Titel

Parapsychologische aspecten bij bijna-doodervaringen

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 9 November, 2013)

Samenvatting

Vooraankondiging van het boek 'Wat een stervend brein niet kan' van Titus Rivas, Anny Dirven en Rudolf Smit.


Tekst


Parapsychologische aspecten bij BDE's: aankondiging van een boek

door Titus Rivas en Anny Dirven



Nu we dit schrijven wordt het manuscript van een boek dat we samen met Rudolf Smit hebben geschreven nagekeken door Jitske Kingma van Uitgeverij Elikser. De werktitel van ons boek is Wat een stervend brein niet kan en verwijst uiteraard naar de materialistische 'Dying Brain'-hypothese voor bijna-doodervaringen van skeptici zoals Susan Blackmore, Gerald Woerlee en Kevin Nelson. Onze insteek luidt dat bijna-doodervaringen bepaalde aspecten kunnen vertonen die niet in die materialistische hypothese passen, namelijk de zogeheten parapsychologische of paranormale aspecten. Onder parapsychologische verschijnselen verstaat men in dit verband: 'verschijnselen die gekoppeld zijn aan de geest, de ziel of het bewustzijn en die niet in het gangbare materialistische wereldbeeld passen.' Parapsychologische verschijnselen zijn dus verschijnselen die anomalieën vormen voor de heersende materialistische theorievorming rond de relatie tussen hersenen en psyche.

In ons boek hebben we ons beperkt tot casussen die niet alleen door de BDE'er zelf gemeld zijn maar bevestigd worden door derden, zoals familieleden, vrienden, artsen of verpleegkundigen. Het gaat dus om de 'harde kern' op dit gebied. We hebben een grondig literatuuronderzoek uitgevoerd en daaruit 78 bevestigde casussen met paranormale aspecten gedistilleerd. De casussen zijn in negen hoofdcategorieën onderverdeeld, die overeenkomen met de eerste negen hoofdstukken:

– Buitenzintuiglijke waarneming van de naaste omgeving
– Buitenzintuiglijke waarneming van gebeurtenissen buiten de (normale) reikwijdte van de fysieke zintuigen
– Bewustzijn en buitenzintuiglijke waarneming tijdens een hartstilstand
– Telepathie
– Contact met onbekende overledenen
– Manifestaties van bekenden met paranormale informatie
– Verschijningen van de BDE'er zelf
– Buitenzintuiglijke vermogens na de BDE
– 'Wonderbaarlijke' genezingen

Vanzelfsprekend is er ook een grondige algemene beschouwing in het boek opgenomen, waarin we onder meer kijken naar de theoretische implicaties van de verzamelde bevestigde casussen. Verder heeft Rudolf Smit veel aandacht besteed aan de manier waarop skeptici met het bewijsmateriaal rond BDE's plegen om te gaan. In het volgende nummer van Terugkeer hopelijk meer informatie over het boek, ervan uitgaande dat het dan inmiddels gepubliceerd zal zijn.

Negen voorbeelden van paranormale casussen
Om een eerste indruk van de inhoud van ons boek te geven, volgen hieronder korte samenvattingen van een negental casussen, één uit elke categorie dus.

Buitenzintuiglijke waarneming van de naaste omgeving
De Amerikaanse arts Joan La Rovere vertelde Sam Parnia dat ze deel uitmaakte van een medisch team dat naar kleine lokale ziekenhuizen ging om zieke kinderen op te halen die in het Great Ormond Street Hospital te Londen een speciale behandeling moesten ondergaan. Op een avond ging ze met de rest van het team naar een ziekenhuis in Kent, om een negenjarig kind met een ernstige nieraandoening op te halen. Tijdens de rit met de ambulance kwam het team vast te zitten in het verkeer van het spitsuur, zodat de toestand van het meisje sterk achteruit ging. Plotseling begaf het hart van het meisje het en ze kreeg een hartstilstand. Het team van La Rovere begon onmiddellijk met een reanimatie in de ambulance, maar slaagde er niet in haar hart weer op gang te brengen. Men bleef het echter proberen en La Rovere probeerde het meisje gerust te stellen door tegen haar te praten. Rond het moment waarop ze aankwamen bij het Great Ormond Street Hospital, begon het hart van het meisje weer op gang te komen, hoewel ze nog in een erg kritieke en onstabiele toestand verkeerde. Uiteindelijk herstelde het meisje toch en enkele maanden later bracht ze een bezoek aan het ziekenhuis om iedereen te ontmoeten die voor haar gezorgd was. Parnia schrijft dat ze daarbij vroeg: 'Waar is die Amerikaanse dokter die in de ambulance voor me zorgde en onderweg tegen me praatte?” Ze had alles van bovenaf gezien en kon zich alle details herinneren.

Buitenzintuiglijke waarneming van gebeurtenissen buiten de (normale) reikwijdte van de fysieke zintuigen
Auteur en hospice-arts John Lerma werkte vroeger als coassistent in een ziekenhuis in San Antonio. Hij kreeg op een nacht de zorg over ene Ricardo van 82, een man die tijdens het avondeten in elkaar was gestort. Lerma probeerde deze patiënt direct te reanimeren. Na de eerste elektrische schok, bleek het hartritme van de patiënt zich te herstellen. Ricardo werd langzaam wakker en mompelde daarbij iets over 'het licht' en over een uittreding. Hij maakte bovendien een vergelijking met een achtbaan. Ricardo had nog wel last van pijn in zijn borst en om hem af te leiden vroeg Lerma de patiënt om hem wat meer te vertellen over de achtbaan. Ricardo beschreef toen een klassieke, prachtige BDE, met onder andere een ontmoeting met engelen die zeiden dat hij het zou overleven. Na dit korte gesprek kreeg de patiënt opnieuw een hartstilstand waarbij men hem opnieuw moest reanimeren.
De dag erna bedankte de patiënt Lerma voor zijn inzet en verwees ook naar het gesprekje over de bijna-doodervaring. Uiteindelijk vroeg hij de coassistent hem te helpen om aan tonen dat zijn ervaring meer was geweest dan een soort droom. Hij zei: “Toen ik mijn lichaam had verlaten en bovenin de kamer van de spoedeisende hulp zweefde zag ik een [Amerikaans] kwartje uit 1985 dat in de rechterhoek bovenop de 2,4 meter hoge hartmonitor lag. Er lag stof omheen, alsof iemand het er expres met dit doel neergelegd had. Lerma, kunt u dit nagaan voor mij?” Vervolgens liep Lerma met een ladder naar de kamer van de spoedeisende hulp. Hij klom, waar verpleegkundigen bij waren, op de ladder. Lerma schrijft: “Tot onze grote verbazing, lag het kwartje er, precies zoals hij het gezien had, en zelfs het jaartal was juist: 1985.”

Bewustzijn en buitenzintuiglijke waarneming tijdens een hartstilstand
De ex-partner van Dominique Surel uit Denver was medio jaren 70 klinisch dood geweest. Hij wist nadat hij weer bijgekomen was te beschrijven hoe de artsen hem probeerden te reanimeren, maar ook wat er in de ruimte ernaast gebeurd was en wat men daarbij zoal gezegd had.
Surel verzekerde ons dat zowel de artsen als de verpleegkundigen verifieerden wat haar ex-partner tijdens de klinische dood in beide ruimten had gezien en gehoord. Ze herinnert zich nog hoe een verpleegkundige in haar bijzijn praatte over de BDE. Hieruit bleek dat haar ex werkelijk bepaalde situaties had gadegeslagen en getuige was geweest van gesprekken die zich in de aangrenzende ruimte hadden voorgedaan. Het is volgens Surel uitgesloten dat de patiënt dit alles op een normale manier had kunnen waarnemen.

Telepathie
Een jonge cardioloog uit South-Dakota vertelde Raymond Moody hoe hij op een dag een aanrijding had met zijn auto, toen hij 's ochtends onderweg was naar het ziekenhuis. Hij was erg van streek en maakte zich grote zorgen dat de mensen in kwestie een aanzienlijke schadevergoeding van hem zouden eisen.
De man was hier nog mee bezig toen hij naar de afdeling Spoedeisende Hulp snelde om iemand te reanimeren die een hartstilstand had ondergaan. De dag erop vertelde de man die hij gered had dat hij tijdens de reanimatie uit zijn lichaam was getreden en hem had gadegeslagen tijdens zijn werk.
De arts vroeg zijn patiënt wat hij dan zoal gezien had en stond perplex over de juistheid van de beschrijving van wat er gebeurd was. De patiënt vertelde hem exact hoe de medische instrumenten eruit hadden gezien en in welke volgorde ze gebruikt waren. Hij beschreef de kleuren en de vormen van het gereedschap, en zelfs de wijzerplaatjes op diverse apparaten. Wat de cardioloog echter pas goed overtuigde was de volgende uitspraak: “Dokter, ik kon zien dat u zich zorgen maakte over dat ongeluk. Maar u heeft geen enkele reden om zich over zulke dingen zorgen te maken. U wijdt uw tijd aan andere mensen. Niemand zal u iets aandoen.”

Contact met onbekende overledene
Sam Parnia bespreekt de casus van een jongen van drieënhalf die hij aanduidt met het pseudoniem Andrew. Deze jongen kreeg tijdens een open-hart operatie een BDE, waarbij een 'zwevende dame' zag. “Die dame kwam en nam me mee. Ze hield mijn hand vast en we zweefden omhoog... [...] Het was goed, de dame zorgde voor mij, de dame houdt van me, ik was niet bang, het was fijn. […] Ik was wakker, maar ik was bovenaan bij het plafond en toen ik naar beneden keek lag ik in een bed met mijn armen naast me en dokters deden iets aan mijn borst. Alles was heel licht en ik zweefde terug naar beneden.”
Andrew herkende een jaar later bij een televisieprogramma over een hartoperatie bij een kind de bypass-machine die volgens hem ook bij zijn eigen operatie was gebruikt. Hij had dit waargenomen toen hij met 'die dame' naar boven zweefde. Een tijdje later liet zijn moeder hem een keer een oude foto van haar moeder zien toen deze haar leeftijd had. Andrew zei: “Dat is ze, dat is die dame.”

Manifestatie van bekenden met paranormale informatie
De negenjarige Eddie Cuomo vertelde zijn ouders na 36 uur geleden te hebben onder hoge koorts, dat hij in de hemel was geweest. Daar had zijn overleden Opa Cuomo gezien, net als Tante Rosa en Oom Lorenzo. Vervolgens merkte Eddie op dat hij ook zijn 19-jarige zus Teresa had gezien en dat zij degene was die gezegd had dat hij terug moest gaan. Dit verontrustte zijn vader omdat hij nog maar twee nachten tevoren met Teresa, die studeerde aan een universiteit in Vermont, had gepraat. Later die ochtend belden de ouders van Eddie met de universiteit in kwestie. Ze vernamen daarbij dat Teresa in de afgelopen nacht, vlak na middernacht was verongelukt bij een auto-ongeval. Men had al vergeefs geprobeerd hun hier telefonisch over in te lichten.

Verschijning van de BDE'er zelf
De 63-jarige Olga Gearhardt uit San Diego moest begin 1989 een harttransplantatie ondergaan. Haar familie leefde intens met haar mee, zodat de wachtruimte in het ziekenhuis vol zat met haar familieleden. Er was één grote afwezige, namelijk haar schoonzoon die een fobie voor ziekenhuizen had. Hij bleef thuis zitten wachten op de goede afloop. Tijdens de transplantatie traden er onverwachts complicaties op. Het getransplanteerde hart stopte plotseling helemaal met kloppen. Ze was een tijdje klinisch dood en er was een urenlange reanimatie voor nodig om haar nieuwe hart goed op gang te krijgen.
De familie kreeg de ochtend daarop te horen dat de operatie voorspoedig verlopen was. Men vertelde hun niet dat Olga bijna overleden was. De schoonzoon die thuis was gebleven werd gebeld door zijn vrouw om hem het goede nieuws te vertellen. Hij beweerde dat hij al wist dat het goed met Olga ging, omdat hij dat van haarzelf gehoord had. Tijdens de bewuste nacht had hij om kwart over twee een verschijning van zijn schoonmoeder gehad. Ze stond aan de voet van het bed en eerst dacht hij dat de operatie gewoon niet door was gegaan. Ze zei: “Het gaat prima met me, het zal helemaal goed komen met me. Jullie hoeven je geen van allen zorgen om mij te maken”. Daarna verdween ze al even plotseling als ze gekomen was. De schoonzoon was niet bang geworden van de verschijning, maar hij stond wel op en schreef direct op hoe laat hij Olga had zien verschijnen en wat ze gezegd had.
Nadat Olga bij was gekomen vertelde ze haar familie dat ze een 'vreemde droom' had gehad tijdens de operatie. Ze had daarin haar lichaam verlaten en toen eerst een paar minuten naar de artsen gekeken die met haar bezig waren. Daarna zag ze haar familieleden in de wachtkamer zitten. Ze probeerde contact met hen te maken, maar dat lukte niet. Gefrustreerd besloot ze naar het huis van haar dochter te reizen, zo'n 50 km van het ziekenhuis vandaan, en contact te zoeken met haar schoonzoon. Daar aangekomen had ze aan de voet van zijn bed gestaan en ze had hem verteld dat alles goed zou komen.

Buitenzintuiglijke vermogens na de BDE
In de zomer van 1999, raakte de 10-jarige Denise uit Utah in een diabetisch coma waardoor ze in het ziekenhuis belandde. Bij een onderzoek in het ziekenhuis bleek dat ze bovendien een beroerte had gekregen die meer dan twee derde van haar linkerhersenhelft had aangetast. Al haar organen begaven het en de artsen gingen ervan uit dat ze het niet zou overleven. Drie dagen na deze prognose kwam Denise toch weer bij en nog eens drie dagen later kon ze zelfs al weer zelfstandig lopen. De artsen waren erg verbaasd over haar herstel. Nadat ze 25 dagen opgenomen was geweest in het ziekenhuis mocht ze weer naar huis. Haar vader schrijft: "In de daarop volgende maand gaf Denise blijk van veel gaven en vermogens en ze vertelde ons van alles. Ze kon niet alleen iemands aura zien, maar wist ook wat de kleuren erin betekenden. […] Ze kan 'geesten' zien zoals we dat noemen of mensen die overgegaan (gestorven) zijn. […] Ze weet wat voor een persoon je bent; ze kan in je hart kijken.”
Uiteindelijk bleek dat Denise een bijna-doodervaring had doorgemaakt.

'Wonderbaarlijke' genezing
Howard Mickel onderzocht de casus van een leukemiepatiënt, Ralph Duncan genaamd. Deze had te horen gekregen dat hij nog maar te kort te leven had en hij had zich al voorbereid op zijn dood. Tijdens zijn ziekenhuisopname beleefde hij een BDE, waarbij een wezen van licht ontmoette. Duncan en dit wezen hadden telepathisch contact met elkaar, waarbij het wezen hem mededeelde: “Het is genoeg zo, het is dood, het is weg.” Nadat hij was bijgekomen galmden de woorden nog na in zijn oren.
Duncan bleek wonderbaarlijk genezen te zijn van de leukemie. Hij begreep niet helemaal wat er bedoeld werd met de woorden “het is genoeg zo”, maar hij bracht “het is dood” in verband met het verdwijnen van zijn leukemie.

Dit artikel werd in 2013 gepubliceerd in Terugkeer 24 (3-4), jubileumnummer 25 jaar Merkawah, blz. 54-56.
Het boek Wat een stervend brein niet kan is op 1 november 2013 gepubliceerd bij Uitgeverij Elikser te Leeuwarden. Het is verkrijgbaar bij de uitgeverij zelf of via een van de links op beslist.nl

Voor recensies zie: bol.com.

Dit boek is opgenomen in diverse openbare bibliotheken, op basis van de volgende Biblion-recensie:

Sinds Pim van Lommel (oud cardioloog) bij patiënten verhalen van patiënten met een Bijna-doodervaring (BDE) heeft bestudeerd en veel hieromtrent heeft gepubliceerd, is dit fenomeen bespreekbaar geworden en is er heel wat informatie over gekomen. Na een uitgebreide inleiding worden in dit boek bijna tachtig casussen beschreven die verzameld zijn door de drie auteurs. Deze casussen zijn ontleend aan grondig onderzochte bronnen. Ze proberen al doende aan te tonen dat het juist de paranormale ervaringen zijn die BDE's zo belangrijk maken. Het blijkt echter dat niet alle wetenschappers geloof hechten aan de BDE's, vooral Gerald Woerlee blijkt een fervent tegenstander te zijn van de ideeën omtrent BDE's. Hij tracht met (onredelijke) argumenten deze verschijnselen te ontkrachten. Met woordenlijst, evenals twee appendices, gegevens van de auteurs, literatuur uit binnen-en buitenland en interessante websites. Het boek geeft inzicht in deze verschijnselen en de zoektocht naar de medische verklaringen. Ruime druk.

Contact: titusrivas@hotmail.com