijvoorbeeld door de Nederlandse onderzoeker Hans Kennis. Maar men meent vervolgens vaak dat alleen zeer begaafde mediums tot psychokinese in staat zijn. Hoewel dit op zich geen idiote gedachte is, pleit er toch het een en ander tegen. Zelfs als je niet bijzonder psychokinetisch begaafd bent, zou het namelijk zo kunnen zijn dat je juist in verband met dit onderwerp op onbewust niveau extra gemotiveerd bent om de opnames te creëren.

Toetssteen
Net als bij mediumschap door middel van spiritisme is het om bovengenoemde reden van belang dat we ons richten op opnames die niet alleen paranormaal in de psychokinetische zin zijn, maar ook informatie bevatten die de betrokken experimentatoren zelf nog niet eerder bekend was. Bijvoorbeeld in de vorm van een specifieke boodschap van een onbekende overledene, een zogeheten drop-in communicator, die later geverifieerd blijkt te kunnen worden. Maar eventueel ook in de vorm van zogenoemde kruiscorrespondenties die over verschillende opnames worden verdeeld en als een soort puzzel één geheel blijken te vormen. Tevens kan het opnames van geliefde overledenen betreffen die nieuwe, correcte informatie bevatten of zinvolle uitspraken in een buitenlandse taal die pas later ontcijferd kunnen worden. In het algemeen moet het gaan om informatie waar de levenden zelf niet eens van op de hoogte waren. Want dan kunnen ze ook geen motief hebben gehad om die bijvoorbeeld door middel van onbewuste helderziendheid zelf te verzamelen en in een schijnboodschap uit het hiernamaals te verwerken.
Het heeft weinig zin om je tegen dit soort criteria te verzetten en je vast te bijten in de tegenwerping dat het verschijnsel nu eenmaal vaak paranormaal is en daarmee ook hoogstwaarschijnlijk afkomstig van de gene zijde. Helaas zie je die houding af en toe toch nog wel bij sommige onderzoekers van ITC. Dat kan zelfs zover gaan dat men de wetenschap, maar ook het rationele denken in het algemeen meent te moeten afzweren uit respect voor de boodschappen van overledenen. In feite is dit een cirkelredenering, want alleen als je genoemde criteria afwijst kun je stellen dat alle paranormale bandstemmen en beelden ook direct neerkomen op zulke boodschappen.
Sommige ontvangen berichten zijn overigens zo bizar dat ze alleen al daarom waarschijnlijk geen echt contact behelzen. Zo ontving een onderzoeker genaamd Ken Webster naar verluidt uitgebreide berichten uit de toekomst. Het ligt erg voor de hand (boerenbedrog en krankzinnige vormen van zelfbedrog even buiten beschouwing latend) dat hierbij sprake is van psychokinetische creaties voortkomend uit de eigen fantasie.

Opwindende mogelijkheden
Stel je voor dat het ooit echt mogelijk wordt om als het ware te 'bellen' of 'skypen' (al dan niet met 'webcam') met mensen die het ondermaanse hebben verlaten. Dat zou natuurlijk een geweldige uitkomst zijn voor iedereen die midden in een rouwproces zit. Bovendien zou het zo heel gemakkelijk worden om zelfstandig oude banden aan te halen en te onderhouden, terwijl dit voor velen nu vaak alleen sporadisch of pas na de eigen overgang in de vorm van ons overlijden kan worden gerealiseerd. Het zou gaan om een opwindende toevoeging aan de communicatieve mogelijkheden die goede spiritistische mediums en helderzienden ons nu reeds te bieden hebben.
Natuurlijk zijn we nog lang niet zover. We moeten eerst een duidelijk onderscheid leren maken tussen de producten van onze eigen onbewuste geest en echte boodschappen van geesten van overledenen. Bovendien zou het moeten gaan om een relatief eenvoudig en betaalbare methode die voor iedereen of in elk geval de meeste mensen toegankelijk zou moeten zijn.
Eén van de interessante aankondigingen die er uit de wereld van de instrumentele transcommunicatie wat dit betreft te horen zijn, is dat er aan gene zijde hele teams van toegewijde gestorven wetenschappers en technici bestaan die juist hieraan werken. Zij proberen volgens deze berichten net als levende onderzoekers in deze wereld een brug te slaan naar de andere (in hun geval aardse) werkelijkheid.
Helaas zijn de hooggespannen verwachtingen nog niet verwezenlijkt. Sterker nog, sinds de jaren '90 hoort men niet of nauwelijks meer iets over grote doorbraken wat betreft instrumentele transcommunicatie. Dat kan liggen aan een gebrek aan openheid van de aardse mens, maar het zou ook zo kunnen zijn dat contact via moderne apparatuur relatief gezien toch moeilijker tot stand brengen is dan contact via traditionelere methoden zoals telepathie of mediumschap.
De tijd zal het leren. Wat in elk geval van de parapsychologie verwacht mag worden is dat men interessante beweringen zoveel mogelijk natrekt en serieus neemt. Aan de hand daarvan kan men dan vaststellen hoe groot de belofte van deze vorm van postume communicatie nu precies is.

Gevaarlijk spel?
Natuurlijk is, net als in het geval van traditioneler spiritisme, niet iedereen erg ingenomen met het experimenteren met opnames van gene zijde. De film White Noisebrengt de zorgen die sommigen wat dit betreft hebben treffend in beeld. Lagere geesten of 'demonen' zouden graag gebruik maken van de goedgelovigheid van levenden om hen te verleiden tot gevaarlijke handelingen of te drijven tot waanzin en zelfs suïcide.
Hoewel we niets zomaar moeten uitsluiten, lijkt ons het gevaar van instrumentele transcommunicatie in elk geval niet groter dan dat van het traditionele mediumschap. Het is jammer als men teveel inspeelt op de sensatiebelustheid van het grote publiek.

Literatuur en websites
– Jürgenson, F. (1976). Gesprek met de doden: kommunikatie met paranormale stemmen. Bussum: Fidessa.
– EVP-experimenten: contact met een andere dimensie: http://www.evp-experiments.nl/
– Meek, G. W. (1982). Spiricom: An Electromagnetic-Etheric Systems Approach to Communications with Other Levels of Human Consciousness. Franklin: Meta-Science Foundation.
– Raudive, K. (1975). Paranormale stemmen: gesprekken met overledenen via de geluidsband. Bussum: Fidessa.
– Rivas, T. (2008). Wie is daar? Parapsychologische controverses rond mediumschap. Prana,165, 12-23.
– Senkowski, E. (1995). Instrumentelle Transkommunikation. Fischer Verlag.
– World ITC: http://www.worlditc.org/
– Zammit, V. A (2000). Lawyer Presents the Casefor the Afterlife (Nederlandse versie online te downloaden op http://www.victorzammit.com/.

Reacties: stg_athanasia@hotmail.com

Dit artikel werd gepubliceerd in Paraview, jaargang 12, nummer 4, november 2008, blz. 18-20.