Dierenleed en Landbouw
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 16 August, 2011)
Samenvatting
Misstanden in de veeteelt zijn genoegzaam bekend. Maar welke gevolgen hebben akkerbouw en tuinbouw voor het welzijn der dieren? Esteban en Titus Rivas verzamelden feiten, die we hier overzichtelijk weergeven.
Misstanden in de veeteelt zijn genoegzaam bekend. Maar welke gevolgen hebben akkerbouw en tuinbouw voor het welzijn der dieren? Esteban en Titus Rivas verzamelden feiten, die we hier overzichtelijk weergeven.
M E S T
Mest van dieren uit de bio-industrie, naast de kunstmest (milieuonvriendelijk bij produktie en gebruik).
B E S T R I J D I N G S M I D D E L E N
S C H A D E A A N F A U N A
Per jaar 30 miljoen kilo chemiese bestrijdingsmiddelen met zeer lage specifiteit (andere, niet "schadelijke" organismen gaan er ook van dood). Vele ervan zijn niet goed afbreekbaar. Geleidelijk ook ontwikkeling van biologiese/natuurlijke bestrijding en gebruik van resistentie.
Milieuverontreiniging door mestoverschot.
D I E R P R O E V E N
Elk bestrijdingsmiddel wordt uitgetest op honderden dieren (LD 50 test). Proeven zijn zeer wreed en notabene geen garantie voor veiligheid.
J A C H T
Afschieten wordt als belangrijkste middel gezien om schade te bestrijden.
N A T U U R L I J K L E E F M I L I E U
V A N D I E R E N
Steeds grotere machines en grotere percelen. Steeds minder en minder gevariëerde "natuurlijke" omgeving. Slechts op enkele plaatsen aandacht hiervoor. Geleidelijk wel meer.
Konklusie: Gangbaar komt het meest dieronvriendelijk uit de bus. Enig 'voordeel' is het gebruik van minder dierlijke mest en -preparaten dan EKO/BD, maar daarvoor in de plaats de weinig voordelige kunstmest. EKO/BD zijn duidelijk beter, wat voornamelijk het gevolg is van het milieuvriendelijker karakter. Onderling verschillen EKO en BD niet erg veel. EKO kent niet de speciale preparaten uit dierlijke ingrediënten; heeft zich niet zo sterk filosofies verbonden met diergebruik en houdt meer vast aan ideeën van kleinschaligheid en milieuvriendelijkheid.
Dit artikel werd in 1986 gepubliceerd in Veganismen, 03, pagina 11.