Titel

Filosoferen over Eindeloos Bewustzijn (boekbespreking)

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 17 May, 2011)

Samenvatting

Bespreking door Titus Rivas van Filosoferen over Eindeloos Bewustzijn, een bundel essays geschreven naar aanleiding van de bestseller Eindeloos Bewustzijn van Pim van Lommel.


Tekst


Boekbespreking
Filosoferen over Eindeloos Bewustzijn, met bijdragen van Loes Derksen, Eric Ettema, Frans Jespers, Peter Kirschenmann, Carlo Leget, Pim van Lommel en Rosalie de Wildt. Kampen: Ten Have, 2009. ISBN 978-90-259-5999-9.

De publicatie van het boek Eindeloos Bewustzijn van cardioloog Pim van Lommel heeft tot veel respons geleid. Voor een groot deel waren de reacties lovend, maar er vonden regelmatig ook lage aanvallen onder de gordel plaats. Filosoferen over Eindeloos Bewustzijn bestaat uit een inleiding van Pim van Lommel zelf waarin hij de kern van zijn boek samenvat, gevolgd door zes stukken van anderen, met tot slot weer een repliek van Van Lommel.
Godsdienstwetenschapper Frans Jespers maakt na de inleiding aannemelijk dat de cardioloog een representant van de zogenoemde levensspiritualiteit is, die draait om humaniteit en authenticiteit en een zekere sacralisering van de persoon en tegelijk enigszins maatschappijkritisch blijft (blz. 51). Met één uitspraak van Jespers kan ik zelf niet instemmen, namelijk dat 'echte' humanisten geloven dat het menselijk bestaan met de dood is afgelopen (blz. 52). Zeker voor een godsdienstwetenschapper is dat een vreemde uitspraak, omdat het humanisme in de renaissance begonnen is als beweging van overwegend gelovige, christelijke denkers zoals Erasmus. En natuurlijk ook omdat er een uitgebreide discussie is geweest aan de Universiteit voor Humanistiek over het boek Onsterfelijkheid van dr. Ilja Maso die nauwelijks aan Jespers voorbij kan zijn gegaan. Het stuk van filosoof en ethicus Eric Ettema spreekt mij overigens veel minder aan, met name omdat hij het ontbreken van absolute zekerheid over een leven na de dood verwart met zelfbedrog. Alsof er geen andere graden van zekerheid of aannemelijkheid bestaan en alsof we eigenlijk juist al weten dat er geen leven na de dood is. Ik vind de bijdrage sowieso moeilijk toegankelijk, bijvoorbeeld wanneer Ettema zomaar stellig en tegelijk vaag beweert: 'Het probleem is alleen dat we voorbij-de-dood niet kunnen ervaren...' (blz. 59). Ettema wil posities in het debat verhelderen, terwijl tegelijkertijd te onduidelijk blijft waar hijzelf staat en waar hij zijn eigen stellingnamen precies op baseert. Het stuk Materialisme als alternatief voor eindeloos bewustzijn van filosofe Loes Derksen is een stuk helderder, maar lijkt wel enkele flinke misvattingen te bevatten. Zo haalt ze Karl Popper aan in het kader van evolutionair materialisme, terwijl hij een uitgesproken dualist was, zoals blijkt uit zijn boek (met Eccles) The Self and its Brain. Ook noemt ze het functionalisme materialistisch, terwijl het weliswaar vaak zo uitpakt, maar officieel ontologisch neutraal blijft. Functionalisme is volgens filosofische aanhangers in principe zelfs verenigbaar met het bestaan van geesten van overledenen. Interessant aan haar bijdrage vind ik dat ze materialisme in de filosofie van de geest koppelt aan de materialistische biologie en niet aan hedendaagse ontwikkelingen binnen de natuurkunde. De verdediging hiervan door Daniel C. Dennett luidt dat we op het niveau van lichamen of hersenen te maken hebben met natuurwetten uit de klassieke newtoniaanse natuurkunde, zodat nieuwe ontwikkelingen gewoon niet relevant zouden zijn (blz. 96). Bovendien geeft ze aan dat een van de meest invloedrijke dualisten van tegenwoordig, David Chalmers, - anders dan Van Lommel - geen aansluiting zoekt bij de kwantumfysica, maar bij de informatietheorie. Derksen gaat overigens aan het eind van haar stuk weer extra de mist in omdat het volgens haar lijkt dat: 'de conclusies die mensen trekken uit dit debat [...] gebaseerd zijn op geloof en speculatie.' (blz. 102) Met andere woorden, er zijn geen goede rationele argumenten mogelijk, althans zo vat ik haar uitspraak op en dat is voor mij het minst interessante soort filosofie. Namelijk het zonder deugdelijke reden, bij voorbaat 'remise' roepen terwijl de intellectuele schaakpartij nog volop gaande is, zuiver omdat de deelnemers het oneens zijn met elkaar.
Het essay van wetenschapsfilosoof Peter Kirschenmann zoekt teveel aansluiting bij het stuitende boek Wat een onzin! van De Regt en Dooremalen en lijkt daarmee rationeel gezien eigenlijk bij voorbaat gediskwalificeerd te moeten worden. Hij erkent bijvoorbeeld nergens dat er tijdens een BDE correcte waarnemingen plaats kunnen vinden. Toch noemt Kirschenmann een aantal technische punten rond de kwantumfysica en DNA die volgens mij best wat aandacht verdienen, maar dan zonder dat dit betekent dat zijn algemene betoog ook hout snijdt.
Het stuk van zorgethicus Carlo Leget gaat onder meer over de betekenis van BDE's voor de kunst van het sterven (ars moriendi). Net als Loes Derksen lijkt Leget ervan overtuigd dat er op dit gebied niet meer mogelijk is dan willekeurig geloof, hoewel hij wel de waarde van bijna-doodervaringen erkent voor mensen die daarin 'geloven'.
Overigens lijkt Pim van Lommel in zijn repliek één stuk verkeerd te hebben opgevat, namelijk het artikel van filosofe Rosalie de Wildt. Haar essay weidt vooral uit over de visie op wetenschap van de Franse filosoof Henri Bergson. Van Lommel stelt dat ze haar bijdrage op een respectloze, negatieve manier opent. Terwijl ze volgens mij niet meer doet dan inlevend weergeven welke vragen zijn werk zoal kan oproepen bij het lezerspubliek. Voor Pim lijkt het een raadsel waarom De Wildt zo 'ongenuanceerd' is en ze even later toch positief ingaat op het werk van Bergson, terwijl ik haar stuk juist vanaf het begin globaal opvat als ondersteuning van zijn eigen visie. Ik acht het daarom waarschijnlijk dat alle onredelijke kritiek Pim van Lommel niet in de koude kleren is gaan zitten. Overigens ken ik dit verschijnsel uit eigen ervaring. Als je maar lang genoeg op een oneigenlijke manier persoonlijk aangevallen wordt, ga je op een gegeven moment ook tegenstand verwachten van echte medestanders.
De slotbeschouwing van Pim eindigt met een verwijzing naar interessante ideeën van de filosoof en neurowetenschapper Alva Noë, die passen in de transmissietheorie over de relatie tussen hersenen en geest.

Titus Rivas

Deze boekbespreking werd gepubliceerd in Terugkeer, 20(3), herfst 2009, blz. 28-29.

Contact: titusrivas@hotmail.com