Titel

Spontane herinneringen aan vorige levens bij volwassenen

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 11 October, 2011)

Samenvatting

Er zijn volwassenen met spontane herinneringen aan een vroegere incarnatie die parapsychologisch interessant zijn.


Tekst


Stichting Athanasia is een kritische, onafhankelijke stichting die zich bezighoudt met parapsychologisch, psychologisch en wijsgerig onderzoek naar leven na de dood, persoonlijke reïncarnatie, communicatie met overledenen en de evolutie van de persoonlijke ziel of geest. Daaronder vallen bijvoorbeeld ook onderwerpen zoals buitenzintuiglijke waarneming, psychokinese, fijnstoffelijkheid, en bewustzijn bij dieren. Namens stichting Athanasia schrijft drs. Titus Rivas, met medewerking van Anny Dirven, elke keer een artikel voor Paraview.

Spontane herinneringen aan vorige levens bij volwassenen

door Stichting Athanasia

Het bewijsmateriaal voor reïncarnatie is tegenwoordig echt indrukwekkend te noemen. Parapsychologisch beschouwd kan men de beste aanwijzingen op dit gebied bij jonge kinderen aantreffen. Het gaat gemiddeld om peuters en kleuters tussen de twee en vijf die uit zichzelf over een vorig leven beginnen. Toch zijn er ook wel volwassenen met spontane herinneringen aan een vroegere incarnatie.

Kindergevallen
Kinderen blijven vaak maanden of jaren bezig met spontane reïncarnatieherinneringen. Doorgaans vertonen ze sterke emoties en verlangens als ze over die herinneringen praten. In een aanzienlijk aantal casussen hebben ze verifieerbare, paranormale gegevens. Ze kunnen bijvoorbeeld vertellen hoe ze heetten, of ze al dan niet getrouwd waren en kinderen hadden, wat voor een beroep ze uitoefenden, waar ze woonden, en hoe ze gestorven zijn. Ook hun gedrag en persoonlijkheid blijkt dan overeen te komen met het vorige leven. Sommige kinderen bezitten zelfs vaardigheden die ze in hun huidige bestaan nooit geleerd hebben, zoals het bespelen van een muziekinstrument.
In honderden gevallen zijn er behalve bewuste herinneringen ook nog lichamelijke kenmerken die samenhangen met het voorgaande bestaan. Het gaat vooral om moedervlekken en aangeboren afwijkingen die lijken te verwijzen naar de doodsoorzaak. Bijvoorbeeld een ronde moedervlek op de plek waar men in het vorige leven verwond was geraakt door een kogel.

Al deze kindergevallen zijn belangrijk, omdat ze allemaal een grondpatroon laten zien en omdat ze heel moeilijk op een reguliere manier verklaarbaar zijn. Kinderlijke fantasie kan bijvoorbeeld geen verklaring bieden voor het feit dat veel herinneringen betrekking hebben op een onbekende persoon die echt bestaan heeft. Ook hypotheses zoals helderziendheid of het afstemmen op een soort Akasha-kroniek zijn niet bijster aannemelijk. Ze maken namelijk niet inzichtelijk waarom een kind zich uitsluitend en hevig geëmotioneerd op één bepaald leven van een onbekende overledene richt. Om die reden concluderen veel onderzoekers dat dit soort casussen echt op het bestaan van reïncarnatie wijst.

Reïncarnatieherinneringen bij volwassenen
De meeste paranormale herinneringen aan vorige levens zijn dus te vinden bij jonge kinderen. Maar dat wil niet zeggen dat ze niet kunnen optreden na de kindertijd. Veel kinderen beginnen hun bewuste herinneringen te verliezen vanaf het moment dat ze naar de lagere school gaan. Maar er zijn ook kinderen die ze langer vasthouden tot in hun puberteit en soms zelfs daarna nog. Een bekend voorbeeld zien we bij de Britse Jenny Cockell die al als meisje herinneringen had aan een vorig leven. Ze wist dat ze als jonge moeder afscheid had moeten nemen van haar kinderen en voelde een drang hen terug te vinden. Eenmaal volwassen slaagde Cockell erin haar herinneringen overtuigend in verband te brengen met een gezin in Ierland. Ze kon ook nu nog allerlei details noemen die diepe indruk maakten op de kinderen van vroeger.
Jenny Cockell is dus niet iemand die als volwassene opeens spontaan herinneringen kreeg aan een vorig leven, maar ze had gewoon de herinneringen uit haar kinderjaren behouden.
Zo zijn er ook mensen die pas als puber herinneringen terugkrijgen aan een vorig bestaan en die herinneringen vervolgens vasthouden als volwassene. Een Nederlands voorbeeld hiervan betreft mevrouw De K.-V. die ongeveer vanaf haar 15e zo'n 50 jaar lang een repeteerdroom kreeg. Ze is een jaar of 18, draagt klederdracht en heeft een kapje op haar hoofd. Ze bevindt zich in een soort 'keuken' van een groot huis en staat bij een opvallend brede trap die naar boven voert. Buiten kan men een heleboel bomen zien en ze is op een buitengoed of grote boerderij op een landgoed. Het is oorlog en het lijkt erop dat ze een soldaat heeft gedood die een bedreiging voor haar familie vormde. Ze doodde hem met een soort bijl, nadat hij zich had vergrepen aan een jonger meisje. Ze hoort of ziet een 'militaire escorte' aankomen en wacht met kloppend hart af. Er komt één soldaat binnen. Haar gedachte is dat alles afgelopen zal zijn als ze erachter komen, waarna ze uit de droom ontwaakt.

Van de meeste kinderherinneringen is het aannemelijk dat ze werkelijk op vorige levens berusten, maar dat wil niet zeggen dat ze ook altijd goed worden geïnterpreteerd. Het komt voor dat iemand als volwassene op zoek gaat naar de juiste interpretatie van beelden die hij of zij reeds als kind had, maar daar niet goed in slaagt. Het is zelfs denkbaar dat een volwassene beelden van vroeger ten onrechte interpreteert als herinneringen aan een vorig leven, terwijl ze gewoon in dit huidige leven zijn ontstaan. Een voorbeeld uit onze eigen collectie betreft de Nederlandse ingenieur F.H. Hij had beelden die hij zelf in verband bracht met het leven van een opvarende van de Titanic, de Britse peuter Alfred Peacock. Nader onderzoek wees uit dat zijn reconstructie onjuist was, omdat zijn beweringen totaal niet strookten met de historische feiten rond deze jongen. Overigens was F.H. hier nogal ontdaan over, omdat hij erg hechtte aan zijn interpretatie. Hij ging zelfs zover de onderzoekers te beschuldigen van een samenzwering.

Dit soort ervaringen laat zien dat we in het algemeen extra kritisch moeten staan tegenover claims over vorige levens die volwassenen zelf zouden hebben geverifieerd. Soms is de interpretatie naar alle waarschijnlijkheid correct, zoals in het geval Jenny Cockell. Maar soms ook niet, zoals bij de ingenieur F.H.

Spontane herinneringen tijdens veranderde bewustzijnstoestanden
De meeste herinneringen aan vorige levens bij volwassenen zijn herinneringen waar men doelbewust naar op zoek was. Bij voorbeeld in het kader van een reïncarnatie-regressietherapie. Men probeert bijvoorbeeld traumatisch ervaringen uit vroegere incarnaties bloot te leggen die de basis kunnen vormen van problemen in dit leven. De beelden die daarbij naar boven komen kun je in die zin niet meer “spontaan” noemen, dat ze worden opgeroepen door opdrachten van de therapeut.
Toch kan het ook voorkomen dat iemand via een vorm van regressie (bijvoorbeeld hypnose of vrije associatie) wordt teruggeleid naar het verleden en daarbij onbedoeld in een vorig leven belandt. Stel bijvoorbeeld dat een cliënt of regressietherapeut zelf helemaal niet in reïncarnatie gelooft. De regressie richt zich dan doorgaans op gebeurtenissen in iemands (huidige) kinderjaren. Soms gaat men nog door tot de geboorte of prenatale fase, maar in ieder geval niet nog verder terug naar een vorig leven. Als de cliënt dus toch in een vroegere incarnatie uitkomt, mag je zeker spreken van spontane herinneringen tijdens een regressie.
De meeste spontane reïncarnatieherinneringen bij volwassenen komen echter niet naar boven in het kader van een therapeutische sessie. Ze doen zich eerder voor tijdens andere bewustzijnstoestanden die men niet oproept met het doel terug te keren naar het verleden.

De 29-jarige Canadees Bruce Whittier kreeg bijvoorbeeld in het voorjaar van 1991 een paar keer een aangrijpende droom die hij eerst als het product van zijn verbeeldingskracht opvatte. Hij droomde dat hij als Nederlandse Jood in de Tweede Wereldoorlog met zijn gezin ondergedoken was voor de nazi's. Er kwamen gruwelijke gebeurtenissen in de droom voor en het gezin werd uiteindelijk vermoord in Auschwitz. Maar er waren ook rustgevende, huiselijke beelden van een klok. Whittier kreeg tijdens de derde nacht waarin hij over deze onderwerpen droomde een soort boodschap door. De klok uit zijn dromen zou zich inmiddels in een specifieke antiekwinkel in een Canadese plaats bevinden. Na verloop van tijd besloot Whittier deze winkel - die hij nog niet kende - te bezoeken. Aanvankelijk trof hij er geen klok aan, maar toen kwam de antiekhandelaar hem begroeten. “Hij deed de deur achter ons dicht, en daar stond, eerst nog onzichtbaar voor ons toen de deur nog open was, precies dezelfde klok als in mijn droom!” Whittier wilde uiteraard meer weten over het uurwerk en de antiquair vertelde hem dat hij uit Nederland kwam en in de oorlog geconfisqueerd was van Nederlandse joden.

De 26-jarige Duitser Georg Neidhart leed enkele jaren na de Eerste Wereldoorlog aan een depressie. Hij maakte een soort existentiële crisis door ten gevolge van de nasleep van de oorlog en de tragische dood van zijn jonge echtgenote. Hij twijfelde onder meer aan het christelijk geloof uit zijn jeugd. In die toestand kreeg Neidhart spontaan beelden te zien van een middeleeuws leven op Slot Weissenstein in het Beierse Woud. Hij publiceerde uiteindelijk een boekje over zijn gedetailleerde herinneringen. Reïncarnatieonderzoeker Ian Stevenson schreef over de casus dat het verhaal over het leven op het kasteel in ieder geval plausibel overkomt.

Herkenningen
Tot slot zijn er spontane herinneringen die het gevolg zijn van de herkenning van locaties of voorwerpen uit de vroegere incarnatie. Dit verschijnsel komt overigens ook voor bij reïncarnatieherinneringen bij jonge kinderen. Het wordt meestal déjà vu ervaring genoemd, afgeleid uit het Frans. Déjà vu betekent letterlijk “al gezien” en deze term verwijst dus naar het besef dat men iets al eens eerder heeft gezien of meegemaakt.

Een voorbeeld hiervan zien we bij de Engelse oriëntalist Peter Avery. Hij studeerde Arabisch en Perzisch en vestigde zich in het Midden-Oosten. In de loop der jaren beleefde Avery twee déjà vu ervaringen in Iran en Pakistan. In de Iraanse stad Isfahan wist hij zomaar de weg terwijl hij er in dit leven nooit geweest was. Hij had zelfs het gevoel thuis te komen en was hier heel emotioneel onder. In het Pakistaanse Lahore besefte hij opeens dat de poort van een prachtige tuin verplaatst was, wat correct bleek te zijn. Eenmaal binnen in deze tuin, had hij de indruk er al vaker te hebben rondgelopen. Hij wist ook nog dat een bepaald paviljoen vroeger geen onderdeel had uitgemaakt van de tuin. Avery voelde zich deze keer niet zo sterk ontroerd, maar ook in dit geval had hij wel het gevoel de plaats goed te kennen. De oriëntalist benadrukt dat hij geen normale voorkennis kon hebben van de twee plaatsen door het lezen van reisgidsen of iets dergelijks. Hij had de gewoonte zulke gidsen pas na afloop door te bladeren.

Weggezakte herinneringen
Het bestaan van spontane reïncarnatieherinneringen bij volwassenen heeft gevolgen voor de theorievorming over wat er bij een nieuwe incarnatie met het persoonlijke geheugen gebeurt. Bepaalde esoterische stromingen stellen dat het oude geheugen standaard gewist wordt na de dood of reïncarnatie. De enige uitzondering op deze regel zou optreden bij zielen die als het ware 'te snel' gereïncarneerd zijn en daarom met hun bewustzijn in hun vorige leven zijn blijven hangen. Als deze theorie juist was, zou het onbegijpelijk zijn dat mensen soms pas op latere leeftijd spontaan herinneringen terugkrijgen. Het lijkt er dus op dat de herinneringen aan vroegere levens niet zomaar gewist worden, maar in plaats daarvan wegzakken in iemands onbewuste geest.

Literatuur
- Cockell, J. (1996). Mijn kinderen uit een vorig leven. Baarn: De Kern.
- Gershom, Y. (1998). Onverklaarbaar verdriet: de verwerking van trauma's uit een vorig leven. Zeist: Indigo.
- Leininger, A., Leininger, B., & Gross, K. (2009). Soul Survivor: The Reincarnation of a World War II Fighter Pilot.Grand Central Publishing.
- Rawat, K.S., & Rivas, T. (2006). Reincarnation: The Scientific Evidence is Building. Vancouver: Writers Publisher.
- Rivas, T. (1994). Dromen over vorige levens. Prana, oktober/november, 43-46.
- Rivas, T. (2000). Parapsychologisch onderzoek naar reïncarnatie en leven na de dood. Deventer: Ankh-Hermes.
- Stevenson, I. (1960). The Evidence for Survival from Claimed Memories of Former Incarnations. Journal of the American Society for Psychical Research, 54, 51-71, 95-117.
- Stevenson, I. (1997). Reincarnation and Biology: A Contribution to the Aetiology of Birthmarks and Birth Defects. London/Westport:Praeger.
- Stevenson, I. (2000).Children Who Remember Previous Lives: A Question of Reincarnation. Charlottesville: University Press of Virginia.
- Stevenson. I. (2003). European Cases of the Reincarnation Type. Jefferson/London: McFarland & Company.

Dit artikel werd gepubliceerd in Paraview, tijdschrift voor welzijn van lichaam en geest, jaargang 19, nummer 3, augustus 2011, blz. 22-25.

Reacties: titusrivas@hotmail.com