Quantum Enigma (Recensie)
Geplaatst door
Titus Rivas (publicatiedatum: 1 May, 2016)
Samenvatting
"Quantum Enigma: Physics Encounters Consciousness" van Bruce Rosenblum & Fred Kuttner, recensie van Titus Rivas.
Boekbespreking
Bruce Rosenblum & Fred Kuttner. Quantum Enigma: Physics Encounters Consciousness. Oxford University Press, 2011. ISBN 978-0-19-975381-9.
De kwantumfysica is erg populair in alternatieve spirituele kringen omdat zij een theoretisch kader lijkt te bieden waarbinnen paranormale en spirituele ervaringen meer kunnen zijn dan hallucinaties. Ze lijkt daarmee uitzicht te bieden op een verzoening tussen wetenschap en spiritualiteit. In hun boek Quantum Enigma geven natuurkundigen Bruce Rosenblum en Fred Kuttner toe dat er zeker sprake is van raadselachtige bevindingen die je met enige fantasie in verband kunt brengen met een spiritueel wereldbeeld. Dit betekent niet dat ze erg enthousiast zijn over de manier waarop men vooral in de New Age-hoek neigt om te gaan met de kwantumfysica.
Uit hun zeer toegankelijke boek wordt duidelijk hoe complex het vakgebied feitelijk is en hoeveel verschillende theorieën er inmiddels zijn opgesteld. Het is dus pertinent onjuist om te spreken van één enkele theorie die nauw zou aansluiten bij de consensus in New Age-kringen zoals die bijvoorbeeld spreekt uit de film What the bleep do we know!? Serieuze wetenschappers blijken dan ook helemaal niet blij met de eenzijdige en vertekenende popularisering van hun werkterrein. De auteurs spreken zelfs van echte pseudowetenschap en benadrukken tevens dat de kwantumwereld veel bizarder en raadselachtiger is dan je op basis van zulke creaties zou verwachten.
Wat wel overeind blijft in het boek is dat er voor veel denkers een verband lijkt te bestaan tussen bewustzijn oftewel bewuste observaties en de manifestatievorm en de locatie van verschijnselen op kwantumniveau. Dit blijkt echter op heel verschillende manieren te worden geïnterpreteerd. In sommige modellen is overigens geen sprake van bewuste waarneming maar slechts van registratie, die dus ook door geestloze apparaten kan worden verricht, of zelfs alleen van contact met andere delen van de fysieke werkelijkheid.
Wat verder opvalt is dat een anti-theoretische benadering van kwantumverschijnselen volgens de auteurs dominant zou zijn binnen de natuurkunde. Geleerden zouden volgens hen voornamelijk bezig zijn met rekenwerk en praktische toepassingen, en veel minder met het vormen van een coherent wereldbeeld. Deze houding doet mij denken aan het oude positivisme, dat stelt dat men in de wetenschap alleen bezig dient te zijn met de beschrijving van waarneembare verschijnselen en hun patronen en niet met verklarende theorievorming. Dit is natuurlijk extra merkwaardig (en onbevredigend) wanneer de verschijnselen in kwestie erg vreemd en contra-intuïtief lijken.
Gelukkig staan Rosenblum en Kuttner zelf niet alleen stil bij begrippen als verstrengeling (entanglement), interferentie, het onzekerheidsbeginsel en complementariteit, maar ook bij de controverses die er binnen de theoretische fysica zijn geweest en de verschillende posities die daarbij zijn ingenomen door kopstukken als Einstein, Bohr of Schrödinger. Laatstgenoemde blijkt het gedachte-experiment met zijn beroemde kat overigens te hebben opgesteld om een theoretische absurditeit aan te tonen, iets wat in populaire verhandelingen meestal onderbelicht lijkt te blijven. Dit alles doen de auteurs bovendien binnen een kader waarin inzichtelijk wordt waarin de nieuwe fysica verschilt van de klassieke Newtoniaanse natuurkunde. Ook wordt het je als lezer duidelijk dat de fenomenen uit de kwantumfysica voor geen enkele fysicus ter discussie staan. De beschrijvende formules op dit terrein blijken zelfs de meest succesvolle te zijn uit de natuurwetenschappen en ook al geleid te hebben tot technologische vernieuwing.
Helaas hebben de auteurs zelf geen affiniteit met paranormale verschijnselen of nabij-de-doodervaringen, maar ze vinden wel dat men daar open voor dient te staan. Alleen denken ze dat er vooralsnog veel te weinig bewijsmateriaal voor bestaat. Hun criterium luidt daarbij dat er pas genoeg bewijsmateriaal is verzameld als 'skeptici' erdoor overtuigd kunnen worden..Ze zijn zich dus niet bewust van de materialistische vooringenomenheid van pseudoskeptici.
Juist doordat het boek zo helder geschreven is, word je je als lezer bewust van de enorme complexiteit van het gebied. Laten we dus oppassen er al te gauw onze toevlucht toe te nemen in een poging verschijnselen als nabij-de-doodervaringen wetenschappelijk meer salonfähig te maken.
Titus Rivas
Waardering – 4 sterren
Deze recensie werd gepubliceerd in Terugkeer 26(4), winter 2015-2016, blz. 30.
Contact: titusrivas@hotmail.com