The End of Materialism van Charles T. Tart (boekbespreking)
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 8 May, 2011)
Samenvatting
Bespreking van het boek The End of Materialism van Charles Tart door Titus Rivas.
Boekbespreking
Charles T. Tart. The End of Materialism: How evidence of the paranormal is bringing science and spirit together. Oackland: New Harbinger Publications, 2009. ISBN 978-1-57224-645-4.
Charles Tart is een Amerikaanse parapsycholoog en transpersoonlijk psycholoog die onder meer erg bekend is geworden vanwege zijn onderzoek naar veranderde bewustzijnstoestanden. In het boek The End of Materialism keert Tart zich tegen de absurde gelijkstelling tussen wetenschap en materialisme. Hij begint met een uiteenzetting van waar het in de wetenschap om dient te gaan en maakt bijvoorbeeld een onderscheid tussen een kritische houding en gesloten (pseudo)skepsis. De auteur laat zien dat men wel degelijk echte wetenschap kan bedrijven vanuit een spiritueel wereldbeeld.
Tarts strategie richt zich voorts op een presentatie van parapsychologisch bewijsmateriaal voor wat hij de 'big five' noemt. Dit zijn gebieden waar 'hard' experimenteel bewijsmateriaal voor bestaat, namelijk telepathie, helderziendheid, precognitie, psychokinese en paranormaal genezen. Hij doet dit zo grondig en toegankelijk dat het boek geschikt is als algemene inleiding op deze deelgebieden van de parapsychologie. Een van de belangrijke inzichten die Tart uitdraagt, luidt dat buitenzintuiglijke waarneming niet kan berusten op een materiële drager zoals elektromagnetische straling.
Verder besteedt Charles Tart aandacht aan wat hij de vele 'maybes' noemt. Daarmee bedoelt hij gebieden naar fenomenen waarvoor al wel bewijsmateriaal bestaat maar in zijn optiek nog onvoldoende om er net zo zeker van te zijn als van de 'big five'. Overigens is het de vraag of Tart wel voldoende beseft dat experimenteel onderzoek niet op alle gebieden de meest geschikte methode is. Voor sommige vraagstellingen is het zelfs ronduit ongeschikt. Bijvoorbeeld omdat spontane ervaringen een betrouwbaarder beeld van bepaalde fenomenen kunnen geven dan ervaringen die kunstmatig worden opgewekt. Dit geldt onder andere voor het reïncarnatieonderzoek waarbij spontane uitspraken van jonge kinderen methodisch gezien van groter belang zijn dan experimenten met hypnotische regressie.
Terreinen die als 'maybes' aan bod komen zijn onder meer uittredingen, bijna-doodervaringen, communicatie met overledenen en reïncarnatie. Met uitzondering van uittredingen waar hij zelf belangrijk bewijsmateriaal voor verzameld heeft (in de vorm van zijn beroemde experimenten met Miss Z.), worden deze gebieden over het algemeen minder grondig behandeld.
Tart blijkt bijvoorbeeld onvoldoende op de hoogte van argumenten tegen Super-ESP of Super-Psi, de theorie dat men bij voorbaat alle aanwijzingen voor een leven na de dood, reïncarnatie of communicatie van overledenen moet (weg)verklaren door middel van de paranormale vermogens van levenden. Zo komt de kracht van het reeds aanwezige bewijsmateriaal onvoldoende uit de verf. Wel geeft de auteur aan dat deze gebieden erg belangrijk zijn voor ons zelf- en wereldbeeld en benadrukt hij dat het onbegrijpelijk is dat er niet veel meer geld voor onderzoek beschikbaar wordt gesteld. Hij pleit impliciet voor het oprichten van een nationaal instituut voor (niet-materialistisch) onderzoek naar de ziel.
Het boek sluit af met een uiteenzetting van Tarts eigen spirituele wereldbeeld en er zijn appendices met o.a. uitgebreide lijsten van aanbevolen boeken en websites.
Titus Rivas
Deze recensie werd geplaatst in Terugkeer, 21(1), voorjaar 2010, blz. 28.
Contact: titusrivas@hotmail.com