De geest van insecten
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 29 June, 2009)
Samenvatting
Hebben insecten emoties, pijngevoelens en gedachten? Titus Rivas stelt dat ze hoe dan ook het voordeel van de twijfel verdienen.
De geest van insecten
door Titus Rivas
Toen ik nog bij mijn ouders inwoonde en pas vegetariër was geworden, zag ik een keer hoe een aantal vliegjes aangetrokken werd door de frisdranken die mijn ouders in een gangkast bewaarden. Toevallig kwam mijn moeder net achter mij staan en ik probeerde haar aandacht af te leiden omdat ik wist wat er anders met de insect zou gebeuren. Zij had dit direct door en reageerde alsof ze nu toch wel een bewijs in handen had dat ik niet helemaal lekker was. Mijn moeder denkt inmiddels gelukkig heel anders over dit soort dingen dan twintig jaar geleden, maar de manier waarop zij toen reageerde, kun je ook nu nog aantreffen onder tegenstanders van vegetarisme.
Insecten zijn dieren en als je consequent wilt zijn in je respect voor dieren, dan moet je ook oog hebben voor de belangen van insecten. De absurditeit daarvan zou wel zo ontzettend duidelijk zijn dat daarmee direct ook de waanzin van de dierenrechtenbeweging zou zijn aangetoond.
Wat voor dieren?
Er zijn voor voorvechters van vegetarisme en veganisme twee antwoorden mogelijk op de stelling dat respect voor insecten absurd is. Eén strategie houdt in dat je poneert dat insecten weliswaar in biologische zin dieren zijn, maar dat ze geen enkele vorm van beleving of gevoel hebben. Dieren zonder geest zijn in feite een soort biologische robotjes en je hoeft dus geen rekening te houden met hun welzijn. René Descartes meende trouwens dat dit voor alle (niet-menselijke) dieren geldt en de echo's van zijn leer klinken tot op de dag van vandaag door in het behaviorisme en andere conservatieve posities over dierlijk bewustzijn. Een andere strategie is dat je aanvaardt dat ook insecten individueel respect verdienen, hoe raar dat voor veel mensen misschien nog mag zijn. De notie van insecten als wezens die heel anders zijn dan mensen is op zich overigens een stuk minder vergezocht dan de gedachte dat zoogdieren zoals varkens, koeien of apen totaal van ons verschillen. De evolutionair gezien zeer succesvolle insecten staan biologisch namelijk heel ver van ons af. Ze zien er onder een microscoop door hun bouw, lichaamsdelen en metamorfose welhaast buitenaards uit en gedragen zich voor menselijke begrippen bizar. Hun samenlevingen komen doorgaans totalitair, onpersoonlijk en kil over. Afgezien van 'nuttige', mooie of muzikale soorten zoals bijen, vlinders en krekels, zijn de meeste mensen niet emotioneel betrokken bij insecten en vragen ze zich niet af wat er wellicht in hen om zou kunnen gaan.
Voorgeprogrammeerde organismen
Vanuit de gangbare theorie dat de bewuste geest volledig het product is van een langdurige biologische evolutie, stelt men vaak dat alleen wezens met de mogelijkheid om te leren en flexibel te reageren iets aan zo'n bewuste geest kunnen hebben. Alleen van een dier met een voldoende ontwikkeld brein mag je volgens deze theorie verwachten dat het gevoelens als pijn en genot, emoties als angst en blijdschap en gedachten of verlangens kent. Overigens wordt deze theorie niet door alle intellectuelen aangehangen. Er bestaan allerlei alternatieven uiteenlopend van het zogeheten panpsychisme dat stelt dat alle biologische organismen (inclusief bijvoorbeeld planten) een vorm van subjectiviteit kennen tot de theorie dat de meeste dieren geïncarneerde zielen zijn die zich spiritueel ook dan nog kunnen ontwikkelen als ze hun gedrag nauwelijks kunnen beïnvloeden (Rivas, 2003).
Maar laten we ons hier eens afvragen in hoeverre insecten alleen voorgeprogrammeerd gedrag laten zien.
Cognitie bij insecten
De kwestie die ons hier onder meer bezighoudt, is of insecten nieuwe informatie kunnen verwerken, daarvan kunnen leren en vervolgens hun gedragspatroon aan die informatie kunnen aanpassen. Een bekend alledaags voorbeeld dat hiertegen zou pleiten wordt gevormd door de huisvliegen die steeds weer gedachteloos tegen een ruit aanbotsen zonder in te zien dat ze er niet doorheen kunnen, meestal tot de dood er op volgt.
Nu is flexibiliteit op zich nog geen garantie dat een dier kan nadenken (Gould & Gould, 2000). Een diersoort kan namelijk meerdere aangeboren strategieën hebben om met diverse situaties om te gaan. Dit kan de indruk wekken dat een dier inzicht heeft in de omstandigheden, terwijl er slechts een alternatief, maar wel volledig automatisch 'programma' geactiveerd wordt waar geen gedachten bij komen kijken. Veel entomologen lijken het erover eens te zijn dat gedrag van insecten verklaard kan worden door zulke aangeboren programma's zonder dat je denkprocessen hoeft te veronderstellen.
Toch zijn er ook wetenschappers zoals Donald Griffin (1984) die wijzen op het voorkomen van complexe vormen van communicatie onder insecten, met name bij honingbijen. De Oostenrijkse etholoog Karl von Frisch ontdekte dat bijen een soort gevlogen dans opvoeren om een locatie aan te geven waar ze voedsel hebben gevonden. Ze maken bepaalde waggelbewegingen en produceren een geluid van 280 MHZ. Naast de locatie kunnen ze zo ook de kwaliteit en de geur van het voedsel aangeven. Men heeft geprobeerd om ook dit verschijnsel weer af te doen als een voorgeprogrammeerd neuronaal proces waar geen bewuste gedachten aan te pas komen, maar volgens Griffin en zijn medestanders is dat in dit geval niet aannemelijk. Bijen zouden volgens hen veel te flexibel omgaan met nieuwe informatie en daarbij zou bovendien sprake lijken te zijn van weloverwogen keuzes. In ieder geval is deze discussie nog niet afgesloten; er bestaat nog geen consensus of insecten onder bepaalde omstandigheden in staat zijn tot nadenken of dat er slechts een soort computerachtige rekenprocessen bij hun gedrag komen kijken.
Pijn
In het geval van welzijn onder insecten bestaat er evenmin overeenstemming tussen de geleerden. Je kunt bij het verschijnsel pijn bijvoorbeeld onderscheid maken tussen ten minste drie componenten: fysiologische verwerking van pijnprikkels, pijngedrag en bewust ervaren pijngevoel. Insecten blijken zintuigen te hebben voor ongunstige omstandigheden zoals een grote verandering in temperatuur, gevaarlijke chemische stoffen of elektrische schokken. Ze kunnen daarop reageren door zich terug te trekken of te vluchten. Daarmee is echter nog niet aangetoond dat ze ook subjectieve gevoelens van pijn of andere negatieve gewaarwordingen kunnen ondergaan. Registratie van prikkels en de motorische respons daarop zouden in theorie volledig onbewust en reflexmatig kunnen plaatsvinden. Het is erg moeilijk om hierbij zo maar te extrapoleren van pijn bij gewervelde dieren naar mogelijke pijngevoelens bij insecten. Eén ding staat trouwens al wel vast, namelijk dat veel insecten geen pijn lijken te voelen als hun lichaam van buitenaf beschadigd wordt. Ze houden niet op met hun activiteiten als ze ernstig verwond zijn, zelfs niet als er sprake is van de amputatie van hele ledematen. Sommige insecten gaan bijvoorbeeld door met eten, terwijl ze tegelijkertijd zelf opgegeten worden door roofinsecten.
Het voordeel van de twijfel
Insecten vormen geen overduidelijk voorbeeld van denkende en voelende dieren. Ze verschillen sterk van gewervelde dieren zoals de mens en het is de vraag of we hun eventuele geest ooit echt zullen doorgronden. Toch is het moreel gezien heel riskant om hier zonder meer de conclusie aan te verbinden dat je even weinig respect hoeft te hebben voor een insect als voor een plant of zelfs voor een computer. Juist omdat we zo moeilijk kunnen vaststellen hoe het met insecten gesteld is en omdat er nog alternatieve visies op de mentale evolutie mogelijk zijn, moeten we hun het voordeel van de twijfel gunnen. Tot iemand overtuigend kan bewijzen dat het volkomen zeker is dat insecten natuurlijke robotjes zonder geest zijn, horen we ze te behandelen als kwetsbare dieren met belangen, zelfs als dat leidt tot hilariteit onder speciësisten. In de praktijk betekent dit dat we insecten niet onnodig doden of gebruiken voor menselijke doeleinden, rekening houden met hun aard en als bestrijding echt onvermijdelijk is zoveel mogelijk pijn en ongemak voorkomen.
Literatuur
- Eisemann, C. H., W. K. Jorgensen, D. J. Merritt, M. J. Rice, B. W. Cribb, P. D. Webb, and M. P. Zalucki. 1984. Do insects fee/ pain? A biological view. Experientia, 40: 164-167.
- Fiorito, G. 1986. Is there 'pain' in inver-tebrates? Behavioural
Proceedings, 12: 383-388.
- Griffin, D. R. 1984. Animal Thinking. Cambridge, MA: Harvard University Press.
- Gould, J.L, & Gould, C. G. (2000). Het dierenbrein: Bewustzijn, leergedrag, inzicht en intelligentie bij dieren. Amsterdam: Natuur & Techniek.
- Lockwood, Jeffrey A. (1988). Not to Harm a Fly: Our Ethica! Obligations to Insects. Between the Species (4), 204-211.
- Smith, J. A. (1991). A Question of Pain in Invertebrates. ILAR Journal, 33 (1-2).
- Wigglesworth, V. B. 1980. feel pain? Antenna, 4: 8-9.
Dit artikel werd gepubliceerd in Vega! nr. 66, herfst/winter 2005, 6-7.
Toevoeging uit 2011:
Recente experimenten uit Engeland lijken uit te wijzen dat bijen emoties ondergaan. Zie het artikel Agitated Honeybees Exhibit Pessimistic Cognitive Biases van Melissa Bateson, Suzanne Desire, Sarah E. Gartside, en Geraldine A. Wright in het tijdschrift Current Biology van 2 Juni 2011. Overigens kan ik moreel beschouwd niet instemmen met de methoden die bij deze experimenten werden gebruikt.
Contact: titusrivas@hotmail.com