Preëxistentieherinneringen van een hoogopgeleide Slavische vrouw
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 25 January, 2012)
Samenvatting
Samenvatting door Titus Rivas van de preëxistentieherinneringen van een hoogopgeleide Slavische vrouw.
Preëxistentieherinneringen van een hoogopgeleide Slavische vrouw
door Titus Rivas
Eind 2010 had ik een korte e-mailwisseling met een 36-jarige vrouw uit een Slavisch land, die graag anoniem wil blijven. De vrouw is hoogopgeleid in de natuurwetenschappen en techniek en beschouwt zichzelf als rationeel en emotioneel stabiel. Ze nam in het Engels contact met me op om me deelgenoot te maken van haar preëxistentieherinneringen. Hier volgt een samenvatting van haar ervaringen met een geestelijk voorbestaan:
“Ik herinner me hoe ik met een groepje van vijf of zes mensen 'praatte' over geboren worden. Ik bedoel dat we op de een of andere manier gedachten uitwisselden. Ik wist wat zij dachten en zij kenden mijn gedachten.
Ik zag hen als een soort silhouetten of schaduwen. Onder ons konden we de aarde zien en het was een stralende zonnige dag op aarde. Ik gaf hun te kennen dat ik daar geboren wilde worden, terwijl zij me ervan probeerden te overtuigen dat ik dat niet moest doen.
Ik vertelde hen dat ik geboren wilde worden in een “technisch ontwikkelde” wereld waarin christenen zouden wonen. Terwijl ik dit tegen hen “zei” wisten we allemaal dat “christelijke” werelden (werelden met christelijke waarden) erg schaars zijn, net als “technisch ontwikkelde” werelden, en dat een wereld die zowel christelijk als technisch ontwikkeld is bijzonder zeldzaam is. We wisten ook dat de christelijke godsdienst niet in alle opzichten op waarheid berustte maar ik bewonderde de vroege christenen vanwege hun verheven morele principes. Ik wist daar op de een of andere manier iets van; niet uit eigen ervaring, maar eerder in de vorm van theoretische kennis. Ik had het gevoel dat er meerdere “christelijke” werelden bestonden maar ik wilde wel in een wereld geboren worden waarin ze gebruik zouden maken van machines.
De groep maakte me duidelijk dat ik “tijd” zou ervaren als ik geboren zou worden, wat erg “ongemakkelijk” zou zijn en dat ik vanwege die “tijd” niet zomaar bij hen terug zou kunnen keren.
Hoe dan ook stond ik erop dat ik op aarde geboren zou worden. Op de aarde onder ons zag ik een hoog gebouw in een of andere stad, en een kerk in de buurt van dat gebouw. Ik weet nog wat de anderen dachten; ze voelden zich echt beroerd omdat ik geboren zou worden.
Ik herinner me hoe ik vervolgens het ziekenhuis zag waarin ik geboren zou worden. Ik ging daarbij naar beneden tot ik bij de ziekenhuisramen was aanbeland. Daarna zag ik een vrouw van wie ik wist dat ze me zou beschermen. Dat was het enige doel dat zij en mijn vader hadden: voor me zorgen en me beschermen.
Mijn familie was zelf niet religieus, maar we leefden wel in een christelijke omgeving.
Toen ik ongeveer vijf jaar oud was nam mijn moeder me mee naar de stad. Ik zag daarbij dat ziekenhuisgebouw terug en ik herkende het van mijn preëxistentie-ervaring.
Ik heb me jarenlang afgevraagd wat dit nu toch voor een ervaring was. Ik heb het weg proberen te redeneren, maar dat is me niet gelukt. In het algemeen voel ik de behoefte om wetenschappelijk te blijven. Dat betekent voor mij dat ik niet te veel waarde wil hechten aan persoonlijke ervaringen, ook niet aan mijn eigen ervaringen. Ik denk dat er binnenkort natuurwetenschappelijke en wiskundige bewijzen zullen komen voor een leven na de dood."
Naschrift
Deze vrouw kan via mij benaderd worden voor meer informatie.
Dit artikel werd gepubliceerd in Terugkeer 22(2), zomer 2011, blz. 18.
Reacties: titusrivas@hotmail.com