Titel

De depressie-epidemie van Trudy Dehue

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 24 January, 2010)

Samenvatting

Recensie van het boek De depressie-epidemie van Trudy Dehue, door Titus Rivas.


Tekst

 
Boekbespreking

Trudy Dehue. De depressie-epidemie: Over de plicht het lot in eigen hand te nemen. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Augustus, 2008. ISBN 978-90-457-0095-3.

Trudy Dehue is hoogleraar in de wetenschapsgeschiedenis, wetenschapsfilosofie en geschiedenis van de sociale wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar recente boek De depressie-epidemie behandelt vanuit deze achtergrond de toenemende belangstelling voor depressie als probleem voor de volksgezondheid. Er zijn bijvoorbeeld naar schatting ruim een miljoen mensen in Nederland die anti-depressiva gebruiken en er wordt ook veel reclame voor gemaakt. Dehue laat zien dat depressie, net als andere (veronderstelde) psychiatrische aandoeningen zoals schizofrenie, voor alles een sociaal construct1 is. Het gaat niet om een neutraal natuurverschijnsel dat volledig losstaat van de ideeëngeschiedenis, maar de overtuigingen over depressie hangen samen met algemenere opvattingen over de mens en over gezondheid en ziekte. Het is daarom bijvoorbeeld niet goed om het concept depressie van nu gelijk te stellen aan oudere begrippen zoals melancholie, waar Dehue overigens intrigerende beschrijvingen van biedt. Een hiermee samenhangend verschijnsel is de neiging van veel wetenschappers om op een 'finalistische' manier terug te blikken op het verleden. Dit houdt in dat zij de dominante hedendaagse visie op een verschijnsel als normerend zien, en eerdere standpunten als fasen binnen een progressieve ontwikkeling in de richting van die norm. Dit levert een vertekend beeld op van standpunten uit het verleden en men verliest tevens uit het oog dat de 'vanzellfsprekende' ideeën over depressie slechts de heersende opvattingen van dit moment vertegenwoordigen. Dehue legt uit dat men depressie pas sinds de jaren '80 primair vanuit een 'entiteitsmodel' is gaan benaderen. Zo'n model impliceert dat het om een op zichzelf staande ziekte gaat die vroeg of laat gelocaliseerd kan worden in de hersenen. Voorafgaand aan dit neurologisch georiënteerde paradigma2 ging men vooral uit van het psychodynamische3 model waarbinnen depressie op de eerste plaats een gevolg van de individuele levensloop en ontwikkeling is. Mensen identificeren zich tegenwoordig daarom ook meer met hun depressie als ziekte, in plaats van er een uiting van onderliggende psychologische problematiek in te zien. De auteur wijst er voorts op dat veel hulpverleners de complexen van symptomen uit het DSM-handboek4 zijn gaan verwarren met evenzovele reëel bestaande en duidelijk onderscheidbare ziekten met een overwegend organische basis. In het algemeen benadrukt ze dat wetenschap mensenwerk is en de werkelijkheid niet alleen in kaart brengt maar vooral ook zelf mede vorm geeft.
Hierna bespreekt de auteur onder meer bekende misvattingen zoals dat de (veronderstelde) werkzaamheid van anti-depressiva zou bewijzen dat depressie een hersenziekte is. Ze schrijft: “Dan zou immers [...] toegenomen moed na cocaïnegebruik ook aantonen dat bangelijkheid het gevolg is van cocaïnegebrek” (blz. 81). Pas de laatste decennia wordt dit ondeugdelijk bewijs echt massaal ingezet voor het overmatig biologisch gerichte model van depressie. Dehue laat overigens zien dat anti-depressiva niet eens erg werkzaam zijn in de bestrijding van neerslachtige gevoelens. De positieve werking hiervan wordt schromelijk overdreven, ten dienste van de grote belangen van de farmaceutische industrie, en kan misschien wel (bijna) helemaal berusten op een placebo-effect5. Veel medische onderzoekers blijken gecorrumpeerd door hun contacten met het bedrijfsleven en politici, vooral ter rechter zijde, blijken erg naïef over de kwalijke effecten van de-regulering. Er is bijvoorbeeld sprake van onderdrukking van gegevens die erop duiden dat antidepressiva ten minste incidenteel kunnen leiden tot grote onrust, zelfmoord en moord. Zelfs in het geval van de risico's voor kinderen blijkt de voorlichting misleidend. De auteur maakt bovendien duidelijk dat andere behandelmethoden, zoals psychotherapie, relatief gezien worden verwaarloosd, omdat zij veel minder geld opbrengen dan pillen. Ze waarschuwt voor ontwikkelingen waarbij ook mensen die geen farmaceutische behandeling willen, gedwongen zouden gaan worden om toch anti-depressiva te slikken.
Aan het einde van het boek komt de vraag aan de orde waar de depressie-epidemie vandaan komt. Dehue behandelt de voornaamste theorieën en concludeert zelf dat de epidemie te maken heeft met de verharding van de samenleving onder invloed van een neoliberaal6 paradigma. Afwijkend, 'onproductief' gedrag wordt steeds minder getolereerd, en iedereen moet actief meedraaien in de economie. Als je dat niet doet, is er al snel sprake van psychiarisering, onder meer in de vorm van de diagnose depressie. Mensen worden geacht om de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de 'ziekte' als ze maar even uit de pas lopen. Dehue spreekt o.a. van een 'ban op bedachtzaamheid', hoewel ze wel onderkent dat er ook alternatieven en tegenbewegingen bestaan. Ik vind De depressie-epidemie een boeiend en vlot leesbaar boek, dat ik iedereen zou willen aanraden die ontwikkelingen in de GGz kritisch volgt. Het enige wat ik een beetje mis, is een verdieping van de informatie over 'alternatieve' visies op depressie die meer nadruk leggen op psychogene factoren, zoals psychosociale problematiek en trauma's, maar zeker ook zingevingsvraagstukken. Maar dit is begrijpelijk, omdat het gewoon niet de insteek vormt van dit nu reeds vrij omvangrijke boek.

Titus Rivas

Eindnoten

1 Een sociaal construct is een concept dat ontstaan is in een bepaalde sociale omgeving.

2 Een paradigma is een kader van theorieën en methoden waarbinnen men onderzoek doet.

3 Psychodynamisch staat voor de psychologische doorwerking van ervaringen.

4 DSM is een invloedrijk psychiatrisch handboek dat gebruikt wordt om diagnoses te stellen.

5 Een placebo-effect is een effect dat niet voortkomt uit de fysiologische werking van een middel, maar uit de verwachtingen die men daarvan heeft. Het speelt waarschijnlijk een rol bij de meeste medicatie.

6 Het neoliberalisme is een politieke ideologie die pleit voor het terugdringen van de overheid ten gunste van het bedrijfsleven en de vrije markt.

Deze recensie werd door Rivas als gastauteur gepubliceerd in Ondersteboven, tijdschrift van de Cliëntenbond in de geestelijke gezondheidszorg, zomer 2009, jaargang 37, nummer 2, 19-20.



Contact: titusrivas@hotmail.com