Titel

Herinneringen aan (eerder) dood gaan: een casus uit Nederland

Geplaatst door

Titus Rivas   (publicatiedatum: 7 April, 2021)

Samenvatting

Artikel over een  Nederlandse jongen met herinneringen aan een vorig leven voor het tijdschrift Terugkeer naar Levenslicht.  


Tekst

Vroeger toen ik groot was … Herinneringen aan (eerder) dood gaan: een casus uit Nederland

door Titus Rivas

Bij een besloten groep op Facebook rond het boek Zeker weten… er is leven na de dood! van Han Kuik en ondergetekende, deelde een Nederlands groepslid, Linde (pseudoniem) ,op 25 september 2019 het volgende bericht.

“Ik was zwanger van mijn tweede kind en ik voelde dat het een jongetje zou zijn. In die tijd was ik een regelmatig bezoekster van de bibliotheek. Mijn voorliefde voor bijzondere boeken nam me mee naar de afdeling met boeken over het paranormale. Daar zag ik een licht zalmroze boek met de titel "Goed geboren worden" van David Chamberlain. Hij had onderzoek gedaan naar geboorte-herinneringen. Het boek trof me, daar ik zelf ook zwanger was en dit mijn kijk op het krijgen van een kind totaal op zijn kop gooide. Ik was me ineens bewust dat alles wat er gebeurt rondom zwangerschap, geboorte en opvoeding de nieuwkomeling zou bijblijven. Het boek maakte zo'n indruk op me, dat ik het geboortekaartje van onze zoon 'Goed Geboren' heb genoemd. Als eerbetoon aan de schrijver David Chamberlain.

Verderop in het boek kwam ook het thema Vorige Levens aan de orde, maar dat heeft Chamberlain afgekapt tijdens zijn onderzoek omdat hij zich op Geboorteherinneringen wilde concentreren. Wel zijn die zinnetjes me bijgebleven: “Wees alert als uw dreumes van amper twee jaar oud tegen u zegt: ‘Vroeger toen ik groot was...’ Val het kind niet in de rede om het te verbeteren en luister aandachtig. U kunt iets te horen krijgen wat u zal verrassen.”

Ik reed met mijn kroost van vier en bijna twee in de auto naar een afspraak. We babbelden gezellig over koetjes en kalfjes toen mijn zoon ineens exact de woorden zeï: “Vroeger, toen ik groot was….” Ik hoorde zijn oudere zusje lachen en hem verbeteren, maar ik vroeg haar stil te zijn en goed te luisteren wat haar jonger broertje te vertellen had.

Hij begon te vertellen dat hij toen getrouwd was en in een vliegtuig zat. Hij moest samen met nog heel veel andere mannen uit het vliegtuig springen. Maar dat ding ging niet open. Dat 'ding' was blijkbaar een parachute waar hij het woord nog niet van kende. Op mijn vraag wat er toen met hem gebeurde zei hij heel gedecideerd: “Toen viel ik op de grond.” Ik vroeg hem nogmaals wat er gebeurde en hij reageerde verontwaardigd: “Bloed! Overal bloed!” Ik kon niet nalaten verder te vragen en toen antwoordde hij: “Ja, ik was dood natuurlijk!!”

Je kunt begrijpen dat mijn haren rechtovereind stonden na zijn verhaal. Ik begreep ineens zijn afschuwelijk heftige nachtmerries die hij bijna elke nacht had. Ik had de doodsnood in zijn ogen gezien als hij vreemde handelingen deed tussen zijn bed en de muur. Volledig overstuur. Heel voorzichtig tilden we hem dan op en namen hem mee naar de huiskamer waar hij een drinkbekertje kreeg met ranja en we een heel rustgevend kinderfilmpje op zetten. Langzaam maar zeker kwam hij uit zijn 'gevangenis', terug bij zijn positieven. We keken nooit naar gewelddadige films over oorlog of iets dergelijks. Dit verhaal kwam uit hemzelf. En het bijzondere was dat ik het boek had gelezen tijdens de zwangerschap van hem.

Nu hij bijna 22 jaar is, weet hij zich hier niets meer van te herinneren. Wel kent hij het verhaal van mij. Ik heb voor mijn beide kinderen ieder een boekje waarin ik leuke en opmerkelijke teksten heb opgeschreven die ze pleegden te zeggen. Daar staat dit verhaal ook in...

 

Voor wie het boek zou willen lezen:

https://www.boekenschaap.nl/product/goed-geboren-worden

 

Aanvullende vragen

Kort na deze ontboezeming vroeg ik Linde of ik haar wat aanvullende vragen mocht stellen over deze opmerkelijke ervaringen. Zij ging hiermee akkoord en vond hier circa een maand na haar bericht de tijd voor.

Hier een overzicht van mijn vragen met haar antwoorden er meteen onder.

In welk jaar sprak je zoon ongeveer over een vorig leven?

Jesse (pseudoniem) is geboren op 10-11-1997 en het was juni 2001 toen hij dit vertelde. Hij was toen 2 jaar oud. (Ik heb voor mijn beide kinderen een boekje bijgehouden over hun ontwikkelingen en levensgebeurtenissen. Elk heeft een eigen boekje.)

Was het de eerste keer dat je zoon zo’n verhaal begon met de woorden “Vroeger toen ik groot was.”?

Ja het was de eerste en laatste keer dat hij er over gepraat heeft

Hoe corrigeerde je dochter je zoontje daarbij? Wat leek ze te denken van zijn verhaal?

Zijn zusje moest lachen en herhaalde wat spottend zijn zin. Dat het niet klopte wat hij zei. Ik vroeg haar stil te zijn en aandachtig te luisteren. (Overigens is Fleur [pseudoniem] zelf ook heel spiritueel ingesteld. Ze heeft zo ook haar eigen ervaringen etc.)

Waarom wilde jij dat je dochter naar hem luisterde?

Omdat dit zinnetje van mijn zoon mij meteen terugbracht naar het boek van David Chamberlain die ik had gelezen tijdens de zwangerschap van Jesse. Ik wist dat hij iets ging zeggen wat erg belangrijk was. De sfeer was precies zoals omschreven in het boek; uiterst ontspannen. Ook de toon waarop hij sprak; alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.

Waren er nog meer details in het verhaal van je zoon zelf? Je hebt tot nu toe genoemd dat hij getrouwd was en in een vliegtuig zat en dat hij met heel veel andere mannen uit het vliegtuig moest springen. Dat “ding” ging niet open en hij viel op de grond en was dood. Nog meer details misschien?

Hieronder beschrijf ik het gesprek zoals ik me het bijna fotografisch kan herinneren.

J.= Jesse (zoon)

F.= Fleur (dochter, die twee en een half jaar ouder is dan haar broertje)

L.= Linde (moeder)

J. “Vroeger toen ik groot was…”

L. Is meteen alert en krijgt kippenvel.

F. Moet lachen om J. zijn opmerking, want hij is nog klein.

L. “Sssst Noor, laat Jesse vertellen wat hij wil zeggen en luister goed.”

J. “Vroeger toen ik groot was, zat ik in een vliegtuig. Ik was getrouwd. WE moesten er uit springen. Maar mijn ‘ding’ ging niet open. En viel ik op de grond. (Het woord parachute kende hij nog niet. We keken nooit naar gewelddadige of oorlogsfilms waar de kinderen bij waren.)

L. “Wat gebeurde er toen?”

J.. “Bloed. Overal bloed.”

L. “Maar wat is er toen gebeurd?”

J. (Geïrriteerd) “Ja toen was ik dood natuurlijk!!!”

 

Daarna waren we op de afspraak met de orthomoleculair therapeute waar ik een afspraak had gemaakt voor mijn kinderen die beiden slecht aten, waar ik me zorgen over maakte, en toen stopte het gesprek. Zij is ook helderziend/voelend en daarom vertelde ik haar het verhaal. Na de afspraak weigerde Jesse er nog langer over te praten. Hij vond dat hij wel duidelijk was geweest. Hij heeft er nooit meer over gepraat. Hij heeft geen namen genoemd en geen plaats waarin hij overleden was.

 

Heeft hij het verhaal van het vliegtuig spontaan nog wel eens vaker verteld?

Nee erna nooit meer. Wel begon ik er vaker over, maar hij wilde er nooit meer over praten tot hij de herinnering volledig kwijt was.

Ben je er zelf nog wel eens over begonnen met hem? Zo ja, hoe reageerde hij daarop?

Hij wilde er niet meer over praten. Hij had het verteld en daarmee uit, vond hij.

Heeft hij als kind wel eens tekeningen gemaakt die aansluiten bij zijn verhaal? Zo ja, zijn die misschien deels bewaard gebleven?

Hij was erg creatief, maar zijn kleine ‘zijn’ belemmerde hem daar in. Iets wat ik altijd had gevoeld. Ik kreeg sterk door dat hij gefrustreerd was om zijn kleine lichaam. Hij werd ook ‘boos’ geboren. Wilde meer dat hij kon. Jesse tekende veel, maar niet over zijn herinnering. Niet dat ik weet.

Je hebt het over afschuwelijke nachtmerries? Vanaf welke leeftijd had hij die? Wat voor vreemde handelingen verrichtte hij tussen zijn bed en de muur? Was hij volledig bewusteloos of verkeerde hij in een soort overgangstoestand tussen slapen en waken?

Hij was wakker, tenminste hij had zijn ogen open. Ik zag echte doodsangst bij hem. Hij ‘moest’ handelingen verrichten, zocht naar knopjes en denkbeeldige instrumenten. Soms vonden we hem hysterisch in de badkamer op zoek naar ‘knoppen’. Hij zat helemaal in zijn nachtmerrie. Vanaf baby sliep hij slecht. Slaapwandelde zodra hij kon lopen en dat heeft geduurd tot hij een jaar of 9 was. Ook de nachtmerries. Zodra het buiten donker werd, werd hij onrustig. De eerste negen maanden heb ik nauwelijks slaap gehad omdat Jesse zo huilde. We zagen op tegen de nachten.

Welk boek had je ook alweer gelezen tijdens de zwangerschap van hem en wat is volgens jou precies de link tussen dat boek en zijn uitspraken?

“Goed geboren worden” van David Chamberlain. Een boek dat gaat over onderzoek naar geboorteherinneringen. Tijdens zijn onderzoek kwam David ook herinneringen tegen vanuit een vorig leven, bij zijn cliënten. Hij schreef dat hij daar niet verder op ingegaan was omdat zijn onderzoek zich beperkte tot geboorteherinneringen, maar dat ouders alert moesten zijn als hun dreumes tijdens een ontspannen situatie zou zeggen: “Vroeger, toen ik groot was…” We zouden dan verhalen kunnen horen over een vorig leven… Bijzonder is dat ik dit boek gelezen en in mijn hart gesloten had tijdens mijn zwangerschap van Jesse en zelfs zijn geboortekaartje had vernoemd naar het boek. “Goed Geboren”. Dat HIJ juist over deze dingen begon die letterlijk in het boek stonden.

 

Herinneringen aan de geboorte

Terwijl ze mijn vragen beantwoordde, realiseerde Linde zich dat Jesse ook nog andere bijzondere herinneringen had gehad:

“Eerder in die zelfde tijd was ik zijn luier aan het verschonen in de babykamer en zijn zusje stond er bij. Jesse zat op de commode en zei ineens dat hij zich zijn geboorte nog kon herinneren.

J. “Ik weet nog dat ik geboren ben.”

L. “Oja? Vertel eens?”

J. Zet zijn beide handjes aan de zijkant van zijn hoofd en drukt er hard tegen aan. Hij begint te trillen en zegt: “Het was stijf. Heel strak.”

Ik wist dat hij het zich herinnerde, ook dit gaf de link naar het boek van David Chamberlain. Zo ontzettend bijzonder…”

 

Parallellen met andere casussen

Linde heeft zeker gelijk dat ze dat ze de uitspraken in verband brengt met het boek van David Chamberlain.

Een nog concretere parallel zien we bij casussen van kinderen die zich een leven herinneren als gevechtspiloot, zoals de Amerikaanse jongen James Leininger, Deze had net als Jesse vanaf zijn tweede jaar levendige nachtmerries die steeds weer terugkwamen. Hij droomde dat hij neerstortte met een brandend vliegtuig. Terwijl hij sliep, probeerde hij zichzelf schoppend te bevrijden uit de cockpit, en hij gilde omdat dit niet lukte. Het kostte zijn moeder moeite om hem gerust te stellen. Hij vertelde haar in kindertaal: “Airplane crash on fire, little man can't get out”, wat wil zeggen: ‘Vliegtuig neerstorten in brand, kleine man kan er niet uitkomen.”

Verder is er natuurlijk een rechtstreeksere parallel bij casussen met herinneringen aan een leven als uit een vliegtuig gedropte militair. Wat dut betreft is vooral de roman Morgan van Bas Steman, gebaseerde op zijn herinneringen aan een leven als soldaat uit Wales spraakmakend geweest.

Overigens zijn er ook gevallen waarin een kind zich een leven als frontsoldaat herinnert, zoal sdat van de Nederlandse jongen Kees (pseudoniem). Opmerkelijk genoeg waren zowel twee mannelijke familieleden van Kees als de vader van Jesse enige tijd beroepsmilitair, wat in theorie aantrekkelijk geweest kan zijn bij het zoeken naar een geschikte familie voor een nieuwe incarnatie

Algemener is het zo dat een gewelddadige en plotseling dood relatief vaak voorkomt bij spontane herinneringen aan vorige levens. Kennlijk speelt dit een rol bij het terugkomen van herinneringen in de nieuwe incarnatie.

Weliswaar zijn e geen verifieerbare uitspraken door Jesse gedaan, maar het is in feite al opmerkelijk genoeg dat wat hij zegt past in een internationaal patroon en niet goed verklaar dkan worden door een simpele fantasie. Zoals Linde schrijft: “We keken nooit naar gewelddadige of oorlogsfilms waar de kinderen bij waren” en ik denk dat dit geldt voor de meeste ouders met jonge kinderen.

Wat deze casus relevant maakt voor Terugkeer naar Levenslicht is dat Jesse nog wist hoe het was om dood te gaan zonder dat zijn bestaan in geestelijke zin daarna ophield, dus net als alle mensen met een NDE tijdens een hartstilstand.

Ik wil lezers van Terugkeer naar Levenslicht graag oproepen mij vergelijkbare uitspraken van hun kinderen te meden. Dit kan bijvoorbeeld via dit tijdschrift zelf of anders per e-mail: titusrivas@hotmail.com

 

Literatuur

– Chamberlain, D. (1990). Goed geboren worden. Deventer; Ankh-Hermes.

– Kuik, H., & Rivas, T. (2018). Zeker weten… er is leven na de dood! Deventer: Edicola.

– Leininger, B. (2010). Ik was ooit piloot. Uitgeverij Ten Have.

– Rivas, T. (1997). Kees: Een Nederlands geval van herinneringen aan een vorige incarnatie met herinneringen aan een toestand tussen dood en wedergeboorte. Spiegel der Parapsychologie, 36, 1-4, 151-159.

– Steman, B. (2018). Morgan: Een liefde. Nieuw Amsterdam.

– Stevenson, I. (2001). Children who remember previous lives. McFarland & Co.

 

Gepubliceerd in Terugkeer naar Levenslicht, jaargang 3, nummer 4, winter 2019/2020, blx. 33-35.